Statuut zoals vastgesteld in de grote vergadering van de Raad op 11 maart 2004 en gewijzigd in de grote vergadering van de Raad op 13 juni 2013. RAAD VAN KERKEN DOETINCHEM Preambule “Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.” (Mattheus 5:16) Artikel 1 In Doetinchem heeft zich een Raad van Kerken (RvK) gevormd. Deze bestaat uit afgevaardigden van de Protestantse Gemeente, de Doopsgezinde Kring en de Rooms-Katholieke Parochie. Artikel 2 Deze kerken willen in woord en daad gestalte geven aan de gemeenschap van kerken. Zij doen dit vanuit het geloof in de ene Heer Jezus Christus, zoals die geopenbaard wordt in de Heilige Schrift. Daarin wordt de mens opgeroepen en geïnspireerd door de Geest tot dienst aan God en aan de medemens. Artikel 3 De Raad wil de communicatie en samenwerking met en tussen de aangesloten kerken (hierna lidkerken genoemd) ondersteunen, stimuleren en desgewenst initiëren en coördineren en wel op de taakvelden: dienen, leren en vieren. Zij doet dit met het oog op de opdracht van de kerken in de wereld. Waar mogelijk werkt de Raad ook met gastlidkerken en andere levensbeschouwelijke instanties samen. Artikel 4 1. De lidkerken vaardigen vanuit iedere (wijk)gemeente, parochie of rectoraat bij voorkeur twee personen af. Eén van deze twee afgevaardigden dient zo mogelijk een ambtsdrager of wel een lid van de (wijk)kerkenraad, parochieraad of -bestuur te zijn. Meerdere lidkerken kunnen desgewenst gezamenlijk besluiten hun afvaardiging van maximaal twee personen anders in te richten. Het Ministerie van predikanten en het Pastoresteam vaardigen elk tenminste één pastor af. 2. De afgevaardigden worden als lid in de Raad benoemd voor een periode van drie jaar. Zij zijn terstond herbenoembaar tenzij de afvaardigende instantie tijdig heeft laten weten anders te beslissen. 3. Elk jaar treden leden van de Raad af, volgens een door de Raad op te stellen rooster. Daarin wordt vastgelegd dat per (wijk)gemeente of parochie slechts één afgevaardigde tegelijk aftredend zal zijn. 4. De Raad kan besluiten om in een uitzonderlijke situatie van het voorgaande af te wijken. Artikel 5 1. De Raad kiest uit zijn midden een dagelijks bestuur. Dit bestaat uit een voorzitter, secretaris en penningmeester, uit leden die namens de Raad zijn belast met specifieke aandacht voor één van de taakvelden: dienen, leren, vieren en wel zodanig dat alle lidkerken desgewenst in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd kunnen zijn. Dit dagelijks bestuur komt minimaal eenmaal per kwartaal bijeen. 2. Het dagelijks bestuur dient jaarlijks vóór 1 oktober een concept beleidsplan met de bijbehorende financiële paragraaf in bij de gehele Raad. 3. De gehele Raad komt minimaal tweemaal per jaar bijeen; in de najaarsvergadering wordt het vigerende beleidsplan geëvalueerd en het plan voor het volgende jaar, inclusief de bijbehorende financiële paragraaf, definitief vastgesteld. In de voorjaarsvergadering vindt een tussentijdse evaluatie van het vigerende beleidsplan plaats. 4. Er van uitgaande dat de Raad het vertrouwen geniet van de lidkerken, behoeven de door hem genomen besluiten niet de voorafgaande goedkeuring van de lidkerken. Elke kerk behoudt het recht aan de uitvoering van een door de Raad genomen besluit niet mee te doen. Zij dient dit met redenen omkleed schriftelijk mee te delen. Artikel 6 1. De Raad kan voor verzorging of bestudering van bepaalde onderdelen van zijn arbeidsveld commissies instellen. 2. Iedere lidkerk heeft het recht tenminste één vertegenwoordiger in een commissie te benoemen. 3. De onkosten van een commissie worden door de Raad gedragen, voor zover het dagelijks bestuur daarvoor vooraf en expliciet toestemming heeft gegeven. 4. Verdere rechten en plichten van een commissie worden door de Raad in overleg met haar vastgesteld. Artikel 7 1. Het boekjaar van de Raad is gelijk aan het kalenderjaar. 2. De financiering van de door de Raad gemaakte onkosten en de door hem opgezette activiteiten wordt door de lidkerken gedragen op basis van een vastgestelde verdeelsleutel. 3. De penningmeester dient op basis van het beleidsplan vóór 1 oktober aan de Raad een begroting in voor het volgende jaar. 4. De penningmeester stelt vóór 1 april van elk jaar de financiële jaarstukken op over het afgelopen boekjaar en legt deze ter goedkeuring voor aan de Raad. Een overzicht wordt aan de lidkerken toegezonden. Artikel 8 1. Het lidmaatschap van een kerk wordt beëindigd door: a. schriftelijke opzegging, welke slechts kan geschieden met inachtneming van een termijn van zes maanden en per einde van het kalenderjaar. Daarbij blijven de financiële verplichtingen van dit lid van kracht gedurende het lopende boekjaar. b. een besluit van de Raad, indien een lid op ernstige wijze zijn plichten, die uit het lidmaatschap voortvloeien, heeft verwaarloosd of heeft gehandeld in strijd met het doel van de Raad. 2. Bij uittreding van één of meer leden - waarvan bij aangetekend schrijven aan de Raad kennis gegeven dient te worden - wordt de Raad van Kerken niet ontbonden en blijft deze tussen de overige leden bestaan. Artikel 9 1. Tot de Raad kan iedere kerk, die zich kan verenigen met dit statuut, toetreden. 2. Tot de Raad kan iedere kerk, die de in artikel 2 geformuleerde doelstelling onderschrijft en deels wil kunnen participeren in uitspraken en activiteiten, als gastlid toetreden. De hieraan verbonden rechten en verplichtingen worden tussen de Raad en het betrokken gastlid overeengekomen en vastgelegd in de notulen van de Raad. In een bij dit statuut behorende bijlage “Gastleden Raad van Kerken Doetinchem” staan deze kerkgenootschappen vermeld. Artikel 10 Dit statuut treedt met vervallenverklaring van voorgaande edities in werking op 1 december 2004 en is gewijzigd op 13 juni 2013. Bijlage “Gastleden Raad van Kerken Doetinchem” bij het statuut van de Raad van Kerken Doetinchem. 1. De Nederlands Gereformeerde Kerk te Doetinchem.