Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten

advertisement
Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten
Auteur: Bart Specken
2016
Zeer goed
Deze klasse onderscheidt zich van alle andere klassen doordat hier waterplanten in voorkomen die
kenmerkend zijn voor de meest natuurlijke (ongestoorde) situatie. Tegenwoordig vinden we dit nog
alleen in smalle sloten en kleine wateren in kwelgebieden, aan de rand het Gooi, zoals Laegies
kamp en Egelshoek.
Het water is helder of troebel (melkachtig) en matig voedselrijk. De sloot staat doorgaans vol met
planten. Er komen bijna alleen bijzondere soorten waterplanten in voor die vaak beschermd zijn, of
op de rode lijst staan. Dit is geen vereiste, maar het gevolg van het zeldzaam worden van dit
milieutype. In bepaalde gevallen kan het zijn dat het slechts om één soort gaat.
Bijzondere waterplanten die hier voorkomen zijn onder andere: Pilvaren, Vlottende waterbies en
Klein blaasjeskruid. De planten aan de oever zien we ook vaak in blauwgraslanden.
Kwelsloot met Duizendknoopfonteinkruid
Goed
Deze klasse staat voor sloten met schoon, helder water en een hoge mate aan diversiteit in
waterplanten en –dieren. Het is het type water waar we graag naar kijken en met onze voeten in
willen zitten om afkoeling te zoeken op een warme zomerdag. Vanaf de kant is goed te zien wat er
onderwater leeft. In het voorjaar zit er volop kikkerdril en in de zomer scheren libellen en
waterjuffers druk boven het water. De sportvisser die graag met vliegjes vist, vangt hier de
ruisvoorn. Deze sloten komen nu nog voor in het Vechtplassengebied en Noorderpark, maar
worden steeds zeldzamer. Sporadisch zijn ze in agrarische polders zoals Aetsveld oost en de
Hoeker Garstenpolder te vinden.
Het water is schoon en matig voedselrijk. De sloot staat voor ongeveer de helft tot helemaal vol
met planten, maar er is voldoende open water voor vis. Zowel ondergedoken, drijvende als
bovenwater uitgroeiende planten zijn ruim vertegenwoordigd. Er is daardoor veel variatie in
structuur en de soortdiversiteit is hoog. De grens tussen oever en water is geleidelijk. Soorten van
voedselrijkere wateren inclusief kroos en algen komen alleen in zeer lage bedekkingen voor.
Waterplanten die deze klasse typeren zijn Puntig, Stomp, Spits en Plat fonteinkruid, maar ook
Krabbenscheer, Brede waterpest en Waterviolier. Drijvend fonteinkruid is de meest voorkomende
drijfbladplant van deze klasse.
Sloten van goede kwaliteit in het Vechtplassengebied
Helder water en verschillende soorten waterplanten
Matig
Deze klasse staat voor sloten met meestal helder water en veel soorten waterplanten en –dieren.
De water- en oeverplanten zijn algemeen en geven de sloot een gevarieerd en kleurrijk uiterlijk.
Het zijn de mooiste sloten in het boerenlandschap, zoals we die van vroeger kennen. De meeste
vissen en waterinsecten kunnen er goed in gedijen. Deze sloten komen momenteel met name voor
ten oosten van het Amsterdam-Rijnkanaal.
Het water is redelijk schoon en voedselrijk. De vegetatie in de sloot is suboptimaal ontwikkeld. Dat
wil zeggen dat sommige sloten voor ongeveer een kwart begroeid zijn en andere kunnen helemaal
vol met planten staan. Dit geldt zowel voor de onderwaterplanten als de drijfbladplanten. Het
aantal verschillende soorten is niet erg groot en soms is er een soort massaal aanwezig. De grens
tussen oever en water is vaak vrij steil, waardoor de oeverzone smal is. Soorten van zeer
voedselrijke wateren, zoals Smalle waterpest en Grof hoornblad, kunnen in redelijke bedekkingen
voorkomen. Kroos en algen komen dikwijls voor maar bedekken nooit meer dan 30% van het
slootoppervlak.
Waterplanten die deze klasse typeren zijn o.a. Glanzig en Gekroesd fonteinkruid, Stijve
waterranonkel, Gewoon blaasjeskruid en Sterrenkroos. Witte waterlelie en Gele plomp zijn de
meest voorkomende drijfbladplanten.
Sloten met open water, drijfbladplanten en algemene waterplanten.
Ontoereikend
Deze klasse staat voor sloten met helder of troebel water en enkele soorten waterplanten die soms
massaal voorkomen (woekeren) of grotendeels ontbreken. Het betreft hier zeer algemene soorten
water- en oeverplanten. De sloten zien er monotoon uit, door dominantie van enkele soorten. Het
zijn in het huidige boerenlandschap veel voorkomende sloten. Vissen en waterinsecten komen er
wel in voor, maar vaak met weinig soorten. Deze sloten zien we het meest ten westen van het
Amsterdam-Rijnkanaal.
Het water is meestal zeer voedselrijk. De onderwatervegetatie in de sloot is matig ontwikkeld of
bedekt delen van de sloot met slechts één soort. De drijfbladplanten zijn meestal maar matig
ontwikkeld. Het aantal verschillende soorten is gering. De grens tussen oever en water is steil,
waardoor de oeverzone smal is. Dikwijls ligt er een dikke laag slib op de bodem, waardoor de
slootdiepte gering is. Kroos en algen komen er bijna altijd voor en kunnen de sloot wel voor 60%
bedekken. Ook sloten die voor meer dan 30% (en minder dan 60%) zijn dichtgegroeid met
oeverplanten vallen onder deze klasse.
De meest voorkomende waterplanten die deze klasse typeren zijn o.a. Smalle waterpest en Grof
hoornblad. De oevers worden meestal gedomineerd door Liesgras.
Sloot voor ca 30% begroeid met oeverplanten en dominantie van Smalle waterpest.
Veensloot zonder onderwaterplanten en arme oevervegetatie
Slecht
Deze klasse staat voor sloten met vaak troebel water en enkele soorten waterplanten die
sporadisch voorkomen. De sloten zien er onaantrekkelijk uit, doordat er veel kroos of algen in
voorkomen, of omdat het water er vies uitziet. Ook sloten die helemaal dichtgegroeid zijn met
oeverplanten, zoals riet, behoren tot deze klasse. Het zijn in het huidige boerenlandschap veel
voorkomende sloten. Vissen en waterinsecten komen er nauwelijks in voor. Ook deze sloten zien
we het meest ten westen van het Amsterdam-Rijnkanaal.
Het water is zeer voedselrijk. De onderwatervegetatie in de sloot is nauwelijks ontwikkeld of
bestaat uit algen. De drijfbladplanten bestaan uit verschillende soorten kroos. De grens tussen
oever en water is steil, soms beschoeid waardoor de oeverzone ontbreekt. Vaak ligt er een dikke
laag slib op de bodem, waardoor de slootdiepte gering is.
Sloot met onderwater en drijvende algen.
Dichtgegroeide sloot en sloot met kroosdominantie
Download