‘NU in het museum: het verzamelen van hedendaags erfgoed’ Verslag voorjaarsdag Sectie Collecties, 18 april 2013, Museum Rotterdam (notulist: Liza Lankhaar) A. Ochtend: lezingen Theorievorming Léontine Meijer-van Mensch (Docent erfgoedtheorie en ethiek Reinwardt Academie en voorzitter International Committee for Collecting COMCOL) sprak over de methodiek van het eigentijds verzamelen. Meijer-van Mensch begon haar verhaal met de verschillende definities die er zijn op het gebied van eigentijds verzamelen. Iedereen heeft zijn of haar eigen idee bij het begrip eigentijds verzamelen. Volgens Meijer-van Mensch is ‘documenteren van de eigen tijd’ de meest toepasselijke definitie. Op het gebied van verzamelen zijn er twee verschillende verzamelstrategieën te onderscheiden: Retrospectief verzamelen Eigentijds verzamelen ‐ Selecteren uit incomplete samenhangende bestanden (archieven, archeologisch erfgoed) ‐ Selecteren met antropologische blik als niet‐betrokken buitenstaander ‐ Samenbrengen van gedecontextualiseerde (en gerecontextualiseerde) losse objecten ‐ “Self‐documentation” Tijdens het verzamelen gaat het niet alleen over het object dat verzameld wordt, maar ook over het gehele proces van de musealisering van objecten. Het product (het verzamelde object) is een document van het proces. In 1977 werd het netwerk SAMDOK opgericht. SAMDOK is een netwerk van Scandinavische musea voor het organiseren en de verdeling van verantwoordelijkheden van verzamelen. De primaire missie van het netwerk: het helpen van cultuurhistorische musea in het verzamelen van hedendaagse objecten. Daarvoor hanteert SAMDOK verschillende selectie criteria: Hoe vaak komt iets voor? Hoelang wordt iets gebruikt? Eerste object van een fenomeen (iPad of een auto) Representativiteit Uitstraling Object uit subcultuur Vorm/design SAMDOK is voor vandaag en morgen. Het netwerk traint en ondersteunt de leden. SAMDOK kan gebruikt worden als leermiddel, zodat musea niet steeds weer opnieuw het wiel hoeven uit te vinden op het gebied van eigentijds verzamelen. 1 Meijer-van Mensch sluit haar verhaal af met een voorbeeld van een project dat volgens haar een goede manier van het ‘documenteren van de eigen tijd’ is. Sinds een aantal jaar is er in Zweden het project ‘Christmas gift of the year’. Dit is een jaarlijkse zoektocht in Zweden naar het object wat representatief is voor dat specifieke jaar. Het object dat gekozen is tot het kerstcadeau van het jaar 1 wordt toe gevoegd aan de collectie van The Museum of Scandinavian Culture. 1 http://www.hui.se/en/christmas-gift-of-the-year Geraadpleegd op 23-05-2013 2 Praktijkvoorbeeld van Museum Rotterdam Irene van Renselaar (urban curator) en Sjouk Hoitsma (conservator) vertelden aan de hand van het project ‘Stad als muze’ welke ervaringen Museum Rotterdam heeft met publiekparticipatie. ‘Stad als muze’ is een tijdelijk project dat verweven is met de reguliere werkzaamheden van het museum. Voor het project is Irene van Renselaar de wijk in getrokken om in contact te komen met de bewoners van Rotterdam. ‘Stad als muze’ is gebaseerd op eerdere ervaringen van het museum. De bijbehorende website legt het als volgt uit: Rotterdam is alle Rotterdammers samen. Museum Rotterdam is daarom op zoek naar bewoners die over het leven in Rotterdam willen vertellen. De verzamelde verhalen en voorwerpen vormen een hedendaagse geschiedenis van de stad. Om de verhalen van zoveel mogelijk verschillende Rotterdammers te horen gaat een urban curator de stad in. Het museum wordt zo onderdeel van diverse stedelijke netwerken, neemt deel aan het lokale leven en verzamelt met de bewoners het hedendaags erfgoed. Het museum begint het participerend onderzoek op