Nieuwe Circulaires op de website van de FOD Financiën: good to know De Federale Overheidsdienst Financiën heeft recent een aantal nieuwe Circulaires op haar website geplaatst. Het is uiteraard niet onze bedoeling deze Circulaires in detail te bespreken. Wat hierna volgt is een samenvatting, een overzicht, een opsomming van een aantal items “good to know”. Zo weet U in ieder geval waar de klepel hangt … 1. Forfaitaire beroepskosten van burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters i Misschien staat u wel in voor de fiscale aangifte van een burgemeester, een schepen of een OCMW-voorzitter. In dit geval hoort U weten dat de forfaitaire beroepskosten die zij voor het inkomstenjaar 2003 mogen aftrekken van de bezoldigingen voor hun mandaat, werden vastgelegd op: 5.349,74 EUR voor een burgemeester 3.209,83 EUR voor een schepen of een OCMW-voorzitter. 2. Persoonlijke bijdragen financiële verantwoordelijkheid ii Net als vorig jaar mag zo goed als voor elke belastingplichtige in de aangifte personenbelasting een extra aftrekpost worden in rekening gebracht. De persoonlijke bijdragen die door de ziekenfondsen worden geïnd in het kader van de “financiële verantwoordelijkheid” vormen een aftrekbare beroepskost. U krijgt hiervan in principe geen fiche noch attest; u hoeft geen bewijsstuk bij uw aangifte te voegen. Het aftrekbaar bedrag verschilt van ziekenfonds tot ziekenfonds: Ziekenfonds Algemene regeling Zelfstandigen Landsbond der Christelijke Mutualiteiten 9,54 EUR 5,00 EUR Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen 11,00 EUR 6,00 EUR Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten 12,00 EUR 12,00 EUR Landsbond van Liberale Mutualiteiten 12,00 EUR 5,00 EUR Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen 10,80 EUR 5,40 EUR Hulpkas voor Ziekte- en Invalideitsverzekering 2,25 EUR 2,25 EUR Kas der Geneeskundige Verzorging van de NMBS 12,00 EUR - De aftrek gebeurt niet automatisch. De belastingplichtige moet zelf het bedrag in de passende rubriek van de aangifte personenbelasting vermelden. Doet U dit niet, dan bent U het voordeel(tje) kwijt. De Circulaire geeft voor elke categorie van inkomsten weer in welk vak en onder welke code de aftrek moet gebeuren. Het gaat om kleine bedragen, maar “wie het kleine niet eert …” 3. Wijzigingen in de aangifte personenbelasting deel 1 iii Net als vorig jaar bestaat deel 1 van de aangifte uit 8 bladzijden en 10 vakken. Wijzigingen t.o.v. vorig jaar: Ontvangen onderhoudsuitkeringen Vak VI heet voortaan “Ontvangen onderhoudsuitkeringen” in plaats van “Diverse inkomsten” Dit vak bevat dus nog alleen de door de belastingplichtige ontvangen uitkeringen tot onderhoud. De andere diverse inkomsten zijn overgebracht naar deel 2. Vier nieuwe belastingverminderingen Vak IX heeft een nieuwe benaming gekregen: (Uitgaven die recht geven op) belastingverminderingen Vorig jaar: “Uitgaven die recht geven op een belastingvermindering” Inhoudelijk is dit vak uitgebreid met 4 nieuwe rubrieken (F tot H) voor het vermelden van de de nieuwe belastingverminderingen: - F - Betalingen gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques - G - Belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven - H - Belastingvermindering voor uitgaven voor de vernieuwing van uw enige en sedert ten minste 15 jaar in gebruik genomen woning, gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid - I. - Belastingvermindering voor de verwerving van obligaties uitgegeven door het Kringloopfonds. Naast bovenvermelde wijzigingen worden in de Circulaire nog een aantal andere kleinere aanpassingen beschreven. Zowel in de aangifte als in de toelichting bij de aangifte werden de bedragen geïndexeerd. 