Maandbericht uit Parijs Jorinde VERPOORTEN Adjunct van de Landbouwraad Ambassade van België Parijs Vlaamse Vertegenwoordiging 25 Avenue Pierre I de Serbie 75116 PARIJS Tel. (+33) 01 5689 1439 Fax (+33) 015689 1438 GSM (+33) 06 9801 8656 Vlaamse Vertegenwoordiging LANDBOUWDIENST E-mail: [email protected] 30 april 2007 Maandbericht april 2007 Inhoud Korte inhoud te bereiken met ctrl+klik of klik op de titel (bldz. 3-6) A Frankrijk ............................................................................................................................. .7 1 ALGEMEEN LANDBOUWBELEID ............................................................................... .7 1.1 FNSEA 61ste Congres Marseille 27-29 maart .................................................................... .7 1.2 FNAB wil veeleisender keurmerk dan Europese regelgeving omtrent bioproducten ........ .7 1.3 FNSEA en JA betalen boete aan Brussel ........................................................................... .7 1.4 Oogstverzekering: eerste samenkomst van het CNAA ...................................................... .8 2 PLANTAARDIGE PRODUCTIES ................................................................................... .9 2.1 Wintergroenten: steunmaatregelen van 7,5 miljoen euro ................................................... .9 3 DIERLIJKE PRODUCTIES .............................................................................................. .9 3.1 Congres Franse melkveehouders in Sables d’Olonne 21-22 maart.................................... .9 4 VISSERIJ ........................................................................................................................... .11 4.1 Bussereau verdedigt Franse visserij van glasaal en ansjovis ........................................... .11 5 MILIEU .............................................................................................................................. .12 5.1 PPO: publicatie decreet omtrent de distributie ................................................................. .12 5.2 Droogte : waakzaamheid geboden ................................................................................... .12 6 DIERZIEKTEN ................................................................................................................. .13 6.1 Blauwtongmaatregelen hervat .......................................................................................... .13 7 DIERENWELZIJN ........................................................................................................... .13 7.1 FNB bekritiseert randvoorwaarden dierenwelzijn ........................................................... .13 7.2 Randvoorwaarden dierenwelzijn: Ministerie doet water bij de wijn ............................... .14 8 ANDERE ............................................................................................................................ .15 8.1 Fytosanitaire producten: intoxicatiemeldingen ................................................................ .15 8.2 Agri US Analyse nr.135, april 2007 ................................................................................. .15 1 B. Spanje ............................................................................................................................... .20 1 ALGEMEEN LANDBOUWBELEID ............................................................................. .20 1.1 Veeteelt- en plattelandsontwikkelingsprogramma’s ........................................................ .21 2 VISSERIJ ........................................................................................................................... .21 2.1 Ansjovisconflict ............................................................................................................... .21 2.2 MAPA maakt acht miljoen euro vrij voor Cantabrische vloot ......................................... .21 2.3 Jacht op ansjovis............................................................................................................... .22 2.4 Regering kent 256 miljoen euro toe aan Spaanse visserijsector ...................................... .22 3 PLANTAARDIGE PRODUCTIES ................................................................................. .23 3.1 Bijeenkomst van het Frans/Spaanse Comité voor Fruit en Groenten in Madrid.............. .23 4 DIERZIEKTEN ................................................................................................................. .24 4.1 Blauwtongmaatregelen verscherpt ................................................................................... .24 2 Korte inhoud Volledig bericht te bereiken met ctrl+klik of klik op de titel A. Frankrijk 1 ALGEMEEN LANDBOUWBELEID 1.1 FNSEA 61ste Congres Marseille 27-29 maart Het 61ste FNSEA congres (=Fédération nationale des syndicats d'exploitants agricoles) vond plaats in Marseille van 27 tot 29 maart. Het was de eerste keer sinds de klinkende overwinning van de FNSEA vertegenwoordigers in de Franse landbouwkamerverkiezingen, dat de afgevaardigden vergaderden. FNSEA wilde op het congres aantonen dat ze als grootste Franse landbouworganisatie attractief en efficiënt kan zijn. 1.2 FNAB wil een veeleisender keurmerk dan de Europese regelgeving omtrent bioproducten Tijdens de algemene vergadering van de Fédération Nationale de l’Agriculture Biologique (FNAB) op 27 en 28 maart, benadrukte de federatie gekant te zijn tegen de nieuwe Europese reglementering omtrent bioproducten die in voorbereiding is. Bijgevolg heeft de organisatie voorgesteld om een eigen keurmerk op te richten. In verschillende landen bestaat er opschudding omtrent het Europese voorstel, dat het risico op GGO-besmetting bij biologische producten niet uitsluit, en het verbod op het gebruik van synthetische pesticiden niet expliciet vermeldt. 1.3 FNSEA en JA betalen boete aan Brussel De belangrijkste Franse syndicale organisatie FNSEA (=Fédération Nationale des Syndicats), en de “Jeunes Agriculteurs”, de vakbond die de belangen van de jonge Franse landbouwers verdedigt, hebben besloten om de boete die hun opgelegd werd door het Europese Hof van Justitie, te betalen. De syndicale organisaties werden veroordeeld omdat ze tijdens de crisis van “de gekkekoeienziekte” een minimale aankoopprijs vastlegden voor bepaalde soorten runderen. FNSEA en JA namen de beslissing om Brussel te betalen in afwachting van het aangetekende beroep, omdat ze “er genoeg van hadden intresten te betalen”. 