Lesbrief China – Klas 3 China is een groot land in Azië. Alleen Rusland, Canada en de Verenigde Staten hebben een grotere oppervlakte. Er wonen bijna 1,4 miljard mensen in China, waarmee China het land is met de meeste inwoners ter wereld. Niet al die mensen wonen op dezelfde plek en niet al die mensen hebben dezelfde eigenschappen. Maar niet alleen de bevolking is heel gevarieerd, ook de klimaten, het landschap en andere kenmerken in China zijn heel verschillend. In onderstaande lesbrief zullen jullie gaan ontdekken wat China allemaal te bieden heeft. Waar ligt het? Hoe ziet het land eruit? Hoe heeft het zich zo gevormd? Waarom ziet het er daar zo uit? Wat voor mensen wonen er? Wat doen die mensen? Welke verschillen zijn er tussen de gebieden en tussen de mensen? Hebben ze het daar beter of slechter dan hier? Wat voor producten maken ze? Met wie drijven ze handel? Welke problemen zijn er in het land en waarom? En hoe worden die aangepakt? Allemaal vragen waar we een antwoord op gaan zoeken met behulp van de bijgeleverde bronnen en de atlas. Figuur 1: Lokatie van China in de wereld. Op figuur 1 kun je zien waar China ligt. Als we het over een gebied hebben, is het natuurlijk belangrijk dat we weten waar het zich bevindt, maar het is ook belangrijk om te weten wat er in het gebied zelf te vinden is. Als er dan vragen komen over plekken in China, weet je ook waar je moet zoeken. Daarom beginnen we met een topografie-opdracht. Opdracht 1: Topografie van China Figuur 2: Topografie van China Bestudeer figuur 2 (ook te zien op: http://geografielen.weebly.com/03-china.html). Leer de topografie van China. Deze topografie zal ook getoetst worden a.d.h.v. een schriftelijke overhoring. Steden en eilanden 1. Harbin 2. Beijing 3. Urumqi 4. Lhasa 5. Lanzhou 6. Chengdu 7. Chongqing 8. Haikou 9. Hongkong 10. Shenzen Natuur: zeeën, rivieren, gebergtes en woestijnen A. Grote Oceaan F. Parelrivier B. Gele Zee G. Jangtsekiang C. Oost-Chinese Zee H. Huang He (Gele Rivier) D. Zuid-Chinese Zee I. Songhua (Witte Rivier) E. Mekong J. Himalaya 11. Fuzhou 12. Hangzhou 13. Shanghai 14. Nanjing 15. Taiwan K. Mount Everest L. K2 M. Kunlungebergte N. Gobiwoestijn O. Takla Makanwoestijn Nadat je figuur 2 bestudeert hebt, kun je oefenen door de juiste cijfers en letters in te vullen in figuur 3 hieronder. Figuur 3: Topografie van China (leeg) Je ziet op de topografiekaart dat de meeste steden die je moet leren aan de (zuid)oostkust van China liggen. We gaan later onderzoeken waarom juist aan deze kant van China de meeste steden liggen. Ook zien we dat er op de grens met India een heel groot gebergte ligt: de Himalaya met daarin de hoogste berg ter wereld, Mount Everest. Maar waarom ligt er nu precies daar zo’n hooggebergte? Heel lang geleden zaten alle werelddelen aan elkaar vast. Dat noemen we Pangea. Maar omdat de binnenkant van de aarde erg warm wordt, is het gesteente in de aardmantel gesmolten. Dat gesmolten gesteente noemen we magma. De aardkorst (het land en de oceaanbodem) ‘drijft’ als het ware op dit magma en omdat het magma beweegt, beweegt de aardkorst mee en is het in stukken gescheurd. Deze losse stukken heten tektonische platen en de bewegingen in de aardmantel noemen we convectiestromen. De tektonische platen bewegen niet allemaal in dezelfde richting. Soms drijven ze uit elkaar, soms drijven ze langs elkaar en soms botsen ze met elkaar. Als we kijken naar figuur 4 dan zien we dat de Indisch-Australische plaat botst met de Euraziatische plaat. India is dus als het ware tegen China aangebotst. Figuur 4: Tektonische platen in de wereld Opdracht 2: A. De Indisch-Australische plaat (India) botst tegen de Euraziatische plaat (China). Op de grens van China en India ligt het Himalayagebergte. Het Himalayagebergte is een zogeheten plooiingsgebergte. Leg uit hoe de beweging van de tektonische platen ervoor gezorgd heeft dat het Himalayagebergte is ontstaan. __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ Als je het antwoord bij opdracht 2 niet kunt bedenken, bekijk dan een filmpje over het Himalayagebergte: (http://geografielen.weebly.com/media/video-hoe-ontstaanplooiingsgebergten). B. Kort geleden was er in Nepal, een buurland van China, een grote aardbeving waarbij veel slachtoffers gevallen zijn. Bekijk een filmpje van het jeugdjournaal (http://geografielen.weebly.com/ak-in-het-nieuws/zware-aardbeving-innepal-nos). Leg hieronder uit hoe de tektonische platen ermee te maken hebben dat de Himalaya veel kans heeft op aardbevingen. ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ Je hebt nu uitgevonden hoe het Himalayagebergte is ontstaan. Om deze zelfde reden zie je in het gebied ook het Hoogland van Tibet en het Kunlungebergte. De ligging van deze bergketens zorgen er ook voor dat het klimaat in China niet overal hetzelfde is. Natuurlijk is het boven in de bergen erg koud en heerst daar een hooggebergteklimaat en op de toppen ligt zelfs eeuwige sneeuw. Maar het gebergte beïnvloedt het klimaat ook nog op een andere manier. Opdracht 3: A. Bekijk figuur 5 waarop je de neerslag ziet in China in de zomer. Beschrijf welk verschil je kunt zien tussen Oost-China en West-China. ______________________________________________________ ______________________________________________________ B. Bekijk figuur 5 en 6. Je ziet hier de neerslag in de zomer en de ligging van de gebergtes en hooglanden in China. Bekijk daarna figuur 7 (windrichting in de zomer). Leg uit waarom de gebergtes en hooglanden ervoor zorgen dat er een verschil is in de hoeveelheid neerslag in Zuidoost-China en Noordwest-China. ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ Als je er niet helemaal uitkomt, bekijk dan onderstaand filmpje (http://geografielen.weebly.com/media/verschillende-soorten-regen-schooltv) over verschillende soorten neerslag. Let vooral goed op bij het stuk over stuwingsregens. Figuur 5: Neerslag in China Figuur 6: Reliëf in China Figuur 7: Winden tijdens zomermoesson De gebergtes in China zorgen er dus voor dat het klimaat in China niet overal hetzelfde is. Ze houden de neerslag tegen die in de zomer wordt aangevoerd door de moessonwinden. Achter de bergen valt dus weinig neerslag, dat noemen we de regenschaduw. Maar klimaat draait om meer dan alleen neerslag, het gaat bijvoorbeeld ook om temperatuur. De zon schijnt loodrecht op de evenaar en daar is de straling van de zon dan ook het sterkste. Daarom: hoe dichter bij de evenaar, hoe warmer het wordt. China is een groot land, dus de verschillen zijn ook groter dan in een minder uitgestrekt land. De zon warmt het land veel sneller op dan de zee en het land koelt ook veel sneller af dan de zee. Als een gebied dichtbij de zee ligt en de wind waait vaak van de zee naar het land, dan zal dat gebied minder warme zomers hebben en minder koude winters. Is er in een gebied geen of weinig invloed van zeewinden, dan kan het in de zomer juist veel warmer worden en in de winter juist veel kouder. Opdracht 4: Op figuur 8 zie je de verschillende klimaten in China. In figuur 9 zie je de klimaatgrafieken van Beijing, Shanghai, Sancha (Hainan) en Urumqi. Kijk goed naar de verschillen in neerslag en de verschillen in temperatuur en kijk goed naar de verdeling van de klimaten op figuur 8. A. Beschrijf de verschillen in temperatuur en neerslag tussen de 4 steden en geef bij elke stad aan om welk klimaat het gaat. ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ B. Kijk nog eens naar figuur 5 t/m 8 en leg uit waardoor de verschillen van opdracht 4a worden veroorzaakt. ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ Opdracht 4 is een lastige vraag. Als je nog wat extra hulp kunt gebruiken, bekijk dan een filmpje over klimaatzones (http://geografielen.weebly.com/media/klimaatzonesschooltv) en deze animatie over temperatuur (http://geografielen.weebly.com/media/animatie-welke-factoren-hebben-invloedop-de-temperatuur). Figuur 8: Wereldkaart klimaten Figuur 9: Klimaatgrafieken China China is een bijzonder land met verschillende klimaten, zoals woestijnklimaat, steppeklimaat, hooggebergteklimaat, gematigd zeeklimaat, savanneklimaat en landklimaat. Er zijn zelfs kleine stukjes met tropisch regenwoudklimaat. Een groot deel van het (zuid)oosten van China heeft een gematigd zeeklimaat met natte zomers en droge winters. Dit klimaat is uitermate gunstig voor natte rijstbouw, die in China veel voorkomt. Omdat dit klimaat zo kenmerkend is voor een belangrijk deel van China noemen we dit klimaat ook wel het Chinaklimaat. In het Köppensysteem wordt dit klimaat vaak aangeduid met de letters Cw. De hoofdletter C staat voor zeeklimaat en de