één God - Salvation of all

advertisement
De geheimenissen van
het Koninkrijk (1)
Studiedag 16 mei 2015 Urk
3 keer in de Schrift:
> Matth.13:13  de geheimenissen van het
Koninkrijk der hemelen.
> Marc.4:11 
het geheimenis van het
Koninkrijk Gods.
> Luk.8:10 
de geheimenissen van het
Koninkrijk Gods.
Wat is het Koninkrijk van de
hemelen?
Mattheüs 3
1 In die dagen trad Johannes de Doper op en
hij predikte in de woestijn van Judea,
2 en zeide: Bekeert u, want het Koninkrijk
der hemelen is nabijgekomen.
3 Hij toch is het, van wie door de profeet
Jesaja gesproken werd, toen hij zeide: De
stem van een, die roept in de woestijn:
Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn
paden.
Mattheüs 4
17 Van toen aan begon Jezus te prediken en
te zeggen: Bekeert u, want het Koninkrijk
der hemelen is nabijgekomen.
Jesaja 9
6 Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos
de vrede op de troon van David en over zijn
koninkrijk, doordat hij het sticht en
grondvest met recht en gerechtigheid, van
nu aan tot in eeuwigheid (…)
Daniël 2
44 Maar in de dagen van die koningen zal de
God des hemels een koninkrijk oprichten, dat
in eeuwigheid niet zal te gronde gaan, en
waarvan de heerschappij op geen ander volk
meer zal overgaan: het zal al die
koninkrijken verbrijzelen en daaraan een
einde maken, maar zelf zal het bestaan in
eeuwigheid.
Daniël 2
44 Maar in de dagen van die koningen zal de
God des hemels een koninkrijk oprichten,
Daniël 2
44 Maar in de dagen van die koningen zal de
God des hemels een koninkrijk oprichten,
Daniël 2
44 Maar in de dagen van die koningen zal de
God des hemels een koninkrijk oprichten,
dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan,
Daniël 2
44 Maar in de dagen van die koningen zal de
God des hemels een koninkrijk oprichten,
dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan,
> Koninkrijk van de hemelen
Daniël 2
44 Maar in de dagen van die koningen zal de
God des hemels een koninkrijk oprichten,
dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan,
> voor de aeonen (Hebreeuws: olam)
Daniël 2
44 (…) en waarvan de heerschappij op geen
ander volk meer zal overgaan:
het zal al die koninkrijken verbrijzelen en
daaraan een einde maken, maar zelf zal het
bestaan in eeuwigheid.
Daniël 2
44 (…) en waarvan de heerschappij op geen
ander volk meer zal overgaan:
het zal al die koninkrijken verbrijzelen en
daaraan een einde maken, maar zelf zal het
bestaan in eeuwigheid.
Daniël 7
27 En het koningschap, de macht en de
grootheid der koninkrijken onder de ganse
hemel zal gegeven worden aan het volk van
de heiligen des Allerhoogsten
Daniël 7
27 En het koningschap, de macht en de
grootheid der koninkrijken onder de ganse
hemel zal gegeven worden aan het volk van
de heiligen des Allerhoogsten
> Koninkrijk onder heel de hemelen
Daniël 7
27 En het koningschap, de macht en de
grootheid der koninkrijken onder de ganse
hemel zal gegeven worden aan het volk van
de heiligen des Allerhoogsten
Daniël 7
27 En het koningschap, de macht en de
grootheid der koninkrijken onder de ganse
hemel zal gegeven worden aan het volk van
de heiligen des Allerhoogsten
Daniël 9
24 Zeventig weken zijn bepaald over uw volk
en uw heilige stad (…)
Daniël 7
27 En het koningschap, de macht en de
grootheid der koninkrijken onder de ganse
hemel zal gegeven worden aan het volk van
de heiligen des Allerhoogsten
zijn koningschap is een eeuwig koningschap,
en alle machten zullen het dienen en
gehoorzamen.
> Gelijkenis van de zaaier
> Gelijkenis van de zaaier
> Onderbreking van de gelijkenissen:
• De discipelen vragen: waarom gelijkenissen?