1.4 Oogstverzekering: eerste samenkomst van het CNAA Op 22 maart 2007 vergaderde voor de eerste keer het “Comité national de l’assurance en agriculture” (CNAA). 2 PLANTAARDIGE PRODUCTIES 2.1 Wintergroenten : Bussereau voorziet steunmaatregelen van 7,5 miljoen euro Sinds enkele weken worden de Franse producenten van wintergroenten geconfronteerd met sterke prijsdalingen van hun producten, voornamelijk te wijten aan het uitzonderlijk gematigde klimaat. De regering beloofde in het totaal 7,5 miljoen euro steunmaatregelen ten voordele van de producenten. Deze bestaan uit een geldelijke steun van 1,5 miljoen euro; een uitstel van sociale lasten ter waarde van 4,5 miljoen euro en een overname van sociale premies goed voor nog eens 1,5 miljoen €. 3 3 DIERLIJKE PRODUCTIES 3.1 Congres Franse melkveehouders in Sables d’Olonne 21-22 maart De Franse melkveehouders aangesloten bij de FNPL (sectororganisatie van FNSEA) hielden hun algemene vergadering in Sables d’Olonne, op 21 en 22 maart. Meer dan 500 congressisten woonden de vergaderingen bij. 4 VISSERIJ 4.1 Bussereau verdedigt Franse visserij van glasaal en ansjovis Minister van Landbouw en Visserij, Dominique Bussereau, heeft in de Raad van de Landbouw- en Visserijministers op 16 april 2007 te Luxemburg, de toekomst van de Franse vangsten van glasaal en ansjovis verdedigd. 5 MILIEU 5.1 PPO: publicatie decreet omtrent de distributie Met de publicatie in de Journal Officiel van 28 maart van een decreet aangaande PPO of pure plantaardige olie (huiles végétales pures of HVP), heeft het Ministerie van Financiën de reeks van de reeds gepubliceerde teksten omtrent PPO, vervolledigd (zie ook maandbericht februari 2007). Het decreet betreft hoofdzakelijk de eisen waaraan PPO distributeurs moeten voldoen. 5.2 Droogte : waakzaamheid geboden Op 10 april kwam het nationaal comité voor de droogte (comité national de suivi des effets de la sécheresse sur la ressource en eau) bijeen in Parijs, en concludeerde dat de situatie aanzienlijk verbeterd is. Tijdens het vorige comité op 1 maart 2007, leek de situatie zorgwekkend en vreesde men in verschillende Franse gebieden een gelijkaardige situatie als in 2005. De pluviometrie van midden maart is dus al wat geruststellender, maar volgens Minister van Milieu en Duurzame Ontwikkeling, Nelly Olin, blijft waakzaamheid geboden. 6 DIERZIEKTEN 6.1 Blauwtongmaatregelen hervat De mug (knut) die verantwoordelijk is voor de verspreiding van het blauwtongvirus werd op 6 april 2007 officieel terug vastgesteld in het noordoosten van Frankrijk. De DGAL (Direction générale de l’alimentation) heeft onmiddellijk de maatregelen aangaande dieren in gereglementeerde zones (ZR of zones réglementées) en verboden gebieden (PI of périmètres interdits) herdefinieerd. 7 DIERENWELZIJN 7.1 FNB bekritiseert maatregelen dierenwelzijn Het Franse landbouwministerie heeft in februari 2007 de geactualiseerde fiches voor de randvoorwaarden beschikbaar gemaakt. De veehouders zijn niet gelukkig met de administratieve aanpak en voelen zich beledigd. 7.2 Randvoorwaarden dierenwelzijn: het Franse ministerie doet water bij de wijn Naar aanleiding van de kritieken op de fiches voor de randvoorwaarden aangaande dierenwelzijn, heeft het Ministerie besloten water bij de wijn te doen. 4 8 ANDERE 8.1 Fytosanitaire producten: intoxicatiemeldingen Volgens de directeur van Gezondheid van de Mutualité Sociale Agricole (MSA), zijn de meldingen omtrent intoxicatie door fytosanitaire producten gestegen. 8.2 Agri US Analyse nr.135, april 2007 Editoriaal: restaurateurs houden rekening met dierenwelzijn Impact van biobrandstoffen op landbouwprijzen Akkerbouw: welke marktprijzen in 2007/2008? Weinig gronden onttrokken aan braakligging Het belang van de industrie van de landbouwmechanisatie Sterkere daling in aantal melkproducenten Dierlijke producties: nichemarkten Een eeuw consumptie in de VS Contrasterende evolutie van de vraag in de mondiale landbouw Naar een vrijhandelsakkoord met Zuid-Korea? Vlees: de Chinese pletwals EU levert grootste bijdrage in ontwikkelingshulp Amerikaans Rekenhof heeft kritiek op VS voedselhulp Farm bill 2007: melkproducenten voorstanders van ontkoppelde steun Steunmaatregelen voor de landbouw en de financiering van de oorlog in Irak EPA (Environmental Protection Agency) zou broeikasgassenemissie kunnen regulariseren Bereken uw behoefte aan vetstoffen Food and Drug Administration wil bestraling van voedingsmiddelen promoten Wetsontwerp in het voordeel van cellulose ethanol Moeten antibiotica in de veeteelt verboden worden? B. Spanje 1 ALGEMEEN LANDBOUWBELEID 1.1 Veeteelt- en plattelandsontwikkelingsprogramma’s Tijdens de “Conferencia Sectorial de Agricultura y Desarrollo Rural” van 10 april 2007, voorgezeten door Minister van Landbouw en Visserij Elena Espinosa, werden 58.819.127 euro uitgetrokken voor de uitvoering van veeteelt- en plattelandsontwikkelingsprogramma’s, waarbij ook een deel zal gaan naar de schade veroorzaakt door de tropische storm “Delta” in de Canarische eilandengroep in november 2005. 2 VISSERIJ 2.1 Ansjovisconflict De experimentele ansjovis visserij in de Golf van Biskaje is van start gegaan, maar de problemen hieromtrent, zijn nog steeds niet opgelost. Op het laatste moment besloot de Spaanse visserijsector niet te vertrekken en te wachten tot er betere afspraken gemaakt werden. De Spanjaarden willen onder andere de zone waar de Cantabrische vloot zal vissen, uitgebreid zien. 2.2 Spaans Ministerie van Landbouw en Visserij maakt acht miljoen euro vrij voor Cantabrische vloot De Cantabrische vloot wordt getroffen door een vangstverbod op ansjovis in de Golf van Biskaje. Het Spaanse Ministerie van Landbouw en Visserij heeft besloten acht miljoen euro vrij te maken om de tijdelijke vangstonderbreking van de noordoostelijke Cantabrische vloot 5 te subsidiëren. Bovendien kunnen de vissers ook aanspraak maken op toelagen die worden toegekend door de autonome regio’s. 2.3 Jacht op ansjovis Op het laatste moment besloot de Spaanse visserijsector niet deel te nemen aan de experimentele vangst van ansjovis in de Golf van Biskaje en te wachten tot er betere afspraken gemaakt werden. De Spanjaarden wouden de zone waar de Cantabrische vloot zou vissen, uitgebreid zien. Op 25 april keurde de Europese Commissie de uitbreiding van de zone goed en op 27 april hebben de eerste drie Spaanse vissersboten dan toch het anker gelicht. De Spaanse vissers zullen in tegenstelling tot de Franse, de ansjovisvangsten niet commercialiseren. 