INFORMATIENOTA Afdwingbaarheid sociale wetgeving voor illegale vreemdelingen Tewerkstelling buitenlandse werknemers De wet van 30 april 1999 en zijn uitvoeringsbesluit van 9 juni 1999 bepaalt dat de werkgever die een buitenlandse werknemer wenst tewerk te stellen vooraf over een arbeidsvergunning moet beschikken van de bevoegde overheid. Tevens moet de buitenlandse werknemer vooraf een arbeidskaart hebben verkregen om arbeid te verrichten. Hij mag deze arbeid enkel verrichten binnen de perken van deze arbeidskaart. Op de niet-naleving door de werkgever van de bepalingen van de wet en /of van het uitvoeringsbesluit staan strafsancties. A. Arbeidswetgeving In principe hebben we in het geval van tewerkstelling van illegale vreemdelingen te maken met een nietige arbeidsovereenkomst (geen arbeidsvergunning - arbeidskaart). Nochtans voorzien de meeste arbeidswetgevingen dat in dergelijke gevallen de nietigheid van de arbeidsovereenkomst, de toepassing van die wetgeving niet belet. Ook al is de arbeidsovereenkomst nietig, toch kan de illegaal tewerkgestelde rechten putten uit de verschillende arbeidswetgevingen. Voorbeelden: - Arbeidsovereenkomstenwet: W. 3.7.1978, artikel 14 voorbeelden: gewaarborgd dagloon, loonwaarborg bij arbeidsongeschiktheid ingeval van ziekte of ongeval, gewaarborgd loon bij beroepsziekten of arbeidsongeval, opzeggingsvergoeding indien werkgever zonder opzeggingstermijn of zonder dringende reden arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd beëindigt,… - Arbeidswet: W. 16.3.1971, artikel 5 voorbeelden: - arbeids- en rusttijden: zondagsrust, arbeidsduur, rusttijden, beperkingen nachtarbeid, pauzes, naleven van de uurroosters - moederschapsbescherming: aangepaste maatregelen, 1 arbeidsonderbreking, ontslagbescherming - Loonbescherming: W. 12.4.1965, artikel 47 voorbeelden: bescherming van het loon van de werknemer: tijdstip, wijze van betaling,… In principe bestaat er dus geen juridisch-theoretisch beletsel om arbeidsrechten van illegalen af te dwingen. Daarentegen, botsen illegalen in de praktijk tegen moeilijke, soms onoplosbare feitelijke problemen: - bewijsproblematiek; hoewel het bestaan van een arbeidsovereenkomst met alle middelen van recht kan geleverd worden, kan dit bewijs erg moeilijk zijn, zeker voor illegalen; - weinig bereidwilligheid illegalen zelf uit schrik om land te worden uitgezet - diverse drukkingsmiddelen (geweld, isolement, achterhouden paspoort, e.a.); - rechtszoeking, in de context dat de meeste geen lid zijn van een vakbond. C. Sociale zekerheid. Werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst zijn onderworpen aan de SZ. Zoals de arbeidswetgeving, voorziet de SZ-wetgeving dat de nietigheid van de arbeidsovereenkomst geen invloed heeft op de toepassing van de wetgeving. De werkgevers kunnen zich aldus niet beroepen op de nietigheid van de arbeidsovereenkomst om de toepassing van de SZ-wetgeving uit te sluiten. - RSZ-Wet W. 27.6.1969, artikel 4 onderwerping aan de SZ: werkgever moet zich bij de RSZ laten inschrijven en aangifte doen van het bedrag van de verschuldigde bijdragen - Arbeidsongevallenwet W. 10.4.1971, artikel 6 § 1 verzekeringsverplichting; recht op prestaties; tussenkomst Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO), o.a. als waarborgfonds We blijven in het kader van de studiedag langer stilstaan bij de regeling omtrent de arbeidsongevallen en de desbetreffende prestaties waarop een vreemdeling zonder wettig verblijf aanspraak kan maken. a. Arbeidsongevallen 1. Wat is een arbeidsongeval en wat is de arbeidsongevallenverzekering? Een arbeidsongeval is een ongeval dat een werknemer overkomt tijdens en door de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst en dat een letsel veroorzaakt. Dit letsel kan van fysieke (ook schade aan een prothese) of psychische aard zijn. Ook ongevallen op weg naar en van het werk worden vergoed. 