Diversiteit op de Vrije Universiteit 2005 - 2007 Diversiteit op de Vrije Universiteit EQUAL 2005 - 2007 Beleid, Wetenschap en Praktijk INHOUDSOPGAVE Fenna Diemer Lindeboom Leerstoelen 42 6. Onderzoek 42 Voorwoord 6 Inleiding 8 7. Communicatie 43 Afronding en toekomst 43 3. Aanbevelingen voor de toekomst 46 1. Diversitei en cijfers 12 1. Wetenschappelijk Persooneel 13 Terugblik 46 De Glazen Plafon Index 14 Van Project naar staande organisatie 46 Culturele en levensbeschouwelijke Diversiteit aan de VU 17 Best Practises 50 2. Ondersteunend- en Beheer Personeel 18 1. Gebruik Genderspecifieke managementinformatie 50 3. Studenten 19 2. Kweek Bewustwording en betrokkenheid 50 3. Veranker Diversiteit in het HRM beleid 51 Het gebruik van cijfers 21 Respect als sleutelwoord 22 Een nieuwe lente een schone zaak 52 4. Geef premies voor vrouwelijke hoogleraren 53 2. Het Equal Project en de Best Practises 26 5. Organisatie Workshops ‘Onderzoeksvoorstellen indien’ 54 Het eerste Equal Project 26 6. Zorg voor Coaching, Mentoring en Intervisie 54 Het tweede Equal Project 28 7. Verspreid informatie over Diversiteit 55 Organisatie 28 Projectteam 29 De leden van de Equal Taskforce VU 29 De Task Force Equal: een instrument met kracht 30 Strategie en Best Practises 31 Visie van een wetenschapper op talentonwikkeling 56 Bijlage Bijlage 1 Convenant Equal 60 1. Meten monitoren 32 Bijlage 2 2. Bewustwording 32 Diversiteit onderzoek aan de VU 66 The mind has no sex 33 Bijlage 3 Diversiteit op de VU 33 Literatuur overzicht 84 Groei en bloei 36 Bijlage 4 3. Mentoring 37 Publicaties Equal Project VU-Windesheim 91 4. Opleiding en training 38 Bijlage 5 Equal Partners in Nederland 94 Colofon 96 Workshop Gender Neutraal Werven en Selecteren 38 Workshop Onderzoeksvoorstellen schrijven en presenteren 40 5. Positieve Actie 40 Rolmodellen 41 Voorwoord Na de Erasmus Universiteit is de VU de universiteit met het grootste percentage De VU heeft al diverse beleidsmaatregelen met succes toegepast. In dit boekje vindt allochtone studenten. Ongeveer een op de vijf studenten is van niet-westerse af- u daar voorbeelden van. Maar het betekent niet dat we op onze lauweren kunnen komst. In totaal wandelen hier ruim 90 verschillende nationaliteiten over de cam- rusten. pus. Diversiteit is op onze campus dus gewoon. Wij leven in een “global village”. Wanneer men kijkt naar man-vrouw verdeling kan men vaststellen dat er ongeveer Het College van Bestuur wil benadrukken dat het belangrijk is om te blijven streven evenveel vrouwen op de campus werken of studeren als mannen. naar meer Diversiteit op de VU, met name in de hogere functies. Dat is belangrijk, zowel voor ons onderwijs als ons onderzoek. De VU heeft overigens een goede Pas wanneer men precies gaat kijken naar de werkzaamheden van de verschillende traditie in onderzoek naar en onderwijs over Diversiteit. In dit boekje vind u daar een groeperingen dan valt op dat er heel weinig allochtone wetenschappers zijn en dat overzicht van. Aardig is ook dat verschillende medewerkers van de VU op diverse hoe hoger de functie is, hoe lager het aantal vrouwen is dat men tegenkomt. plaatsen hun persoonlijke mening geven over dit onderwerp. Dan blijkt ook weer Dat precieze kijken is wat het Equal Project de afgelopen vijf jaar op de VU heeft eens dat het om een breed en weerbarstig onderwerp gaat. gedaan en resultaten hebben velen de ogen geopend. Het project heeft met alle bestuurders om de tafel gezeten om de mogelijkheden te bespreken voor meer Dit boekje besluit met een aantal goede voorstellen om in de toekomst verder te Diversiteit in het medewerkersbestand; om ervoor te zorgen dat allochtone studen- werken aan Diversiteit. Het is een mooie opgave om dit, ook na het afronding van ten in het wetenschappelijk bedrijf kunnen instromen en vrouwelijke wetenschappers het Equal Project, op te pakken en een plek te geven in het reguliere beleid van de kunnen doorstromen binnen de organisatie. En dan wordt men geconfronteerd met Vrije Universiteit. de paradox dat juist wanneer men vindt dat gender, etniciteit of culturele achtergrond geen rol zou mogen spelen, men er extra aandacht aan moet besteden, Prof. Dr. Lex Bouter, Rector Magnificus omdat anders deze groepen onvoldoende kansen hebben. Vrije Universiteit November 2007 EQUAL EQUAL Inleiding Op de VU houden veel mensen zich bezig met het thema Diversiteit. Het zal niemand Het Equal Project heeft zich de afgelopen vijf jaar ingezet om te zorgen voor meer ontgaan zijn dat de VU sinds enige tijd een hoogleraar ‘Management van Diversiteit Diversiteit op de VU; om ervoor te zorgen dat er meer vrouwen en allochtonen door- en Integratie’ kent aan de Faculteit Sociale Wetenschappen, maar ook bij de Econo- stromen binnen de organisatie naar hogere functies. mische, Juridische en Medische faculteit doen wetenschappers vanuit verschillende Ten eerste heeft het de vertegenwoordiging van mannen en vrouwen cijfermatig invalshoeken interessant onderzoek naar Diversiteit. in beeld gebracht. In het eerste hoofdstuk van dit boekje kunt u uitgebreid kennis Op de gehele VU spotten docenten talentvolle allochtone studenten en begeleiden nemen van de man-vrouw verhouding bij het wetenschappelijk en ondersteunend- hen bij het indienen van een aanvraag voor de Mozaïek beurs van NWO die hen in en beheerspersoneel. Er wordt een vergelijking tussen de verschillende faculteiten staat stelt promotie onderzoek te doen. gemaakt en ook wordt een voorzichtig positieve ontwikkeling gesignaleerd. De Sinds vorig jaar kent de VU ook de Regiegroep Diversiteit waarin bestuurders, percentages allochtone studenten worden ook per faculteit getoond. beleidsmedewerkers en wetenschappers samen nadenken hoe de VU aandacht kan Cijfermatige onderbouwing is een noodzaak, maar het is slechts een begin. Daarna geven aan culturele en levensbeschouwelijke Diversiteit. moeten bestuurders ervan overtuigd worden dat de ondervertegenwoordiging De manier waarop je naar Diversiteit kijkt kan heel verschillend zijn. Veel collega’s van sommige groeperingen een ongewenste situatie is waar iets aan gedaan kan vinden het verrijkend voor de organisatie als medewerkers vanuit verschillende ach- worden. In het tweede hoofdstuk wordt beschreven hoe het Equal Project te werk is tergronden samenwerken. Sommigen vragen zich af of de organisatie meer ruimte gegaan; de rondes langs bestuurders om met de cijfers en mogelijkheden voor beleid moet maken voor andere gewoonten. Enkele anderen maken zich misschien zorgen te bespreken en de gevolgde strategie om zoveel mogelijk met anderen binnen de of zoveel verschillende groeperingen onder één dak niet tot fricties kunnen leiden organisatie voorbeeldprojecten te organiseren. De succesvolle voorbeeldprojecten, de en weer anderen vinden het onderscheid tussen mannen en vrouwen en mensen zogenaamde ‘Best Practises’ worden hier uitgelicht, met als doel dat anderen deze in van verschillende afkomst onzin. Tenslotte zijn alle mensen verschillend en zijn we de toekomst zelf kunnen uitvoeren. Eén van de voorbeelden is de workshop waarin ook allemaal mens. En eigenlijk zouden we het met deze laatste mening hartgrondig wetenschappers en beleidsmakers samen voorstellen hebben ontwikkeld voor Diver- eens willen zijn. Alleen valt op dat het in de hogere rangen van het medewerkersbe- siteitsbeleid. Speciaal daarvoor heeft het Equal Project een boekje gemaakt waarin al stand lang niet zo divers en veelkleurig is als op het niveau van studenten. Het is nog het onderzoek naar Diversiteit van de VU gebundeld is. In de bijlagen 2 en 3 vindt u steeds zo dat er maar heel weinig vrouwen doorstromen naar hogere functies en dat respectievelijk een overzicht van alle onderzoekers en een literatuuroverzicht van hun nog heel weinig allochtone studenten kiezen voor de wetenschap. belangrijkste publicaties. In het laatste hoofdstuk van dit boekje wordt kort teruggeblikt op het gehele project en worden aanbevelingen gedaan aan de VU hoe zij Diversiteitsbeleid verder kan vormgeven nu het speciale project daarvoor is afgesloten. EQUAL EQUAL Hoofdstuk 1 DIVERSITEIT EN CIJFERS Aan de top van de VU blijft de vertegenwoordiging van vrouwen achter (9% van de hoogleraren is vrouw) en van de vele allochtone studenten die de VU rijk is (ge- 1. Wetenschappelijk Personeel middeld 30%) stromen er maar weinig door naar een wetenschappelijke functie. In onderstaande figuur waar de percentages vrouwelijke wetenschappelijke mede- Ondanks het feit dat er veel vrouwelijke studenten en promovendi zijn, is er sprake werkers in een functie zijn afgezet tegen de percentages mannelijke wetenschap- van een ‘lekkende pijplijn’. De uitstroom van vrouwen is hoog; het Glazen Plafond pelijke medewerkers is duidelijk te zien, dat hoe hoger de functie is, hoe kleiner het is nog nadrukkelijk aanwezig. aandeel vrouwen. Vergelijken we deze percentages met die van vier jaar daarvoor, In de zeer nabije toekomst zal door vergrijzing de VU behoefte hebben aan jong dan zien we een lichte stijging van het aandeel vrouwelijke wetenschappers in alle talent om de vele openvallende posities goed te kunnen vervullen en kan men functies, maar met name op UD en UHD niveau. het zich niet veroorloven het vrouwelijke of allochtone talent te veronachtzamen. Daarbij mag verwacht worden dat diversiteit bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs (een divers samengestelde staf komt tegemoet aan diverse begeleidings- 100 dellen), maar ook aan het onderzoek. Diversiteit in personele samenstelling leidt 90 tot vernieuwende onderzoeksvraagstellingen en onderzoeksbenaderingen en levert 80 daarmee een bijdrage aan de ‘vooruitgang’ en kwaliteit van de wetenschap . Deze ondervertegenwoordiging is niet uniek voor de VU, maar speelt ook bij andere universiteiten en maatschappelijke instellingen en ook daar worden verschil- 70 100 M 90 50 In dit hoofdstuk laten we in cijfers zien in hoeverre vrouwen ondervertegenwoor- 80 40 70 30 digd zijn in de hogere wetenschappelijk functies en bij het Ondersteunend- en lende faculteiten is. De cijfers die betrekking hebben op de medewerkers zijn afkomstig uit het personeelsinformatiesysteen (SAP-HR, peildatum 31-12-2006) en worden sinds vorig jaar op deze genderspecifieke wijze door Bestuurlijke Planning & Control in het Personeel Jaarvesrlag gepubliceerd. De cijfers die betrekking heb- 40 hoor veel Engels in de lift. Ik zie de groei van het ben op de studenten komen uit het ‘1cijferHO2006’ bestand. Het is niet mogelijk 30 aantal allochtone studenten, jonge medewerkers percentages allochtone medewerkers weer te geven aangezien de herkomst van en de internationalisering alleen nog niet terug medewerkers niet geregistreerd wordt. Geschat wordt dat dit percentage in ieder komen in onze gebouwen en voorzieningen. Het geval onder het wetenschappelijk personeel zeer klein is en onder het Ondersteu- zit nog in de reflex van de organisatie om het op de nend- en Beheerspersoneel iets hoger. zaken opnoemen waarbij we alerter kunnen zijn op 45% PRO 42% 47% UD 25% 32% UHD 9% 17% HGL 7% 9% SA = Studentassistent PRO = Promovendus M V 0 SA PRO UD UHD HGL Functies 20 Tabel 1. Percentages vrouwelijke wetenschappers per functiecategorie (fte) in 2002 en 2006 10 50 “Ik zie veel allochtone studenten rondlopen en ik V 20 60 Erik Boer Directeur Dienst Communicatie: traditionele manier te doen. Ik kan zo een lijst met 2006 42% 60 lende maatregelen beproefd om diversiteit te bevorderen. Beheerspersoneel en hoe groot de populatie allochtone studenten bij de verschil- 2002 SA WP M-V verdeling 2006 behoeften en biedt de divers samengestelde studentenpopulatie meerdere rolmo- UD = Universitair Docent UHD = Universitair Hoofddocent HGL = Hoogleraar Figuur 1. WP M-V verdeling 2006 (fte) 10 1 0 SA PRO UD Functies UHD HGL AWT (2000) Halfslachtige wetenschap. Onderbe- nutting van vrouwelijk potentieel als existentieel probleem voor de academia. Den Haag: AWT diversiteit.” EQUAL 12 13 EQUAL 2004 2005 2006 Sociale Wetenschappen 2,0 2,0 1,7 Psychologie en Pedagogie 2,9 2,4 1,8 ‘Glazen Plafond’ houdt in dat niets zichtbaars de vrouwen tegenhoudt om door te Exacte Wetenschappen 4,3 1,9 1,8 stromen, maar dat er in praktijk wel barrières blijken te zijn. De index wordt be- Rechten 5,9 2,5 2,1 rekend door de percentages vrouwen aan de top te relateren aan de percentages Aard - en Levenswetenschappen 5,0 4,2 2,4 vrouwen in de lagere regionen. Een technische universiteit waar weinig vrouwelijke Totaal 4,1 3,1 2,5 promovendi werken, heeft daarmee dus niet automatisch een dik glazen plafond. Godgeleerdheid 1,1 1,5 3,3 Economische en bedrijfswetenschap 9,6 7,0 3,9 De formule van de GPI is: Bewegingswetenschappen 4,7 4,2 4,8 Letteren 6,1 7,2 5,9 Oneindig Oneindig Oneindig2 De Glazen plafond Index De Glazend Plafond index (GPI) geeft aan hoe gemakkelijk of moeilijk het is voor vrouwen om door te stromen naar hogere functies binnen de organisatie. De term % vrouwelijke promovendi + % vrouwelijke UD Wijsbegeerte __________________________________________ % vrouwelijke UHD+ % vrouwelijke HGL Tabel 2. Glazen Plafond Index per faculteit Hoe hoger de uitkomst van de berekening, hoe dikker het Glazen Plafond. De index De percentages mannelijke en vrouwelijke wetenschappelijke medewerkers van het van de ‘buitenwereld’ te hebben in het personeels- wordt al regelmatig gebruikt en is uitstekend geschikt om verschillende organisaties VUmc worden in een ander personeelssysteem verwerkt. Ze worden hieronder apart bestand. Mijn mening is dat het diversere aanbod (faculteiten en/of universiteiten) met elkaar te vergelijken. weergegeven. In deze figuur is duidelijk te zien hoe er in de functies die hoger zijn van personeel deels vanzelf tot verandering in de In tabel 2 zien we de Glazen Plafond Index voor de verschillende faculteiten van de dan UD, een scherpe daling is in de vertegenwoordiging van vrouwen. De Glazen personeelssamenstelling leidt, en deels sturing be- VU en voor de VU gemiddeld, in de afgelopen drie jaar. De GPI voor de VU gemid- Plafond Index voor het VUmc bedraagt 5,5. hoeft. Het heeft ook tijd nodig. Bijvoorbeeld: 70% Ellen Jonkeren Beleidsmedewerker VUmc Ik denk dat het belangrijk is om een afspiegeling deld is lager geworden (van 4,1 naar 2,5). Bij de faculteiten valt op dat met name van de eerstejaars studenten geneeskunde is vrouw FEWEB en FALW kans gezien hebben de doorstroom van vrouwelijk wetenschappelijk maar dat zie je nu nog niet weerspiegeld in alle ge- personeel te bevorderen. ledingen van het personeel. De studentenpopulatie In 2004 is voor het laatst de benchmark van alle Nederlandse universiteiten gepubli- verkleurt ook maar ook dit zien we in de personeels- ceerd. De gemiddelde GPI lag toen op 3,08 en de VU scoorde toen met een GPI van samenstelling nog niet in dezelfde mate terug. 4,1, onder het gemiddelde, op een 11e plaats. Omdat bij deze faculteit geen vrouwelijke UHD’s 2 of vrouwelijke hoogleraren werken verschijnt bij berekining van de GPI in de noemer van de breuk een 0. Daarmee wordt de GPI oneindig. EQUAL 14 15 EQUAL Culturele en levensbeschouwelijke Diversiteit aan de VU WP M-V verdeling VU MC 2006 Wim Haan 100 Coördinator Diversiteit VU, secretaris Regiegroep Diversiteit. 