2.4 Regering kent 256 miljoen euro toe aan Spaanse visserijsector De Conferencia Sectorial de Pesca, die op 10 april 2007 bijeenkwam onder het voorzitterschap van Minister van Landbouw en Visserij Elena Espinosa, heeft 256.079.877 euro van de rijksbegroting aan de visserijsector toegekend, voor de periode 2007-2013. 3 PLANTAARDIGE PRODUCTIES 3.1 Bijeenkomst van het Frans/Spaanse Comité voor Fruit en Groenten in Madrid Op vrijdag 30 maart 2007 kwam het Frans-Spaanse Comité voor Fruit en Groenten voor de dertiende keer samen. Dit Comité brengt de vertegenwoordigers van de overheid en de professionelen uit de Spaanse en Franse fruit- en groentesector bijeen. Op de samenkomst eind maart werd de balans opgemaakt van de werkzaamheden die in de loop van de twaalf afgelopen maanden door de contactgroepen werden verricht, bestaande uit professionals van de tomatensector, de sector van aardbeien, knoflook en steenvruchten. Ze bogen zich over de oogst, de marktontwikkeling en het campagneverloop van laatstgenoemde producten. 4 DIERZIEKTEN 4.1 Blauwtongmaatregelen verscherpt Omwille van de toenemende temperaturen, waarin de knut die het blauwtongvirus overdraagt goed gedijt, gelden er terug strengere maatregelen in Spanje om de verspreiding van het virus te voorkomen. De bepalingen hieromtrent werden op 28 april 2007 gepubliceerd in het Staatsblad (8826 ORDEN APA/1128/2007, de 26 de abril, por la que se establecen medidas específicas de protección en relación con la lengua azul: http://www.boe.es/boe/dias/2007/04/28/pdfs/A18598-18603.pdf). 6 Volledig bericht A. Frankrijk 1 ALGEMEEN LANDBOUWBELEID 1.1 FNSEA 61ste Congres Marseille 27-29 maart Het 61ste FNSEA congres (=Fédération nationale des syndicats d'exploitants agricoles) vond plaats in Marseille van 27 tot 29 maart. Het was de eerste keer sinds de klinkende overwinning van de FNSEA vertegenwoordigers in de Franse landbouwkamerverkiezingen, dat de afgevaardigden vergaderden. FNSEA wilde op het congres aantonen dat ze als grootste Franse landbouworganisatie attractief en efficiënt kan zijn. Op het georganiseerde rondetafeldebat wilde de organisatie aantonen dat samenwerken de individuele producent de mogelijkheid biedt om sterk te staan tegen de grote macht van de distributie. Vertegenwoordigers van Coöperatieven uit Denemarken, België en Nieuw Zeeland onderstreepten dit standpunt. Ook de komende EU Health Check kwam uitgebreid aan bod. De kabinetschef van Marian Fischer Boel probeerde de aanwezige afgevaardigden gerust te stellen over de bedoeling van de tussentijdse MTR evaluatie en stelde dat de commissaris niet de bedoeling heeft om het GLB voor 2013 aan te pakken. (28/03/2007) 1.2 FNAB wil een veeleisender keurmerk dan de Europese regelgeving omtrent bioproducten Doordat de vraag naar biologische voedingsproducten stijgt, groeit ook de noodzaak om deze beter te reglementeren. Niet iedereen is het er echter over eens, hoe dit moet gebeuren… Tijdens de algemene vergadering van de Fédération Nationale de l’Agriculture Biologique (FNAB) op 27 en 28 maart, benadrukte de federatie nogmaals gekant te zijn tegen de nieuwe Europese reglementering die in voorbereiding is. Volgens FNAB zou deze reglementering de vereisten in de biologische landbouw verzwakken. Bijgevolg heeft de organisatie voorgesteld om een keurmerk op te richten dat de huidige kwaliteit vrijwaart. In verschillende landen bestaat er opschudding omtrent het Europese voorstel, dat het risico op GGO-besmetting bij biologische producten niet uitsluit, en het verbod op het gebruik van synthetische pesticiden niet expliciet vermeldt. FNAB vertegenwoordigt ongeveer 70% van de biologische landbouwers. Volgens de voorzitter is de oprichting van dergelijk keurmerk een manier om zich te verzetten tegen de Europese Commissie, zoals dat in meerdere andere Europese landen ook werd gedaan. (30/03/2007) 1.3 FNSEA en JA betalen boete aan Brussel De belangrijkste Franse syndicale organisatie FNSEA (=Fédération Nationale des Syndicats), en de “Jeunes Agriculteurs”, de vakbond die de belangen van de jonge Franse landbouwers verdedigt, hebben besloten om de boete die hun opgelegd werd door het Europese Hof van Justitie, te betalen. De syndicale organisaties werden veroordeeld omdat ze tijdens de crisis van “de gekkekoeienziekte” een minimale aankoopprijs vastlegden voor bepaalde soorten 7 runderen. FNSEA en JA namen de beslissing om Brussel te betalen in afwachting van het aangetekende beroep, omdat ze “er genoeg van hadden intresten te betalen”. Het Hof van Justitie vaardigde in december laatstleden in verband met deze kwestie boetes uit aan Franse vakbonden en federaties voor ongeveer 12 miljoen euro, waarvan 9 miljoen euro alleen al voor de FNSEA. Volgens de voorzitter van de FNSEA zou de Europese Commissie in afwachting van de eindbeslissing, die binnen de twee volgende jaren zal vallen, de intresten op de nu betaalde som, die geblokkeerd wordt in afwachting van de uitspraak in beroep, aan de vakbonden moeten terugstorten. Sinds de eerste veroordeling zijn de intresten op de boetes beginnen lopen, en de totale som bedraagt momenteel 10,5 miljoen euro voor de FNSEA en 543.000 euro voor de JA (de boete voor de JA bedroeg 450.000 euro, de interest tot nu toe 93.000 euro). FNSEA en JA zullen een gewaarborgde lening aangaan om de boetes te betalen. (13/04/2007) 1.4 Oogstverzekering: eerste samenkomst van het CNAA Oogstverzekering: eerste samenkomst van het CNAA Op 22 maart 2007 vergaderde voor de eerste keer het “Comité national de l’assurance en agriculture” (CNAA). Het comité heeft een positief advies gegeven over