2 Een fout, zelfs een zware fout, van een werknemer bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geldt niet als reden voor weigering van uitkering van de arbeidsongevallenverzekering. Alleen door het slachtoffer opzettelijk veroorzaakte ongevallen of letsels komen niet in aanmerking voor een vergoeding. De werkgever is verplicht een ongevallenverzekering af te sluiten en een premie te betalen bij een daartoe gemachtigde verzekeringsinstelling. Dit geldt ook voor personeel dat niet onderworpen is aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (R.S.Z.), zoals studentenarbeid, dienstbodecontracten en occasionele arbeid. Het Fonds voor Arbeidsongevallen vervult onder meer de rol van controle-instantie. Het Fonds gaat na of de werkgever zich aansluit bij een van de gemachtigde verzekeringsinstellingen. Wanneer de werkgever geen arbeidsongevallenverzekering afsloot, betaalt hij een boete aan het Fonds voor Arbeidsongevallen. Het Fonds regelt de tegemoetkomingen voor arbeidsongevallen die voorvielen tijdens de periode van niet-verzekering en verhaalt de kosten op de werkgever. Bij een arbeidsongeval ontvangt de werknemer een forfaitaire schadevergoeding voor tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid. Het bedrag van de schadevergoeding wordt berekend op basis van het loon, maar mag niet boven een bepaald plafond uitkomen. Er is ook een schaderegeling bij dodelijke arbeidsongevallen. Die regeling omvat overbrengings- en begrafeniskosten en renten voor bepaalde categorieën rechthebbenden. 2. De principiële toegang tot de arbeidsongevallenverzekering De Wet tot schadeloosstelling van arbeidsongevallen is een wet van openbare orde. Dat betekent dat personen onderling niets kunnen overeenkomen dat ermee strijdig is. De nietigheid van de arbeidsovereenkomst kan niet aangevoerd worden om de arbeidsongevallenuitkering te weigeren. Zelfs wanneer een andere wettelijke bepaling van openbare orde verbiedt het werk te verrichten, blijft de arbeidsongevallenverzekering van toepassing. Er wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen de positie van de in het wit of in het zwart, illegaal of legaal, tewerkgestelde werknemer. 3. De praktische toegang tot de arbeidsongevallenverzekering Bij een arbeidsongeval moet de werkgever daarvan binnen 10 dagen aangifte doen bij zijn verzekeringsinstelling. Gebeurt dat niet, dan kan de werknemer (of zijn rechthebbenden) het zelf doen binnen een termijn van drie jaar na het ongeval. In dit geval valt de bewijslast volledig op de werknemer die moet bewijzen dat er arbeid in dienstverband was en dat hij daarvoor een loon kreeg. De bewijslast zal voor de illegale werknemer vaak een stuk moeilijker verlopen, zeker wanneer er sprake is van zwartwerk. De (ex-)collega's die kunnen getuigen, bevinden zich vaak in een soortgelijke zwakke positie of komen vaak onder zware ontradingsdruk van de werkgever te staan. 3 De letsels van het ongeval moeten aan de hand van medische attesten worden bewezen. De uitkeringen worden betaald in baar geld of per postwissel, waar het slachtoffer zich ook bevindt. Dat is van belang voor vreemdelingen die geen vaste verblijfplaats hebben. Zowel bij witwerk als bij zwartwerk ontvangt het slachtoffer van een arbeidsongeval een forfaitaire schadevergoeding. In het geval van een dodelijk ongeval kunnen andere rechthebbenden in bepaalde omstandigheden aanspraak maken op een tegemoetkoming. 