90 80 Het kan niemand ontgaan dat de iets wat vaak niet vanzelf gaat. In dit 70 VU een uitermate ‘diverse’ studen- verband moeten multiculturele compe- 60 tenpopulatie heeft. Het percentage tenties van docenten en overige mede- niet-westerse allochtone studenten is werkers tot de standaard vaardigheden hoger dan bij andere universiteiten. behoren. Het is niet iets ‘extras’ wat je In allerlei opzichten ‘doordrenkt’ de ook nog erbij kunt doen. Diversiteit de universiteit. En dat is We worden eveneens geconfronteerd goed, want Diversiteit is een bron met nieuwe uitdagingen. We leven in 100 M 90 50 80 V 40 70 30 60 20 M 10 50 V 0 40 AIO UD UHD 30 20 HGL Functies Figuur 2. WP M-V verdeling bij VU MC 2006 (fte) 10 0 SA PRO UD Functies EQUAL 16 UHD HGL van creativiteit en vernieuwing. Dat is een seculier land. En het thema levens- geen wensdroom, maar een realiteit, beschouwing is gemarginaliseerd. Het is ook recent onderzoek bevestigt dat. iets wat je thuis doet, je brengt het niet Maar zoals ik ook al elders heb mee naar je werk, of naar je universiteit beschreven, je moet wel wat met … Bij andere culturen is dat helemaal Diversiteit doen. Het is een rijkdom niet zo vanzelfsprekend. Wat daar enkel en alleen als je gericht aandacht vanzelfsprekend is is een verbondenheid, hebt voor allerlei thema’s die zich op verwevenheid is misschien een beter dit terrein aandienen. woord, van alle levenssferen, dus ook Zo is de VU bij uitstek een universiteit van bijvoorbeeld godsdienst, studie en waar studenten én docenten kunnen werk. Dat is soms confronterend, maar leren van culturele verschillen. De ide- confronterend in de positieve zin, het ale plek ook waar een dialoog en een daagt je namelijk uit om je eigen ‘roots’ gesprek op gang kan komen tussen te onderzoeken, je expliciet de vraag mensen. Maar dat gaat niet vanzelf. te stellen naar wat jezelf ‘draagt’ en De ‘natuurlijke levenshouding’ is er motiveert. één van langs elkaar heen leven. ‘Als ‘Kleur en fleur’ is het motto dat Facili- je op afstand blijft krijg je ook geen taire Zaken hanteert om de campus van gelazer’ is dan het motto. de VU wat op te vrolijken. Dat lijkt me Het is een thema waar je gevoelig bij uitstek nou een mooie slogan om de voor moet zijn, en dat is opnieuw Diversiteit van de VU te typeren. 17 EQUAL 2. Ondersteunend- en Beheers Personeel 3. Studenten Bij het Ondersteunend- en Beheers Personeel (OBP) zien we hetzelfde beeld als De Vrije Universiteit is één van de universiteiten in Nederland met relatief veel al- hierboven bij het wetenschappelijke personeel (zie figuur 3). Ook hier geldt dat hoe lochtone studenten. In onderstaande tabel 4 worden de percentages westerse- en hoger de functie is (hier weergegeven in salarisschalen), hoe kleiner het aandeel niet westerse allochtonen per faculteit weergegeven. Van alle studenten aan de VU vrouwen dat erin werkzaam is. Vergelijken we deze percentages met die van vier is 30% van allochtoon. jaar daarvoor, dan zien we ook hier een lichte stijging van het aandeel vrouwelijke Faculteit % Westers Allochtoon % Niet Westers Allochtoon % Allochtoon Tandheelkunde 17 37 54 Rechtsgeleerdheid 10 28 38 Exacte Wetenschappen 13 26 38 Econ.Wetensch.en Bedrijfskunde 10 22 33 Aard- en levenswetenschappen 11 18 30 Geneeskunde 11 19 30 M Psychologie en Pedagogiek 11 15 26 V Godgeleerdheid 7 18 25 medewerkers in alle salarisschalen (zie tabel 3). OBP M-V verhouding 2006 100 90 80 70 100 60 90 80 50 40 Studenten in de mensa, een zeer gedateerd beeld. Letteren 14 9 23 Yvonne Kops Directeur Bedrijfsvoering faculteit der 70 30 Sociale Wetenschappen 10 14 23 Rechtsgeleerdheid 60 20 Wijsbegeerte 8 9 18 Diversiteit onder studenten is aan het groeien, zeker M Bewegingswetenschappen 6 4 9 op onze faculteit. Hier lopen relatief veel allochtone V Totaal 11 19 30 50 10 0 40 Schaal 01-05 Schaal 06-09 Schaal 10-12 Functieschalen 30 Tabel 4. Etniciteit studenten VU 2006 3 Figuur 3. OBP, man-vrouw verhouding 2006 (fte) medewerkers op de VU stijgt, hoewel het aantal 10 Schaal 01 - 05 SA PRO Schaal 06 - 09 Schaal 10 - 12 Schaal 13 - 18 UD Functies UHD 2002 2006 52% 61% HGL 48% 53% 33% 40% 20% 25% Tabel 3. Percentages vrouwelijke OBP medewerkers per functiecategorie (fte) in 2002 en 2006 EQUAL 18 roepen met een duidelijke maatschappelijke status, net als arts of tandarts. Ook het aantal allochtone 20 0 studenten rond. Ik denk dat allochtonen kiezen voor Rechten omdat de opleiding toegang geeft tot be- Schaal 13-18 niet-westerse allochtonen niet zo snel toeneemt. Genoeg kleur in het personeelsbestand is er echter nog niet en ik zie ook nog niet genoeg vrouwen. Bron: 1cijferHO2006, peildatum 1 oktober 2006 3 19 EQUAL Het gebruik van cijfers Wanneer beleidsdoelstellingen op het gebied van Diversiteit geoperationaliseerd worden gebeurt dit vaak in de vorm van streefcijfers. Het nastreven van bepaalde aantallen vrouwen roept echter discussie op. Ten eerste gaat de discussie om de hoogte van het streefcijfer. Moet men streven naar een 50/50 verdeling, naar een verdeling op basis van de huidige vrouwelijke studentenpopulatie of zijn er andere streefcijfers te berekenen? Ten tweede stelt men zichzelf de vraag wat men precies wil bereiken. Gaat het om behoud van eigen talent, om het bereiken van een meer evenwichtige man-vrouw verdeling, of om allebei? Met het benoemen van een aantal vrouwelijke hoogleraren van buiten de VU bijvoorbeeld, verbetert men de score op de Glazen Plafond Index, maar heeft men niets gedaan aan de kansen op de doorstroom van vrouwelijk talent in eigen huis. Het nadeel van het werken met cijfers is dat men verzandt in discussies over de cijfers zelf en de wijze van berekening en dat men de achterliggende doelen uit het oog verliest. Het voordeel van het werken met cijfers is echter dat men kijkt naar het Studenten nu grotere geheel. De ervaring leert dat bij de bespreking van Diversiteit de discussie meestal terechtkomt in casuïstiek. De geschiedenis van één of twee individuele medewerkers wordt besproken, waardoor de noodzaak voor lange termijn beleid voor de organisatie in zijn geheel op de achtergrond raakt. Het is niet de bedoeling om alleen naar getallen te kijken, noch om te focussen op individuele medewerkers. Het gaat er om nieuw beleid te implementeren waarbij het vanzelfsprekend is dat de belangen van alle medewerkers gediend zijn en waarbij een organisatie ontstaat die divers is in de samenstelling van haar medewerkers op alle niveaus. Het gebruik van cijfers helpt om de stand van zaken weer te geven, een discussie los te maken, oplossingsrichtingen te bedenken en uit te voeren en kwantitatieve vooruitgang te kunnen monitoren. EQUAL 20 21 EQUAL Respect als sleutelwoord Prof. dr. mr. Masha Antokolskaia (Uit de presentatie bij de opening van het academisch jaar 2007-2008) EQUAL 22 Diversiteit aan onze universiteit heeft weet uit eigen ervaring hoe pijnlijk het allochtone en autochtone studenten te van een dergelijke noodzaak wil weten. vele facetten. Wij verschillen van elkaar kan zijn als je ondanks je eigen gevoel maken. Daarom krijgen vanaf dit jaar Daarmee kom ik bij het meest con- op allerlei manieren: mannen en vrou- dat je erbij hoort steeds in de rol van alle eerstejaars rechtenstudenten zonder troversiële punt van mijn verhaal: de wen, ouderen en jongeren, homo- en vreemdeling wordt gedrukt. onderscheid een taaltoets, en wie het elitevormende taak van de universiteit. heteroseksuelen; mensen met verschil- In de praktijk betekent dit in de eerste niet goed doet, krijgt het dringende Ik vind dat de taak van de universiteit lende religieuze, politieke en sociale ach- plaats dat kwesties die niet uitsluitend advies om een taalcursus te volgen. de vorming van een intellectuele elite tergronden en allochtone en autochtone aan een allochtone afkomst gerelateerd Allochtone economiestudenten zouden zou moeten inhouden. Academische Nederlanders. Het is geen toeval dat ik zijn, zonder onderscheid tussen alloch- vaak niet in staat zijn om goede indruk vorming hoort meer te zijn dan de over- respect als sleutelwoord heb gekozen. toon en autochtoon moeten worden te maken tijdens het volgen van hun dracht van vakkennis en het aanleren Met betrekking tot allochtone studenten benaderd. stage. Hoe komt dat? Mijn waarmening van een academische denkhouding. In en medewerkers betekent respect in de Ik zal een voorbeeld geven. De juridische is dat de subtiele sociale codes van de de praktijk gaat het óók om sociale en eerste plaats dat hun allochtoon zijn niet faculteit kampt met grote problemen egalitaire Nederlandse samenleving culturele ontplooiing. Een elitevormende onnodig moet worden benadrukt. Toen met de schrijfvaardigheid, academische veel minder expliciet zijn dan in veel taak verondersteld dat de studenten ik Herman’s ‘Onder professoren’ las, was vorming en soms ook professionele andere Europese landen, en daardoor tijdens hun studie de culturele bagage ik getroffen door de beschrijving hoe de houding van de studenten. Bijna 1/3 van minder toegankelijk voor diegenen die verinnerlijken die door de geschiedenis, ikpersoon van de roman ervoer dat hem onze studenten is allochtoon, maar deze ze niet met paplepel ingegoten hebben filosofie en literatuur is gevormd. Pas door de Nazi’s opeens de vrijheid was problemen komen geenszins alleen bij gekregen. Onze universiteiten willen, dan zijn ze in staat om over ingewik- ontnomen om zich wel of niet als jood allochtone studenten voor. De ervaring anders dan Cambridge en Oxford, geen kelde morele kwesties een zelfstandig te definiëren. Wie maakt mij een jood, leert dat deze problemen meer te maken gentlemen kweken, maar het snobisme oordeel te vormen. wie maakt mij een allochtoon? Ikzelf of hebben met de sociale, dan met de van sommige beroepsgroepen is nauwe- de anderen? Ik vind dat men de alloch- etnische achtergrond van de studenten. lijks minder dan in Engeland. Allochtone, tone studenten en medewerkers vooral Kinderen van laaggeschoolde ouders naar ook autochtone studenten van lage de vrijheid moet geven om dat zoveel hebben meer kans op deze problemen, sociale komaf, worden slachtoffers van mogelijk zelf in te vullen. Dat is nu en bij de allochtone studenten komen deze mechanismen. Het antwoord is eenmaal geen kwestie van wel of niet, die problemen vaker voor omdat hun meer coaching, niet alleen in professio- van scherp definieerbare hokjes, maar ouders in de regel geen kennismigranten nele kwesties, maar ook in omgangsvor- van ‘meer of minder’, van ‘in sommige maar laaggeschoolde handarbeiders zijn. men en sociale codes. opzichten wel en in andere niet’, zeker Dit betekent dat je die problemen kunt Dat strijdt natuurlijk met het egalitaire voor latere dan de eerste generatie. Ik aanpakken zonder onderscheid tussen ideaal dat, tegen de realiteit in, niet 23 EQUAL Hoofdstuk 2 Het Equal Project en de Best Practises Dit hoofdstuk beschrijft eerst het Equal Project zelf, de wijze waarop het georgani- maar ook voor andere bestuurders en beleidsmakers. seerd is en de daaruit voortvloeiende aanpak. Vervolgens beschrijft het de verschil- Bij de afsluiting van het project is met de decanen van drie faculteiten, Aard- en lende activiteiten die goede voorbeelden voor zijn voor Diversiteitsbeleid en navol- Levenswetenschappen, Economie en Bedrijfswetenschappen en Sociale Wetenschap- ging verdienen; de zogenaamde ‘best practises’. Als eerste wordt de voorganger pen een convenant getekend (zie bijlage 1) waarin zij zich committeerden verschil- van dit project, ‘het eerste Equal Project’, hier in herinnering gebracht. lende Equal activiteiten te zullen ontplooien. Het eerste Equal Project Al eerder, in de periode 2002-2005, heeft de VU deelgenomen aan een, door het Europees Sociaal Fonds gesubsidieerd Equal Project. Dit eerste Equal Project van de VU, dat samen met de Christelijke Hogeschool Windesheim werd uitgevoerd concentreerde zich op de volgende drie activiteiten: • Meten en monitoren • Gender Impact Assessments • Bewustzijn en Verantwoordelijkheid kweken Meten en monitoren is de basis voor Equal beleid. Het project heeft ervoor gezorgd dat met een applicatie op het personeelssysteem genderspecifieke cijfers over de medewerkers in de verschillende functies jaarlijks berekend konden worden. Een speciale uitgave van de brochure ‘Vu op feiten’ kreeg een Equal thema en liet voor het eerst in de zogenaamde schaar-diagrammen duidelijk zien dat ‘hoe hoger de functie, hoe lager de vertegenwoordiging van vrouwen’. De cijfers werden ook op faculteitsniveau uitgesplitst en uitgebreid bediscussieerd met de betreffende decanen De uitgave ‘Groen licht voor Equal’ en directeuren bedrijfsvoering. Daarnaast deed het Equal Project veel eigen onderzoek, de zogenaamde ‘Gender Im- Geconcludeerd mag worden dat bij de afsluiting van het eerste Equal Project in 2005 pact Assessments’ waarbij een ontwikkeling geanalyseerd werd op de mogelijke ver- bestuurders bewust zijn geworden van genderproblematiek en dat velen door de schillen in gevolgen voor de loopbanen van mannen en vrouwen. De assessment met verschillende studies, publicaties en persoonlijke gesprekken gemotiveerd zijn ge- de meeste impact was die naar de opzet van de VU-opleiding ‘Bedrijfswetenschap- raakt om beleid op dit punt te ondersteunen of zelf te initiëren. Het verslag van het pen’. Deze opleiding zou in het kader van een fusie met de Christelijke Hogeschool eerste project is te vinden in de publicatie ‘Groen Licht voor Equal’ (Hertz, Van Egten Windesheim op de locatie van Windesheim in Zwolle georganiseerd worden. Uit dit en Kalisvaart 2005, zie ook de literatuurlijst in bijlage 4). Aan het einde van het pro- onderzoek bleek dat als men niet bewust aandacht besteedt aan genderaspecten, ject is door het CvB van de VU besloten een Equal vervolgproject te starten. de kans heel groot is dat de scheve verdeling tussen mannen en vrouwen aan de top van de organisatie versterkt wordt. Dit bleek een eye-opener voor de betrokkenen EQUAL 26 27 EQUAL Projectteam Drs. Brigitte Hertz Projectcoördinator Drs. Pien Bakker Projectmedewerker (vanaf 1-12-2006) Drs. Dolly Heuveling van Beek Beleidsmedewerker (tot 1-12-2006) Prof. dr. Caren van Egten RA Boegbeeld en Voorzitter Taskforce De leden van de Equal Taskforce VU: Decanen tekenen Equal Convenant Dr. Erna Baars Directeur P&O VUmc Drs. Daphne Boelhouwer Beleidsmedewerker Faculteit Aard- en levenswetenschappen Drs. Jan Thomas Cremer Personeelsadviseur Letteren Wim Haan Coördinator Regiegroep Diversiteit en Blaise Pascal Instituut Het tweede Equal Project Drs. Olga Jukema Directeur Bedrijfsvoering, Faculteit der Bij het tweede Equal Project (2005-2007) is op de ingeslagen weg voortgegaan, Bewegingswetenschappen maar nu was de doelstelling ambitieuzer, namelijk om een netwerk van “probleemei- Drs. Marieke Klein Breteler Personeelsadviseur Faculteit Aard- en genaars” te creëren en verantwoordelijk te maken voor het Gender Mainstreamen; Levenswetenschappen het integreren van Equal doelstellingen bij het ontwerpen, uitvoeren en wijzigen van Prof. mr. Anja Oskamp Decaan Rechten nieuw en bestaand beleid. Prof. dr. Bauke Oudega Decaan Faculteit Aard- en Levenswe- tenschappen Organisatie Drs. Annette Roeters Lid College van Bestuur De coördinatie van het Equal Project was in handen van een parttime coördina- Drs. Marijke Scholts Lid Ondernemingsraad VU tor (0,3), ondersteund door een projectmedewerker die zowel bij de VU als bij de Dr. Lineke Stobbe Coördinator Equal Windesheim Christelijke Hogeschool Windesheim voor Equal heeft gewerkt (respectievelijk 0,5 Dr. Johan Sturm en 0,2). Het project is ondergebracht bij de afdeling Human Resource Management, Prof. dr. Saskia van der Vies Juridische en Beleidszaken (voorheen Bestuursstaf P&O). Specifiek voor dit project is tenschappen dat het ook de functie van een boegbeeld kent; een vrouwelijke hoogleraar van de Prof. dr. Monique Volman Hoogleraar Onderwijscentrum VU Adviseur CvB Hoogleraar Faculteit der Exacte We- VU die een ambassadeursrol in de instelling heeft vervuld door in- en extern presentaties te verzorgen, contacten te onderhouden op bestuurlijk niveau en tevens de zogenaamde taskforce voor te zitten; een adviescommissie die vanuit de eigen (bestuurs)functie de activiteiten heeft ondersteund. De taskforce bestond uit vijftien personen van verschillende faculteiten, waaronder decanen, personeelsadviseurs, beleidsmedewerkers en directeuren. Ze zijn gedurende het project acht keer bij elkaar geweest. EQUAL 28 29 EQUAL De Task Force Equal: een instrument met kracht Aan alle taskforce leden is gevraagd een persoonlijke doelstelling voor het Equal te Prof. dr. Saskia M. van der Vies formuleren. Enkele van deze doelstellingen zijn: Lid van Task Force Equal • Een bijeenkomst organiseren voor vrouwelijke hoogleraren • De sensitiviteit voor het onderwerp Diversiteit verhogen op de VU Het lidmaatschap van de Task Force Equal brengt je in contact met mensen van de • Financiële middelen voor Diversiteit creëren organisatie die je normaal gesproken nooit tegen zou komen. Dat is interessant • Diversiteit introduceren/stimuleren aan het VUMC en inspirerend. De Task Force Equal omvatte en goede vertegenwoordiging van de • OR gelden besteden aan Diversiteit en Equal opnemen in de bedrijfsvoe- verschillende geldingen van de universiteit en hogeschool ondanks het feit dat niet ring van de VU iedere geleding vertegenwoordigd was. Het woord Task Force is ontleend aan het • Een vrouwelijk hoogleraar aannemen en vrouwelijke UD’s gaan engels en betekent: een afdeling van vloot, leger of luchtmacht met een speci- begeleiden ale opdracht. Het woord straalt kracht en sterkte uit en wordt in de samenleving • In gesprek gaan met de divisievoorzitter van het VUmc over gender en ze gebruikt voor het aanduiden van een commissie die wordt gevormd met een speciaal stimuleren anders te kijken doel. Een Task Force is een prima instrument om onderwerpen en problemen be- • Meer aandacht besteden aan een onderwijsvisie op Diversiteit spreekbaar en zichtbaar te maken binnen een organisatie. Het unieke aan een Task Force, in vergelijking met andere soorten commissies, is dat deze zich min of meer “vrij” kan bewegen binnen en organisatie en niet hoeft te werken langs de geves- Strategie en Best Practises tigde lijnen van een organisatie waardoor het makkelijk wordt met iedereen binnen Zoals gezegd was de ambitie van het Equal Project om meer medewerkers te betrek- de organisatie direct in gesprek raken. De voorzitter (het boegbeeld) draagt het ken bij het integreren van Equal doelstellingen in het beleid. Niet alleen om ervoor te mandaat van de Task Force waardoor het lastig wordt haar/hem te negeren. De Task zorgen dat de voorgestelde maatregelen maatwerk zijn, maar ook om op deze wijze Force doet aanbevelingen welke maatregelen effectief werken om de problemen die een groter draagvlak te creëren. Een ander belangrijk argument om aan te sluiten er zijn op te lossen. Nadat een Task Force zijn aanbevelingen heeft gedaan kan deze bij activiteiten van anderen is dat het Equal Project een organisatie is met een kleine worden opgeheven. Echter, soms blijft de Task Force actief om te controleren of de bezetting, zonder officiële bevoegdheden. De idee aan het begin van het project voorgestelde maatregelen werkelijk het gewenste effect hebben. En zo heeft de Task was om analoog aan de eigen taskforce ambassadeursnetwerken op de verschillende Force Equal in de afgelopen jaren gefunctioneerd. Resultaat : veel gegevens in kaart faculteiten te (laten) vormen en hen te ondersteunen bij het initiëren en uitvoeren gebracht.... veel aanbevelingen .... en verschillende activiteiten zijn op de rails gezet. van Equal beleid. Tegelijkertijd was het de bedoeling om aan te sluiten bij bestaande Nu het Equal Project ten einde loopt zal de Task Force wellicht worden opgeheven. netwerken zoals die van facultaire beleidsmedewerkers of personeelsadviseurs. Om- “Zonde” zeg ik dan. Wat mij betreft blijft er een Task Force bestaan, zodat er contact dat het opzetten van dergelijke nieuwe netwerken niet succesvol bleek, is vervolgens zal zijn tussen mensen van de organisatie die elkaar normaal gesproken nooit tegen gekozen om zoveel mogelijk samen met anderen een aantal voorbeeldprojecten zou komen, zodat ook in de toekomst blijvend aanbevelingen gedaan kunnen starten dat, wanneer succesvol gebleken, overgenomen zou kunnen worden door worden, zodat het onderwerp Equal op de agenda blijft staan, ook in de jaren die anderen. Deze zogenaamde Best Practises worden hieronder beschreven en kunnen gaan komen, opdat we ons blijven realiseren dat we er nog een lange weg te gaan is onderverdeeld worden in de volgende categorieën: voordat Diversiteit en Gender “Equal” zijn. 1.Meten en monitoren 2.Bewustwording EQUAL 30 31 EQUAL 3.Mentoring 4.Opleiding en training ‘The mind has no sex’ 5.Positieve actie Op 8 maart 2006 vond de bijeenkomst ‘The mind has no sex’ plaats. Deze bijeen- 6.Onderzoek komst werd voor alle medewerkers van de VU georganiseerd door het Equal Project 7.Publiciteit en VU Podium. Toenmalig VU politicoloog en Tweede Kamerlid Jet Bussemaker (nu Staatssecretaris van VWS) verzorgde een inleiding voorafgaand aan de documen- 1. Meten monitoren taire ‘The mind has no sex’. De documentaire laat zien dat vrouwen harder moeten Zoals gezegd is in het eerste Equal Project gestart met het verzamelen en publiceren vechten om iets voor elkaar te krijgen dan hun mannelijke collega’s. De documen- van genderspecifieke informatie over medewerkers. Dit is gedaan voor de VU als taire behandelt het voorbeeld van Professor Nancy Hopkins, verbonden aan het geheel, maar ook voor de verschillende faculteiten zodat bijvoorbeeld bij de gesprek- Massachusetts Institute of Technology die uiteindelijk de rector ervan overtuigt dat er ken met de decanen, heel specifiek op hun eigen faculteit ingegaan kon worden. sprake is van discriminatie. De documentaire belicht ook een test die professor Banaji Deze cijfers, en de inzichtelijke manier waarop ze gepresenteerd zijn (bijvoorbeeld in (Harvard) ontwikkelde. Daaruit blijkt dat begrippen die we onbewust koppelen aan een schaardiagram, of als benchmark met andere faculteiten of universiteiten) zijn ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’, zo dominant zijn dat we die niet kunnen negeren. Proef- voor velen een eye-opener geweest. Ze vormen de basis voor nieuw beleid. Omdat personen koppelen woorden als ‘carrière’ en ´werk´ eerder aan mannennamen en het Equal Project enige jaren actief is geweest en over al die jaren informatie heeft woorden als ´gezin´ en ´thuis´ eerder aan vrouwennamen. De test laat zien dat zelfs verzameld konden, licht positieve trends gesignaleerd worden. Een goed voorbeeld als we ons bewust zijn van deze mechanismen het ons niet lukt om deze stereotypen van Gender Mainstreamen (het integreren van Equal doelstellingen in het beleid van in onze hersenen uit te schakelen. de VU) is het feit dat het de eerste keer veel extra inspanning heeft gekost om de desbetreffende cijfers te laten genereren en ze zelf te publiceren in een brochure. Diversiteit op de VU Inmiddels publiceert de dienst Bestuurlijke Planning en Control deze cijfers in het Op 8 maart 2007 zijn door het Equal Project ruim dertig wetenschappers, beleids- jaarverslag. medewerkers, docenten en studenten van de VU uitgenodigd om in het kader van Diversiteit te discussiëren over Onderwijs, HRM, Cultuur/Identiteit en Fysieke Ruimte. EQUAL 32 2. Bewustwording Van deze medewerkers was bekend dat ze op enigerlei wijze, bijvoorbeeld in hun Om ervoor te zorgen dat Diversiteitsbeleid blijvend op de beleidsagenda staat, zijn onderzoek of in hun beleidspraktijk, te maken hebben met Diversiteit. Opvallend is voortdurend met diverse bestuurders en medewerkers gesprekken georganiseerd en dat ze vaak niet van elkaar weten waar ze aan werken. Het eerste doel was om hen bijeenkomsten belegd. Diversiteitsbeleid werkt alleen als verschillende lagen binnen met elkaar kennis te laten maken. Daartoe is voorafgaand aan de bijeenkomst een de universiteit hier bewust mee bezig zijn. De voorbeeldfunctie van het CvB is hierbij interview met iedereen gehouden en is intern een boekje met alle informatie ver- belangrijk, maar ook andere bestuurslagen spelen een belangrijke rol. Zo is jaarlijks spreid. Het tweede doel was om kennis van wetenschappers, gebruikers en beleids- een presentatie gegeven in het College van Decanen en is met elk van hen afzon- makers te koppelen en gezamenlijk plannen te formuleren om de VU een meer ‘di- derlijk een gesprek gevoerd. Bewustwording voor de gehele universiteit staat op de verse universiteit’ te laten worden. Om een voorsprong te nemen op het onderwerp agenda tijdens internationale vrouwendag (8 maart Het voordeel van het organiseren ‘Fysieke Ruimte’ en om de creativiteit extra te bevorderen was de ruimte ingedeeld van een evenement op deze dag is dat men kan aansluiten bij de landelijke aandacht met kleine zitjes, afgescheiden door posterborden met foto’s en kon iedereen in een die er op dat moment reeds voor het onderwerp is. Op de VU organiseerde het Equal informele sfeer plaatsnemen op luxe zitzakken. Dit laatste werd mogelijk gemaakt Project de twee 8 maart bijeenkomsten. dankzij een financiële ondersteuning van de Dienst Facilitaire Zaken. 33 EQUAL Bijeenkomst Diversiteit Bijeenkomst Diversiteit Op de vier thema’s zijn goede voorstellen gedaan om ervoor te zorgen dat er meer vrouwen en meer studenten met een andere culturele achtergrond doorstromen naar de hogere functies. Tijdens een multiculturele lunch presenteerden de deelnemers hun plannen aan het CvB. Hieronder een kleine selectie van de gedane voorstellen: EQUAL 34 • Zorg voor een ‘Dive Duo’: een student en een medewerker per faculteit die zich samen actief met Diversiteit bezighouden • Bied taal- en multiculturele competenties in het onderwijs aan • Organiseer ‘cultureel bewustzijn’ trainingen voor docenten • Organiseer evenementen om bewustzijn over Diversiteit blijvend te beïn- vloeden • Zorg voor meer sociale ruimtes voor studenten voor werkoverleg of ont- spanning. • ‘Pimp up my mensa’ en maak er een multifunctionele ruimte van • Zorg voor een high-potential traject voor vrouwen • Selecteer de 5% beste allochtonen voor het Honours programma • Zet een mentorsysteem op voor vrouwelijk talent • Creëer student-assistentschappen voor studenten met een andere cultu- rele achtergrond • Verbeter het volgsysteem van studenten en medewerkers met een andere culturele achtergrond • Maak gebruik van rolmodellen zowel bij studenten als bij hoogleraren • Introduceer structureel exitgesprekken om de oorzaken van de grotere uitstroom van vrouwen en allochtonen inzichtelijk te maken. 35 EQUAL Groei en bloei 3. Mentoring Caren van Egten Boegbeeld Equal Project Bijeenkomst vrouwelijke hoogleraren Speciaal voor alle vrouwelijke hoogleraren aan de VU is een bijeenkomst georgani- Faculteiten zijn net als kinderen. Zij verschillen van karakter. Ook in het uiterlijk zijn er seerd om na te gaan of gender aspecten een rol spelen in de uitoefening van hun weinig overeenkomsten. Jaarlijks voerden wij als team van het Equal Project gesprek- werk, of zij geïnteresseerd zijn in een netwerk voor vrouwelijke hoogleraren op de ken met de decanen over de Diversiteit in hun faculteiten. Diversiteit was in eerste VU (zoals dat ook bij sommige andere organisaties bestaat) en of het Equal Project instantie een vrouwenvraagstuk; hoe kon het toch zo zijn dat er zo weinig vrouwen ondersteuning daarbij kon bieden. Ook was het interessant om te zien of deze hoogleraar zijn, willen zijn, mogen worden. De schaar toonde aan dat het glazen groep geïnteresseerd zou zijn in het opzetten van een mentor netwerk voor jongere plafond dik was. Er zat, zeker, nuance in de mate van dikte. Voor de hoofdpijn collega’s. Onderwerpen die in deze eerste bijeenkomst besproken zijn: de voor- en maakte dat echter niet uit. nadelen van tenuretrack en de lastige combinatie van verschillende taken als onderzoek, onderwijs en management. De meeste aanwezigen vonden dat mentoring Het oog van de meester maakt de paarden vet. Alles wat aandacht krijgt groeit en op de VU een grotere rol kan en mag spelen. Ze zien zichzelf ook als rolmodel, niet bloeit. Tot een aantal jaren terug was er maar weinig aandacht voor het geringe alleen voor vrouwelijke studenten, ook voor mannelijke studenten en collegae. Ook aantal vrouwen in de wetenschap. Vrouwen zullen wetenschap bedrijven niet de hoogleraren zelf hebben soms behoefte aan mentoring of intervisie. Om aan deze leuk vinden, zo zal de impliciete vooronderstelling bij de hoofdzakelijk mannelijke behoefte gehoor te geven organiseert het Equal Project in het najaar van 2007 nog universitaire gemeenschap zijn geweest. Totdat in Lissabon de luiken open gingen. een bijeenkomst. Internationale vergelijkingen maakten duidelijk dat wij in Nederland in een bijzondere situatie verkeerden. Langzaam maar zeker kwam er een beweging op gang. En, inderdaad, daar waar aandacht voor is groeit en bloeit. Zo gaat het ook met het vrouwenvraagstuk binnen de faculteiten. Wij zijn er nog niet, maar de beweging is er en elk kind beweegt anders. Op dit moment is Diversiteit op de Vrije Universiteit hot. Dat is fantastisch. Iedereen heeft in de afgelopen jaren veel kunnen leren van de bestuurlijke hardnekkigheid van een vraagstuk als Equal. Ook kan iedereen trots zijn op de stappen die zijn gezet. Ik hoop dat Diversiteit als thema lang genoeg op de agenda blijft om daadwerkelijk het verschil te maken. Laat daarbinnen de aandacht voor vrouwen in de wetenschap niet verslappen. Het groeit. Nu nog de bloei. Bijeenkomst vrouwelijke hoogleraren EQUAL 36 37 EQUAL 4. Opleiding en training • de personeelsadviseurs te betrekken in het genderbewuster maken van Op het gebied van opleiding en training heeft het Equal Project samen met anderen het HRM beleid van de faculteit twee voorbeeld workshops georganiseerd. Een workshop ‘Gender Neutraal Werven en Selecteren’ voor personeelsadviseurs en een workshop ‘Onderzoeksvoorstellen Met de organisatie van deze workshop is aangesloten bij de jaarlijkse traditie van de schrijven en presenteren’ voor jonge vrouwelijke wetenschappers. Directie HRM om iets voor deze doelgroep te organiseren en de kosten van de dag zijn door deze directie gedragen. Workshop Gender Neutraal Werven en Selecteren In de workshop Gender Neutraal Werven en Selecteren voor de personeelsadviseurs van de VU is een aantal good practises verenigd. Door de Radboud Universiteit Nijmegen (Equal partner in het eerste Project) is al een project georganiseerd rondom dit thema waarin draaiboeken zijn opgesteld en workshops zijn georganiseerd om de betrokkenen bewust te maken van mogelijke stereotypen. Informatie over dit project is doorgegeven aan de personeelsadviseur van de VU die bezig waren