de erkenning van de verliezen in Var (overstromingen 2 en 3 december) en, aangaande de droogte 2006, uitbreidingen naar les Hautes Alpes, la Drôme, le Gard, le Lot, la Mayenne, le Bas Rhin, le Vaucluse en la Vienne. Ook heeft het comité zich positief uitgesproken in verband met de schadevergoedingen van dossiers die eerder al werden erkend voor 46,8 miljoen euro aangaande de droogte 2006, en 4,9 miljoen euro voor de andere rampen alsook eerste erkenningen. Een voorlopige balans van de oogstverzekering 2006 werd voorgesteld. De leden van het comité werden geïnformeerd over de evolutie van de reglementering en in het bijzonder van de publicatie van decreten aangaande landbouwrampen (decreet van 19 januari 2007) en de oogstverzekering 2007 (decreet van 30 januari 2007). Een ander decreet, die deze teksten zal vervolledigen wordt opgemaakt. Ook werden de conclusies van het rapport “Une nouvelle étape pour la diffussion de l’assurance récolte » van senator Mortemousque besproken. De volgende bijeenkomst zal plaatsvinden op 7 juni 2007. (Zie ook maandberichten mei 2006, december 2006, januari 2007, februari 2007, en maart 2007.) (2-3/04/2007) 8 2 PLANTAARDIGE PRODUCTIES 2.1 Wintergroenten : Bussereau voorziet steunmaatregelen van 7,5 miljoen euro Sinds enkele weken worden de Franse producenten van wintergroenten (salade, prei, bloemkool, enz.) geconfronteerd met sterke prijsdalingen van hun producten, voornamelijk te wijten aan het uitzonderlijk gematigde klimaat (zie ook maandbericht maart 2007). Landbouwminister Bussereau ontving, naar aanleiding van de laatste nationale conferentie over de wintergroenten, en in aanwezigheid van Gérard Pelhate, voorzitter van de Caisse Centrale de la Mutualité Sociale Agricole, een delegatie producenten onder leiding van Angélique Delahaye, voorzitter van FNPL (=Fédération Nationale des Producteurs de Légumes). Tijdens de ontmoeting werden de eisen van de producenten, de uitdagingen en perspectieven voor de sector geanalyseerd. De regering beloofde in het totaal 7,5 miljoen euro steunmaatregelen ten voordele van de producenten van wintergroenten. Deze bestaan uit een geldelijke steun van 1,5 miljoen euro, een uitstel van sociale lasten ter waarde van 4,5 miljoen euro en een overname van sociale premies goed voor nog eens 1,5 miljoen €. Deze kredieten betreffen de persoonlijke bijdragen van de ondernemers en die van hun werknemers en kunnen herzien worden afhankelijk van de duur van de crisis. Het ministerie zal eveneens de banken aansporen om de landbouwers voordelige leningen aan te bieden. In een communiqué dat werd verspreid naar aanleiding van de bijeenkomst, vraagt FNPL, die deze maatregelen als een eerste stap in de goede richting ziet, dat alles in het werk gesteld zou worden om de bedrijven terug concurrentieel te maken en de organisatie is zelfs bereid om te experimenteren met sociale BTW om de arbeidsplaatsen te behouden. (10/04/2007) 3 DIERLIJKE PRODUCTIES 3.1 Congres Franse melkveehouders in Sables d’Olonne 21-22 maart Samenvatting slottoespraken De Franse melkveehouders aangesloten bij de FNPL (sectororganisatie van FNSEA) hielden hun algemene vergadering in Sables d’Olonne, op 21 en 22 maart. Meer dan 500 congressisten woonden de vergaderingen bij. De huidige problemen van de Franse melksector en de toekomst ervan stonden op de agenda en kwamen ook aan bod in de afsluitende toespraak van de gedreven voorzitter Henri Brichart. Landbouwminister Bussereau antwoordde op de vele gestelde vragen. Voor de landbouwminister was het de laatste officiële en openbare toespraak in deze legislatuur. Voorzitter Brichart benadrukte dat de melkveehouders vooruitziend willen zijn, dat zij willen nadenken over de nodige productiebeheersing maar niet blind kunnen zijn voor de bedreigingen die afkomen op het Franse model met quotabeheersing en sectoroverleg dat garant staat voor de competitiviteit, de menselijke dimensie, het landschapsbeheer en een goede maatschappelijke integratie van de sector. 9 De Franse melkveehouders willen dat model vrijwaren en zijn bereid aanpassingen te aanvaarden. Dat het Franse quotabeleid zal moeten aangepast worden, staat buiten twijfel. De fundamenten, kosteloosheid van de quota en een zekere grondgebondenheid, moeten echter overeind blijven. Wat de productiebeheersing betreft, zei de voorzitter dat hij en de vakbond open staan voor evoluties die meer vrijheid geven aan de bedrijven op voorwaarde dat de bedrijfsdossiers goed in elkaar zitten (“que les dossiers soient bien ficelés”). In verband met de nieuwe mogelijkheden van de “Acal professionnel” (specifieke overdrachten van melkquota's zonder overdracht van grond, bovenop het klassieke Acaldispositief, steunmaatregelen voor de stopzetting van melkactiviteit) verbond de voorzitter een voorwaarde aan de bereidheid tot uitvoering ervan. Het gebruik van de betaalde superheffingen moet blijven dienen om de Acal te financieren. In de slottoespraak beloofde de minister dat de opbrengst van de superheffingen voor het overschrijden van de melkquota voor de campagne 2007/2008 volledig aan de financiering van de Acal toegewezen zal worden. Verder in zijn toespraak wees Brichart op het belang van het “Plan Bâtiments” (aanpassing aan de nieuwe normen). Hij hekelde de vele wachtlijsten in bijna alle Franse departementen als gevolg van onvoldoende financieringsmiddelen. De landbouwminister vond de opmerking blijkbaar weinig gepast want hij vermeldde dat de regering meer dan 300 miljoen euro over twee jaar vrijgemaakt had en vond het niet nodig om er verder op in te gaan. Henri Brichart meende voorts dat dit Franse melksectormodel, de uitdrukking is van een contract tussen de maatschappij en de landbouw. Dit model kan op elk moment door slechte landbouwbeleidsbeslissingen opgeblazen worden. De toekomst ervan is bedreigd. Het komende verslag over de melkquota's voorzien in de evaluatie van de MTR (akkoorden van Luxemburg) voorspelt goeds. In reactie heeft de melksector (producerende en verwerkende), tot nu toe, de handtekening verkregen van 125 kamerleden of senatoren op hun open brief bestemd voor de Europese Commissaris Mariann Fischer Boel en nog meer handtekeningen zullen in de komende dagen