Natk4all module Geschiedenis en Grondslagen van de Natuurkunde I fully agree with you about the significance and educational value of methodology as well as history and philosophy of science. So many people today – and even professional scientists – seem to me like someone who has seen thousands of trees but has never seen a forest. A knowledge of the historic and philosophical background gives that kind of independence from prejudices of his generation from which most scientists are suffering. This independence created by philosophical insight is – in my opinion – the mark of distinction between a mere artisan or specialist and a real seeker after truth. Albert Einstein aan R.A. Thornton Deze module draait om begripsontwikkeling, de fysica achter de formules. Het is voor een docent niet altijd makkelijk om leerlingen te begrijpen. Wat bedoelt een leerling bijvoorbeeld wanneer deze zegt dat wanneer een bal op haar hoogste punt is de kracht op het voorwerp nul is? De ‘misconcepten’ die hier een rol spelen, vormen een belangrijke bron van (spraak)verwarring in de les. Geschiedenis en grondslagen van de natuurkunde biedt handvatten om daar mee om te gaan. Dit vakgebied doet onderzoek naar hoe wetenschap werkt. Zo is een belangrijk historisch en filosofisch inzicht dat de ontwikkeling van de wetenschap niet gekenmerkt wordt door een van geleidelijke accumulatie van kennis, maar door ingrijpende veranderingen in het denken over de natuur. Oude natuurkundige theorieën lijken op het eerste gezicht vaak vreemd en onbegrijpelijk. Maar bij nadere bestudering blijken ze natuurlijk of weldoordacht. Ook de meest geavanceerde theorieën van deze tijd zullen over honderd jaar achterhaald zijn. Dat maakt ze nog geen onzin. Op deze wijze traint geschiedenis en grondslagen van de natuurkunde je vermogen om vanuit verschillende conceptuele kaders te denken. Je leert bijvoorbeeld om hetzelfde verschijnsel met meerdere theorieën te verklaren. Daarbij is het van groot belang dat ook de ‘achterhaalde’ theorieën begrepen worden. Dit heeft een aantal voordelen. Het aanleren van deze theorieën stimuleert de flexibiliteit van geest en het kritisch denkvermogen. Het maakt je daarmee tot een beter natuurkundige. Daarnaast kunnen de nieuwere theorieën pas goed op waarde geschat worden als de oude begrepen zijn. Bovenal stelt het de docent in staat zijn leerlingen beter te begrijpen. Het aanleren van een nieuwe (of oude!) theorie is bijna altijd een verwarrende ervaring. Voor de meeste van ons is het lang geleden dat we voor het laatst dit proces hebben doorlopen. De theorieën die we doceren hebben daarmee een zekere ‘vanzelfsprekendheid’ gekregen. Geschiedenis en grondslagen leert ons hoe weinig vanzelfsprekend onze huidige denkbeelden eigenlijk zijn. Daarmee kunnen we ons beter in de leerling verplaatsen. Een laatste punt is nog niet genoemd. Veel ‘misconcepten’ van leerlingen vertonen gelijkenissen met ‘achterhaalde’ theorieën. Voor beide geldt: ze zijn helemaal zo gek nog niet. Opzet De module bestaat uit een combinatie van het bestuderen van historische cases en het analyseren van een natuurkundig onderwerp. De cases geven inzicht in belangrijke omslagen in het natuurkundig denken en onderzoeken, aan de hand van een concreet fysisch verschijnsel. De cursisten maken opdrachten op basis van bronmateriaal en secundaire literatuur, ter voorbereiding van de bijeenkomsten. De cursisten verwerven kennis van de ontwikkeling van de natuurkunde, inzicht in de aard en werking van natuurwetenschap, en een verzameling van rijke voorbeelden van natuurkundige ideeën, waarnemingen en experimenten. In de eigen opdracht kiezen de cursisten [alleen/twee/drietallen] een onderwerp uit het examenprogramma natuurkunde en onderzoeken hoe geschiedenis en grondlagen de begripsvorming van leerlingen kan ondersteunen. Hiertoe verdiepen zij zich – naar voorbeeld van de cases – in de historische ontwikkeling en de conceptuele problemen van het onderwerp en maken een didactisch ontwerp dat gedeeld kan worden met de community. Globaal stappenplan (loopt parallel aan de bijeenkomsten): - keuze van onderwerp - identificatie van begripsproblemen bij dit onderwerp - verdiepen in historische achtergrond o literatuur zoeken en bestuderen o bronmateriaal opsporen - bespreking van verschillende manieren om het onderwerp/verschijnsel te begrijpen - schets van didactisch gebruik van de verworven inzichten - presentatie Er zijn 10 bijeenkomsten van 2 uur. Daarvan bestaat het voornaamste deel uit een voordracht met discussie over de case. Daarnaast begeleiding voor opdracht. Een aantal voordrachten zijn lezingen van experts. Inclusief inleiding en afsluiting is er ruimte voor 8 cases. [nog verder aan te vullen] onderwerp Aristoteles’ fysica De mechanica van Galilei en Newton Bacon, Boyle en Newton begrippen en verschijnselen beweging, kosmologie slingeruurwerk, traagheid, massa, (aantrekkings)kracht Luchtpomp, prisma Leidse fles, lading, stroom, kracht 5 Franklin, Volta, Ørsted, Ampère Carnot, Joule, Kelvin 6 7 8 De velden van Maxwell Einsteins relativiteit QM 1 2 3 4 stoommachine, warmte, arbeid en energie, entropie inductie, veldlijnen, ether relativiteit, lichtsignalen spectrum, atoommodel, fotoelektrisch effect analytische thema’s wereldbeeld/paradigma’s, causaliteit mathematisering, idealisering, inductie, communicatie, model experimentele methode, communicatie experiment, model idealisering, experiment, model verklaring, mathematisering, model waarneming, wereldbeeld causaliteit, hypothese resources • Vermij, Kleine Geschiedenis van de Wetenschap. Achtergrondliteratuur voor een algemeen overzicht van de ontwikkeling van de natuurwetenschap • state of the art secundaire literatuur bij de cases (1 per keer). o overzicht maken o plus fragmenten van bronmateriaal inhoud en niveau moeten we nog expliciteren. cursisten moeten state of the art literatuur uit HPS en bronmateriaal kunnen lezen en verwerken. Ze hoeven geen zelfstandig historisch onderzoek uit te voeren, de opdracht is analytische verwerking. personeel en planning Ontwikkeling module door Daan Wegener en Fokko Jan Dijksterhuis. Uitvoering en begeleiding?