4. Zevenhonderdrieënvijftig Leeftijdsgroep 12-16 jaar Kerndoel kerndoel 2: de leerlingen leren rekenhandelingen uitvoeren voor het functioneren in alledaagse situaties. Leerstofonderdeel 2.1-2.10: de telrij opzeggen tot en met 1000 vanaf een willekeurig getal. Doel van de les Tellen tot 1000 en inzicht in de getalopbouw. Benodigdheden - 3 dobbelstenen x het aantal tweetallen - eventueel een digibord - werkblad 1 Korte samenvatting Aan de hand van het gooien van 3 dobbelstenen wordt het getal bepaald onder de 1000. De leerlingen gaan 2 aan 2 vanaf dat getal tellen tot de leerkracht een stopsignaal geeft. Hierbij zegt lerling A het honderdtal en leerling B de rest. Organisatie Klassikaal. Het werkblad wordt in tweetallen gemaakt. Activiteiten Introductie: Bespreek het belang van kennis over de getallenlijn en het kunnen tellen tot 1000, waarbij leerlingen zelf voorbeelden geven. Denk hierbij aan afstanden voor sport, hoogtes , etc.). Haal kennis op over getallen tot 1000. Hoeveel cijfers, wat is de betekenis van de cijfers, hoe wordt het uitgesproken, waar vind je het getal ongeveer op de getallenlijn). Kern: Gooi met dobbelstenen op het digibord of met gewone dobbelstenen en vraag om de punten niet op te tellen dit keer maar het getal te benoemen waar elke gegooide dobbelsteen voor staat. Laat die cijfers opschrijven tot een getal met drie cijfers, bijvoorbeeld 256 Vraag welke variaties nog meer mogelijk zijn. Laat variaties benoemen, zoals bijvoorbeeld 652 of 526. Vraag een leerling waar het het eerste cijfer voor staat (honderdtal). Vraag een andere leerling om de rest van het getal uit te spreken (tiental en enkeltal in één keer). Schrijf een aantal getallen onder de 1000 op en laat die getallen op de manier zoals zojuist beschreven uit spreken in tweetallen. Verwerking: De leerlingen gaan in tweetallen steeds 3 dobbelstenen gooien, het getal opschrijven en op die 'vreemde' manier doortellen tot 1000, totdat de leerkracht een stopsein geeft. Het getal waar ze gebleven zijn, schrijven ze op in de tweede kolom op het werkblad. Aandachtspunten Afsluiting: Bespreek de ervaring en laat enkele leerlingen iets over het doortellen vertellen. Laat een enkele leerling benoemen wat hij heeft geleerd en dit bewijzen. Het is saai om te tellen tot 1000, zoek alternatieve oefeningen en praktische situaties om te oefenen. ©Rekenboog.zml, rekenhandelingen, zevenhonderddrieënvijftig 1 Differentiatie Makkelijker: - het getal van waar af begonnen wordt met tellen klassikaal oefenen en in één keer uitspreken - een getal van 100 tot 200 tellen en dat langzamerhand opbouwen naar 1000 Moeilijker: - Een getal vragen tussen bijvoorbeeld de 300 en de driehonderdvijftig aan leerling A. Leerling B noemt een getal en telt door tot hoogst gevraagde getal. Vervolgactiviteiten - maak een kring, waarbij de leerling die het dichst bij school woont begint met een getal en waarbij met de beweging van de klok de kring telt tot de kring rond is - maak een kring, waarbij de jongste leerling begint met een getal en waarbij met de beweging van de klok de kring telt tot 1000 - laat tot 100 tellen en bij elk 10-tal slaat iemand op de trommel en bij elk honderdtal maakt iemand een verrassend geluid Software - http://www.teacherled.com/resources/dice/diceload.html - http://www.canrinus.nl/dobbelsteen_3.swf - http://schoolbordportaal.nl/files_sb/programma-flash-143/0tot-9-rad-swf.html (voor gebruik getalspinner) - http://www.mytyl.be/mpi/Hoofd/Downloads/Spelletjes.htm - http://www.nanogames.com/dice.php ©Rekenboog.zml, rekenhandelingen, zevenhonderddrieënvijftig 2 Werkblad 1 Noteer de 3 cijfers van de punten van elke dobbelsteen Noteer het getal dat geteld was bij het stopteken ©Rekenboog.zml, rekenhandelingen, zevenhonderddrieënvijftig 3