verkregen worden. Een gelijksoortige actie voor de verdediging van het Europese melkmodel is in de herfst bij het Europees Parlement voorzien. De Franse producenten zijn verbijsterd over de Europese WTO toegevingen. Het risico dat we onze voedselsoevereiniteit verliezen is reëel, en dat zullen we nooit aanvaarden, verwittigde Henri Brichart. Het WTO onderhandelingsverloop is des te meer absurd daar het belang van de intercontinentale wereldhandel in de melksector een minimale fractie van de handel betekent; de melkhandel is hoofdzakelijk een regionaal gebeuren. Terugkerend op de beheersingsproblematiek zei de voorzitter dat de Franse melkproducenten over de toekomstige evolutie van het begrip ‘productiebeheersing’ willen nadenken omdat de Commissie waarschijnlijk het einde van de quota’s zal aankondigen. Ondertussen heeft de Franse minister besloten om de herverdeling van de jaarlijkse verhoging met 0,5% van de aanvullende quota's te vereenvoudigen (verhoging voorzien in de MTR hervorming van Luxemburg). Elke veehouder zal op automatische wijze een bijkomende hoeveelheid van 0,5% toegewezen krijgen van de quota die hij op 31 maart 2007 in handen had. Jean-Michel Lémétayer, voorzitter van FNSEA, stelde in zijn toespraak dat het nodig is de toekomst tegemoet te zien met aandacht voor het behoud van de productiebeheersing en voor de hefbomen van het marktbeleid. 10 Uit de toespraak van voorzitter Brichart bleek dat in de besloten vergaderingen van 21 maart er veel gediscussieerd werd over de inhoud en betekenis van de contracten tussen de producenten en de verwerkers. Zowel Henri Brichart als Jean-Michel Lemétayer verwittigden de zuivelindustriëlen dat het van hunnentwege een verkeerde berekening zou zijn om te proberen de Franse interprofessionele organisatie en akkoorden af te zwakken. De verwerkers moeten weten dat zij dan zwaar af te rekenen zullen krijgen met het frontaal verzet van de producenten. De producenten dragen met een verplichte vrijwillige bijdrage (cvo-heffing) bij tot de financiering van een investeringsfonds voor de modernisering van de melkophaling en de verwerkende industrie. De landbouwminister steunt dit producenteninitiatief ten volle en beloofde bij de Minister van Financiën tussen te komen om een voordelige fiscale behandeling van de maatregel te bekomen. Voor de komende drie jaren zouden aldus 15 miljoen euro beschikbaar zijn bij dit fonds dat beheerd zal worden door Sofiprotéol1. Tenslotte valt op te merken dat Jean Michel Lemétayer in zeer warme bewoordingen de uitstekende werkrelatie met de minister, de ministeriële directies en het kabinet geprezen heeft en de minister hiervoor bedankte. “Jammer dat u steeds met geldgebrek af te rekenen had”, zei de voorzitter van FNSEA. De toespraken van Brichart en van de minister zijn beschikbaar op deze dienst. (28-03-2007) 4 VISSERIJ 4.1 Bussereau verdedigt Franse visserij van glasaal en ansjovis Minister van Landbouw en Visserij, Dominique Bussereau, heeft in de Raad van de Landbouw- en Visserijministers op 16 april 2007 te Luxemburg, de toekomst van de Franse vangsten van glasaal en ansjovis verdedigd. Wat betreft de jonge paling of glasaal, herinnerde de Minister eraan dat het hier gaat om een zeer belangrijke onderhandeling die de toekomst van bijna 2000 professionele vissers treft, verspreid over de Atlantische Oceaan, de Noordzee en het Kanaal. Frankrijk weigerde het voorstel van de Commissie te aanvaarden, waarbij de Franse en Spaanse vissers verplicht zouden worden om 75% van hun vangsten te gebruiken voor het herstel van de bestanden in de wateren van Noord en Oost-Europa. Bussereau verdedigde het Franse voorstel waarbij er beheersplannen per bassin opgesteld zouden worden die de voorwaarden voor een herstel vastleggen en de versterking van controlemaatregelen. De Fransen werden hierin gesteund door de Spanjaarden, de Italianen, de Hongaren en de Roemenen. Er werd echter geen akkoord bereikt. Aangaande de ansjovisvangsten gingen de onderhandelingen met de Commissie en met Spanje over de experimentele campagne. Bussereau is erin geslaagd om de Commissie de Spaanse boycot van de Franse ansjoviscommercialisering te laten veroordelen. Daartegenover is Frankrijk akkoord gegaan met het terugroepen van de Franse boten in afwachting van de bijeenkomst op 19 april waarin overlegd zal worden over de vangstvoorwaarden. De Franse boten zullen wel terug kunnen uitvaren vanaf maandag 23 april. (17/04/ 2007) 1 Sofiproteol beheert o.a. de financiële poot van Prolea. http://www.prolea.com/index.php?id=1460 11 5 MILIEU 5.1 PPO: publicatie decreet omtrent de distributie Met de publicatie in de Journal Officiel van 28 maart van een decreet aangaande PPO of pure plantaardige olie (huiles végétales pures of HVP), heeft het Ministerie van Financiën zojuist de reeks van de reeds gepubliceerde teksten omtrent PPO, vervolledigd (zie ook maandbericht februari 2007). Het decreet betreft hoofdzakelijk de eisen waaraan distributeurs van PPO moeten voldoen: wanneer de verkoop bestemd is voor landbouwmachines, moet de PPO gekleurd worden volgens dezelfde voorwaarden als die voor stookolie, dus in een rode scharlakenkleur met de communautaire indicator of verklikkerstof Solvent Yellow 124, en in het blauw met de communautaire indicator wanneer de PPO bestemd is voor vissersvaartuigen. Volledige pakketten (kleurstof/indicator) bestaan. Elke distributeur is verantwoordelijk voor de wettelijke bestemming van de verkochte olie. De factuur geeft de personalia van de koper aan, met een vermelding dat het gebruik van het product aan reglementeringen onderworpen is en dat het gebruik ervan in een motor onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker valt. Ook is bepaald dat de plaatselijke instanties die PPO gebruiken, de activiteit van distributeur niet kunnen uitoefenen. Decreet n° 2007-446 van 25 maart 2007 « fixant les mesures auxquelles doivent se conformer les distributeurs et les utilisateurs d’huiles végétales pures en application de l’article 265 quater du code des douanes ». (04/04/2007) 5.2 Droogte : waakzaamheid geboden Op 10 april kwam het nationaal comité voor de droogte (comité national de suivi des effets de la sécheresse sur