kleine letter w staat voor droge winter. Je vindt het Chinaklimaat ook op sommige plekken buiten China. Tot nu toe heb je geleerd hoe het landschap van China is gevormd en hoe dit landschap, samen met de factoren neerslag en temperatuur gezorgd heeft voor een grote variatie in klimaten in China. We kunnen China indelen in vijf grote gebieden (figuur 10), te weten: A. Tibetaans Hoogland B. Tarimbekkens van Sinkiang C. Binnen-Mongoolse Hoogland D. Centrale vlakte van Mantsojoerije E. Laagland van Oost-China Figuur 10: Gebieden in China Opdracht 5: A. Bedenk je in welke van deze 5 gebieden je het prettigst zou kunnen wonen. Leg uit waarom je voor dat gebied hebt gekozen. __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ Nadat je antwoord hebt gegeven op opdracht 5a kun je figuur 11 bekijken. Hierop zie je de bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding van de bevolking van China. Het zal je opvallen dat een groot deel (ongeveer 80%) van de bevolking in één regio woont. Is het dezelfde regio die jij had opgeschreven bij opdracht 5a? Figuur 11: Bevolkingsdichtheid China Het is natuurlijk opvallend dat er zo veel mensen in één gebied wonen terwijl het land zo enorm groot is. Maar dat is wel te verklaren met wat je tot nu toe geleerd hebt. B. Leg uit hoe het reliëf, de landschappen en de klimaten in China ervoor gezorgd hebben dat de meeste mensen in China in het (zuid)oosten wonen. ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ Het kerngebied van China, dat is vernoemd naar de eerste keizer, heette Chin en ligt meer in de laaglanden van China. Dit was vlakke grond in de dalen van de grote rivieren. De rivieren werden gebruikt voor irrigatie van de landbouwgronden. Het gebied werd geleid door de Han-keizers en onder de keizers was een laag van provinciebestuurders en grootgrondbezitters die uit naam van de keizer het gebied bestuurden. De bestuurders lieten de boeren op hun land werken en boden hen bescherming. In ruil daarvoor moesten de boeren het land bewerken, producten en belasting afstaan en meevechten als er oorlog was. Dit noemen we het feodale leenstelsel. Figuur 12: Han-keizerrijk In de 19e eeuw, toen de Europese landen steeds meer gebieden in Azië (en de wereld) gekoloniseerd hadden, werd het voor het keizerrijk China steeds moeilijker. De keizer kon zijn land niet goed verdedigen tegen de Engelsen, Fransen en andere westerse landen. De westerse landen kregen controle over steden en gebieden aan de kust en verdeelden deze steden en gebieden onder elkaar. De wetten van deze landen gingen ook gelden in deze gebieden. Zo is Hongkong tot voor kort onder controle gebleven van het Verenigd Koninkrijk en Macau is ook pas recentelijk teruggegeven aan China door Portugal. In 1911 barstte de bom en werd de laatste keizer afgezet door een meer ontwikkelde burgerij in China. Zij noemden zichzelf “nationalisten” en wilden de buitenlanders uit het gebied verdrijven. Voor een groot deel slagen ze hierin, maar er ontstaat wel een burgeroorlog tussen de nationalisten en de communisten. De communisten wilden het land eerlijk verdelen onder de mensen en op deze manier zou er dus een einde komen aan het grootgrondbezit dat al meer dan 2000 jaar aanwezig was in China. In 1949 wonnen de communisten en de nationalisten vluchtten toen naar het eiland Taiwan om daar een eigen republiek te stichten. China en Taiwan vechten tot op de dag van vandaag nog steeds om wie zich het ‘echte’ China mag noemen. Onder leiding van Mao Zedong (de Voorzitter) wordt het land niet onder de boeren verdeeld, maar wordt het gemeenschappelijk bezit gemaakt (gecollectiviseerd). De regering bepaalt dus wat er met het land gebeuren zal en wie erop mag werken en iedereen die op het land werkt, werkt voor heel China. Zowel op politiek als economisch gebied is het communisme dus een grote verandering in China. In dit filmpje (http://geografielen.weebly.com/media/video-communisme-in-china) wordt kort uitgelegd hoe de politiek in China wordt uitgevoerd. Figuur 13: Mao Zedong In de jaren ’80, na de dood van Voorzitter Mao, verandert er veel in China. De regering wil niet achterblijven bij de economische ontwikkeling van andere grote landen en besluit om privébedrijven en buitenlandse ondernemingen toe te laten in sommige gebieden van het land. Mede hierdoor stijgt de productie in China enorm en wordt het de “fabriek van de wereld”. China krijgt naast een grote primaire sector (landbouw en grondstoffen) een enorme secundaire sector (industrie). De gebieden, die met name aan de (zuid)oostkust van China liggen, worden Speciale Economische Zones (SEZ) genoemd. Buitenlandse bedrijven kunnen in samenwerking met Chinese staatsbedrijven (joint venture) goederen produceren in deze SEZ’s. Figuur 14: SEZ's in China Opdracht 6: A. Bekijk figuur 14 met daarop de SEZ’s in China. Bedenk 2 redenen waarom buitenlandse bedrijven graag in China willen produceren. ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ B. Waarom zullen de SEZ’s vooral aan de kust en aan de grenzen liggen? ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ C. Bedenk 2 voordelen die China haalt uit de SEZ’s. ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ De SEZ’s zijn een groot succes, maar hebben ook tot gevolg dat de gebieden in het (zuid)oosten, waar de meeste van deze zones aanwezig zijn, nog meer mensen trekken. Want in de SEZ’s is werk en in het binnenland veel minder. Hierdoor zullen er steeds meer mensen naar de grote steden aan de kust trekken en steeds minder mensen in het binnenland overblijven. In sommige gebieden levert dat problemen op voor de regering. We zien op figuur 11 dat de gebieden Tibet, Xinjiang en BinnenMongolië in het westen, noordwesten en noorden van China erg dunbevolkt zijn. Deze gebieden horen ook niet tot het originele kerngebied van China en er wonen ook mensen met een andere culturele achtergrond dan de Han-Chinezen. Deze groepen noemen we etnische minderheden. Op figuur 16 kun je zien welke etnische groepen er in China zijn. Figuur 15: Etnische groepen in China Om toch controle te houden over de verre provincies waar deze etnische minderheden wonen, probeert de Chinese overheid Han-Chinezen te stimuleren om in deze gebieden te gaan wonen. Zij krijgen dan gunstige posities en economische vrijheden. De SEZ’s hebben gezorgd voor een economische groei in het (zuid)oosten van China, maar in het binnenland van China is deze groei veel minder. Hierdoor zijn grote verschillen (figuur 16) ontstaan tussen de gebieden in China (regionale ongelijkheid). Figuur 16: Regionale ongelijkheid: BNP/capita in China in 2011 En zoals je op figuur 17 kunt zien zijn er ook grote verschillen in arm en rijk tussen de mensen in China (sociale ongelijkheid). Figuur 17: Sociale ongelijkheid in China Volgens metingen van de Verenigde Naties leven in China nog zo’n 40 miljoen mensen onder de armoedegrens (bestaansminimum). Dat is ongeveer 2,8% van de gehele bevolking en deze miljoenen mensen wonen voornamelijk op het platteland. De overheid probeerd het binnenland ook te ontwikkelen aan de hand van het ‘China Western Development’-programma. Door de aanleg van grote wegen, spoorwegen, vliegvelden, elektriciteitscentrales en het opzetten van regionale industrieën wordt een situatie gecreëerd waarin een gebied zich kan ontwikkelen. Ook worden in meer steden in het binnenland buitenlandse bedrijven toegelaten, zoals in Chongqing en Chengdu. Figuur 18: Verdeling centrum, semiperiferie en periferie Opdracht 7: A. Bekijk figuur 18. Tot welke groep landen behoort China? ______________________________________________________ B. Wat zijn de kenmerken van deze groep landen? (Noem er tenminste 2) ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ C. Wat is het nadeel van deze kaart? Met andere woorden, wat kun je op deze kaart niet zien? ______________________________________________________ ______________________________________________________ Hoewel er in China dus een grote secundaire sector (industrie) aanwezig is, werken de meeste Chinezen nog steeds in de primaire sector (landbouw en grondstoffen). China is namelijk de grootste teler van rijst en tarwe ter wereld en ook de gewassen gerst, pinda’s, graan, sojabonen, katoen, tabak en aardappels zijn een belangrijke bron van inkomsten voor het land. Het land heeft ook grote voorraden steenkool (grootste voorraden ter wereld) en in het gebied rondom Urumqi wordt ook geboord naar aardgas en aardolie. En dat is hard nodig, want met de grote bevolking van China die zich langzaam steeds verder ontwikkeld, is er ook een steeds groter energieverbruik