Antwoord van de Here Jezus:
1. Omdat het jullie gegeven is de
geheimenissen van het Koninkrijk der
Hemelen te weten (:11)
2. Om de profetie van Jesaja te vervullen
(:13-14)
> Uitleg van de gelijkenis van de zaaier
Mattheüs 13
10 En de discipelen kwamen en zeiden
tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen in
gelijkenissen?
Mattheüs 13
11 Hij antwoordde hun en zeide: Omdat
het u gegeven is de geheimenissen van
het Koninkrijk der hemelen te kennen,
maar hun is dat niet gegeven.
Marcus 4
11 En Hij zeide tot hen: U is gegeven het
geheimenis van het Koninkrijk Gods, maar
tot hen, die buiten staan, komt alles in
gelijkenissen.
Mattheüs 13
12 Want wie heeft, hem zal gegeven
worden en hij zal overvloedig hebben;
maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal
hem ontnomen worden.
Mattheüs 13
12 Want wie heeft, hem zal gegeven
worden en hij zal overvloedig hebben;
maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal
hem ontnomen worden.
> Het woord van het Koninkrijk
Mattheüs 13
12 Want wie heeft, hem zal gegeven
worden en hij zal overvloedig hebben;
maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal
hem ontnomen worden.
Mattheüs 13
12 Want wie heeft, hem zal gegeven
worden en hij zal overvloedig hebben;
maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal
hem ontnomen worden.
> De geheimenissen van het Koninkrijk
Mattheüs 13
12 Want wie heeft, hem zal gegeven
worden en hij zal overvloedig hebben;
maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal
hem ontnomen worden.
> Het woord van het Koninkrijk
Mattheüs 13
12 Want wie heeft, hem zal gegeven
worden en hij zal overvloedig hebben;
maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal
hem ontnomen worden.
Mattheüs 13
12 Want wie heeft, hem zal gegeven
worden en hij zal overvloedig hebben;
maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal
hem ontnomen worden.
> (de verwachting van) het Koninkrijk
Mattheüs 13
13 Daarom spreek Ik tot hen in
gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien en
horende niet horen of begrijpen.
Mattheüs 13
14 En aan hen wordt de profetie van
Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor
zult gij horen en gij zult het geenszins
verstaan, en ziende zult gij zien en gij zult
het geenszins opmerken;
Mattheüs 13
14 En aan hen wordt de profetie van
Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor
zult gij horen en gij zult het geenszins
verstaan, en ziende zult gij zien en gij zult
het geenszins opmerken;
15 want het hart van dit volk is vet
geworden, en hun oren zijn hardhorend
geworden, en hun ogen hebben zij
toegesloten, opdat zij niet zien met hun
ogen, en met hun oren niet horen, en met
hun hart niet verstaan en zich bekeren, en
Ik hen zou genezen.
Handelingen 28
23 En nadat zij een dag met hem hadden
afgesproken, kwamen verscheidenen tot hem
in zijn verblijf, wie hij met nadruk het
Koninkrijk Gods voorstelde, pogende hen te
overtuigen ten opzichte van Jezus, uit de wet
van Mozes en de profeten, van de vroege
morgen tot de avond toe.
Handelingen 28
24 En sommigen gaven wel gehoor aan
hetgeen gezegd werd, maar anderen bleven
ongelovig;
25 en zonder het eens geworden te zijn,
gingen zij uiteen, nadat Paulus dit ene woord
gesproken had: Terecht heeft de Heilige
Geest door de profeet Jesaja tot uw vaderen
gesproken,
Handelingen 28
24 En sommigen gaven wel gehoor aan
hetgeen gezegd werd, maar anderen bleven
ongelovig;
25 en zonder het eens geworden te zijn,
gingen zij uiteen, nadat Paulus dit ene woord
gesproken had: Terecht heeft de Heilige
Geest door de profeet Jesaja tot uw vaderen
gesproken,
Handelingen 28
26 zeggende: Ga heen tot dit volk en zeg:
Met het gehoor zult gij horen en gij zult het
geenszins verstaan, en ziende zult gij zien en
gij zult het geenszins opmerken;
Handelingen 28
26 zeggende: Ga heen tot dit volk en zeg:
Met het gehoor zult gij horen en gij zult het
geenszins verstaan, en ziende zult gij zien en
gij zult het geenszins opmerken;
27 want het hart van dit volk is vet
geworden, en hun oren zijn hardhorend
geworden, en hun ogen hebben zij
toegesloten, opdat zij niet zien met hun ogen
en met hun oren niet horen en met hun hart
niet verstaan en zij zich bekeren, en Ik hen
zou genezen.