la ressource en eau) bijeen in Parijs, en concludeerde dat de situatie aanzienlijk verbeterd is. Tijdens het vorige comité op 1 maart 2007, leek de situatie zorgwekkend en vreesde men in verschillende Franse gebieden een gelijkaardige situatie als in 2005. De regen die sinds het begin van de maand maart is gevallen, was gunstig voor verschillende zones die zwaar in moeilijkheden zaten, voornamelijk Aquitaine, Poitou-Charentes, en het westen van de Pyreneeën. De situatie blijft echter gespannen ten oosten van de Pyreneeën, in Ariège en la Garonne. Het tekort blijft tevens aanzienlijk in een gedeelte van het zuidoosten van Frankrijk als in Corsica, de Rhonevallei, en het Parijse bekken. Op verzoek van Minister van Milieu en Duurzame Ontwikkeling, Nelly Olin, heeft de prefect van het bekken Adour-Garonne de landbouwbedrijven van het zuidwesten opgeroepen om rekening te houden met de hydrologische situatie bij de keus van hun gewassen. De pluviometrie van midden maart is dus al wat geruststellender, maar volgens Nelly Olin blijft waakzaamheid geboden aangezien het tij nog kan keren indien de temperaturen in de volgende maanden hoger liggen dan gewoonlijk. Het rapport van het comité over de hydrologische situatie in Frankrijk op 10 april 2007 is beschikbaar op deze dienst. 12 (10/04/2007) 6 DIERZIEKTEN 6.1 Blauwtongmaatregelen hervat Eerder al werd duidelijk dat de Franse veehouders moeten leren leven en werken met het blauwtongvirus. Tot op heden werd het virus beschouwd als een tropische ziekte, maar nu blijkt dat bluetongue zich blijvend zal vestigen ook in meer noordelijke streken van Europa. Volgens Inra en Cirad ligt een nieuwsoortige knut die beter bestand is tegen de koude aan de basis van de uitbraak van het virus in Duitsland, Frankrijk en België in 2006 (zie ook maandberichten augustus 2006, november 2006, december 2006). De mug (knut) die verantwoordelijk is voor de verspreiding van het blauwtongvirus werd op 6 april 2007 officieel terug vastgesteld in het noordoosten van Frankrijk. De DGAL (Direction générale de l’alimentation) heeft onmiddellijk de maatregelen aangaande dieren in gereglementeerde zones (ZR of zones réglementées) en verboden gebieden (PI of périmètres interdits) herdefinieerd. De maatregelen zijn nog niet zo streng als vorig jaar, maar kunnen nog herzien worden indien de situatie verergert. In dat geval zouden de autoriteiten kunnen opteren voor een vervoersverbod van PI naar ZI (=zone indemne) en de overdrachten van PI naar ZR onder zeer strikte voorwaarden laten verlopen. De prefecten kunnen afwijkingen toestaan voor het vervoer van dieren van PI en ZR naar slachthuizen van ZI, op voorwaarde dat de dieren een desinsectie behandeling ondergingen voordat ze geladen werden. Het vee van de gereglementeerde zones kan eveneens naar bedrijven in de ZI gebieden gaan, op voorwaarde dat er een serologische test werd uitgevoerd die negatief is, na een desinsectie behandeling van minstens 28 dagen (de sanitaire autoriteiten bevelen het gebruik van pyrethrumderivaten aan). De herkauwers van PI, die bestemd zijn voor ZR of ZI, moeten ook een tweede serologische test ondergaan 28 dagen na hun aankomst in het bedrijf van bestemming. Kalveren van acht dagen oud vallen onder specifieke maatregelen. Enkel de kalveren afkomstig van ZR kunnen naar een vetmestingsplaats van ZI, op voorwaarde dat deze laatste gesloten is en op voorhand een desinsectie behandeling onderging. Voor meer gedetailleerde informatie: zie bijgevoegde documenten. dgaln20078085z[4]. dgaln20078084z[3]. dgaln20078083z[2]. dgaln20078078z[1]. pdf pdf pdf pdf (11/04/2007) 7 DIERENWELZIJN 7.1 FNB bekritiseert maatregelen dierenwelzijn Het Franse landbouwministerie heeft in februari 2007 de geactualiseerde fiches voor de randvoorwaarden beschikbaar gemaakt (zie maandbericht februari 2.2). De veehouders zijn niet gelukkig met de administratieve aanpak. De Franse nationale veehoudersbond (FNB) wees erop dat deze technische fiches bepalen dat de veehouders de fysiologische behoeften van de dieren inzake voedering en drinken moeten respecteren 13 waarbij vermeld is dat ze erop moeten toezien dat de kalveren binnen de zes uur na het kalven colostrum te drinken krijgen.…. De overheid moet dit gegeven ter plaatse controleren. FNB betreurt deze formulering die voor de veehouders eigenlijk een belediging is. De FNB herinnert eraan dat tegenover de verwachtingen van de maatschappij, die blijkbaar wel belang stelt in het kennen van de veeteeltvoorwaarden, de veehouders collectieve stappen hebben afgesproken. Bij het handvest over goede veehouderspraktijken zijn 126.000 bedrijven aangesloten. Dit handvest concretiseert voor het beroep de ethiek, de professionele know-how en de individuele verplichtingen die op verantwoordelijkheid zijn gebaseerd, ook wat de goede behandeling van de dieren betreft. De voorgestelde maatregel is dan ook de weerspiegeling van een administratieve wurggreep en creëert een situatie waarbij de veehouder een ideale schuldige bij voorbaat is, meent het FNB. (03/04/2007) 7.2 Randvoorwaarden dierenwelzijn: het Franse ministerie doet water bij de wijn De randvoorwaarden voor de steunmaatregelen, zijn een van de belangrijkste maatregelen van de hervorming van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid dat in juni 2003 werd goedgekeurd. De directe landbouwsteun wordt verbonden aan randvoorwaarden die de verwachtingen van de maatschappij op vlak van gezondheid, milieu en op sociaal vlak, zouden moeten weergeven. Deze randvoorwaarden, waarvan de toepassing progressief werd ingevoerd, gespreid over een periode van drie jaar, hebben betrekking op verschillende domeinen. Voor het jaar 2007, was de toepassing van het laatste aspect, namelijk het dierenwelzijn, voorzien. Dominique Bussereau, Minister van Landbouw en Visserij, benadrukte nogmaals dat slechts één domein van de voorwaarden tegelijk gecontroleerd mag worden per landbouwbedrijf. Hierover werd een instructie verzonden naar de Prefecten. De Minister heeft voorts aan de Prefecten gevraagd om, in overleg met de plaatselijke beroepsorganisaties, de controles in de bedrijven te organiseren. Werkgroepen samengesteld uit vertegenwoordigers van de