in het land. China is de grootste verbruiker van energie ter wereld. Maar als we het bekijken per hoofd van de bevolking, verbruikt de Verenigde Staten nog veel meer. Omdat de grondstoffen in China niet voldoende zijn om te voorzien in de energiebehoefte van het land, moet China deze op andere plekken halen. Dit doen ze met name in Afrika en Zuidoost-Azië. Ze sluiten contracten af met de landen daar om grondstoffen te mogen winnen. Als tegenprestatie investeert China dan in het aanleggen van infrastructuur in deze landen. Opdracht 8: A. Wat is het voordeel voor de landen in Afrika en Zuidoost-Azië om deze contracten met China af te sluiten? ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ B. Wat is het voordeel voor China als ze infrastructuur aanleggen in deze landen? ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ China komt op deze manier niet alleen aan extra grondstoffen, maar in sommige landen pachten ze ook stukken land waarop voedsel verbouwd kan worden voor de Chinese bevolking. Op deze manier kopen ze dus eigenlijk landbouwgrond om de voedselvoorziening veilig te stellen. In Myanmar en Laos legt China grote stuwdammen aan om elektriciteit te winnen. Het grootste deel van de opgewekte energie wordt gebruikt voor de Chinese industrie. Op deze manier breidt China haar invloed steeds meer uit over de wereld. Sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw heeft China dus ingezet op industriële ontwikkeling. Om deze ontwikkeling snel mogelijk te maken en het zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor bedrijven, had de Chinese overheid in eerste instantie weinig aandacht voor milieuwetgeving. Daarnaast had China een grote voorraad steenkool en werden er veel steenkoolcentrales gebouwd om energie op te wekken voor de industrie. De vervuilende centrales en het gebrek aan wetgeving heeft ervoor gezorgd dat de lucht, de rivieren en de bodem in China sterk zijn aangetast (milieuverontreiniging). Figuur 19: lucht-, water- en bodemaantasting in China De steenkoolfabrieken, industrie en toenemende hoeveelheid auto’s in China zorgen voor veel smog in en om de grote steden (foto 1, figuur 19). Het lozen van afval door fabrieken zorgt ervoor dat de rivieren vervuild raken (foto 2, figuur 19), terwijl deze rivieren de droge gebieden van drinkwater en irrigatie moeten voorzien. In de binnenlanden van China, langs de Jangtsekiang-rivier waren grote bosgebieden en natuurlijke hulpbronnen. Veel bomen zijn hier gekapt (foto 3, figuur 19) waardoor de grond gemakkelijk verzadigd raakt met water en gaat schuiven (bodemerosie), waarbij overstromingen en modderstromen een groot gevaar vormen in het bergachtige gebied. Bekijk de filmpjes (http://geografielen.weebly.com/media/videosmog-in-china-nos-modderstromen-in-china-nos) over smog en modderstromen in China. Om de kans op overstromingen in het laagland van Oost-China te verkleinen hebben de Chinezen in de grote rivieren stuwdammen aangelegd. Vaak worden daarbij ook waterkrachtcentrales aangelegd. De energie die op deze manier wordt opgwekt noemen we hydro-elektriciteit. Het is één van de vormen van alternatieve energie (figuur 20) die China langzaam steeds meer gaat gebruiken in plaats van steenkool, aardgas en aardolie, al zijn dat nog wel de voornaamste bronnen van energie in het land. Toch begint China steeds vaker milieuwetgeving toe te passen omdat de milieuproblemen ernstig zijn en onder invloed van klimaatverandering alleen maar meer problemen op zullen gaan leveren. Figuur 20: Bronnen van Energie in China De grootste en bekendste stuwdam met waterkrachtcentrale in China is de Drieklovendam in de Jangtsekiang-rivier (figuur 21). Figuur 21: Drieklovendam in China Opdracht 9: A. Bekijk het filmpje over de Drieklovendam (http://geografielen.weebly.com/media/video-drieklovendam-discovery). Schrijf daarna twee voordelen en twee nadelen van de stuwdam / waterkrachtcentrale op. ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ B. Weeg de voor- en nadelen van de Drieklovendam tegen elkaar af. Schrijf een kort betoog waarom jij vindt dat de Chinese overheid wel of geen gelijk had om deze stuwdam / waterkrachtcentrale aan te leggen. ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________ ______________________________________________________