een notitie te schrijven voor een verbeterende werving- en selectie. Een stagiaire van het Equal Project een studie onder personeelsadviseurs gedaan naar het gebruik van- en het draagvlak voor genderbewuste HRM instrumenten. Bij alle stappen binnen de HRM cyclus (van werving en selectie tot en met exitgesprekken) 5 Vriens (2006). Gender Mainstreaming van de HRM kan men ervoor zorgen dat het instrumentarium genderbewust wordt. De conclusies van de studie waren dat er op de meeste faculteiten nog weinig aan cyclus: een case study. de ondervertegenwoordiging van vrouwen wordt gedaan en dat een van de belangrijke redenen daarvoor een gebrek aan draagvlak is. Aan de personeelsadviseurs is gevraagd bij welke HRM instrumenten zij het zinvol en haalbaar vonden om gender te betrekken. Het bleek dat de groep zeer heterogeen in haar opvattingen was, maar dat het genderneutraal maken van de werving en selectie op ieders steun kon rekenen. Vervolgens is een workshop ‘Genderneutrale Werving en Selectie’ van een dag voor de personeelsadviseurs van de VU georganiseerd om: • de onderzoeksresultaten terug te koppelen • draagvlak te creëren bij de personeelsadviseurs voor genderbewust HRM beleid • personeelsadviseurs te trainen goede selectiegesprekken te voeren EQUAL 38 Bijeenkomst personeelsadviseurs 39 EQUAL Workshop Onderzoeksvoorstellen schrijven en presenteren Rolmodellen Onderzoeksvoorstellen van vrouwen zijn niet minder goed, maar vrouwen dienen Caren van Egten minder voorstellen in dan mannen. Dat blijkt uit een studie die NWO (ook participant Boegbeeld Equal Project in het nationale Equal Project) heeft gedaan. Reden dus om ervoor te zorgen dat meer vrouwen een onderzoeksvoorstel schrijven. Samen met een beleidsmedewer- Wie kent haar niet. De tante met de Maar, klopt dit beeld? Als je de kranten ker van de Faculteit Aard- en Levenswetenschappen is een workshop van een dag fascinerende boeken als cadeau voor je leest zou je denken van wel. Als je om georganiseerd voor jonge vrouwelijke wetenschappers (waaraan overigens ook man- verjaardag. Het nichtje dat studeerde. De je heen kijkt, steeds minder. Vrouwen nelijke collega’s mochten deelnemen) van de twee exacte faculteiten met als doel vriendin van je moeder die trots vertelde werken en zorgen. Mannen werken hen te stimuleren om zelf initiatief op dit gebied te nemen. Bij deze workshop is ook dat zij met enkele uren werken in de en zorgen. Laten we hen vaker in het samengewerkt met NWO en een subsidieadviseur van de VU om de verschillende week zorg droeg voor de ziektekosten- zonnetje zetten, dan hebben we de mogelijkheden en strategieën uit te leggen. Vier vrouwelijke hoogleraren van de be- verzekering van het gezin. Rolmodellen; rolmodellen voor de samenleving die trokken faculteiten hebben hun successen op dit gebied toegelicht. De coördinator jonge meisjes zijn omringd door rolmo- we willen. De huidige rolmodellen, die van het Equal Project heeft de presentatietrainingen binnen deze dag verzorgd. dellen. Rolmodellen voor de kleding, de misschien nog een beetje bijzonder zijn, De workshop werd door meer dan 20 wetenschappers bezocht en werd zeer goed verzorging, de opvoeding, het huishou- hebben ook een opdracht. Kijk goed gewaardeerd. Bij een groot aantal bestuurders bestaat de wens om meer van deze den, het onderhouden van het sociale om je heen. Kijk daarbij naar potentie in workshops te organiseren. netwerken, de zorg voor familieleden; ze plaats van resultaat en geef daarmee de zijn onderdeel van de opvoeding. En, het rolmodellen van de toekomst in grote werkt. Het werkt al eeuwen. getale de kans. 5. Positieve Actie Om de ondervertegenwoordiging van vrouwen op hogere posities tegen te gaan wordt al heel lang het instrument van positieve actie toegepast. Er worden speciale Het aantal rolmodellen van het tweede, leerstoelen in het leven geroepen waarvoor uitsluitend vrouwen worden uitgeno- verzorgende type was aanmerkelijk digd om te solliciteren en er worden fondsen gecreëerd om faculteiten financieel te groter. Het eerste type wekte je nieuws- ondersteunen wanneer zij vrouwen bevorderen naar een hogere positie. gierigheid, maar riep ook de vraag op of dat soort werk voor jou was weggelegd. De vraag waarmee vrouwen nu nog steeds worstelen. De rolmodellen lijken er amper te zijn en als ze er zijn, dan zijn ze toch ook wel bijzonder. Zij hebben geen kinderen. Zij hebben wel kinderen, maar een man die ook van zorgen houdt. Zij zijn bijzonder sterk. Kortom, wel nieuwsgierig, maar geen reden tot navolging. EQUAL 40 Vrouwelijke rolmodellen 41 EQUAL Fenna Diemer Lindeboom Leerstoelen 7. Communicatie In 2005 zijn vier vrouwelijke hoogleraren benoemd op de Fenna Diemer Lindeboom Het Equal Project heeft er vanaf het begin voor gezorgd dat de plannen en de resul- leerstoelen. Deze benoeming is te danken aan de inbreng van het Equal Project taten aan alle medewerkers gecommuniceerd werden. Dat is gedaan door overleg- en wordt door de VU gezien als een belangrijke stap in de wens meer vrouwelijke gen, presentaties en workshops te organiseren, maar ook door zeer regelmatig voor hoogleraren aan haar instelling te benoemen. De bedoeling is de leerstoelen in de interessante kopij te zorgen voor het Personeelskatern en het weekblad Ad Valvas toekomst telkens voor een periode van vijf jaar toe te wijzen aan nieuwe vrouwelijke van de VU (zie ook de middenpagina van deze publicatie). De website en daaraan toptalenten uit verschillende VU-faculteiten. gekoppelde elektronische nieuwsbrief maakten het mogelijk een grote groep medewerkers en studenten te bereiken. Op de site worden onder andere aankondigingen en verslagen van alle Equal activiteiten gepubliceerd alsmede behaalde resultaten, management informatie en informatie over de structuur en inhoud van het project. In 2007 werd de site tot juli iedere maand gemiddeld ruim 335 keer bezocht. Vanaf het moment dat de site in de lucht kwam is zij tot en met juli 2007 bijna 6000 keer bezocht. De site wordt zeer regelmatig ververst en aangepast. Afronding en toekomst De Vrije Universiteit heeft tweemaal met behulp van een Equal Project speciale aandacht besteed aan Diversiteitsbeleid. Bij de afronding van het tweede project is gekeken hoe de ervaringen gebruikt kunnen worden om het Diversiteitsbeleid Marloes Groot Martine Smit Jacintha Ellers Marian Hofkes De hoogleraren op de Fenna Diemer Lindeboom leerstoel. in de toekomst vorm te geven. In een slotbijeenkomst zijn aan de bestuurders en medewerkers met wie in de laatste vijf jaren is samengewerkt symbolische cadeaus gegeven. De cadeaus representeren een deel van het werk van het Equal project dat 6. Onderzoek daarmee overgedragen wordt aan anderen binnen de organisatie. Vooral in het eerste Equal Project zijn veel eigen studies verricht om VU specifieke Op basis van bovenstaande Best Practises zal in het volgende hoofdstuk een aantal data te verzamelen. Ondanks het feit dat er op het gebied van Diversiteit al er veel aanbevelingen gedaan worden voor Diversiteitsbeleid en voor de verankering daar- relevant onderzoek gedaan is waar zeker gebruik van is gemaakt, heeft het nut om van binnen de staande organisatie. ook zelf, binnen de eigen organisatie regelmatig onderzoek uit te voeren. Met de resultaten daarvan kan de Diversiteitsproblematiek namelijk zeer dicht bij huis gebracht worden en kan naar oplossingen op maat gezocht worden. Onderzoeksdata spelen een belangrijke rol in de agendasetting van het project, dit geldt in versterkte mate binnen een organisatie zoals de universiteit waar onderzoek één van de kerntaken is. In het tweede Equal Project is vooral door stagiaires onderzoek gedaan, bijvoorbeeld naar Gender Mainstreamen van de HRM cyclus en naar rolmodellen op de Vrije Universiteit (zie ook bijlage 4, voor alle onderzoeksrapporten van het Equal Project). EQUAL 42 43 EQUAL Hoofdstuk 3 Aanbevelingen voor de Toekomst Terugblik draagt zorg voor de hieronder beschreven acties. Tegelijkertijd is het niet de bedoe- Een project als het Equal Project, waarbij het de bedoeling is een verandering van het ling dat deze medewerker zich als enige met dit beleid bezighoudt. Ten behoeve van beleid te bewerkstelligen met betrekking tot een onderwerp dat bij velen niet op de een groter draagvlak en voeding vanuit de organisatie heeft deze medewerker een agenda staat en vaak te maken heeft met complexe en soms onderbewuste proces- begeleidingscommissie met bestuurders uit alle geledingen nodig. Iemand uit de uni- sen, mag lastig genoemd worden. Lastig ook, omdat het in feite een paradox in zich versitaire gemeenschap, bijvoorbeeld een (vrouwelijke) hoogleraar met passie voor meedraagt: wanneer je wilt dat sekse, etniciteit en verschillende culturele achter- het onderwerp wordt gevraagd als ambassadeur Diversiteit op te treden (gelijk aan gronden geen rol spelen, moet je er juist extra aandacht aan besteden. Het is ook de boegbeeldfunctie in het Equal Project). De ambassadeur zit de begeleidingscom- lastig omdat erg veel belangrijke onderwerpen continu om voorrang op de agenda missie voor en speelt een rol in de interne- en externe communicatie. De medewer- van bestuurders strijden, terwijl de organisatie zelf ook voortdurend bij verschillende ker Diversiteit onderhoudt nauwe contacten met de ambassadeur. Tenslotte wordt reorganisaties betrokken is. geadviseerd om één van de leden van het CvB of een decaan als portefeuillehouder Gelukkig kan geconcludeerd worden dat het Equal Project in veel opzichten suc- Diversiteit op te laten treden. cessen heeft geboekt. Alle taskforce leden geven bijvoorbeeld aan dat zij hun De term Equal wordt tot nu toe door sommigen binnen de organisatie slechts doelstellingen in meer of mindere mate hebben gehaald. Jammer genoeg is het geassocieerd met beleid gericht op vrouwelijke medewerkers. Het is uitdrukkelijk voornemen om ambassadeursnetwerken op te zetten binnen de verschillende facul- de bedoeling geweest om hieronder ook Diversiteitsbeleid, c.q. beleid ten behoeve teiten (waarvoor een eerste aanzet was gegeven met het laten ondertekenen van van het aantrekken en behouden van allochtoon talent te verstaan. In de toekomst de convenanten) niet verwezenlijkt. In plaats daarvan is zoveel mogelijk aansluiting adviseren wij ‘Diversiteitsbeleid’ als overkoepelende term te gebruiken en daarbij gezocht bij en samengewerkt met andere afdelingen en medewerkers van de VU om duidelijk aan te geven hoe breed deze term geïnterpreteerd dient te worden. voorbeeldprojecten te realiseren. Zo kon met weinig tijd, maatwerk geleverd worden en een zo groot mogelijk draagvlak gecreëerd worden. Van de voorbeeldprojecten zijn de resultaten steeds naar de VU bestuurders en medewerkers teruggekoppeld. Zo is getoond welke successen er te behalen zijn met Diversiteitsbeleid. Hieronder wordt op basis van deze zogenaamde ‘best practises’ aanbevelingen gedaan voor het Diversiteitsbeleid van de VU in de toekomst. Eerst wordt echter stilgestaan bij de overgang van het Equal Project naar Diversiteitsbeleid in de staande organisatie. Van project naar de staande organisatie Nu het project na vijf jaar stopt is het belangrijk dat de kennis en ervaring die opgedaan is niet verdwijnt met het vertrek van de coördinator en het boegbeeld. Onderwerpen als gender mainstreaming en Diversiteit hebben de neiging van de bestuurlijke agenda te verdwijnen wanneer ze niet expliciet en continu onder de aandacht worden gebracht. Geadviseerd wordt om een senior HRM medewerker Diversiteitsbeleid in de portefeuille te geven. Deze medewerker is aanjager, zorgt voor kennisbundeling en vermeerdering, zal gevraagd en ongevraagd advies geven en EQUAL 46 47 EQUAL EQUAL 48 49 EQUAL Best Practices aan het hoofd een hoogleraar die als ambassadeur Diversiteit optreedt en die nauw Hieronder wordt op basis van de ‘Best Practices’, aanbevelingen gedaan die VU samenwerkt met de medewerker Diversiteit. Als het CvB overgaat tot het beleggen breed ingevoerd kunnen worden. van VU-brede portefeuilles bij decanen, dan is ook Diversiteit een portefeuille die onder de hoede van een decaan zou moeten worden gebracht. Samengevat zien 1. Gebruik genderspecifieke managementinformatie wij dus in ieder geval drie nieuwe functies: een medewerker Diversiteit, een am- 2. Kweek bewustwording en betrokkenheid bassadeur Diversiteit (hoogleraar) en een decaan of collegelid met Diversiteit in de 3. Veranker Diversiteit in het HRM beleid portefeuille. 4. Geef premies voor vrouwelijke hoogleraren 5. Organiseer Workshops ‘Onderzoeksvoorstellen indienen’ 3. Veranker Diversiteit in het HRM beleid 6. Zorg voor Coaching, Mentoring en Intervisie Bij alle stappen in de HRM cyclus kunnen maatregelen genomen worden die 7. Verspreid informatie over Diversiteit Diversiteitsbevorderend zijn. Bij de personeelsadviseurs van de VU is het draagvlak voor deze maatregelen onderzocht. Met name voor werving en selectie ziet men mo- 1. Gebruik Genderspecifieke managementinformatie gelijkheden om deze zodanig te organiseren dat de kans op onbewuste discriminatie Beleid begint met goede managementinformatie. Verzamel en publiceer gender- tegengegaan wordt. Een aantal van hen is hier al mee bezig en speelt een voortrek- specifieke gegevens op faculteitsniveau (dit gebeurt inmiddels al ten behoeve van kersrol. Steun deze medewerkers en organiseer meer workshops voor deze groep het Personeel Jaarverslag). Bespreek de cijfers in het halfjaarlijks overleg van het CvB zodat ze zich verder kunnen scholen en binnen hun eigen organisatie ook anderen met de faculteiten als ijkpunt voor het gevoerde Diversiteitsbeleid. Voor allochtone kunnen stimuleren. medewerkers is dit nog niet mogelijk omdat de afkomst van medewerkers niet geregistreerd wordt. 