overheid en het beroep, zullen eveneens een discussie moeten voeren over de technische fiches van de randvoorwaarden. Voor het dierenwelzijn gaat het erom, rekening houdend met de plaatselijke gebruiken en de werkelijkheid op het terrein, de verschillende criteria vast te leggen die de landbouwer moet eerbiedigen. Bovendien merkte de Minister op dat de arealen waar geen fytosanitaire producten gebruikt mogen worden, die arealen zijn die voorheen als dusdanig bepaald werden in het kader van goede landbouw- en milieupraktijken. Bussereau wil dat de randvoorwaarden “met pedagogie” wordt toegepast. In 2007 zullen op vlak van dierenwelzijn, "minder belangrijke" afwijkingen die bij een controle vastgesteld worden, geen vermindering van de steunmaatregelen tot gevolg hebben maar de landbouwer zal een eenvoudige herinnering aan de regelgeving ontvangen. De boer zal een waarschuwingsbrief krijgen die hem de aard van de vastgestelde afwijkingen, evenals de te nemen maatregelen, aangeeft. 14 Het perscommuniqué van het Ministerie kan geraadpleegd worden op: http://www.agriculture.gouv.fr/spip/IMG/pdf/cp_simplifications_040407.pdf De reactie van de minister volgt op de snijdende opmerkingen van de FNB (zie ook in dit maandbericht “Dierenwelzijn - Kafkaiaans”). Ook laat het recente commissieverslag (28 maart) over de toepassing van de randvoorwaarden, ruimte voor meer soepele interpretaties. Het merendeel van de voorgestelde maatregelen in het commissieverslag, heeft betrekking op aanpassingen bij controles en sancties, maar wijzigt niet de verplichtingen die aan de landbouwers worden opgelegd. (04/04/2007) 8 ANDERE 8.1 Fytosanitaire producten: intoxicatiemeldingen De meldingen omtrent intoxicatie door fytosanitaire producten zijn gestegen, verklaarde de directeur van Gezondheid van de Mutualité Sociale Agricole (MSA) op 30 maart. Volgens de MSA heeft het groene telefoonnummer “Phyt’Attitude” 319 meldingen van landbouwers geregistreerd, waarvan 183 in 2004, en 136 tijdens het eerste semester van 2005 (=actueelste cijfers). 48% van de meldingen zijn afkomstig van slachtoffers (oftewel 17% meer dan in 2002-2003) en 43% van landbouwondernemers (=30% meer). De meerderheid van de meldingen gaan over insecticiden (35%), fungiciden (27%) en herbiciden (27%). Het grootste aantal meldingen betreft incidenten met graangewassen (33%), oftewel een stijging van 17% ten opzichte van 2002-2003. De MSA merkt op dat 7% van de intoxicaties “passief” zijn, waarvan 80% zich voordoen na een behandeling van de gewassen en 20% in de nabijheid van een behandeling in uitvoering. Naast de adviserende en preventieve acties van de MSA, leidt de mutualiteit ook verschillende studies aangaande de gevolgen van het gebruik van fytosanitaire producten. Dit is het geval bij de studie Partage, die gelanceerd werd in februari aangaande de Parkinson ziekte in het landbouwersmilieu et de studie Agrican, die eind 2005 gestart werd, en waarbij het verband tussen kankers en landbouwactiviteiten onderzocht wordt. (2/04/2007) 8.2 Agri US Analyse nr.135, april 2007 Samenvattingen Volledige Franse tekst kan bij aanvraag toegestuurd worden. Editoriaal: restaurateurs houden rekening met dierenwelzijn Wie had dat verwacht? De Amerikanen bekommeren zich tegenwoordig over het comfort van kalveren, kippen en varkens. Burger King, de tweede belangrijkste mondiale fastfoodketen verklaarde tegen het einde van het jaar zijn aankoop van eieren en varkens afkomstig van veeteeltbedrijven die strikte criteria hanteren op vlak van dierenwelzijn, te verdubbelen. De chefkok Wolfgang Puck, voormalig leerling van “Oustau de Baumanière” in Baux-deProvence, die vandaag aan het hoofd van een imperium staat dat tien miljoen maaltijden per jaar opdient, is gelijkaardige verbintenissen aangegaan. Smithfield, eerste producent en verwerkend bedrijf op mondiaal vlak van varkens, heeft onder druk van McDonalds en de grootdistributeurs beslist om de veehouderij van drachtige zeugen in individuele boxen te verbannen. 15 Twee zaken springen Franse waarnemers in het oog: enerzijds wordt deze evolutie niet aangewakkerd door de overheden zoals wel het geval is in Europa: het zijn de bedrijven aan de afnemerzijde die in naam van hun zelfverklaarde “sociale verantwoordelijkheid”, aan hun leveranciers vragen om de kooien van legkippen en de stallen van varkens en kalveren af te schaffen. Tevens hebben ook verschillende Amerikaanse staten ervoor gekozen om hun wetgeving te wijzigen. Wat de markt hiermee bereikt, traag, dat is waar, en op een chaotische manier, is een nieuw evenwicht in de concurrentie aan beide kanten van de Atlantische Oceaan en dat is geruststellend voor de Europese producenten die een nadeel ondervinden in de internationale concurrentie door de steeds striktere reglementeringen op vlak van dierenwelzijn. Anderzijds zijn de bedrijven die in de VS een verandering opleggen in de veeteelt, voornamelijk multinationals. Ze passen hun bevoorradingsbeleid aan in functie van consumptietendensen die waargenomen worden in verschillende landen waar ze gevestigd zijn. De Europese ervaring van McDonalds en Burger King heeft zeker niet voor niets meegespeeld in hun beslissing om beter te waken over het welzijn van kippen en varkens, zelfs als de druk van dierenrechtenorganisaties een bepalende rol gespeeld heeft. De criteria van “sociale verantwoordelijkheid” zijn niet overal dezelfde, maar hebben de neiging om naar elkaar toe te groeien. De multinationals in de restauratie dragen zo bij, op hun manier weliswaar, aan veeteeltnormen die een beetje verzachtend zouden moeten werken voor de Europese producenten. De impact van biobrandstoffen op landbouwprijzen De voorspellingen van FAPRI (=Food and Agricultural Policy Research Institute), die begin maart bekend gemaakt werden, verwachten aanhoudende hoge mondiale prijzen in de akkerbouw, in dollars, in het volgende decennium, voornamelijk door de boom in biobrandstoffen. (Emerging Biofuels: Outlook of Effects on U.S. Grain, Oilseed, and Livestock Markets May 2007 [07-SR 101] ) http://www.card.iastate.edu/publications/synopsis.aspx?id=1050 Economische actualiteit Akkerbouw: welke marktprijzen in 2007/2008? Volgens de nieuwsbrief van 14 