Uitleg bij de programma`s voor de Casio

Uitleg bij de programma’s voor de Casio
1.
Cos phi compensatie [COSPHI]
De berekening van een condensatorbatterij en het bepalen van alle vermogens (werkelijk, blind en
schijnbaar vermogen). Hierbij wordt uitgegaan van de volgende voorwaarden:
Er is geen blindvermogen door harmonischen!
Er is sprake van inductief blindvermogen!
Als invoergegevens wordt het schijnbaar vermogen (kVA) en de bestaande cos phi gevraagd. Dan
wordt er een overzicht gegeven van alle vermogens. Vervolgens wordt de gewenste nieuwe cos phi
ingevoerd. Naast de nieuwe vermogens wordt ook het vereiste condensatorvermogen gegeven om
deze nieuwe cos phi te realiseren.
2.
Berekenen fout- en aanrakingsspanningen in TT-stelsel [FOUTTT]
De optredende fout- en aanrakingsspanningen en de stroom door het menselijk lichaam worden
berekend. Hiervoor moet een waarde van de verspreidingsweerstand RA worden ingegeven.
Daarnaast is de te verwachte lichaamsweerstand Rm in ohm en de overgangsweerstand Rs naar
aarde in ohm nodig. Als deze waarden niet bekend zijn dan wordt een waarde van 1000 ohm voor de
lichaamsweerstand en 250 ohm voor de overgangsweerstand naar aarde aangehouden.
3.
Harmonischen [HARM]
Bij het programma [HARM] wordt de mogelijkheid geboden om maximaal 5 harmonische
componenten in te voeren. Van elke harmonische componenten wordt gevraagd de harmonische in
te voeren (bijv. 3 voor de 3e harmonische of 11 voor de 11e harmonische), de amplitude van de
betreffende harmonische (bijv. 0.1 als deze 10% is t.o.v. de grondharmonische) en de hoek in graden
die deze harmonische met de grondharmonische maakt.
Als deze gegevens zijn ingevoerd wordt de totale effectieve waarde berekend, de THD en de
crestfactor (ook wel topfactor genoemd). Ook wordt een grafiek van de betreffende
stroom/spanningsvorm getekend.
4.
Laden van condensator [LADENC]
De laadkromme van de condensator en de laadstroom in de tijd wordt weergegeven. Als
invoerparameters zijn nodig de spanning, de waarde van de ohmse weerstand en de capaciteit van
de condensator.
5.
Ontladen van condensator [ONTLADEN]
De ontlaadkromme van de condensator en de bijbehorende stroom in de tijd wordt weergegeven.
Als invoerparameters zijn nodig de beginspanning op de condensator, de waarde van de ohmse
weerstand en de capaciteit van de condensator.
6.
Resonantie [RESONANT]
Het optreden van resonantie leidt tot veel problemen. Het is van belang om een inschatting te
kunnen maken van mogelijke problemen. Als invoergegevens zijn nodig de ohmse en inductieve
netimpedantie in ohm. Verder de eenfase capaciteit van condensatoren in de installatie (kvar/fase)
en een indicatie van de belastingsweerstand Rb. Berekend wordt dan de optredende
resonantiefrequentie (Hz) en de grafiek van de impedantie bij serie- en parallelresonantie wordt
getoond.
7.
3-fase Kortsluitberekening [SLUITING]
Dit programma berekent de driefase-kortsluitstroom. Berekend wordt de effectieve 3-fase
kortsluitstroom, de topwaarde (voor de dynamische krachten) en de k-factor.
Als invoerparameters zijn er:
Het kortsluitvermogen van het MS-net in MVA (neem 100 als dit niet bekend is)
Het nominale vermogen van de transformator (kVA)
De kortsluitspanning in (%) als dit nodig is (alleen bij 630 kVA transformator)
De primaire en secundaire spanning zijn niet nodig (400/230 V wordt secundair
verondersteld)
Na invoer van deze gegevens worden de uitkomsten gegeven voor de hoofdverdeelinrichting. Daarna
kan een leiding worden toegevoegd, waarvan de lengte (m), doorsnede (mm2) en kernmateriaal (Cu
of Al) moet worden ingevoerd.
Als de leidinggegevens zijn ingevoerd worden de uitkomsten gegeven van de optredende
kortsluitstroom aan het eind van de leiding. Dan kan een tweede, derde etc. leiding worden
ingevoerd.
8.
Ster-driehoek omrekening [STER3HOE]
Dit programma berekent de weerstandswaarde bij een omzetting van ster naar driehoek of van
driehoek naar ster. Als invoerparameters moet eerst worden aangegeven welke omzetting moet
plaatsvinden. Bij een omzetting van ster naar driehoek moet R1, R2 en R3 worden ingegeven en als
uitkomst wordt dan R12, R23 en R31 gegeven. Bij de omzetting van driehoek naar ster gebeurt dit
uiteraard andersom.
9.
Berekenen circuitweerstand TT-stelsel [TT]
Bij het berekenen van de benodigde circuitweerstand in een TT-stelsel zijn als invoergegevens de
voedende spanning (neem in de regel 230 V) en de soort beveiliging (smeltpatroon, B- of Cautomaat) en de nominale waarde van de beveiliging nodig. Als uitkomst wordt de benodigde totale
circuitweerstand in ohm gegeven die nodig is om de beveiliging op tijd te laten aanspreken.
10.
Spanning- en vermogensverliezen in een leiding (3fasig) [VDROP]
Als van een leiding is ingegeven welk kernmateriaal is gebruikt en welke doorsnede en lengte is
toegepast dan is de weerstand te berekenen. Met de invoer van de stroom door de leiding kan dan
het spanningsverlies (over de fase, uitgaande van een 3 of symmetrisch belast viergeleider stelsel) en
het vermogensverlies worden berekend.