2. Kweek Bewustwording en Betrokkenheid Diversiteitsbeleid werkt alleen als verschillende lagen binnen de universiteit hier bewust mee bezig zijn. De voorbeeldfunctie van het CvB is hierbij belangrijk. Maak het een terugkerend onderwerp voor de opening van het Academisch Jaar (reeds gebeurd) en van de Dies en presenteer het vanuit een positieve invalshoek in plaats van een problematische. Zorg dat het regelmatig terugkeert op de agenda van het College van Decanen. Gebleken is dat decanen veel van elkaar kunnen leren als het gaat om inspirerende voorbeelden van maatregelen ter bevordering van de Diversiteit. Zorg dat het onderwerp verankerd is bij de Bestuursstaf en bij Human Resource Management, Juridische en Beleidszaken door het in de portefeuille van een senior medewerker op te nemen (zie ook hierboven). Zorg er tegelijkertijd voor dat uit het wetenschappelijke corps, ambassadeurs zich sterk maken voor dit onderwerp, bijvoorbeeld door de hierboven gesuggereerde begeleidingscommissie in te stellen met EQUAL 50 Een Diversiteit griffioen 51 EQUAL Een nieuwe lente een schone zaak 4. Geef premies voor vrouwelijke hoogleraren Johan Sturm In het verleden heeft de VU vanuit verschillende fondsen benoemingen voor talent- Human Resource Management, Personeel en Organisatie volle vrouwen financieel ondersteund. De Aspasia beurzen zijn hiervoor een goed voorbeeld. Bijzonder was de actie van het CvB om in één keer zeven vrouwelijke De stichter van deze universiteit, dr. Abraham Kuyper, noemde in april 1869 eenvor- hoogleraren bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid te benoemen. Ondanks de kleine migheid “de vloek van het moderne leven”. Maar toen ik in het voorjaar van 1969 aanstelling (0,2 fte) bleek dit positief bij te dragen aan de loopbaan van de betrok- me hier als aspirant-studentje kwam oriënteren, hoorde ik niks bijzonders. Topbe- kenen. Tegelijkertijd is gezorgd voor meerdere rolmodellen voor de vrouwelijke stuurders in strakke zwarte pakken weerden alles af wat afweek. Dat sprak mij wel studentenpopulatie. Twee jaar geleden zijn met inspanningen van het Equal Project aan. vier vrouwelijke hoogleraren bij de exacte faculteiten aangesteld op de zogenaamde Fenna Diemer Lindeboom leerstoel. Dergelijke acties zijn nog steeds nodig en kun- Toch waren de scheuren in die uniforme universiteit al zichtbaar voor de geduldige nen ook in de toekomst voortgezet worden. waarnemer. Het was begonnen in 1905 met het toelaten van een studente. In 1949 Een andere mogelijkheid is om, naar voorbeeld van de faculteit Aard- en levenswe- bekleedde voor het eerst een vrouw een leerstoel aan de VU. Weer een halve eeuw tenschappen, VU–breed een premie in te stellen voor faculteiten die een vrouwe- later bezetten meisjes massaal collegebanken. Ze hebben inmiddels de meerderheid. lijke hoogleraar benoemen. Geadviseerd wordt om daar in ieder geval voor vijf jaar Maar onder professoren zijn hoogleraressen nog steeds niet ingeburgerd. Culturele den extern vrouwelijk talent op te sporen, mocht dat in de eigen organisatie nog niet diversificatie verloopt kennelijk niet zo snel. Zeker niet snel genoeg voor topbestuur- aanwezig zijn en daarvoor advies in te winnen bij het Landelijk Netwerk Vrouwelijke ders. Zij vertonen zich weer, net als ds. Abraham Kuyper, in streepjespakken. De Hoogleraren en de Stichting de Beauvoir. een fonds voor in te stellen. Achterblijvende faculteiten kunnen aangespoord wor- enkele vrouw die we in het kittige mantelpakje van dit hoge ambt zagen passeren, bleek een zwaluw. “Diversiteit” staat evengoed opnieuw hoog in het vaandel. Wat hebben Wij van Equal hard gewerkt om de VU-vloek van het moderne leven alsnog af te wenden. Vijf jaar inspanningen om vrouwen meer kansen te geven op hogere posities in het hoger onderwijs. En alsof we zoveel successen boekten, namen we er het laatste jaar nog maar wat culturele minderheden bij. Een nieuw geluid. De emancipatie van het gereformeerde volksdeel duurde een eeuw. “Zij die geloven, haasten niet”, leraarde de Hebreeuwse profeet Jesaja 2700 jaar geleden. In dezelfde geest vermaande de multiculturele moralist Confucius de Chinezen twee eeuwen later: “Competente mensen hebben het nooit druk”. En het devies van de Romeinse topbestuurder Augustus luidde rond het jaar nul “Festina lente”. Geduld dus. Nog geen 10% van de hoogleraren is vrouw EQUAL 52 53 EQUAL 5. Organiseer Workshops ‘Onderzoeksvoorstellen indienen’ 7. Verspreid informatie over Diversiteit De deelname van de VU aan het Mozaïekprogramma van NWO, waar veelbelovende Bovenstaande maatregelen leiden tot meer bewustwording over de problematiek allochtone studenten in competitie een promotiebeurs kunnen aanvragen, is uiterst rond Diversiteit. Andere mogelijkheden hiervoor zijn het organiseren van speciale succesvol en laat zien dat een combinatie van het spotten van talent, het begeleiden bijeenkomsten, bijvoorbeeld op 8 maart (internationale vrouwendag). Het voordeel van de aanvraag en het organiseren van extra trainingen voor de studenten tot zeer hierbij is dat men kan aansluiten bij de landelijke aandacht die er op dat moment goede resultaten leidt. Dit is een vorm van positieve actie die door iedereen gewaar- reeds voor het onderwerp is. Houd regelmatig contact met Ad Valvas en het Perso- deerd wordt. neelskatern om goed nieuws te melden. Belangrijk is om dat niet altijd door de Equal Analoog aan de trainingen voor het Mozaïekprogramma heeft het Equal Project, in woordvoerder te laten doen, maar ook anderen naar voren te schuiven wanneer een samenwerking met NWO, de Fenna Diemer Lindeboom hoogleraren en de beleidsaf- goed resultaat is behaald. Maak gebruik van het onderzoek en de publicaties van deling van de Faculteit Aard- en Levenswetenschappen een workshop georganiseerd het Equal Project maar ook die van anderen. Er zijn inmiddels veel gespecialiseerde voor jong vrouwelijk talent. De workshop had tot doel hen te leren onderzoeks- organisaties die geraadpleegd en ingeschakeld kunnen worden. Het Equal Project voorstellen in te dienen en te verdedigen en was volgens de deelnemers motiverend laat een archief achter met uitgebreide documentatie over Diversiteit en Gender en bood goede handvatten. Diverse decanen hebben interesse voor een dergelijke Mainstreaming. workshop getoond. Voorgesteld wordt om een aantal van deze workshops per jaar Aan de VU wordt veel interessant wetenschappelijk onderzoek op dit gebied gedaan te organiseren. Dit past binnen de ontwikkeling waarbij universiteiten steeds meer in (zie bijlage 2). Zorg ervoor dat dit onderzoek beter bekend wordt bij de overige VU- competitie onderzoeksgeld moeten verwerven. medewerkers en betrek de betreffende wetenschappers bij de gedachtenvorming. 6. Zorg voor Coaching, Mentoring en Intervisie Het blijkt dat er bij vrouwelijke medewerkers behoefte is aan ondersteuning bij het nadenken over en vormgeven van de eigen loopbaan. Loopbanen van vrouwelijke wetenschappers kennen specifieke uitdagingen en het is prettig daarover te kunnen spreken en elkaar te adviseren. Op verschillende plekken zijn netwerken actief waarbij een senior medewerkster mentor is voor jong vrouwelijk talent (Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren), of waar vrouwelijke medewerkers intervisiegroepen vormen (Female Faculty Network Twente). Het VUmc kent een dergelijk netwerk en recent heeft het Equal Project een succesvolle bijeenkomst voor vrouwelijke hoogleraren van de VU en het VUmc georganiseerd. Geadviseerd wordt om vanuit de VU een dergelijk netwerk te faciliteren. Bekend is dat een succesvol netwerk het beste opgezet en onderhouden wordt door een (beleids)medewerker die hier tijd voor krijgt. EQUAL 54 55 EQUAL Visie van een wetenschapper op talentontwikkeling Dr. Claartje J. Vinkenburg Managing director Amsterdam Center for Career Research, FEWEB, M&O, VU. Op de strategische agenda van de Vrije Wij stellen voor om een VU-breed hipo betekent dat de inzichten, vaardigheden in samenwerking met HR-adviseurs van Universiteit Amsterdam is personeels- en programma voor vrouwen te ontwik- en ervaringen van de hipo’s ingezet de VU. talentbeleid één van de zeven aan- kelen, met als doel het vrouwelijke talent moeten worden om de taken, werkwijze dachtspunten. Daarnaast heeft de VU in de organisatie beter te doen doorstro- en doelen van de organisatie op een Een laatste voorwaarde heeft te maken er nadrukkelijk voor gekozen te zorgen men. De doelgroep bestaat vanuit de positieve manier te beïnvloeden. Dus met de inbedding van dit programma in voor meer Diversiteit, onder studenten, wetenschappelijke kant uit vrouwelijke moeten de hipo’s actief deel uit maken andere dingen die de VU wil doen om personeel en in haar uitstraling. Een afstudeerders die promotieonderzoek van bestaand werkoverleg, strategische te zorgen voor meer Diversiteit in haar voor de hand liggende methode om er overwegen, promovendi, postdocs, uni- besluitvorming, commissies en regie- personeelsbestand. Er moet dus gekeken voor te zorgen dat er meer vrouwen versitair docenten en universitair hoofd- groepen. Een aanpak die verder kijkt dan worden naar outputmeting en compen- komen op hogere niveaus in zowel de docenten. Vanuit de ondersteunende de verschillen tussen mensen koppelt satie daarbij voor zorgtijd en er moet diensten als faculteiten is een zoge- kant denken wij aan vrouwen op diverse gelijkwaardigheid aan effectiviteit en is meer transparantie komen in beloningen naamd “high potential programma” of niveaus, van laag tot net onder de top. bovendien niet gericht op “fixing the en benoemingen. Als elk talent (mee) hipo programma, een term afkomstig Activiteiten zijn allereerst het identifi- women” maar op “fixing the system” telt, is de VU straks waarlijk een meer uit het management development. In ceren van talent en vervolgens actieve (Meyerson & Fletcher, 2000). diverse organisatie waar mensen graag een hipo programma worden geschikte coaching bij alle loopbaanovergangen. kandidaten voor hogere functies in de Verder denken wij aan een mentoring Een tweede voorwaarde is het leggen organisatie in een vroeg stadium geïden- traject waarbij een hipo een meer senior van de verantwoordelijkheid voor het tificeerd en vervolgens begeleid in hun vrouw (of man) als mentor krijgt en aan succes van dit programma bij mensen verdere ontwikkeling en loopbaan. In dit onderling netwerken (met hipo’s en uit de eigen organisatie. Diversiteitspro- specifieke geval gaat het nadrukkelijk mentoren). gramma’s zoals mentoring en netwerken werken beter in organisaties die hiervoor om vrouwen. We gaan er van uit dat EQUAL 56 en effectief werken en studeren. het bestaande (of nader te ontwikkelen) Om het programma tot een succes te een verantwoordelijkheidstructuur heb- talentbeleid voldoende kansen biedt maken geldt een aantal voorwaarden. ben (Kalev et al, 2006). Leidinggevenden voor blanke Nederlandse mannen om Allereerst is een benadering gericht op moeten dus zelf kandidaten identifice- zichzelf te profileren en te ontwikkelen. integratie en leren meer effectief dan ren en voordragen, mentoren moeten Vrouwelijk talent moet je meer koeste- een gericht op toegang tot de markt gezocht worden in de eigen faculteit of ren, om te zorgen dat je een toekomstvi- en legitimering of een gericht op het dienst en het programma moet verder sie van meer Diversiteit om lange termijn tegengaan van discriminatie en on- worden bedacht, ontwikkeld en uitge- waarmaakt en volhoudt. eerlijkheid (Ely & Thomas, 2001). Dat voerd door de regiegroep Diversiteit 57 EQUAL Bijlage 1 Convenant Equal Equal • Het implementeren van genderneutrale werving en selectie. Vanwege de ondervertegenwoordiging van vrouwen en allochtonen op de hogere • Het ontwikkelen en toetsen van een methode om drempels te slechten functies aan de Vrije Universiteit en de Christelijke Hogeschool Windesheim vindt die in de weg liggen aan instroom van allochtone afgestudeerden in een het College van Bestuur het belangrijk om aandacht te besteden aan de instroom, carrière in het hoger onderwijs. doorstroom en behoud van vrouwen en allochtonen in de eigen organisatie. De • Het ondersteunen van alle activiteiten met behulp van een nieuw op te beide organisaties participeren sinds 2002 gezamenlijk in het Equal Project, dat als zetten interactieve website doelstelling heeft, door middel van de implementatie van Gender Mainstreaming een evenwichtige personeelsopbouw ten aanzien van gender en Diversiteit te realiseren. De Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de Vrije Universi- Gender Mainstreaming (GM) is een integrale beleidsstrategie voor het promoten teit onderschrijft de doelstellingen van Equal. Zij verklaart dat met ingang van heden, van gelijke kansen en het zorgen voor Diversiteit. Om GM op lange termijn te laten in ieder geval de volgende activiteiten zullen worden ontplooid: functioneren is het nodig dat bij alle beleidsformuleringen en de daaruit volgende processen en procedures nagegaan wordt of hetgeen in gang gezet wordt hetzelfde 1. Monitoren zal uitpakken voor mannen en voor vrouwen, voor autochtonen en voor allochtonen; Het monitoren van genderspecifieke cijfers voor het Wetenschappelijk- en Onder- voor mensen uit verschillende culturen. GM is een lange termijn proces; concrete steunend- en Beheerspersoneel. Dit betekent dat elk jaar de volgende cijfers worden resultaten zullen enige tijd op zich laten wachten. Tijdens dit transformatieproces gegenereerd: moeten dan ook de instrumenten ter stimulering van de doorstroming van vrouwen • Percentages mannen/vrouwen per functie WP en OBP en allochtonen die nu reeds zijn ingezet, gecontinueerd worden. • Percentages mannelijke- en vrouwelijke studenten In het eerste Equal Project zijn activiteiten ontplooid met betrekking tot: • Percentages allochtone studenten • Meten en monitoren; het verkrijgen van managementinformatie • Berekenen van de Glazen Plafond Index voor WP en OBP • Gender Impact Assessments (beoordeelt of het te voeren, of gevoerde Deze cijfers zullen jaarlijks worden gepubliceerd in het faculteitsblad ‘Nieuwsflits’ en beleid verschillende gevolgen gaat hebben of heeft voor mannen en vrou- in het jaarverslag en worden besproken in het Bestuurlijk Overleg. wen) • Bewustzijn en verantwoordelijkheid kweken 2. Speciale regelingen voor vrouwen De VU en Windesheim willen de in gang gezette initiatieven graag een vervolg ge- De faculteit zet zich in om speciale programma’s, beursen en regelingen voor vrou- ven. Die kans wordt geboden door te participeren in het tweede Equal Project dat als welijke medewerkers op te sporen en benadert actief mogelijke vrouwelijke kandida- titel ‘Participatie als prioriteit’ heeft gekregen. Het project sluit aan op de afronding ten hiervoor. De faculteit brengt jaarlijks verslag uit van het succes. van het Equal Project en heeft een looptijd van 2005 -2008. Het vervolgproject zal zich onder andere richten op: EQUAL 60 3. Speciale regelingen voor allochtone studenten • Het vestigen van een ambassadeursnetwerk Equal in de faculteiten van De faculteit zet zich in om speciale programma’s, beursen en regelingen voor al- de VU en de afdelingen van Windesheim. Doelstelling: het creëren van lochtone studenten op te sporen en benadert actief mogelijke allochtone kandidaten een netwerk van “probleemeigenaars” die het bewustzijnsaspect vitaal hiervoor. De faculteit brengt jaarlijks verslag uit van het succes. kunnen houden en realisering van Gender Mainstreaming in beleidsplan nen en besluitvorming kunnen stimuleren. 