Bloedverlies bij zwangerschap Inleiding In deze folder vindt u informatie over bloedverlies in de eerste maanden van de zwangerschap. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Hieronder is te lezen welke oorzaken bloedverlies kan hebben en wat de gevolgen zijn voor de zwangerschap. Oorzaken Een vaak voorkomende, onschuldige oorzaak van bloedverlies vroeg in de zwangerschap is de ingroei (innesteling) van de bevruchte eicel in de baarmoeder. Het bloedverlies stopt meestal vanzelf weer. Ook kunnen afwijkingen aan de baarmoedermond zoals een poliep of een ontsteking (bijvoorbeeld door een chlamydia-infectie) leiden tot bloedverlies zonder dat dit de zwangerschap beïnvloedt. Deze vorm van bloedverlies treedt nogal eens op na gemeenschap of na (harde) ontlasting. Soms kan de gynaecoloog besluiten de oorzaak aan te pakken. Bij ongeveer de helft van het aantal gevallen van bloedverlies is er sprake van een miskraam (abortus). De oorzaak van een miskraam is bijna altijd een afwijking in de chromosomen, die toevallig is ontstaan bij de bevruchting van de eicel. Een chromosoom is het deel van een cel dat de erfelijke informatie bevat. De vrucht wordt niet goed aangelegd, kan hierdoor niet verder groeien en wordt daarom afgestoten. Een zeldzame oorzaak is een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (u leest hier meer over in de folder Buitenbaarmoederlijke zwangerschap, deze is te vinden op www.nvog.nl). Wat is een miskraam? Een miskraam is het verlies van een vroege zwangerschap. Er zijn verschillende vormen: Blighted ovum: Dit is een zeer vroege miskraam. De groei is al vroeg gestopt en er is geen ongeboren vrucht (embryo) ontwikkeld. Op de (inwendige) echoscopie (zie onder Onderzoek) is dan alleen een omhulsel (vruchtzak) zichtbaar. Missed abortion: Dit is een iets latere miskraam. De groei is al verder gekomen en het embryo is zichtbaar bij een inwendige echoscopie. Het embryo heeft echter geen kloppend hart en is meestal kleiner dan de zwangerschapsduur aangeeft. Deze vormen van miskraam kunnen ongemerkt verlopen, soms is er wat (bruin) bloedverlies of geringe buikpijn. Als de zwangerschap eindigt is dit vaak duidelijk merkbaar (zie onder Mogelijke klachten bij miskraam). De kans op een miskraam Een miskraam is een vaak voorkomend natuurlijk verschijnsel. Bij tenminste één op de tien zwangerschappen treedt een miskraam op. In Nederland krijgen jaarlijks 20.000 vrouwen een miskraam. De kans op een miskraam neemt toe met de leeftijd. Voor vrouwen beneden de vijfendertig jaar is de kans op een miskraam bij een zwangerschap ongeveer 1 op 10. Tussen de vijfendertig en veertig jaar eindigt 1 op de 5 tot 6 zwangerschappen in een miskraam. Tussen de veertig en vijfenveertig jaar 1 op 3, boven de vijfenveertig jaar de helft van de zwangerschappen. Eén keer een miskraam betekent geen verhoogde kans op een nieuwe miskraam. Bij een aantal miskramen achter elkaar is de kans op een volgende miskraam wel groter (zie Herhaalde miskramen). 1 Mogelijke klachten bij miskraam Vaginaal bloedverlies en lichte menstruatiekramp kunnen het eerste teken van een miskraam zijn. Zwangerschapsverschijnselen zoals gespannen borsten en ochtendmisselijkheid nemen soms af vlak voor een miskraam. Wanneer de miskraam optreedt trekt de baarmoeder samen om het embryo uit te drijven. Dit geeft weeënachtige pijn en helderrood bloedverlies. Een miskraam kan niet worden tegengehouden of worden voorkomen. De pijn en het bloedverlies nemen geleidelijk toe bij een miskraam en wanneer de baarmoeder geheel leeg is, weer af. Is de pijn of het bloedverlies te hevig