Wetenschapsactiviteit Omdat we de mogelijkheid niet hadden om iets te bezoeken tijdens de wetenschapsweek, zijn wij op zoek gegaan naar een alternatief, een museum. Na wat rond te surfen op het internet zijn wij tot een website gekomen van de Universiteit Gent. Op de campus van de universiteit is namelijk een museum voor de geschiedenis van de wetenschappen. Het Museum voor de Geschiedenis van de Wetenschappen brengt de collectie van historische wetenschappelijke instrumenten van de Universiteit Gent onder één dak. Aan de hand van de technologische vooruitgang van deze instrumenten schetst dit museum de geschiedenis van de verschillende wetenschapstakken. Verschillende Gentse wetenschappers worden in dat museum in het licht gezet, zoals Joseph Plateau (de vader van de film), Leo Baekeland (de uitvinder van de eerste kunststof), en August Kekulé (de grondlegger van de aromatische chemie). Je kan er ook een aantal opmerkelijke collecties bezichtigen, zoals de collectie historische en hedendaagse microscopen, verschillende elektriseermachines en een uitgebreide verzameling landmeetkundige en scheikundige instrumenten. Het museum toont niet enkel instrumenten die voor onderzoek werden gebruikt, maar ook demonstratietoestellen bij het wetenschappelijk onderwijs. Zo verzamelde Joseph Plateau tientallen natuurkundige instrumenten. Joseph Plateau 1801-1883 August Kekulé 1829-1896 Leo Baekeland 1863-1944 Het Museum voor de Geschiedenis van de Wetenschappen biedt ook de mogelijkheid om met leerlingen op een meer interactieve manier in het museum aan de slag te gaan. Zo worden in het kader van tijdelijke tentoonstellingen interactieve demonstraties en/of workshop uitgewerkt voor leerlingen van het secundair onderwijs. Daarnaast bieden zij ook een vragenlijst waarmee de leerlingen zelfstanding in de tentoonstellingen op ontdekking kunnen gaan. Indien mogelijk worden deze demonstraties en workshops met de tijd aangepast, teneinde deze blijvend te kunnen aanbieden. Een demonstratie / workshop voor leerlingen duurt ongeveer 1 uur en kost € 30 (per groep van maximum 25 personen). De aanbod bestaat momenteel uit de volgende demonstraties en workshops: Biologie van de voeding: wat is de samenstelling van onze voeding, waarom eten wij, wat is bederf en hoe pogen wij dat tegen te gaan en hoe proeven wij, wat beïnvloedt onze smaak? Dit is een greep uit de vragen waarop we proberen een antwoord te vinden tijdens deze workshop. Fysica en Chemie in de keuken: koken is Fysica en Chemie. Hoe wordt warmte overgedragen naar ons voedsel, hoe produceren we die warmte, hoe werkt een inductiekookplaat of microgolfoven en wat kan een kok met vloeibare stikstof aanvangen? Het wordt al gauw duidelijk dat Fysica en Chemie uit ons dagelijks leven niet weg te denken zijn, en de leerlingen maken ook kennis met vloeibare stikstof en maken er zelfs een lekker roomijs mee. Cartografie: hoe raken we van een bol naar een plat vlak, hoe bepalen we onze schaal en hoe kunnen we uit een kaart informatie gaan aflezen? Enkele beginselen van de Cartografie worden uit de doeken gedaan en het wordt al snel duidelijk dat de keuze van de schaal en de gebruikte projecties een grote invloed uitoefenen op de wijze waarop wij de aarde grafisch voorstellen. Geschiedenis van de Landmeetkunde: van de Egyptenaren tot het invoeren van het metrisch stelsel. De leerlingen kunnen zelf aan de slag met enkele replica’s van Romeinse toestellen, zetten hoeken uit op de manier van de Egyptenaren en leren al snel het nut van een gestandaardiseerde lengte-eenheid. Geluid en Resonantie: wat is geluid, en hoe plant het zich voort. Hoe nemen wij geluid waar? De