61 EQUAL 4. Genderneutrale werving- en selectie 6. Mentoring en coaching De faculteit zal een protocol voor genderneutrale werving en selectie toepassen De faculteit wil bijzondere aandacht geven aan de individuele coaching van voor alle wetenschappelijke functies. In de Benoemings- en adviescommissies heeft minimaal één vrouw zitting. bestaand vrouwelijk personeel in promovendi- en UD-functies. Hierbij kan het afdelingshoofd en/of een vrouwelijke hoogleraar een belangrijke rol spe- 5. Equal ambassadeursnetwerk De faculteit stelt een Equal ambassadeursnetwerk in met de volgende taken: len. De faculteit streeft ernaar om een vrouwelijke hoogleraar aan te trekken die een voorbeeld kan gaan vervullen voor vrouwelijke wetenschappers. • Equal op de agenda van het faculteitsbestuur zetten en houden • Het toezien op- en eventueel uitvoeren van bovengenoemde activiteiten • Het uitvoeren diagnose instrumenten (cultuur, deeltijd, Glazen Plafond) schappers te worden besproken om voor hun de mogelijkheden te creëren • Nieuwe instrumenten testen (bijvoorbeeld HRM) voor de doorstroom naar hogere functies. Hierbij kan ook gedacht worden • Nieuwe initiatieven ontplooien • Wegen aangeven voor Gender Mainstreamen op afdelingsniveau • Op de hoogte blijven van Equal ontwikkelingen en resultaten actief ver- hun eigen afdelingshoofd, hetzij door een andere vrouwelijke hoogleraar. Bij spreiden bevordering is de kwaliteit van essentieel belang. • Het contact houden met andere Equal ambassadeursnetwerken van de VU 7. Tenuretrack • Een Plan van Aanpak maken voor Equal beleid op de faculteit In het tenuretrack systeem is een bepaling opgenomen dat medewerkers met • Een jaarverslag maken en dit bespreken met het faculteitsbestuur en het CvB • Bij gelegenheden het Equal beleid van de faculteit uitdragen binnen- en Tevens zal in gevallen waarin gedurende een langere periode (bijvoorbeeld buiten de faculteit door ouderschaps- of zwangerschapsverlof, langdurige ziekte, e.d.) geen of • Studenten interesseren voor het Diversiteitvraagstuk Een bestuurslid van de faculteit is voorzitter van dit netwerk. Twee keer per jaar staat Equal op de agenda van het faculteitsbestuur. Daarbij wor- In jaargesprekken dienen de loopbaanmogelijkheden van vrouwelijke weten- aan een intensievere coaching voor vrouwelijke wetenschappers, hetzij door een werktijdfactor van 0,8 fte, toch 0,4 fte onderzoekstijd toegekend krijgen. minder onderzoek verricht kan worden, de beoordeling uitgesteld worden tot het einde van het zesde jaar. Met deze bepaling wordt het voor zowel den één of meer leden van het ambassadeursnetwerk uitgenodigd. vrouwelijk als mannelijk personeel even aantrekkelijk om privé en werk te Het netwerk kent zelf een diverse samenstelling (man/vrouw, wp/obp, autochtoon/ combineren. allochtoon, medewerker/student). De centrale Equal organisatie ondersteunt het netwerk met een secretariaat, website Amsterdam, 19 mei 2005 en elektronische nieuwsbrief. Voor de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde: Prof.dr. H. Verbruggen Decaan EQUAL 62 63 EQUAL Bijlage 2 Diversiteit onderzoek aan de VU Ina ter Avest Marise Born Postdoctoraal onderzoeker faculteit Psychologie en Pedagogiek Bijzonder hoogleraar NOA leerstoel faculteit Psychologie en Pedagogiek, afdeling Onderzoek: De rol van religie in het onderwijs staat centraal in het Europese Arbeids- en Organisatiepsychologie. REDCo-onderzoek (Religion in Education, A contribution to Dialogue or a factor of Onderzoek (per 1-10-2007, vacature promovendus nog open): Selective system Conflict in transforming societies of European Countries). De vraag die gesteld wordt bias. is op welke manier religie een plaats heeft in het leven van jongeren in de leeftijd Binnen de context van werk en opleiding zijn verschillen tussen etnisch diverse van 14-16 jaar. Niet alleen naar het verschil tussen jongens en meisjes wordt in dit groepen groter op selectiecriteria dan op de prestaties op het werk en op school. onderzoek gekeken, meer nog ligt de nadruk op de manier waarop vrouwelijke Dit fenomeen wordt de ‘selective system bias’ genoemd. Het PhD onderzoek tracht en/of mannelijke karakteristieken een rol spelen in de constructie van het concept verschillen in etnische groepen op tests en academische en werk prestaties beter ‘religie’, en de communicatie daarover. De verschillende culturele contexten (waarvan te begrijpen en te voorspellen door middel van een serie afzonderlijke studies. In uit de literatuur blijkt dat die meer of minder feminien, dan wel masculien kunnen sommige studies wordt de focus gelegd op de onderwijssetting en in andere studies zijn) maken een vergelijking tussen de acht participerende landen interessant. Zowel op de werknemer setting. De effecten van etniciteit op persoonlijkheidstesten, en kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksinstrumenten maken deel uit van de opzet in de beoordeling van motivatie en zelfregulerend gedrag zal worden onderzocht. van dit vergelijkend onderzoek. Daarnaast zal de de kracht van deze factoren bij het voorspellen van succes in werk en opleiding, en de effecten van beoordelingscondities op de verschillen in scores op Edien Bartels testen worden bekeken. Co-promotor Dr. Reinout E. de Vries. Universitair docent faculteit Sociale Wetenschappen Onderzoek: Migrantengroepen Nicole Brenninkmeijer Het onderzoek richt zich op migrantengroepen in Nederland vanuit een transnatio- Promovenda bij de afdeling Cultuur, Organisatie en Management, Faculteit der Soci- naal perspectief, toegespitst op vrouwen en jongeren. Recent zijn daar ook ouderen ale Wetenschappen. bijgekomen, remigranten. Een andere tak van het onderzoek is meisjesbesnijdenis. Onderzoek: Eergerelateerd geweld Dit heeft overigens niet met de Islam of Marokko te maken, het is meer een pré Nederland is een multiculturele samenleving, waarbij niet–westerse allochtonen ruim islamitisch, pré christelijk concept. tien procent van de gehele bevolking uitmaken. Deze multiculturele samenleving In de globaliserende wereld zoals we die in deze tijd kennen en zien, zie je dat plu- brengt kansen en uitdagingen met zich mee, maar ook problemen. Een probleem riformiteit toeneemt. Dit roept migratie op en dat betekent dat mensen in meerdere waar men in Nederland mee te maken heeft gekregen, is het zogenaamde aan eer- mate met allerlei groepen in aanraking komen. Door toenemende migratie komen gerelateerd geweld. Het doel van dit onderzoek is tweeledig, een eerste doel is om in mensen van ver dichtbij, de ‘ander’ is een andere ander geworden. Vroeger was de kaart te brengen hoe de leden van migrantengemeenschappen, waarin aan eerge- ander misschien al de katholieke buurvrouw. relateerd geweld voorkomt, zelf over eer en aan eergerelateerd geweld denken. Het andere doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in hoe organisatieleden, die uit hoofde van hun functie geconfronteerd worden met aan eergerelateerd geweld, hierover denken en hoe de samenwerking tussen de verschillende betrokken organisaties verloopt. Het onderzoek maakt deel uit van het interdepartementale programma “Eergerelateerd Geweld” en wordt begeleid door Prof. Dr. Halleh Ghorashi en Prof. Dr. Marcel Veenswijk. EQUAL 66 67 EQUAL Josje Dikkers Laila Faulk Docent Management en Organisatiekunde faculteit der Economische Wetenschap- Promovenda afdeling Sociologie van de Faculteit Sociale Wetenschappen pen en Bedrijfskunde Onderzoek: Arbeidsmarktpositie van vrouwen uit etnische minderheden Onderzoek: Moederschapsideologie Het (internationaal vergelijkende) onderzoek is recent van start gegaan en behan- Het onderzoek naar moederschapsideologie is gestart vanuit de bevinding dat - on- delt de arbeidsmarktpositie van vrouwen uit etnische minderheden. Het blijkt dat danks het feit dat de arbeidsparticipatie van Nederlandse vrouwen explosief is ge- vrouwen uit etnische minderheden in diverse opzichten een minder gunstige positie stegen in de laatste decennia - Nederlandse vrouwen sterk ondervertegenwoordigd op de arbeidsmarkt hebben. Ze behoren minder vaak tot de beroepsbevolking dan zijn in topfuncties in de publieke en private sector. Mogelijk speelt de moederschaps- autochtone vrouwen en dan mannen uit hun eigen groep, ze zijn vaker werkloos ideologie in Nederland hier een rol bij. Moederschapsideologie heeft betrekking op dan autochtone vrouwen en in de meeste gevallen ook vaker dan de mannen uit de cultureel-historisch bepaalde opvattingen over wat moederschap inhoudt. Volgens eigen herkomstgroepering. Ook hebben vrouwen uit etnische minderheden vaker een traditionele ideologie zijn moeders verantwoordelijk voor de opvoeding van hun een lagere positie op de arbeidsmarkt dan autochtone vrouwen en dan de man- kind(eren) en is het schadelijk voor het kind als de moeder buitenshuis werkt. Een nen uit hun eigen groep. Vrouwen uit etnische minderheden hebben dus vaak een wat modernere moederschapsideologie gaat ervan uit dat het niet schadelijk is voor dubbele achterstand, zowel ten opzichte van autochtone vrouwen als ten opzichte het kind als de moeder werkt. In deze studie worden daarom de relaties tussen indi- van mannen uit hun eigen groep. Het is daarbij de vraag in hoeverre dit te verklaren viduele- en organisatiefactoren aan de ene kant en carriereuitkomsten van (voorna- valt door verschillen in individuele kenmerken en in hoeverre er wellicht sprake is van melijk) vrouwen en moeders aan de andere kant onderzocht. Ook de rol die moeder- (cumulatie van) discriminatie (als vrouw én als allochtoon). schapsideologie hierin speelt wordt onderzocht. Is het bijvoorbeeld zo dat moeders De (voorlopige) vraagstelling van het onderzoek is: “Welke verschillen zijn er in ar- die een traditionele ideologie hebben vaker part time of niet werken dan moeders beidsmarktpositie van allochtone vrouwen in Nederland en Duitsland vergeleken met met een modernere opvatting over het combineren van werk en zorg? En wat is autochtone vrouwen en met mannen uit hun eigen groep en waardoor vallen deze de rol van de moederschapsideologie van partner, familie, werkgever of vrienden in verschillen te verklaren? In het bijzonder gaat bij die verklaring aandacht uit naar de dezen? Dit onderzoek is opgezet tezamen met Claartje Vinkenburg. rol van discriminatie op basis van sekse en etniciteit.” Hoogstwaarschijnlijk zal worden gekeken naar Turkse en Marokkaanse vrouwen. Melanie Eijberts Voor meer informatie zie www.scp.nl Phd studente afdeling COM faculteit der Sociale Wetenschappen. Onderzoek: Integratie strategieen en thuisgevoel Het promotieonderzoek richt zich op de integratie strategieeen en het thuisgevoel van vrouwen van Turkse en Marokkaanse afkomst in Nederland, om precies te zijn in Amsterdam en Rotterdam. Theoretisch wordt hierbij gebruik gemaakt van structural intersectionality theory and Giddens’ theory of structuration. Methodisch zal worden gewerkt met kwalitatieve interviews en focus groep discussies en een, op de kwalitatieve uitkomsten gebaseerde, kwantitatieve analyse. EQUAL 68 69 EQUAL Halleh Ghorashi Nederlander, in de loop der jaren van betekenis is veranderd. Hoe verhouden deze Bijzonder hoogleraar Management van Diversiteit en Integratie en universitair hoofd- oudere debatten zich tot recente politieke debatten over ‘wij’ en ‘zij’? Herhaalt de docent afdeling COM faculteit der Sociale Wetenschappen geschiedenis zich? Onderzoek: Diversiteit en identiteit Als universitair hoofddocent houdt zij zich bezig met processen van Diversiteit en Saskia Keuzenkamp identiteit in organisaties. Culturele Diversiteit en gender zijn de twee zwaartepunten. Bijzonder Hoogleraar faculteit Sociale Wetenschappen afdeling sociaal-culturele Ze begeleidt vooral studenten die onderzoek doen naar deze onderwerpen. wetenschappen Bij de leerstoel is het onderzoek breder. Hier wordt gekeken hoe wij als Nederlanders Onderzoek: Emancipatie met Diversiteit omgaan. Wat hebben we in het verleden gedaan en wat kunnen we Het onderzoek is nog niet gestart en zal zich gaan richten op emancipatie in een daarvan leren voor de toekomst? Het onderzoek gaat ervan uit dat het dominante internationaal perspectief. Hierbij is de wens de focus leggen op determinanten van discours in Nederland behoorlijk categoraal. Daarmee wordt bedoeld dat migranten de positie van vrouwen uit etnische minderheden. Uiteindelijk gaat het er in het vaak vooral worden gezien als mensen met een totaal andere cultuur en met een onderzoek om te kijken welk beleid het meest geschikt is voor het verbeteren van de sociaal-economisch achterstand. Dit categoraal denken staat verbinding met Neder- positie in vrouwen uit etnische minderheden. land aan de kant van migranten en ontmoeting tussen diverse groepen Nederlanders (nieuwe en autochtone) in de weg. En verbinding en ontmoeting zijn voor Halleh de Ruud Koopmans sleutelwoorden van de toekomst in Nederland. Hoogleraar Sociologie faculteit Sociale Wetenschappen afdeling sociaal-culturele wetenschappen Guno Jones Onderzoek: Etnische minderheden en integratiebeleid Promovendus faculteit der Rechtsgeleerdheid, bij het ter perse gaan van deze publi- Internationaal vergelijkend onderzoek naar etnische minderheden en de samen- catie uit dienst en werkzaam als onderzoeker bij het KITLV hang tussen integratiebeleid en integratie uitkomsten. Het beleid in ons land kan Onderzoek: Nationale identiteit en overzeese burgers onwillekeurig discriminatie in de hand hebben gewerkt. De overheid classificeert op Dit onderzoek plaatst actuele maatschappelijke en politieke debatten over Neder- etniciteit: je bent autochtoon of allochtoon. Nederlander zijn wordt dan ook een landse identiteit en burgerschap, over ‘wij’ en ‘zij’ op interessante wijze in een his- etniciteit. Dan legitimeer je daarmee dat autochtonen zich ook op de eigen groep torisch perspectief. De politieke debatten over burgers uit de voormalige Overzeese gaan richten, met als gevolg bijvoorbeeld witte wijken en scholen. Rijksdelen staan daarbij centraal. Hoe hebben Nederlandse politici in de naoorlogse periode (1945-2005) gedacht en gesproken over het nationale toebehoren van Indische, Surinaamse, Molukse en Antilliaanse Nederlanders? En hoe vonden die opinies hun weg naar wetgeving en beleid? Betekende het formele Nederlanderschap van deze burgers dat politici hen in de periode na 1945 ook als lid van het Nederlandse volk beschouwden? Deze vragen zijn geanalyseerd aan de hand van politieke debatten over nationaliteit, toelating en integratie/inburgering. Het historische perspectief in deze studie illustreert hoe het idee over de Nederlandse natie, over de ‘echte’ en de ‘onechte’ EQUAL 70 71 EQUAL Doutje Lettinga sluiten zich weinig aan bij traditionele netwerken. Enerzijds verlaagt dit de drempel Promovendus faculteit Sociale Wetenschappen om een onderneming te starten en verklaart dit de hoge startcijfers. Anderzijds be- Onderzoek: Islamitische kledij tekent het een beperking om met de onderneming door te groeien en verklaart het Het onderzoek is gerelateerd aan een project van de Europese Commissie, VEIL. Het hun hoge uitvalcijfers. doel daarvan is het in kaart brengen van de verschillende beleidsmaatregelen en Voor meer informatie zie: www.feweb.vu.nl\re discussies ten opzichte van Islamitische kledij. Er doen acht landen mee. www.migrantenstudies.nl/inhoud/2007-2/samenvattingen%20ms2007-2.doc Het promotieonderzoek richt zich op de debatten in Frankrijk, Nederland en Duits- www.cimo.vu.nl land. In Frankrijk zijn hoofddoeken bijvoorbeeld verboden op openbare scholen, terwijl moslima’s in Nederland zich in de meeste openbare functies mogen bedek- NOA, Diversiteit in ontwikkeling ken . Dit verschil valt te verklaren aan de hand van nationale ideeen over burger- NOA is een psychologisch advies- en onderzoeksbureau verbonden aan de afdeling schap en de ruimte voor Diversiteit (gender, religie en etniciteit). Maar tegelijkertijd Arbeids- en Organisatiepsychologie van de Vrije Universiteit te Amsterdam. worden deze ideeen ook binnen landen betwist en zie je verschuivingen ontstaan in Centraal in het werk van NOA staat de ontwikkeling van HR instrumenten die beter de discussies en regelgeving . In het onderzoek wordt getracht deze te vangen en te toepasbaar zijn bij mensen met verschillende culturele achtergronden. NOA voert on- verklaren, waarbij vooral gefocust zal worden op gender en Diversiteit. der andere zelf onderzoek uit en stimuleert wetenschappelijk onderzoek onder meer door het ondersteunen van de NOA-leerstoel ‘Arbeids- en Personeelspsychologie in Enno Masurel het bijzonder gericht op allochtoon-ethnische groepen’ aan ade afdeling Arbeids- en Hoogleraar Duurzaam Ondernemen faculteit der Aard- en Levenswetenschappen Organisatiepsychologie van de Vrije Universiteit. en directeur Centrum voor Innovatie & Maatschappelijk verantwoord