of houdt het te lang aan, neem dan contact op met een arts. Onderzoek bij bloedverlies in het begin van de zwangerschap Er kunnen verschillende onderzoeken worden gedaan: Lichamelijk onderzoek De arts of verloskundige bekijkt met een spreider (speculum) de baarmoedermond. Eventueel volgt inwendig onderzoek met de hand om de grootte van de baarmoeder te schatten en om te beoordelen of de baarmoedermond geopend is. Echoscopisch onderzoek Bij een echoscopie worden met voor de mens niet hoorbare geluidsgolven de organen in beeld gebracht op de monitor. Dit onderzoek kan inwendig, via de vagina, of uitwendig, via de buik, plaatsvinden. Het onderzoek is pijnloos. De baarmoederholte wordt in beeld gebracht en zo is te zien of er een levend embryo is, of een miskraam. Onderzoek van het weefsel Na een curettage wordt het zwangerschapsweefsel met het blote oog (macroscopisch) bekeken. Soms wordt het microscopisch onderzocht. Beide onderzoeken zeggen niets over de oorzaak van de miskraam, maar zijn alleen om te bevestigen dat er een miskraam heeft plaatsgevonden. Het geslacht kan niet worden bepaald. Het is niet nodig om de miskraam thuis op te vangen en mee te nemen naar de arts. Bloedonderzoek Bij ruim bloedverlies kan het bloed worden gecontroleerd op bloedarmoede (hemoglobine). Soms worden ook de bloedgroep en resusfactor onderzocht. Na twee miskramen kan de arts besluiten om verder onderzoek te doen in het bloed van de vrouw en de partner naar mogelijke oorzaken. Dit kunnen problemen met de stolling van het bloed zijn, afweerstoffen (antilichamen in het bloed) of een afwijking in de chromosomen. (Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij uw arts, of in de folder Herhaalde miskramen, te vinden op www.nvog.nl). Wat als een miskraam is vastgesteld? U kunt zelf niets doen om te voorkomen dat een miskraam optreedt. Er is dan ook geen behandeling mogelijk, ook bedrust voorkomt het niet. U kunt kiezen tussen afwachten op het spontane verloop of het laten weghalen van het zwangerschapsweefsel door middel van een curettage. Afwachten 2 Meestal komt een miskraam na het eerste bloedverlies binnen een aantal dagen op gang; soms duurt dit langer, tot een paar weken. De miskraam afwachten geeft een meer natuurlijk verloop. Het verdriet kan thuis beleefd worden en de extra belasting of complicaties van een curettage worden vermeden. Hierbij is het verstandig om met de arts of verloskundige te bespreken hoe lang er wordt gewacht. Afwachten kan medisch geen kwaad en heeft geen gevolgen voor een nieuwe zwangerschap. In sommige gevallen, bijvoorbeeld wanneer er weefsel achterblijft, kan later alsnog een curettage nodig zijn (lees hierover meer onder Curettage). Medicijnen De arts kan een medicijn voorschrijven, dat de miskraam kan opwekken. Dit kan de vrouw zelf inbrengen in de vagina. In driekwart van de gevallen komt de miskraam dan binnen 48 uur op gang. Na deze 48 uur wordt op de polikliniek met een echoscopisch onderzoek gekeken of de miskraam volledig is. Als dat niet zo is, kan er alsnog een curettage nodig zijn. Curettage Bij een curettage verwijdert de gynaecoloog via een dun buisje (vacuümcurette) of schrapertje (curette) via de vagina het zwangerschapsweefsel uit de baarmoeder. Dit vindt onder algehele narcose plaats tijdens een dagopname. Bespreek dit met uw gynaecoloog. Kiezen voor een curettage voorkomt de onzekerheid die het afwachten kan geven. De opname in het ziekenhuis en de narcose zijn wel ingrijpend. Complicaties In sommige gevallen is de curettage incompleet, er blijft een rest van de miskraam achter. Dit gedeelte kan