p r oje ct pr oj ect R ESE A RCH R MAAK KENNIS MET de werkgebieden VAN NIBE Nationale database Het NIBE heeft in de afgelopen 20 jaar een brede scope van werkgebieden en projecten opgebouwd. ONT W materialen water innovatie ecologie gezondheid eee eee eee e e e ERP O energie R ESE A eee eee eee eee e AD VIE S A eee eee eee eee PU eee e e eee eee eee e e e eee eee eee eee e e e BLICA P I TIES eee R NS T U M I R RCH eee ENT D O UM D Vraag naar de andere folders uit de reeks ‘projecten’. Postbus 229, 1400 AE Bussum Telefoon: 035-6948233 Fax: 035-6950042 Email: [email protected] Internet: www.nibe.org 4 Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie Materialen zijn een essentieel onderdeel van onze gebouwde omgeving. Welke bouwmaterialen worden gebruikt is in grote mate bepalend voor de schade die een gebouw toebrengt aan zijn omgeving en het milieu. Het is daarom erg belangrijk dat inzichtelijk wordt welke materialen welke eigenschappen hebben. Het NIBE speelde een maatgevende rol in dit traject. Om de milieubelasting van materialen te kunnen bepalen zijn de rekeninstrumenten GreenCalc en GPRGebouw beschikbaar. Deze instrumenten gebruikten tot voor kort verschillende databases waardoor de milieubelastinguitkomsten voor eenzelfde gebouw of bouwwerk verschillend waren. Harmonisatie Op initiatief van NIBE, IVAM en W/E adviseurs en met ondersteuning van VROM, DGBC en de Stichting MRPI is er een traject van harmonisatie ingezet. Dit traject kent verschillende fases en loopt al een aantal jaren: Fase 1: opstellen van een geharmoniseerde bepalingsmethode, waarin beschreven wordt waaraan de instrumenten moeten voldoen om geharmoniseerde uitkomsten te verkrijgen. Fase 2: maken van een geharmoniseerde nationale database voor bouwproducten als basis voor alle berekeningen met de instrumenten. Fase 3: onderlinge harmonisatie van de instrumenten GPR-gebouw, GreenCalc en Breeam.nl, interessant hierbij is: de programma’s hebben niet allemaal dezelfde thema’s die beoordeeld worden, maar bij gelijke thema’s moeten de uitkomsten zo dicht mogelijk bij elkaar liggen. De fases 1 en 2 zijn afgerond. Aan fase 3 wordt gewerkt op het moment dat dit geschreven wordt (augustus 2010). Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie 1 p r oje ct pr oj ect VROM wil de milieukengetallen opnemen in het nieuwe Bouwbesluit. Op termijn zal er in het Bouwbesluit een prestatie geëist worden bij een gebouw of bouwwerk, vergelijkbaar met de EPC-eis. Deze prestatie eis zal dan kunnen worden uitgerekend met de geharmoniseerde instrumenten GreenCalc en GPR-gebouw. De Bepalingsmethode is in beheer gegeven bij de Stichting BouwKwaliteit (SBK). Nationale Database De volgende stap in het harmonisatietraject was het maken van één nationale database, welke door alle instrumenten gebruikt zal worden. Deze nationale database is door NIBE en W/E adviseurs samen gemaakt. De werkzaamheden zijn inmiddels afgerond en het beheer is overgedragen. Nu moet de industrie zelf de data nog bekijken en eventueel corrigeren en aanvullen. De nationale database bestaat uit subdatabases: - Basisprofielen database - Productkaarten database - Afdankscenario database Bepalingsmethode Het resultaat van fase 1 is de Bepalingsmethode ‘Materiaalgebonden milieuprestaties van gebouwen en GWW-werken’. Deze Bepalingsmethode is geschreven door het NIBE, met ondersteuning van IVAM en W/E adviseurs. De basis voor deze Bepalingsmethode is de NEN 8006:2004, inclusief het correctieblad mei 2007. Stichting MRPI (opgericht door de NVTB) heeft de afgelopen jaren het initiatief genomen tot het ontwikkelen van de NEN 8006 met toetsingsprotocollen. Dit vormt nu de basis van de bepalingsmethode en de nationale milieudatabase. Doordat de NEN 8006 ontwikkeld is op productniveau zijn er voor de bepalingsmethode op gebouwniveau extra afspraken nodig. De bepalingsmethode is gebaseerd op de milieugerichte levenscyclusanalyse (LCA). De bepalingsmethode inclusief de databases moeten er uiteindelijk toe leiden dat verschillende duurzaamheids-rekeninstrumenten een zelfde uitkomst geven voor de milieubelasting van een gebouw of bouwwerk. Deze milieubelasting kan worden uitgedrukt met milieukengetallen op basis van de schaduwprijzenmethodiek zoals Milieu-Index-Gebouw die door GreenCalc gegenereerd wordt. 