wijkniveau, sluit aan bij een passend thema uit de buurt en betrekt individuele bewoners. Tussentijdse evenementen en presentaties tonen ter plekke de resultaten en dagen bezoekers uit hun eigen verhaal van Rotterdam te delen. In vier jaar tijd komen 2 Rotterdam Zuid, Noord, Oost en West aan bod. Resultaten van ‘Stad als muze’: Contact met de bewoners van Rotterdam is zeer belangrijk om te weten wat er speelt in de stad Resultaten van deelproject ‘Vrouwen van de Velden’ verwerkt in een magazine ‘Every Woman’. De coverfoto van dit magazine is toegevoegd aan de collectie maar er zijn geen fysieke objecten toegevoegd aan de collectie. Het museum heeft geleerd voor een ‘stad als muze 2.0’ dat het project verbonden moet zijn aan een tentoonstelling en meer gericht op het verkrijgen van objecten en niet alleen gericht op verhalen. Momenteel werkt het museum aan deelprojecten die afgeleid zijn van ‘Stad als muze’. Publiek en collectievorming/-waardering Als derde spreker van de dag vertelde Tessa Luger (Programmeur Waarde en Waardering Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) over de rol van het publiek bij collectievorming en -waardering. De vraag die centraal staat in deze lezing: Wie bepaalt de waarde van ons erfgoed? Momenteel zijn er meer vragen dan antwoorden op dit gebied. Het is dus van belang om van te voren na te denken over wat je als museum wil bereiken met een bepaald project en aan de hand daarvan bepaalde vormen van participatie te kiezen die passen bij jouw doelstelling. Volgens Luger kan het publiek op zes verschillende wijzen een rol spelen bij de collectievorming en -waardering. Zij benoemt de verschillende rollen die het publiek kan innemen als volgt: mecenas, informant, connaisseur, collectionneur, programmeur en criticus. Per rol geeft zij een korte toelichting met een aantal voorbeelden van projecten die zich nu afspelen of hebben plaatsgevonden. Publiek als mecenas → Wie betaalt, bepaalt? Rijksmuseum Twenthe, aanwinst Amsterdam Museum, restauratie Klaviermuziek Händel Publiek als informant → Hoe betrouwbaar zijn die gegevens? Glaswiki Red een portret Community Joods Monument Publiek als connaisseur → Maar wat als het publiek ‘nep’ mooier vindt? 2 http://stadalsmuze.historischmuseumrotterdam.nl/info Geraadpleegd op 23-05-2013 3 Teylers Museum Ned. Openluchtmuseum Cobramuseum Publiek als collectionneur → Willen we die spullen eigenlijk wel hebben? Scherven en geluk Thuis in Zoetermeer De 10 van 2012 Publiek als programmeur → Kun je de keuze van het publiek verdragen? Expose KunstRijk Emmen Play BKR Eindhoven Publiek als criticus → Maar leidt dat niet tot ‘smaakinflatie’? Programma ‘Restauratie’ hetnationalelezersonderzoek.nl Hollandse Nieuwe Afsluitend herhaalde Luger de vraag die musea zich van te voren moeten stellen: Mag het publiek ‘meewaarderen?’ En in welke rol wil jij als museum jouw publiek zien? Kortom: belangrijke stof om over na te denken. Praktijkvoorbeeld van Huis van Alijn De laatste lezing werd gegeven door Sylvie Dhaene (Directeur Huis van Alijn te Gent). Huis van Alijn is een collectiebeherende instelling met de focus op erfgoed van alledag. Het museum is erkend op Vlaams niveau sinds 2009. Het museum beschikt tevens over een kenniscentrum (Studio Alijne). In de loop der jaren heeft het museum een nieuw profiel ontwikkeld waarin een actieve inzet van publiek bij de opbouw van digitale collectie (foto en film) een grote rol speelt. Publieksparticipatie is als basisbeginsel opgenomen in de missie van het museum. Het publiek krijgt een cruciale rol in de collectie-en kennisopbouw, deling collectieontsluiting, communicatie en marketing. Enkele voorbeelden van projecten waarin werd