4. Wijzigingen in de aangifte personenbelasting deel 2 iv Deel 2 van de aangifte bestaat voor aanslagjaar 2004 uit 3 bladzijden (in plaats van 4) en bevat 9 vakken in plaats van zeven. Voornaamste wijzigingen: Dienstvermeldingen – Vak bestemd voor de Administratie Deze kader bevond zich vorig jaar op de laatste bladzijde, nu op de eerste bladzijde van deel 2. Vak XII – Diverse inkomsten Dit vak is dus nieuw in deel 2. Het stond vorig jaar in deel 1. Alle diverse inkomsten met uitzondering van de ontvangen onderhoudsuitkeringen moeten hier worden vermeld. Hernummering Door de invoeging van dit nieuwe vak, worden alle volgende vakken hernummerd. Vak XVII – Bezoldigingen van meewerkende echtgenoten Vak XVII is nieuw: de bezoldigingen van de meewerkende echtgenoot die voor de andere echtgenoot beroepskosten zijn, moeten hier worden vermeld. 5. Wijzigingen in de toelichting bij de aangifte personenbelasting v Samen met het aangifteformulier ontvangt elke belastingplichtige ook een boekje met “toelichtingen”. In de toelichting zijn de passages die een wezenlijke wijziging hebben ondergaan t.o.v. vorig jaar, in de rand met een stippellijn aangemerkt. Deze wijzigingen hebben uiteraard voornamelijk betrekking op de in punten 3 en 4 vermelde wijzigingen. Al deze wijzigingen in de toelichtingen zijn becommentarieerd in de Circulaire. 6. Aandelenopties vi De regeling inzake aandelenopties is opgenomen in de wet van 26.3.1999. In de Programmawet van 24.12.2002 werden een aantal bepalingen van de wet van 26.3.1999 verduidelijkt. Deze bepalingen treden in werking op 10.1.2003. Schriftelijk aanbod Het aanbod van de optie moet voortaan schriftelijk, gedateerd en op naam zijn. Een mondeling aanbod wordt niet meer aanvaard. Dit om iedere discussie te vermijden over het juiste moment van de toekenning. Aanvaarding van het aanbod Er is geen automatische aanvaarding van het aanbod. Wie het aanbod niet schriftelijk heeft aanvaard, ten laatste de zestigste dag volgende op het aanbod, worden geacht het aanbod te hebben geweigerd. Waardebepaling van de aandelen Als de aandelen op de beurs worden genoteerd of verhandeld, dan telt voor de waardebepaling de gemiddelde slotkoers. Uitoefeningsperiode van de aandelen Voor aandelenoptieplannen die werden afgesloten tussen 1.1.1999 en 31.12.2002 werd in de mogelijkheid voorzien om de verhandelingsperiode met ten hoogste drie jaar ten verlengen, dit zonder enige bijkomende fiscale last. Dit akkoord moest vóór 31.7.2003 aan de Administratie worden betekend. 7. Onderzoeks –en aanslagtermijnen bij gebroken boekjaren vii Om redenen van eenvormigheid en om “spelletjes” met “alternatieve” afsluitdata te vermijden, werden voor vennootschappen die hun jaarrekeningen anders dan per kalenderjaar afsluiten, de onderzoeks –en aanslagtermijnen gewijzigd. Voortaan geldt ook voor hen een periode van drie jaar vanaf de datum van afsluiting van de jaarrekening. 8. Verrekenbare bedrijfsvoorheffing viii In de programmawet van 24.12.2002 werd een administratief standpunt in de wettekst gegoten: op bezoldiging ingehouden bedrijfsvoorheffing kan met de personenbelasting worden verrekend, zelfs als die voorheffing niet of slechts ten delen aan de Schatkist werd gestort (bijvoorbeeld bij faillissement). 9. Wetenschappelijk onderzoek ix In de programmawet van 24.12.2002 is een maatregel opgenomen die er moet voor zorgen dat er meer arbeidsplaatsen komen voor wetenschappelijke onderzoekers. De werkgever (universiteiten, hogescholen, …) moeten 100 % van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing inhouden op het loon van de betrokkenen, maar moeten slechts 50 % doorstorten aan de Schatkist. De rest mogen ze houden. 