2 De basisprofielen database is grotendeels gevuld aan de hand van analyses die met SimaPro 7 (rekenprogramma) en EcoInvent 2.0 (Zwitserse database) uitgevoerd zijn. Om de getallen te genereren worden er keuzes gemaakt met betrekking tot het gebruik van de beschikbare processen . Als er geen beschikbaar proces is, dan moet deze aangemaakt worden en in sommige gevallen zijn deze aangepast, zodat ze representatief zijn voor de Nederlandse situatie. Verder is er voor het genereren van de data een karakterisatie methode nodig. Met behulp van deze methode worden de milieueffecten bepaald zoals abiotsche uitputting, broeikaseffect e.d. Op dit moment wordt er gewerkt met de methode CML 2 baseline 2000. De productkaarten database bestaat uit productenkaarten welke opgesplitst zijn in materialen. Per materiaal zijn voor de productiefase, gebruiksfase en afvalfase kerncijfers per eenheid aangegeven. ling in onderdelen in kg weergegeven. Daarnaast worden zaken als levensduur e.d. weergegeven. De productkaarten database bevat dus geen milieudata, die zijn te vinden in de basisprofielen database. De afdankscenario database bestaat uit afvalscenario’s, die elk hun eigen specifieke milieubelasting met zich meebrengen. Elk materiaal heeft een afvalcode met een bijbehorend afvalscenario. Voor ieder afvalscenario is bepaald welk deel van het materiaal gestort, verbrand en/of gerecycled wordt. Het materiaal EPDM heeft de afvalcode 020 waar het afvalscenario van kunststoffen bij hoort. Volgens de bovenstaande gegevens zal 20% van het materiaal gestort worden, 80% verbrand en er wordt niets van het EPDM gerecycled. De milieudata hiervan zijn weer te vinden in de basisprofielen database. Voor de stort van kunststoffen is een basisprofiel bepaald, evenals voor de verbranding van kunststoffen. De nationale database is aan de Stichting BouwKwaliteit (SBK) in beheer gegeven. De database eigenaren hebben hun eigen database gegevens gratis beschikbaar gesteld, maar daarvoor licentierechten terug gekregen. zoals NIBE. Branches kunnen eenmalig kosteloos hun branchegegevens in de milieudatabase inzien en verandervoorstellen voorleggen. De komende jaren zal nog gewerkt worden aan het verder invullen van de nationale database. Inmiddels is duidelijk geworden dat er vanuit het buitenland belangstelling bestaat voor de manier waarop wij hier in Nederland een nationale database hebben opgezet. Mogelijk kan dit traject in de toekomst breder getrokken worden. Harmonisatie instrumenten In het voorjaar van 2010 is besloten om te starten met de derde fase van het harmonisatietraject, om na het harmoniseren van de bepalingsmethode (fase 1) en de daaraan verbonden databases (fase 2), ook de rekenregels in de instrumenten GPR Gebouw en GreenCalc te harmoniseren (fase 3), zodat er ook eenduidigheid in de rekeninstrumenten komt. Dit traject wordt ondersteund door DGBC en VROM. Daarnaast hebben de partijen afgesproken een toetsingsprotocol op te stellen. Met dit toetsingsprotocol kunnen eigenaren van rekeninstrumenten hun instrument valideren. Met deze aanpak zorgen W/E adviseurs en Stichting Sureac als eigenaren dat hun instrumenten op eenduidige manier met de nationale bepalingsmethode en de databases omgaan. Op termijn zal er in het Bouwbesluit een prestatie geëist worden bij een gebouw of bouwwerk, vergelijkbaar met de EPC-eis. De nationale database is niet via internet te raadplegen en zal alleen toegankelijk zijn voor degene die een (deel)licentie contract met SBK hebben afgesloten Voorbeeld: Het product ‘buitenbeglazing’ wordt in de productkaart uitgesplitst in verschillende componenten: profiel, beglazingskit, dubbel glas en afstandhouder. De eenheid is m2 en per m2 wordt de verde- Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie 3