Handelingen 28
28 Het zij u dan bekend, dat dit heil Gods
aan de heidenen gezonden is; die zullen dan
ook horen!
Romeinen 11
7 Wat dan? Hetgeen Israel najaagt, heeft het
niet verkregen, maar het uitverkoren deel
heeft het verkregen, en de overigen zijn
verhard,
Romeinen 11
7 Wat dan? Hetgeen Israel najaagt, heeft het
niet verkregen, maar het uitverkoren deel
heeft het verkregen, en de overigen zijn
verhard,
8 gelijk geschreven staat: God gaf hun een
geest van diepe slaap, ogen om niet te zien
en oren om niet te horen, tot de dag van
heden.
Romeinen 11
(…)
11 Ik vraag dan: zij zijn toch niet zo
gestruikeld, dat zij wel vallen moesten
Volstrekt niet! Door hun val is het heil tot de
heidenen gekomen, om hen tot naijver op te
wekken.
Romeinen 11
(…)
11 Ik vraag dan: zij zijn toch niet zo
gestruikeld, dat zij wel vallen moesten
Volstrekt niet! Door hun val is het heil tot de
heidenen gekomen, om hen tot naijver op te
wekken.
12 Betekent nu hun val rijkdom voor de
wereld en hun tekort rijkdom voor de
heidenen, hoeveel te meer hun volheid!
Romeinen 11
13 Ik spreek tot u, heidenen. Juist omdat ik
apostel der heidenen ben, acht ik dit de
heerlijkheid van mijn bediening,
Romeinen 11
13 Ik spreek tot u, heidenen. Juist omdat ik
apostel der heidenen ben, acht ik dit de
heerlijkheid van mijn bediening,
14 dat ik zo mogelijk de naijver van mijn
vlees (en bloed) mocht opwekken, en enigen
uit hen behouden.
Romeinen 11
13 Ik spreek tot u, heidenen. Juist omdat ik
apostel der heidenen ben, acht ik dit de
heerlijkheid van mijn bediening,
14 dat ik zo mogelijk de naijver van mijn
vlees (en bloed) mocht opwekken, en enigen
uit hen behouden.
Vers 11: Door hun misstap is het heil tot
de heidenen gekomen, om hen tot naijver
op te wekken.
Mattheüs 13
13 Daarom spreek Ik tot hen in
gelijkenissen, dat zij ziende niet zien (…)
Mattheüs 13
1 Op die dag ging Jezus het huis uit en
Hij zat bij de zee.
Mattheüs 13
1 Op die dag ging Jezus het huis uit en
Hij zat bij de zee.
> Afwijzing: Matth.12:14; 22-24 en 38-40
Mattheüs 13
1 Op die dag ging Jezus het huis uit en
Hij zat bij de zee.
Mattheüs 13
1 Op die dag ging Jezus het huis uit en
Hij zat bij de zee.
> hét huis = het huis van Israël
Exodus 16
31 Het huis Israels noemde het: manna (…)
Mattheüs 13
1 Op die dag ging Jezus het huis uit en
Hij zat bij de zee.
Mattheüs 13
1 Op die dag ging Jezus het huis uit en
Hij zat bij de zee.
> de volkerenzee
Psalm 2 (SV)
1 Waarom woeden de heidenen, en
bedenken de volken ijdelheid?
Openbaring 17
15 En hij zeide tot mij: De wateren, die gij
gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken, en
scharen, en natiën, en tongen.
Mattheüs 13
1 Op die dag ging Jezus het huis uit en
Hij zat bij de zee.
Mattheüs 13
2 En vele scharen vergaderden zich bij
Hem, zodat Hij in een schip ging en daar
nederzat, en de gehele schare stond op
de oever.
Mattheüs 13
1 Op die dag ging Jezus het huis uit en
Hij zat bij de zee.
Psalm 49 (SV)
5 Ik zal mijn oor neigen tot een spreuk;
ik zal mijn verborgene rede openen op
de harp.
Psalm 49 (SV)
5 Ik zal mijn oor neigen tot een spreuk;
ik zal mijn verborgene rede openen op
de harp.