alsnog spontaan naar buiten komen, soms is een tweede curettage nodig. Een enkele keer komt een perforatie voor. De curette (zie Curettage) gaat door de wand van de baarmoeder. Meestal heeft dit geen gevolgen, soms is het nodig een nacht opgenomen te blijven in het ziekenhuis. Om infectie te voorkomen wordt er antibiotica voorgeschreven. Een zeldzaam voorkomende complicatie is het syndroom van Asherman. Hierbij ontstaan verklevingen aan de binnenzijde van de baarmoeder. Deze kunnen de vruchtbaarheid nadelig beïnvloeden en moeten door middel van een operatie worden verwijderd in een later stadium (lees hierover meer in de folder Hysteroscopie). Anti D immunoglobuline Als u een resusnegatieve bloedgroep heeft krijgt u anti D immunoglobuline (anti-D) (zie de brochure Bloedgroep, resusfactor en irregulaire antistoffen op www.nvog.nl). Na de miskraam Lichamelijk herstel Het lichamelijk herstel na een spontane miskraam of een curettage is meestal vlot. Gedurende één tot zes weken kunt u wat bloedverlies en bruinige afscheiding hebben. Het is verstandig met geslachtsgemeenschap te wachten tot het bloedverlies voorbij is. De volgende menstruatie treedt na ongeveer vier tot zes weken op. Wanneer moet u medische hulp inroepen? Bij de volgende situaties neemt u contact op met de arts of verloskundige: 3 - hevig bloedverlies (langdurig en meer dan bij een gewone menstruatie). Zeker bij klachten van sterretjes zien of flauwvallen moet u medische hulp inroepen; aanhoudende klachten. Als u krampende pijn en/of hevig bloedverlies blijft houden kan dit wijzen op een incomplete miskraam. Er is dan nog een rest van de zwangerschap in de baarmoeder aanwezig. Een (nieuwe) curettage kan dan nodig zijn; koorts. Een temperatuur van 38o C of hoger kan wijzen op een ontsteking in de baarmoeder, die eventueel behandeld moet worden met antibiotica; ongerustheid. Emotioneel herstel Na een miskraam kunt u een moeilijke tijd hebben. Verdriet, schuldgevoelens, ongeloof, boosheid en een gevoel van leegte zijn veel voorkomende emoties. Het is moeilijk aan te geven hoeveel tijd hiervoor nodig is. Schuldgevoelens zijn bijna nooit terecht. Het is verstandig te praten over uw gevoelens met uw omgeving, verloskundige of arts. Een volgende zwangerschap Een miskraam heeft in principe geen gevolgen voor een volgende zwangerschap, ook niet wanneer er meer dan één miskraam is geweest. Wilt u zwanger worden, dan is het altijd verstandig om gezond te leven. Medisch gezien is het niet nodig te wachten met een nieuwe zwangerschap. Een miskraam is niet te voorkomen, wel kan het geruststellen om voor een volgende zwangerschap af te spreken dat de verloskundige of gynaecoloog een extra (inwendige) echo maakt. Contactgegevens Voor vragen kunt u contact opnemen met de polikliniek gynaecologie: (070) 210 6435. Buiten kantooruren kunt u voor spoedgevallen contact opnemen met de afdeling Verloskunde van het HagaZiekenhuis: (070) 210 7560. Meer informatie Meer informatie over hulp of lotgenotencontact is te vinden bij: Project Lotgenotencontact bij Miskramen. tel. (020) 523 11 00 Freya, patiëntenvereniging voor vruchtbaarheidsproblematiek www.freya.nl FIOM, Stichting Ambulante FIOM tel. (073) 612 88 21 www.fiom.nl Meer lezen over het onderwerp: Marianne Cuisinier en Hettie Janssen. Met lege handen. Houten: Unieboek, 2e dr. 1997. ISBN 90 269 6699 7. 4 Wiebe Braam en Martha van Buuren. Als je zwangerschap misloopt. Baarn: La Rivière 1995. ISBN 90 384 0365 8. Ann Oakley, Ann McPherson en Helen Utrecht/Antwerpen 1985. ISBN 90 215 1231 9 (niet meer leverbaar). Robert. Soms gaat het mis.Kosmos 5