10. Fiscaal statuut van de meewerkende echtgenoot x Meewerkende echtgenoten moeten op sociaal vlak voortaan in twee groepen worden verdeeld: - meewerkende echtgenoten met sociaal statuut: zij hebben een eigen beroepsactiviteit die voor hen eigen rechten opent op uitkeringen in een verplichte regeling voor pensioenen, kinderbijslagen en ziekte –en invaliditeitsverzekering - meewerkende echtgenoten zonder sociaal statuut: geen eigen rechten. Voor de meewerkende echtgenoot met een sociaal statuut blijft op fiscaal vlak het huidig systeem van toekenning van meewerkinkomen onveranderd behouden. Voor de meewerkende echtgenoot zonder sociaal statuut wordt op fiscaal vlak een eigen beroepsinkomen gevormd. De toegekende bezoldiging moet “normaal” zijn voor de geleverde prestatie en in principe beperkt tot 30 % van het netto bedrag van de inkomsten van de partner die wordt geholpen. Van de toegekende bezoldiging mag de meewerkende echtgenoot ofwel werkelijke beroepskosten aftrekken, ofwel 5 % forfaitaire beroepskosten. De inkomsten zijn onderworpen aan de verhoging indien geen of onvoldoende voorafbetalingen werden gedaan. De meerwerkende echtgenoot zonder sociaal statuut kan van een belastingkrediet genieten (als hij of zij aan alle voorwaarden voldoet uiteraard). Het belastingkrediet wordt wel beperkt tot 200 euro. 11. Aanvullende pensioenen van zelfstandigen xi Belangrijkste nieuwigheid: zelfstandigen kunnen voortaan kiezen tussen: - een gewone vrije aanvullende pensioenovereenkomst voor zelfstandigen - en een sociale pensioenovereenkomst die gebaseerd is op een solidariteitsstelsel dat tot op heden was voorbehouden aan sommige vrije beroepen (de artsen, de advocaten, enz.). Het belastingstelsel van de bijdragen enerzijds en van de uitkeringen anderzijds, is niet beduidend gewijzigd. Bijdragen zijn aftrekbare beroepskosten als zij daadwerkelijk zijn betaald. Uitkeringen zijn als pensioenen belastbaar. Toch nog twee belangrijke opmerkingen: 1) Voortaan kan een vrij aanvullend pensioen worden gecumuleerd met een groepsverzekering of een bedrijfsleiderverzekering. 2) Voor de berekening van de 80%-regel moet evenwel ook rekening worden gehouden met de pensioenen die zijn gevormd in het kader van het sociaal statuut van de zelfstandigen. 12. Andere items in de Circulaires In de eerste commentaar op de programmawet van 24.12.2002 en de uitvoeringsbesluiten van 25.3.2003, 3.4.2003 en 28.9.2003, komen nog een aantal zaken aan bod die hier niet verder worden toegelicht omdat zij naar onze mening minder belangrijk zijn voor de praktijk van de gemiddelde accountant, boekhouder, fiscalist. Wie toch meer details wil kan via www.fisconet.fgov.be in de Circulaire terecht. Het gaat daar meer bepaald nog over: - Te storten bedrijfsvoorheffing in de sector van de zeevisserij - PC-privé - Opcentiemen op de BNI / Nat.pers. en toepassing van de aanvullende gemeentebelasting op de PB in de berekening van de BV - de regularisatie van de belastbare bezoldigingen en vergoedingen van personeelsleden van de lokale politie; Peter Verschelden 14 juni 2004 i Circulaire nr. Ci.RH.243/563.403 (AOIF 20/2004) dd. 21.04.2004 Circulaire nr. Ci.RH.243/562.106 (AOIF 18/2004) dd. 08.04.2004 iii Circulaire nr. Ci. RH. 82/562.850 (AOIF 17/2004) dd. 02.04.2004 iv Circulaire nr. Ci. RH. 82/562.850 (AOIF 17/2004) dd. 02.04.2004 v Circulaire nr. Ci. RH. 82/562.850 (AOIF 17/2004) dd. 02.04.2004 vi Circulaire nr. AFZ / 2003-0333 (AFZ 2 / 2004) dd. 08.01.2004 vii Circulaire nr. AFZ / 2003-0333 (AFZ 2 / 2004) dd. 08.01.2004 viii Circulaire nr. AFZ / 2003-0333 (AFZ 2 / 2004) dd. 08.01.2004 ix Circulaire nr. AFZ / 2003-0333 (AFZ 2 / 2004) dd. 08.01.2004 x Circulaire nr. AFZ / 2003-0333 (AFZ 2 / 2004) dd. 08.01.2004 xi Circulaire nr. AFZ / 2003-0333 (AFZ 2 / 2004) dd. 08.01.2004 ii