Ondernemen Zie ook www.noa-vu.nl voor meer informatie over deze stichting. (CIMO) Onderzoek: allochtoon ondernemerschap Jos van Ommeren De Vrije Universiteit profileert zich sterk als deskundige organisatie op het gebied van Universitair hoofddocent faculteit Economische Wetenschappen ondernemerschap. Eén belangrijk aspect daarvan is allochtoon ondernemerschap. Onderzoek: Woon-werkverkeer onder andere In de afgelopen decennia is het belang van ondernemerschap door immigranten en Het onderzoek richt zich voornamelijk op woon-werkverkeer, arbeidsmarkt, huizen- hun nazaten significant toegenomen. Echter, niet alleen hun startcijfers zijn hoog, markt etc. In het verleden heeft Jos van Ommeren ook onderzoek naar werving van ook de uitval van allochtone ondernemers is hoog. bedrijven gedaan. Het is inderdaad zo dat vrouwen minder verdienen, en dat komt Binnen de Vrije Universiteit houden met name de afdeling Ruimtelijke Economie vooral omdat ze in andere banen werken, niet omdat ze zoveel minder verdienen in van de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde en het Centrum dezelfde baan. Uit eerder onderzoek bij bedrijven is gebleken dat de kans niet groter voor Innovatie en Maatschappelijk verantwoord Ondernemer (CIMO) zich met dit is dat een man wordt aangenomen bij sollicitaties. Het selectieproces is dus min of onderwerp bezig. meer at random met betrekking tot geslacht. De eigen groep blijkt een belangrijke rol te spelen voor de allochtone ondernemer, dit wordt ook wel aangeduid als ‘the extended family’. De Vrije Universiteit houdt zich onder meer bezig met de geïsoleerde ontwikkeling van allochtone ondernemers: ze richten zich sterk op klanten, werknemers en geldschieters uit de eigen groep, en EQUAL 72 73 EQUAL Inger Plaisier Conny Roggeband Promovenda afdeling Sociologie Faculteit der Sociale Wetenschappen UD faculteit Sociale Wetenschappen afdeling COM Onderzoek: Invloed van werk op psychische aandoeningen Onderzoek: emancipatiebeleid In de jaren negentig werd duidelijk dat er heel veel mensen, en vooral vrouwen, Het onderzoek richt zich op emancipatiebeleid en vraagstukken rondom gender en arbeidsongeschikt raakten vanwege psychische klachten. Dit was aanleiding om in migratie. dit project te onderzoeken wat de invloed is van werk (o.a. werkdruk, werkuren) en van sociale netwerken (sociale steun, het hebben van een partner en kinderen) Ida Sabelis op het ontstaan en op het beloop van depressies en angststoornissen. De vraag in Universitair docent COM faculteit Sociale Wetenschappen dit project is of kenmerken van het werk, en de combinatie van werk en het sociaal Onderzoek: tijd en organisatie, onder meer via Diversiteit – gender. netwerk invloed hebben op het ontstaan en op het beloop van angststoornissen en depressies. En of steun uit het sociaal netwerk een buffer kan zijn voor stress vanuit Sawitri Saharso werk. We onderzoeken ook het verschil tussen mannen en vrouwen, omdat bekend Universitair hoofddocent afdeling Sociologie faculteit Sociale Wetenschappen is dat vrouwen bijna twee keer zo vaak als mannen een depressie of angststoornis Onderzoek: tradities van migrantengroepen (internationaal vergelijkend) krijgen. Voor meer informatie zie http://www.nesda.nl/site.php?id=16 De afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar de normatieve conflicten rond tradities Sylvia van der Raad nen met een vergelijking tussen verschillende Europese landen; in alle landen spelen Docent faculteit der Sociale Wetenschappen afdeling COM vergelijkbare problemen maar we zie zeer uiteenlopende (beleids-) reacties. Het valt Onderzoek: In- en uitsluitingsprocessen op dat in alle Europese landen het immigratiebeleid restrictiever is geworden en het Het doel van het onderzoek is om processen van in- en uitsluiting op het werk beleid meer op assimilatie is gericht. De heersende gedachte is toch wel dat culturele bloot te leggen die Diversiteits-strategieën van commerciële organisaties binnen aanpassing het beste medicijn is. Met promovenda Diana van Bergen wordt gepro- de Nederlandse financiële, IT en elektronica sector bepalen. Ook wordt onderzocht beerd een verklaring te vinden voor het feit dat met name meisjes en jonge vrouwen hoe deze processen een rol spelen op verschillende contextuele en organisatorische van Hindostaanse, Turkse en Marokkaanse komaf vaker een zelfmoordpoging doen niveaus. Vanuit een interpretatief en constructivistisch perspectief wil dit onderzoek of met zelfmoordplannen rondlopen. Het is al wel duidelijk dat hun problemen niet inzicht geven in verschillende benaderingen van Diversiteit binnen het veld van de terug te voeren zijn op hun migratiegeschiedenis of sociaal-economische status, organisatiekunde en deze plaatsen binnen een socio-historische context om zo beter maar wel degelijk ook met hun culturele achtergrond verband houden.Op grond van inzicht te krijgen in de manier waarop ongelijkheid (actief) wordt gecreëerd en ge- het onderzoek is Sawitri Saharso ervan overtuigd dat juist cultureel sensitief beleid handhaafd. De onderzoeksvraag is als volgt: Welke processen van in- en uitsluiting nodig is. van migrantengroepen die maatschappelijk omstreden zijn. Recentelijk is begon- worden binnen drie Nederlandse commerciële bedrijven in de service sector geprodu- Zie http://home.fsw.vu.nl/s.saharso/ en http://www.veil-project.eu voor meer infor- ceerd en gereproduceerd; hoe kunnen we deze processen begrijpen en uitleggen en matie. welke betekenis hebben deze processen voor een integrale benadering van Diversiteit op de werkvloer? Het onderzoek wordt gebaseerd op theorie en het doel is theorieontwikkeling en -verdieping. De doelen zijn gesitueerd op het raakvlak van drie verschillende theoretische discoursen, namelijk identiteit, sociale in- en uitsluiting en macht. EQUAL 74 75 EQUAL Catrien Bijleveld Hoogleraar faculteit der Rechtsgeleerdheid, afdeling strafrecht en criminologie Onderzoek:Kinderen van gedetineerde moeders Mede-onderzoeker: Menno Ezinga Het project ‘kinderen van gedetineerde moeders’ heeft tot doel te onderzoeken of Annemarie Slotboom en zo ja op welke wijze kinderen van gedetineerde vrouwen schade ondervinden Docent faculteit der Rechtsgeleerdheid, afdeling strafrecht en criminologie van de detentie van hun moeder. Het project is opgebouwd uit twee deelprojecten. Het eerste deelproject heeft tot doel het welbevinden van kinderen van gedeti- Willemijn van Kalmthout neerde moeders te onderzoeken. Een tweede deelproject zal onderzoeken hoe het Docent faculteit der Rechtsgeleerdheid, afdeling strafrecht en criminologie welbevinden is van de kinderen van een op relevante kenmerken gematchte groep Onderzoek: Gedetineerde vrouwen in Nederland Mede-onderzoeker: Linda Rutjens moeders die wel delicten hebben gepleegd en afgestraft zijn, maar niet gedetineerd. De populatie gedetineerde vrouwen is in de afgelopen jaren, net als in andere in hoeverre van detentie van de moeder een schadelijk effect uitgaat. Vergelijking van de bevindingen uit deelproject 1 en 2 zal licht werpen op de vraag Europese landen, aanzienlijk gestegen. Om zicht te krijgen op zowel de kenmerken van deze groep gedetineerden alsmede de omstandigheden waaronder vrouwen in Nederland gedetineerd zijn en de manier waarop zij detentie ervaren wordt vanuit de Onderzoek: RADAR-project: Ontwikkeling van delinquent gedrag van meisjes afdeling strafrecht en criminologie onderzoek gedaan naar deze groep. Aan dit onderzoek neemt Willemijn van Kalmthout niet deel. Vragen die centraal staan zijn: In hoeverre wordt in detentie rekening gehouden met Mede-onderzoeker: Thessa Wong de kenmerken en ervaringen van vrouwen? In hoeverre wordt het psychisch welbe- Dit project zal trachten om de ontwikkeling van delinquent gedrag van meisjes in vinden van gedetineerde vrouwen beïnvloed door de detentieomstandigheden? kaart te brengen door trajecten van delinquent gedrag van meisjes te schatten. Daar- Ook wordt aan de hand van diepte-interviews de ontwikkelingsgeschiedenis van bij zal gekeken worden of verschillen in delinquent gedrag van jongens en meisjes vrouwen in kaart gebracht. Niet alleen de voorgeschiedenis maar de beleving van de verklaard kunnen worden door differentiële blootstelling en/of differentiële sensi- detentie en verwachtingen in de toekomst staan centraal. tiviteit van risicofactoren en protectieve factoren. Een andere mogelijke verklaring Het onderzoek is zowel kwantitatief als kwalitatief van aard en wordt uitgevoerd in voor het verschil in delinquentie waar dit project zich op richt, is het vervolgingsgat. de vier vrouwengevangenissen in Nederland, te weten, Sevenum Ter Peel, Nieuwer- Hoewel het verschil in delinquentie bij jongens en meisjes erg groot is wanneer ge- sluis, Zwolle en Breda. Bovendien wordt het onderzoek binnen een Europees (AGIS) keken wordt naar geregistreerde criminaliteit, is dit verschil namelijk nog nauwelijks samenwerkingsverband verricht, dat gecoördineerd wordt door prof. Duenkel van de aanwezig bij zelfgerapporteerde delinquentie. Meisjes worden wellicht dus minder universiteit van Greifswald in Duitsland. snel vervolgd dan jongens voor een gepleegd delict. Het onderzoek zal verricht worden aan de hand van RADAR, een longitudinale studie naar de ontwikkeling van adolescenten. RADAR wordt aangestuurd door prof. Meeus van de Universiteit van Utrecht en prof. Koot van de Vrije Universiteit Amsterdam en is een samenwerkingsverband tussen de UU, de VU en de KUN. Vijf jaar lang worden, vanaf 12-jarige leeftijd, reguliere adolescenten en adolescenten met een verhoogd risico op delinquentie gevolgd. Naast adolescenten nemen ook vader, moeder, een eventuele broer/zus en een beste vriend deel aan het onderzoek. Alle EQUAL 76 77 EQUAL respondenten vullen jaarlijks vragenlijsten in met onder andere vragen naar delin- Ida Stamhuis quentie en frequentie van politiecontact. Daarnaast vindt er elke drie maanden een Universitair hoofddocent faculteit Exacte Wetenschappen internetmeting plaats met daarin ook vragen naar delinquent gedrag. Onderzoek: Genetica, statistiek en geschiedenis van vrouwelijke wetenschappers Naomi Spalter de vrouwelijke hoogleraar in ons land. Tine Tammes werd in 1919 de eerst hoogle- Er is onder andere gekeken naar het leven en de carrière van Tine Tammes, de tweePromovenda faculteit der Rechtsgeleerdheid, afdeling Privaatrecht raar in de genetica in Nederland. Tijdens het onderzoek werd ontdekt dat gedurende Onderzoek: Partneralimentatie de periode van de opkomst van de genetica relatief veel vrouwen in dat vakgebied Het onderzoek betreft de grondslagen van partneralimentatie na de echtscheiding. werkten. Het onderzoek werd daarop uitgebreid door de loopbaan van Tine Tam- Vóór de liberalisering van de echtscheidingswetten in de twintigste eeuw, lag de mes te vergelijken met die van de Duitse Elisabeth Schiemann en de Noorse Kristine rechtvaardiging van partneralimentatie in de compensatie voor het schuldige gedrag Bonnevie, die ook in de genetica werkten in dezelfde periode en ook hoogleraar van de alimentatieplichtige jegens de onschuldige ex-echtgenoot. Nu de schuldvraag werden. Welke obstakels vonden ze op hun pad en hoe lukte het hen om hoogleraar uit het alimentatierecht is verdwenen, bestaat in Nederland, maar ook in de andere te worden? Ida Stamhuis zal tezamen Amerikaanse collle ga Marsha Richmond een Europese landen, grote onduidelijkheid omtrent de grondslagen van partneralimen- boek schrijven over vrouwen in de vroege genetica. tatie. Zie http://www.few.vu.nl/av/research_Ida.html voor meer informatie Het doel van de studie is om te onderzoeken of een helder onderscheid kan worden gemaakt tussen de twee grondslagen van partneralimentatie, namelijk: ‘de Nan Stevens huwelijksgerelateerde vermindering van verdiencapaciteiten’ en ‘het voortduren van Bijzonder Hoogleraar Toegepaste Sociale Gerontologie, afdeling Sociologie faculteit echtelijke solidariteit na de scheiding’. Aan de hand van dit onderscheid zal worden der Sociale Wetenschappen getracht een wetenschappelijke basis te leggen voor de herziening van het huidige Onderzoek: Invloed van gender op kapitaal Nederlandse alimentatierecht. In het project ‘Retirement in Transition: Consequences for Resources and Well-being of Retirees in the Netherlands between 1992-1995 and 2002-2005’ wordt aandacht Thomas Spijkerboer besteed aan de invloed van gender op de beschikbaarheid van economisch-, en Hoogleraar Migratierecht faculteit der Rechtsgeleerdheid sociaal kapitaal bij twee verschillende cohorten van mannen en vrouwen tussen 55 Onderzoek: Migratierecht en 65 jaar, voor en na de pensionering. Dit project wordt uitgevoerd door drs. R. Het onderzoek draait om migratierecht. Een van de rode draden is de positie van Cozijnsen. vrouwen. Burgerschap en gender hebben veel met elkaar te maken. Dat zie je In samenwerking met dr. G. Westerhof wordt gepubliceerd over gender verschillen bijvoorbeeld in de manier waarop wordt omgegaan met migratie uit (voormalige) in sociale hulpbronnen en sociale welbevinden bij mensen van middelbare leeftijd en koloniën (proefschrift van Guno Jones, eind 2007); in de regels over gezinshereni- ouder in Nederland in vergelijking met andere culturen. Tevens wordt een promotie ging (boek van Sarah van Walsum, 2008); in de positie van domestic workers (lopend project over een interventie ter bevordering van het sociale welbevinden van oudere onderzoek Sarah van Walsum); in de discussie over inburgering (boek van Thomas vrouwen begeleid. Verschillende publicaties zijn reeds beschikbaar. Spijkerboer, voorjaar 2007); in de effecten van bestuursprocesrecht in vreemdelingenrecht (eigen lopend onderzoek). EQUAL 78 79 EQUAL Markha Valenta organisaties. De nadruk ligt hierbij op percepties en op de besluitvorming voor de Onderzoeker faculteit der Letteren afdeling Geschiedenis. Daarnaast maakt ze deel selectie voor hogere functies. De situatie in Nederland is natuurlijk treurig. Het aantal uit van de Regiegroep Diversiteit. vrouwen in de top groeit nauwelijks. Onderzoek: Reacties op de Islam in Nederland en Amerika Voor meer informatie zie www.accr.nl Het onderzoek gaat over publieke en politieke reacties op de Islam en moslims in Nederland en Amerika, met de algemene vraag: hoe komen we tot de erkenning dat Gijsbert Vonk de Islam en moslims ook iets van ‘ons’ en van ‘hier’ zijn - van Nederland, van Europa, Bijzonder hoogleraar aan de faculteit der Rechtsgeleerdheid van het Westen - en niet alleen van ‘hun’ en van ‘daar’. Dit betekent niet dat er Onderzoek: Crossborder welfare, integratie en immigratie geen spanningen en conflicten mogen zijn, maar eerder dat we die spanningen zien In deze onderzoeken zie je twee lijnen. Er zijn allerlei uitsluitingskrachten. Immigran- als iets ‘autochtoons’ – sterk gevormd door het specifieke Nederlandse en westerse ten mogen namelijk niet zomaar onderdeel worden van de sociale zekerheid, maar kader waarin ze zich afspelen – en niet als problemen die vooral door anderen geïm- er is ook een insluitingscomponent. Migranten die eenmaal binnen zijn en onderdeel porteerd worden. De inhoud en de ontwikkeling van die hele discussie verloopt heel worden van de Nederlandse samenleving, zoals asielzoekers en arbeidsmigranten. anders in de VS dan in Nederland, deels omdat de VS een andere immigratie- en Trends zijn eigen land eerst, fort