samengewerkt met het publiek: ‘Hoge hakken, roze brillen/mannen met baarden’, ‘Identificatiekamer’ en ‘Uit de verzameling van een hobbykok’. Als praktijkvoorbeeld bespreekt Dhaene de opbouw van nieuwe digitale collecties in samenwerking met het publiek. Er wordt aangeven dat het van belang is om duidelijke doelstellingen te hebben voor een project en deze ook duidelijk en helder te communiceren naar je publiek. Uit ervaring van het museum blijkt dat de communicatie met het publiek zeer belangrijk is. Mensen willen alles weten en willen ook graag resultaat zien als ze ergens aan meewerken. Het is van belang dat je geen verkeerde verwachtingen wekt bij je publiek. Belangrijke ervaringen die Huis van Alijn heeft opgedaan: Bewust een keuze voor tijd en opbouw van projecten. Geen eenmalige ‘losse leuke acties’ of ‘mensen bezig houden’. Een bewuste keuze voor een langetermijnproject en continuïteit. Essentieel: van project naar structurele inbedding in de workflow van je organisatie. Keuze voor een specifiek onderwerp werkt beter dan een algemene oproep. Herkenbaarheid en emotie als positieve triggers voor deelname. Belangrijk dat het deelnemende publiek zich betrokken en geïnformeerd voelt. Duidelijke afspraken maken (contracten over het gebruik van het materiaal). Investeren in transparante communicatie en het opbouwen van respect en vertrouwen met het publiek. De rol en bijdrage van het publiek erkennen en bevestigen: ‘zonder uw medewerking zou er geen…’ De wijze van werken (mensen komen langs, sturen brieven, mails etc.) heeft belangrijke gevolgen voor de werking van je organisatie. Elke medewerker is een publieksmedewerker! 4 Laagdrempeligheid en persoonlijk contact zijn succesfactoren. Het museum beschikt over acht voltijds medewerkers. Vaak zitten er twee personen op één project. Deze manier van werken is door de gehele organisatie verweven. Het museum selecteert op thema en kwaliteit, de selectie die plaatsvindt is wel subjectief maar Huis van Alijn probeert in zijn keuzes zo transparant mogelijk naar het publiek te zijn. Het is belangrijk dat je je keuzes helder onderbouwt en dat je op een beleefde manier ‘nee’ kan zeggen tegen een object. Hierbij is sociaal zijn en goed communiceren van groot belang. Momenteel werkt Huis van Alijn aan de tentoonstelling ‘tijd voor 80’. Hierop volgend kwam de vraag hoe je het beste om kan gaan met nostalgie. Hoe zorg je ervoor dat er niet een eenzijdig tijdsbeeld ontstaat? Want je wil niet alleen de leuke kanten van een tijdsperiode laten zien maar ook de minder leuke kanten. Vanuit het publiek kwam hierop het antwoord dat je als professional probeert te sturen en de balans probeert te zoeken rondom nostalgie. B. Middag: rondetafelgesprekken Scherven & Geluk: over draaiboeken en beleidsvragen Het eerste rondetafelgesprek was onder leiding van Karin Gaillard, conservator van Keramiekmuseum Princessehof. Zij vertelde over haar ervaringen met eigentijds verzamelen aan de hand van het project ‘Scherven & Geluk’. Het Princessehof organiseerde deze tentoonstelling in 2009 omdat het Princessehof meer én andere bezoekers wou trekken naar het museum. Daarnaast was dit een oriëntatie op de maatschappelijke functie van keramiek. Maar hoe organiseer je nu zoiets? Het museum koos voor een laagdrempelig onderwerp, met aandacht voor verhalen en wilde hierbij gebruik maken van publieksparticipatie. Het museum plaatste de volgende oproep: ‘Kocht of kreeg u een servies toen u trouwde? Of heeft u het huwelijksservies van uw ouders of grootouders geërfd? Dan weet u hoeveel herinneringen daar aan verbonden kunnen zijn. Wij zijn nieuwsgierig naar uw servies en het verhaal erachter.’ Karin vertelde dat het museum 240 reacties uit heel Nederland kreeg. Mensen van verschillende leeftijden, uit alle lagen van de bevolking gaven gehoor aan de oproep. Het leverde het museum een ste overzicht van het aanbod van trouwserviezen in Nederland in de 20 eeuw. Waarin de opkomst en neergang van de traditie van het huwelijkservies te volgen is. De diversiteit van de aangeboden objecten was groot, zoveel mensen, zoveel verschillende smaken. Het museum koos ervoor om geen selectie te laten plaatsvinden en alle 240 inzendingen te accepteren. Uiteindelijk werden 180 serviezen in de tentoonstelling geplaatst. Logistiek gezien was het een grote uitdaging om de 180 objecten bij het museum te krijgen. Daarom organiseerde het Princessehof verschillende inbrengweekenden zodat de eigenaren van de serviezen de objecten langs konden brengen. Voor elk inbrengweekend was een strak schema opgesteld. Voor elk object was tien minuten ingepland om het object uit te pakken, te controleren en te administreren. De tien minuten bleken wel erg weinig te zijn aangezien de eigenaren van het object maar al te graag tijdens het proces hun verhaal nogmaals wilden vertellen. Belangrijk was dat er tijdens het gehele proces persoonlijke aandacht voor de mensen én de bruiklenen was. Uiteindelijk heeft het museum 180 foto’s van alle getoonde serviezen plus trouwfoto, de persoonlijke verhalen over de serviezen (brieven, e-mails), 8 filmportretten van Michiel van Erp en 20 ingesproken verhalen voor de audiotour ‘verzameld’. Tijdens het project zijn geen fysieke objecten toegevoegd aan de collectie van het museum. Het ging alleen om tijdelijke bruiklenen ten behoeve van de tentoonstelling. Do’s & don’t’s inzake publieksparticipatie volgens het Princessehof: Persoonlijke benadering en vaste contactpersonen ‘Klant is koning’-mentaliteit – vermijd conflictsituaties Gedetailleerde draaiboeken – niets aan toeval overlaten Schriftelijke afspraken over bruiklenen, transport, verzekering etc. Nazorg – bruikleengevers worden ambassadeur van het museum 5 Opname in relatie-adressenbestand Discussiepunten in de organisatie waren voornamelijk op het gebied van het tentoonstellingsbeleid en het verwervingsbeleid. Passen we het verwervingsbeleid aan aan de nieuwe presentatiestrategie of niet? Ook vroeg het museum door dit project zich af of ze ‘museale’ serviezen blijven verzamelen of ste dat ze ook moesten kijken naar serviezen die de Nederlandse algemene smaak van de 20 eeuw vertegenwoordigen. Beleidstechnisch zijn dit belangrijke punten om van te voren over na de denken. Want wat wil je eigenlijk bereiken met een project? Is het gericht op je tentoonstellingspresentatiebeleid? Of ook op je collectieverwervingsbeleid? Is het beleid op beide gebieden op elkaar afgestemd of kies je bewust voor een andere werkwijze? ‘Thuis’ in Zoetermeer: museumautoriteit ter discussie Jouetta van der Ploeg (directeur Stadsmuseum Zoetermeer) begon het gesprek met een korte samenvatting over het project ‘Give&Take’. Dit was een inwisseltentoonstelling over ‘Thuis’ in Zoetermeer die van eind 2008 tot en met begin 2009 in het Stadsmuseum plaatsvond. Aan de inwoners van de stad werd tijdens Give&Take gevraagd om een voorwerp aan het museum te schenken, dat voor hen het bijzondere karakter van Zoetermeer symboliseert. Om mensen te stimuleren om deel te nemen, mocht het voorwerp worden ingewisseld voor een mooie fles champagne of voor een bijzondere fles bronwater. De objecten werden tentoongesteld met het verhaal van de schenker, dat de keuze van het object verklaarde. Het museum voerde geen redactie door de voorwerpen op een bepaalde manier te ordenen en van toelichting te voorzien. Het museum stelde daarmee zijn autoriteit ter