eigenschappen van een toon, met intensiteit, toonhoogte, en klank. En hoe vertaalt zich dat naar muziekinstrumenten? Verder wordt aandacht besteed aan trillende snaren, trillende staven, trillende luchtkolommen, trillende platen en vliezen, waar resonantie een sleutelbegrip is, en trillingen gevisualiseerd kunnen worden met Chladni figuren. Bij de aanvang van een nieuwe tijdelijke tentoonstelling organiseert het museum telkens een studiedag voor leerkrachten uit het secundair onderwijs. Deze studiedagen omvatten over het algemeen een aantal academische lezingen met betrekking tot het onderwerp van de tijdelijke tentoonstelling, een voorstelling van de educatieve workshops en een bezoek aan de tentoonstelling. Als je zelf nog student bent, net zoals ons, kan je gratis het museum bezoek. Al het materiaal is genummerd, waardoor je alles kan terugvinden in het boekje dat je in het begin van de rondleiding mee krijgt. Als je nog vragen hebt kan je jouw emailadres achterlaten met de vragen die je hebt. Later ontvang je dan een mail met de nodige informatie. Zoals eerder vermeld kan je verschillende collecties bezichtigen. Hieronder vindt u per rubriek een aantal foto’s met de nodige uitleg. Microscopen De Leeuwenhoek Aan het begin van de 17e eeuw kende de Republiek in Middelburg twee vermaarde lenzenmakers, Hans Lippershey (1570– 1619) en Sacharias Jansen (ca. 1585 – ca. 1632) die verbonden worden met de uitvinding van microscoop en telescoop. Hierdoor had de lakenhandelaar Van Leeuwenhoek de beschikking over lenzen en loepen voor de controle van stoffen. In 1648 kreeg hij voor het eerst een vergrootglas in handen: een loep voor de textielhandel met een vergrotende kracht van drie - een dradenteller. Elektriseermachines Batterij met 4 Leidse flessen De Leidse fles werd in 1746 in Leiden uitgevonden door Pieter van Musschenbroeck, die toen professor natuurkunde was aan de Universiteit van Leiden. Een jaar eerder was een dergelijke methode om elektrische lading op te slaan al uitgevonden door de Pruisische Duitser Ewald Georg von Kleist, maar doordat Van Musschenbroek over zijn vondst publiceerde, heeft zijn vondst ook internationaal de naam Leidse fles gekregen. Landmeetkunde Landmeters boussole Hoekmeetinstrument van landmeters uit 1881 Waterpasinstrument Een waterpas uit 1884 Scheepskompas Rekenmachine Een kompas voor op een schip uit 1912 Passers Latten Scheikunde Wat vonden wij van dit museum? We vonden het zeer interessant dat je de evolutie kon zien van hoe bepaalde zaken er vroeger uitzagen en hoe ze er nu uitzien (passers, rekenmachines, microscopen, kompassen…). Je ziet hoe alles is begonnen, je gaat terug naar het begin waar alles tot stand is gekomen. Want alle zaken die wij nu hebben worden van zelfsprekend genomen. Zaken als passers en rekenmachines gebruiken wij nu bijna ’dagelijks’ en is voor ons zeer logisch maar dat is niet altijd zo geweest. Het heeft ons zeer sterk aangetrokken hoe de zaken er toen uitzagen. De grote verschillen die er waren tussen nu en vroeger. Acht al die zaken zitten grote brains die wij en weinig mensen denken wij, kennen. We hebben kennis gemaakt met grote wetenschappers die we nog niet (of toch nog niet allemaal) kenden. Wij hebben nu dit museum individueel bezocht met behulp van een boekje met de nodige uitleg over alle zaken aanwezig in het museum. Maar als je dit zou bezoeken met je leerlingen, is het beter om een rondleiding te krijgen omdat het informatieboekje iets te ingewikkeld zal zijn. Het is zou ook leuker zijn moest je een workshop kunnen volgen om de leerlingen toch ook actief te laten meewerken dan enkel te moeten kijken en luisteren.