Europa en dan de rest. Dit blijkt ook uit de strengere religiegeschiedenis heeft en deels omdat de VS een heel andere rol in internationale normen om onderdeel te worden van ons stelsel, zelfs als ze hier feitelijk verblijven. verhoudingen vervult. Dit laat weer zien hoe belangrijk het nationale kader is voor Er zijn allerlei hindernissen voordat je ergens recht op hebt. Het is moeilijk op te lossen. hoe we hierover denken. Daarnaast is de natie en de rol van nationale identiteit een onderwerp. Er vinden Hendrik Vroom namelijk ingrijpende globale processen plaats die onze wereld sterk veranderen, Hoogleraar Theologie en Wijsbegeerte terwijl de politieke en juridische systemen die dat soort processen zouden kunnen Onderzoek: Ontmoeting van tradities vormgeven nog sterk staatsgebonden zijn. Tot slot is de rol van religie in de publieke De onderzoekgroep heeft sinds 1987 een reeks workshops, conferenties en studie- ruimte een belangrijk thema voor mij. We kunnen niet meer veronderstellen dat dagen belegd op het gebied van religieus pluralisme en samenleving: dialoog, men- modernisering absolute secularisering inhoudt. Wat is dan de ideale rol van religie in senrechten, kan men delen in het geloof van een ander, waarden & samenleving, een democratie? En wat voor rol heeft religie dan in een universiteit die ten dienste visies van de een op de ander, religie-conflict-verzoening, en meest recent religieuze van de democratie staat? visies op hoe ‘kwaad’ ontstaat en hoe mensen zich kunnen ‘verbeteren’. Het thema van ons onderzoek is religie op het publieke domein. Het omvat thema’s als religieu- EQUAL 80 Claartje Vinkenburg ze kunst & samenleving, geloofsverantwoording, mensbeelden en levensbeschouwe- Universitair docent Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde afde- lijk pluralisme en de (neutrale?) staat. De moslim staf van het Centrum voor Islamiti- ling Management en Organisatiekunde sche Theologie bestudeert theologische thema’s vanuit de Islam: geloofsvragen van Onderzoek: Gender & career advancement zieken; wat zien imams als de voornaamste problemen om moslim te zijn in Neder- Het onderzoeksthema laat zich op het moment goed omschrijven als gender & career land?; hoe kunnen moslims omgaan met opvattingen en gebruiken die in Nederland advancement. Claartje Vinkenburg is gepromoveerd op het gedrag en de effectiviteit mijn of meer gangbaar zijn? De theologische faculteit bevordert geloofsdoordenking van managers en man/vrouw verschillen daarin. vanuit de bronnen van de traditie met oog op geloven nu, met kennis van anders- Het onderzoek nu is verschoven naar de vraag waarom vrouwen niet doorgroeien in denkenden en andersgelovigen. Dat is in het belang van zowel kerk als moskee. 81 EQUAL Bijlage 3 Literatuuroverzicht In dit overzicht vindt u een selectie van literatuur rondom de thema’s gender en/of Diversiteit, geschreven door VU-onderzoekers. periences of Refugee Women with Dutch Labour Organisations. In: Journal of International Migration and Integration, 7(1): 51-70 - Gorter, C. & J.N. van Ommeren (1999). Sequencing, timing and filling rates of - Ascalon, M.E., Schneider, D., & M.Ph. Born (in press). Cross-cultural social intelligence: An assessment for employees working in cross-national contexts. CrossCultural Management: An International Journal. - Bartels, E. & M. de Koning (2006). For Allah and myself. Religion and Moroccan Youth in The Netherlands. In: Morocco and the Netherlands. Society, Economy, Culture. PH.F Bos and W. Fritschy (eds.). Vrije Universiteit, 146-156 - Bartels, E. (2005). Wearing a headscarf is my personal choice. In: Journal of Islam and Christian-Muslim Relations. Vol 16. number 1, January, 15/29 - Bussemaker, J. & R. Voet (1998). Gender, Participation and Citizenship in the Netherlands. Aldershot: Ashgate - Day, S.N., & C.C.J.H. Bijleveld (2006, August 25). Differences in characteristics and offending between high risk boys and girls. Tübingen, European Society of Criminology Conferences. - Dikkers, J.S.E., Den Dulk, L., Geurts, S.A.E. & B. Peper (2005). Work-Nonwork recruitment channels. In: Applied Economics 31, 1149-1160 - Greguras, G. J., Robie, C., Born. M. Ph., & R. J. Koenigs (in press). A social relations analysis of team dynamics. In: International Journal of Selection and Assessment - Hertz, B. & I.H. Stamhuis (2004). To be a female student of science at a Calvinist university, 1930-1960. In: L Soňa Štrbáňová (eds.), Women scholars and institutions (Prague, Studies in the History of Sciences and Humanities, volume 13) 115-157 - Jansen, M. (2003). “Een beetje hangerig...” : alledaags handelen van Nederlandse, Nederlands-Indische en Surinaams-Hindoestaanse moeders bij gezondheidsproblemen van hun kinderen. Uitgever: [S.l. : s.n.] Proefschrift Universiteit van Amsterdam - Jones, G.R. (2005). Een werkzaam volk dient buiten de landsgrenzen over mogelijkheden te beschikken “Emigratie, natie en identiteit in het Nederlandse Culture, Utilization of Work-Nonwork Arrangements, and Employee-Related Out- politieke debat in de jaren vijftig. RU/VU Seminar 15 pagina’s: Nijmegen (2005, comes in Two Dutch Organizations. In S. A. Y. Poelmans (Ed.) Work and Family: May 24 - 2005, May 24). An international research perspective: 87-120. Mahwah, New Jersey: Lawrence Erlbaum Associates - Dinsbach, A. A. (2005). Socialisation in the workplace: A focus on migrant groups. Proefschrift Vrije Universiteit Amsterdam. Enschede: PrintPartners Ipskamp - Dinsbach, A.A. & J.A. Feij (2003). Organisatiesocialisatie en organisatie-identificatie bij werknemers van Marokkaanse afkomst: de rol van waargenomen ongelijke behandeling van allochtonen en werkgroepDiversiteit. In: Gedrag & Organisatie 16, 436-452 - Ghorashi, H. & N. Tavakoli (2006). Paradoxes of transnational space and local activism: Iranians organizing across borders. In: Focaal: European Journal of Anthropology, 47: 90-102 EQUAL 84 - Ghorashi, H. & M. van Tilburg (2006). When is My Dutch Good Enough? Ex- - Jones, G. R. & T.P. Spijkerboer (2004). Tot behoud van onze cultuur: kledingvoorschriften als uiting van homogeniseringtendensen binnen de VU. Amsterdam: Vrije Universiteit - Keuzenkamp, S. & A. Merens (red.). Sociale atlas van vrouwen uit etnische minderheden (2006). Den Haag, SCP - Keuzenkamp, S., Bos, D., Duyvendak, J.W. & G. Hekma (red.). Gewoon doen. Acceptatie van homoseksualiteit in Nederland (9-2006). Den Haag, SCP - Lettinga, D. (2005). Towards an Inclusive Feminism. Islam, gender and the Netherlands. In: Annual Report of Humanity in Action - Lettinga, D. (2005). Turkish accession to the EU, the ECHR and the Headscarf Debate. In: Zem Zem, magazine on Islam and the Islamic World, March - Oever van den, H. (2004). Uitsluiting versus insluiting. Gezondheidszorg en cultuur. In: Wolffers, I. & Kwaak van de A. (red.) Amsterdam: VU uitgeverij 85 EQUAL - van Ommeren, J.N, Rietveld, P. & P. Nijkamp (1998). Spatial moving behaviour of two-earner households. In: Journal of Regional Science 38, 1, 23-41 - Roggeband, C.M. & I. Bleijenbergh (2008 forthcoming). Equality machineries matter: The impact of women’s political pressure on European social care policies. Social Politics. - Roggeband, C.M. & M. Verloo (2007). Dutch women are liberated, migrant women are a problem: the evolution of policy frames on gender and migration (1995-2005). Social Policy & Administration, 41 (3): 271-288. - Roggeband, C. M. & M. Verloo (2006). Evaluating gender impact assessment in the Netherlands (1994-2004): a political process approach. Policy & Politics, 34 (4): 617-34. - Saharso, S. (2003) Feminist Ethics, Autonomy and the Politics of Multiculturalism. In: L. Hogan and S. Roseneil, (eds.) ‘Feminism, Agency and Ethics’ special issue of Feminist Theory, vol. 4(2), pp. 199-215 - Saharso, S. (2000d) Female Autonomy and Cultural Imperative: Two Hearts Beating Together. In: W. Kymlicka & W. Norman (eds.), Citizenship in Diverse Societies, Oxford: Oxford University Press, 2000d, pp. 224-242 - Hendriks, J., & A. Slotboom (2007). Meisjes die zedendelicten plegen: een aparte review of gender differences in managerial behaviour and effectiveness. In: M.J. Davidson & R.J. Burke (Eds.), Women in management. Current Research Issues (Vol II). London: Sage Publications - Vonk, G.J. (2001). Migration, Social Security and the Law, Some European Dilemmas. In: European Journal of Social Security,, 315-332 en tevens in: Social Security in Transition, J.Berghman, A. Nagelkerke, K. Boos, R. Doeschot & G. Vonk (eds.), Kluwer Law International, The Hague/London/New York, 2002, 77-92 - Vonk, G.J. (2002). Religieus pluralisme en multiculturaliteit’, in: Lucassen, J. & A. de Ruijter (red.), Nederland multicultureel en pluriform? Een aantal conceptuele studies, Amsterdam, Aksant, 177-208 - Vroom, H.M. (2006). Islamic Theology at the Vrije Universiteit. In: P.H.F. Bos & W. Fritschy (eds.) Morocco and the Netherlands; society, economy, culture. Amsterdam: VU University Press, 44-54 - Vroom, H.M. (1996). Religie als ziel van de cultuur. Religieus pluralisme als uitdaging. Zoetermeer: Meinema - Whipp, R., Adam, B. & I. Sabelis (eds.). Making Time. Time and Management in Modern Organizations (2002). Oxford: Oxford University PressMaking Time - Wolffers, I., van Elteren, M. & J.A.A.M. van Diemen-Steenvoorde (2005). Cultu- categorie? In: A.Ph. van Wijk, Bullens, R.A.R. & P. van den Eshof (Eds.). Facetten reel vaardig: studenten leren omgaan met allochtone patiënten. Medisch contact, van zedencriminaliteit (pp. 403-410). ‘s-Gravenhage: Reed Business Information 01, 26-29, 7 januari 2005 bv - Slotboom, A., Day, S.N., & L.S.M. Rutjens (2006, November 1). Impact of detention on female inmates’ lives. Los Angeles, The American Society of Criminology 58th annual meeting - Spijkerboer, T.P. (2003). Hoger beroep in vreemdelingenzaken. Den Haag: SDU - Stamhuis, I.H., (1995). A Female Contribution to Early Genetics: Tine Tammes and Mendel’s Laws for Continuous Characters. In: Journal of the History of Biology 28, 495-531 - Vinkenburg, C.J., & M.L. van Engen (2005). Perceptions of Gender, Leadership and Career Development. In: Burke, R.J., & M.C. Mattis (Eds.). Supporting Women’s Career Advancement: Challenges and Opportunities. Elgar: Northampton. 85-105 - Vinkenburg, C.J., Jansen, P.G.W. & P.L. Koopman (2000). Feminine leadership - a EQUAL 86 87 EQUAL Bijlage 4 In dit overzicht vindt u publicaties van het Equal Project VU-Windesheim. - Faas, G. & B. Hertz (2005). Gender Impact Assessment ‘Bedrijfswetenschappen’ Amsterdam, Equal Project - Hertz, B. (2004) VUe op feiten; Equal Feiten. Amsterdam, Equal Project en Bureau Onderwijsstatistiek Vrije Universiteit - Hertz, B. & F.C. Bakker (2007). Diversiteit op de Vrije Universiteit; wetenschap, beleid en praktijk. Amsterdam, Equal Project. - Hertz., B., van Egten, C. & E. Kalisvaart (2005). Groen Licht voor Equal Amsterdam-Zwolle, Equal Project - Hertz, B. & G. Faas (2005). Gender Impact Assessment ‘Gezondheid en Leven’ VUWindesheim. Amsterdam, Equal Project Publicaties Equal Project VUWindesheim - Heuveling van Beek, D. (2006). Instroom in de wetenschap van studenten uit etnische minderheden aan de Vrije Universiteit. Amsterdam, Equal Project en Wetenschapswinkel VU - Heuveling van Beek, D. (2005). Gender Impact Assessment Fusie VU-Windesheim. Amsterdam-Zwolle, Equal Project en Christelijke Hogeschool Windesheim - Jetten, D. (2004). Fusie van culturen: kansen voor de doorstroom van vrouwen. Een onderzoek naar de organisatieculturen van de Vrije Universiteit en de Hogeschool Windesheim. Scriptie Faculteit der Sociale Wetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam - Vriens, M. (2006). Gender mainstreaming van de HRM-cyclus: een case study Scriptie Faculteit der Sociale Wetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam 91 EQUAL Bijlage 5 Equal Partners in Nederland Equal Project Participatie als Prioriteit penningmeester LNVH Coördinators: Annelies van der Horst en Akke Visser Functie: Projectmanagers Equal Project Participatie als Prioriteit Contact: [email protected] en [email protected] www.lnvh.nl www.participatiealsprioriteit.nl/ Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Contact: [email protected] http://www.ocw.nl Centrum voor Gender en Diversiteit Universiteit Maastricht Contact: Wilma Lieben (office manager) [email protected] Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) www.genderdiversiteit.unimaas.nl www.nwo.nl/women-in-science Erasmus Universiteit Rotterdam Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU) Coördinator: Gerda Bathoorn Functie: Coördinator Coördinator: Thea Verdonk Functie: Coördinator kengetallen institutional research, Domein personeel, finan- Equal en beleidsmedewerker P&O ciën en huisvesting Contact: [email protected] Contact: [email protected] www.eur.nl/diversiteit/equal http://www.vsnu.nl GAIA Coordinator: drs. Marjolijn Haasnoot Functie: Coördinator ambassadeursnetwerk, onderzoeker, adviseur Ecohydrologie, WL | Delft Hydraulics Contact: [email protected] www.vrouwen.net/gaia IIAV Coordinator: Evelien Rijsbosch Functie: Coördinator Equal en coördinator Dienstverlening Contact: [email protected] www.iiav.nl Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) Coordinator: Prof. dr. Tineke Willemsen Functie: Hoogleraar Arbeids- en Organisatiepsychologie aan de UvT (tot 1-12-05), EQUAL 94 95 EQUAL Colofon Dit is een uitgave van het Equal Project GAIA, netwerk van vrouwen in de aard- van de Vrije Universiteit. wetenschappen (GAIA) Amsterdam 2007. Technische Universiteit Delft (TU Delft) Foto’s register Studenten in de mensa 19 Studenten nu 20 Auteurs: De uitgave ‘Groen licht voor Equal’ 27 Drs. Brigitte Hertz (Coördinator Equal) Decanen tekenen Equal Convenant 28 Deze uitgave ‘Diversiteit op de VU, Drs. Pien Bakker (Projectmedewerker Bijeenkomst Diversiteit 34 beleid, Wetenschap en Praktijk’ werd Equal) Bijeenkomst Diversiteit 35 Bijeenkomst vrouwelijke hoogleraren 37 Equal is een door de Europees Sociaal Fonds gesubsidieerd project. mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de Ondernemingsraad van Met bijdragen van: Bijeenkomst personeeladviseurs 39 de VU. Prof. Dr. Mr. Masha Antokolskaia Vrouwelijke rolmodellen 41 Prof. Dr. Caren van Egten RA (Boegbeeld De hoogleraren op de Fenna Diemer 42 Het Equal Project van de VU maakt deel Equal) Collage 48 uit van het nationale project “Participatie Wim T.G. Haan Een diversiteit griffioen 51 als Prioriteit’ onder leiding van het Cen- Dr. Johan C. Sturm Nog geen 10% van de hoogleraren is 53 trum voor Gender en Diversiteit van de Dr. Claartje J. Vinkenburg vrouw Universiteit Maastricht en bestaat, naast Drs. Miriam Vriens (Interviews) de VU, uit de volgende partners: Christelijke Hogeschool Windesheim Fotografie: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Marijn Aalders Wetenschappen (OCW) Archief Dienst Communicatie VU Nederlandse Organisatie voor Weten- Brigitte Hertz schappelijk Onderzoek (NWO) Ariane James Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) Voor meer informatie: Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) Vrije Universiteit Internationaal Informatiecentrum en Human Resource Management Archief voor de Vrouwenbeweging (IIAV) T. 020-598. 5445 Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hooglera- De Boelelaan 1105 ren (LNVH) 1081 HV Amsterdam EQUAL 96