4. Beroepsmiddelen De bevoegde rechtbank is de Arbeidsrechtbank van de plaats waar het slachtoffer gedomicilieerd is. Wie niet meer (officieel) in België gedomicilieerd is, kan terecht bij de rechtbank van zijn laatste woonof verblijfplaats in België. De bevoegde rechtbank kan ook de rechtbank zijn van het gerechtelijke arrondissement waar de onderneming gevestigd is. In beroep is het Arbeidshof bevoegd. De beslissingen tot vergoeding zijn onmiddellijk uitvoerbaar, ongeacht verzet of hoger beroep. Conclusie : Het recht op prestaties is gebonden aan de theoretische onderwerping. Indien het slachtoffer het bewijs kan leveren van de arbeidsprestaties en van het arbeidsongeval (wat in concreto zeer moeilijk kan zijn), heeft hij recht op de wettelijke prestaties, zij het (indien de werkgever niet verzekerd was) ten laste van het Fonds voor Arbeidsongevallen. Voorbeelden uit de praktijk: Enkele dossiers die op een vrij vlotte manier opgelost zijn: - bij een arbeidsongeval - b.v. bij niet-aangifte - kunnen we (als vakbonden) steeds de inspectiediensten van het Fonds voor Arbeidsongevallen vragen op te treden. - b.v. dodelijk arbeidsongeval in recyclagebedrijf: Illegale Ghanees wordt meegesleurd in machine en verpletterd. Door optreden van ACV - eenvoudige aangetekende brief (klacht met aangifte van arbeidsongeval) aan de inspectiediensten van FAO - is deze dienst opgetreden, heeft een dossier opgesteld, heeft vastgesteld dat het inderdaad een arbeidsongeval was, heeft de wettelijke vergoedingen uitbetaald (begrafeniskosten, vergoedingen aan nabestaanden, ...) als voorschot, zoals de wet dit voorziet. De werkgever wordt in gebreke gesteld en kosten worden daarna op hem verhaald. Wij hebben ook weet van soortgelijk optreden van de inspectie van het FAO bij kleinere arbeidsongevallen met (kleine) lichamelijke letsels. Meestal komt het niet zover dat wij procederen 4 voor arbeidsrechtbank tegen werkgever. De inspectie doet (snel) zijn werk, het slachtoffer wordt vergoed en het dossier wordt afgehandeld tussen, FAO en werkgever (of diens verzekering). Probleem of voorwaarde is natuurlijk wel dat wij (vakbonden) op hoogte zijn van arbeidsongeval (via slachtoffer, getuigen, delegees, kennissen, buren, ...). Ook de dienstverleners binnen de vakbonden moeten op de hoogte zijn van de mogelijke procedures en gesensibiliseerd worden voor zit soort van dossiers. b. Ziekte- en invaliditeitsverzekering, Pensioen, Kinderbijslagen Het recht op prestaties is gebonden aan de aangifte van het loon aan de RSZ. Als er geen aangifte is, moet de betrokkene klacht neerleggen. In de mate dat de realiteit van de arbeidsprestaties bewezen is, kan regularisatie bekomen worden, zij het binnen de perken van de verjaringstermijn. Zelfs met behulp van de inspectiediensten, kan dit bewijs echter moeilijk zijn. c. Werkloosheid Naast het feit dat het recht afhankelijk is van een aangifte aan de RSZ (zie hierboven), voorziet de reglementering uitdrukkelijk dat de betrokkene legaal in het land moest verblijven én dat de geleverde prestaties conform de wetgeving op de arbeidsvergunningen moet geleverd worden. De regularisatie van het verblijf volstaat dus niet om arbeidsprestaties in strijd met de arbeidsvergunningenwetgeving in aanmerking te nemen voor de toelaatbaarheid. Brussel, 17 december 2002 Johan Stassen Frédéric Fiore ACV - Integratiewerking ABVV – VZW Welkom Haachtsesteenweg 579 Hoogstraat 42 1031 Schaarbeek 1000 Brussel Tel. 02/ 246.32.29 Tel: 02/ 289 01 61 Fax. 02/ 246.30.10 Fax : 02/ 289 01 89 E-mail: [email protected] E-mail : [email protected] 5