discussie. Het gaf aan dat de bewoners de eigenlijke experts zijn; dat het hun verhalen zijn die als puzzelstukjes gezamenlijk ‘het’ verhaal van Zoetermeer vormen, fragmentair, onaf, maar authentiek. Aan het einde van de tentoonstelling werden de ingebrachte objecten door het museum bewaard als de Collectie Zoetermeer 2008. Deze collectie bestaat uit een bonte reeks van 86 uiteenlopende 3 objecten en evenzoveel uiteenlopende achterliggende verhalen. Er is een enquête uitgevoerd onder de deelnemers van het project. Het doel was om te weten te komen wat hun beweegredenen waren om mee te doen. Uit deze enquête bleek dat de voornaamste redenen waren: Veilige plek voor hun object Leuk initiatief Voelen zich betrokken bij de stad Zoetermeer door dit project Opmerkelijk detail dat naar voren kwam uit de enquête was dat iedereen zijn eigen object helemaal het einde vindt, maar de rest van de objecten niks voor vindt stellen en niet begrijpt waarom die objecten ingezonden zijn. Bevindingen van het project: Het onderwerp was te breed. Voor een volgende keer wil het museum het onderwerp specifieker maken. Er waren van te voren geen selectiecriteria opgesteld. Hierdoor liep het museum tegen problemen aan . Het project heeft geen nieuwe bezoekers naar het museum getrokken. Iets wat het museum wel graag wilde. Er is een boek verschenen over het museale experiment. Titel: 4289 Wisselwerking. De Wonderkamer van Zoetermeer (2009) Na het project is het museum tot de conclusie gekomen dat het duidelijker had moeten communiceren met het publiek wat het wilde en meer de regie over het project moeten voeren. Het was een experiment om te kijken wat er zou gebeuren als het publiek alle touwtjes in handen zou hebben en de uitkomst hiervan bleek niet overeen te komen met de verwachtingen van het museum. 3 http://www.stadsmuseumzoetermeer.nl/archief/tentoonstelling/wisselwerking Geraadpleegd op 23-05-2013 6 Vanuit de groep werden veel vragen gesteld over de wijze waarop het museum het project had aangepakt. Er volgde een stevige discussie over wat de beste manier is om bewust om te gaan met eigentijds verzamelen. De groep kwam tot de conclusie dat het geheel (object, verhaal én de presentatie) zeer belangrijk is. Men was het erover eens dat een ideale situatie zou zijn als je één groot project start dat jaarlijks herhaald wordt (zoals het project ‘The christmas gift of the year’), zodat je een (relatief) compleet beeld krijgt van een bepaalde tijdsperiode. Immaterieel erfgoed: vragen, valkuilen en oplossingen Hester Dibbits (lector Reinwardt Academie, programme director Master of Museology) leidde het gesprek waarin de nadruk lag op immaterieel erfgoed. Hester begon met de vraag: hoe belangrijk is een object in een tentoonstelling? Vanuit de groep kwam als antwoord: niet alleen het object is belangrijk, maar ook het verhaal erom heen en de manier waarop het object gepresenteerd wordt. Deze verschillende aspecten maken het geheel compleet. Met name op het gebied van immaterieel erfgoed bestaan veel vragen over wat je nou precies wil/kan/mag verzamelen en hoe je dat dan kan doen. Ook was er de vraag: wil je wel alles zelf verzamelen van een bepaalde stad of laat je bepaalde onderwerpen, zoals taal, door andere musea of instanties verzamelen? Men was het erover eens dat het beter is om niet álles te willen hebben in je collectie maar om liever met verschillende instellingen samen te werken en gebruik te maken van elkaars specifieke collectie. Nostalgie is een grote valkuil bij het verzamelen van immaterieel erfgoed → Je neigt ertoe alleen de leuke kanten te onthouden, vast te leggen, te laten zien. Let erop dat je niet één kant van het verhaal laat zien. 7