Psalm 49 (SV)
5 Ik zal mijn oor neigen tot een spreuk;
ik zal mijn verborgene rede openen op
de harp.
Psalm 49 (SV)
5 Ik zal mijn oor neigen tot een spreuk;
ik zal mijn verborgene rede openen op
de harp.
> Kinor = harp
Psalm 49 (SV)
5 Ik zal mijn oor neigen tot een spreuk;
ik zal mijn verborgene rede openen op
de harp.
> Kinor = harp
> Kinneret = Genesareth
Psalm 49 (SV)
5 Ik zal mijn oor neigen tot een spreuk;
ik zal mijn verborgene rede openen op
de harp.
> Kinor = harp
> Kinneret = Genesareth
Jozua 13
27 …. tot aan het uiteinde van het meer van
Kinneret (…)
Mattheüs 13
2 En vele scharen vergaderden zich bij
Hem, zodat Hij in een schip ging en daar
nederzat, en de gehele schare stond op
de oever.
Mattheüs 13
3 En Hij sprak tot hen vele dingen in
gelijkenissen en zeide: Zie, een zaaier ging
uit om te zaaien.
Mattheüs 13
4 En bij het zaaien viel een deel langs de
weg en de vogels kwamen en aten het
op.
Mattheüs 13
5 Een ander deel viel op de steenachtige
plaatsen, waar het niet veel aarde had,
en terstond schoot het op, omdat het
geen diepe aarde had,
Mattheüs 13
6 maar toen de zon opkwam,
verschroeide het en omdat het geen
wortel had, verdorde het.
Mattheüs 13
8 Een ander deel viel in goede aarde en
het gaf vrucht, deels honderd-, deels
zestig-, deels dertigvoudig.
Mattheüs 13
8 Een ander deel viel in goede aarde en
het gaf vrucht, deels honderd-, deels
zestig-, deels dertigvoudig.
9 Wie oren heeft, die hore!
Mattheüs 13
18 Gij nu, hoort de gelijkenis van de
zaaier.
19 Bij een ieder, die het woord van het
Koninkrijk hoort en het niet verstaat, komt
de boze en rooft wat in zijn hart gezaaid
is: dat is de langs de weg gezaaide.
Mattheüs 13
18 Gij nu, hoort de gelijkenis van de
zaaier.
19 Bij een ieder, die het woord van het
Koninkrijk hoort en het niet verstaat, komt
de boze en rooft wat in zijn hart gezaaid
is: dat is de langs de weg gezaaide.
Mattheüs 13
18 Gij nu, hoort de gelijkenis van de
zaaier.
19 Bij een ieder, die het woord van het
Koninkrijk hoort en het niet verstaat, komt
de boze en rooft wat in zijn hart gezaaid
is: dat is de langs de weg gezaaide.
Marc.4:14  het Woord
Luk. 8:11  het Woord van God
Mattheüs 13
18 Gij nu, hoort de gelijkenis van de
zaaier.
19 Bij een ieder, die het woord van het
Koninkrijk hoort en het niet verstaat, komt
de boze en rooft wat in zijn hart gezaaid
is: dat is de langs de weg gezaaide.
Mattheüs 13
20 De op steenachtige plaatsen gezaaide
is hij, die het woord hoort en het
terstond met blijdschap aanneemt;
21 maar hij heeft geen wortel in zich, doch
is iemand van het ogenblik; wanneer
echter verdrukking of vervolging komt om
der wille van het woord, komt hij terstond
ten val.
Mattheüs 13
20 De op steenachtige plaatsen gezaaide
is hij, die het woord hoort en het
terstond met blijdschap aanneemt;
21 maar hij heeft geen wortel in zich, doch
is iemand van het ogenblik; wanneer
echter verdrukking of vervolging komt om
der wille van het woord, komt hij terstond
ten val.
Mattheüs 13
22 De in de dorens gezaaide is hij, die het
woord hoort, en de zorg van de wereld en
het bedrog van de rijkdom verstikt het
woord en hij wordt onvruchtbaar.
Mattheüs 13
23 De in goede aarde gezaaide is hij, die
het woord hoort en verstaat, die dan ook
vrucht draagt en oplevert, deels honderd -,
deels zestig -, deels dertigvoudig.
> begrijpt
Download