april 2007 van Pro Farmer, gebaseerd op het gemiddelde rendement in de Verenigde Staten, zouden de prijzen aan de producenten van maïs en soja stijgen met respectievelijk 3% en 6% gedurende de campagne 2007/2008. De prijs van tarwe zou dalen met 8%. De marktprijs van varkensvlees zou dalen met ongeveer 3% in 2007, maar de prijzen van de andere dierlijke producties zouden stijgen. Weinig gronden worden onttrokken aan braak Op de 11,3 miljoen hectare die op dit moment in het braakleggingprogramma op lange termijn zitten (Conservation Reserve Program of CRP) en waarvan het contract ten einde loopt tussen 2007 en 2010, zal de overgrote meerderheid ofwel 9,4 miljoen hectare, waarschijnlijk in de CRP blijven. Dit is toch de wens van de grondeigenaars die door het Amerikaanse landbouwministerie ondervraagd werden en die in de mogelijkheid verkeren om hun contracten te vernieuwen. Indien men uitgaat van deze schattingen, zullen enkel 1,9 miljoen hectare gronden terug gebruikt worden voor het verbouwen van gewassen voor de oogsten 2008-2011, waarvan 0,6 miljoen hectare in de voornaamste maïsproducerende Staten. Er moet dus niet gerekend worden op de CRP om het maïsareaal aanzienlijk te verhogen (=36,6 miljoen hectare in 2006), als antwoord op de boom in bio-ethanol. Enkel indien de landbouwminister de producenten toelaat om voortijdig uit de braaklegging op lange termijn 16 te stappen, zonder dat daar een boete op staat, en indien de producenten geloven in een aanhoudende stijging in de prijzen van de akkerbouwgewassen, zal een aanzienlijke areaaluitbreiding werkelijkheid worden. Het belang van de industrie van de landbouwmechanisatie De professionele organisaties van de landbouwmechanisering in de VS, hebben een studie vrijgegeven die de bijdrage van hun sector aan de economische activiteit en de werkgelegenheid, in de verf zet. De studie, die 48 pagina’s telt heet “U.S. Agricultural Equipment: Powering Jobs and Dollars”, en is beschikbaar op http://www.aem.org/news/aemNews/pdf/USAgEquip2007.pdf. Sterkere daling in aantal melkproducenten Volgens het tijdschrift Hoard’s Dairyman (10/03/07), is het aantal professionele melkbedrijven in de Verenigde Staten gedaald met 4% in 2006, tegenover 3,4% in 2005. Sinds 1992 werd er een daling van 53% vastgesteld. In 2006 registreerde het Amerikaanse landbouwministerie 62.000 professionele producenten, dit zijn producenten die over een vergunning beschikken om melk te verkopen. Ongeveer 80% van de melkbedrijven worden als professioneel beschouwd. Sinds 1992 is hun aantal gedaald met gemiddeld zo’n 5% per jaar, oftewel een daling met meer dan de helft in veertien jaar tijd. Deze daling correleert in het algemeen met een daling in de melkprijs. In 2006 heeft de stijging in de lasten, verbonden aan de toenemende kosten in energie en veevoeder, er ook bepaalde producenten toe aangezet hun activiteit stop te zetten. Tussen 1992 en 2006 is de daling in het aantal melkkoeien (-6% tot 9,1 miljoen koeien) minder snel gegaan dan de daling in het aantal bedrijven, daar de gemiddelde rundveestapel per professioneel bedrijf, is verdubbeld. Het nationale gemiddelde bedroeg 147 koeien per bedrijf in 2006, maar er zijn grote regionale verschillen. Het artikel geeft de website aan waar de studie te vinden is. Dierlijke producties: nichemarkten De Amerikaanse landbouwers diversifiëren door voor nieuwe producties met een sterke toegevoegde waarde te kiezen, zoals de bizon, struisvogel en alpaca. De expansie van deze markten is echter beperkt door de zwakke vraag en door het speculatieve karakter van dergelijke markten. Een eeuw consumptie in de VS In de 20ste eeuw zijn de uitgaven van de Amerikaanse huishoudens meer dan verdubbeld in reële waarde. Het gemiddelde inkomen per familie, in constante dollars vóór belastingen, is verdrievoudigd in honderd jaar tijd. Het deel van de levensmiddelen (thuis en buitenshuis) in het gezinsbudget is gedaald van 42% in 1901 naar 13% in 2002/2003. Deze daling wordt vooral toegeschreven aan het feit dat de inkomens gestegen zijn, maar de uitgaven aan voedsel in reële termen zijn per familie wel met 26% gedaald. De studie “100 Years of U.S. Consumer Spending” van het Bureau of Labor Statistics (=BLS), geeft een overzicht van de grote evoluties in de consumptie van Amerikaanse huishoudens gedurende de voorgaande eeuw (http://www.bls.gov/opub/uscs/report991.pdf).. Internationale markten en commercieel beleid Contrasterende evolutie van de vraag in de mondiale landbouw In het volgende decennium zal volgens FAPRI (=Food and Agricultural Policy Research Institute) de stijging in de mondiale consumptie vooral zeer groot zijn voor plantaardige oliën, dierlijke producten (vlees, melk) en veevoeder, waaronder maïs, dat zowel als veevoeder, 17 alsook voor de vervaardiging van bio-ethanol gebruikt wordt. (http://www.fapri.iastate.edu/brfbk07/BrfBk2007.pdf) Naar een vrijhandelsakkoord met Zuid-Korea? De Verenigde Staten en Zuid-Korea hebben op 1 april 2007 een akkoord bereikt dat de handel van de meerderheid van de landbouw- en industrieproducten en van de diensten, liberaliseert. Het Amerikaanse Congres heeft echter aangegeven dat het de overeenkomst niet zou tekenen zolang Zuid-Korea, omwille van sanitaire redenen, weigert om Amerikaans rundvlees in te voeren. Het is dus niet zeker of het akkoord goedgekeurd zal worden binnen de afloop op 30 juni 2007 van de versnelde goedkeuringsprocedure of Trade Promotion Authority, dat aan Bush de mogelijkheid geeft om handelsakkoorden voor te leggen aan het Congres voor goedkeuring of verwerping en bloc, waarbij amendementen niet mogelijk zijn. Vlees: de Chinese pletwals De verbazingwekkend snelle groei van de vleesproductie in China, die verband houdt met de bevolkingsgroei en stijgende inkomsten van de bevolking, doet ook de vraag naar maïs en soja stijgen. De Chinese vraag heeft een toenemende invloed op de evolutie van de mondiale landbouwmarkten. (http://www.fapri.iastate.edu/brfbk07/BrfBk2007.pdf) EU levert grootste bijdrage in ontwikkelingshulp Als voornaamste invoerder van producten afkomstig uit arme landen, is de EU eveneens de eerste leverancier van ontwikkelingshulp. De Unie besteedt 0,41% van haar bruto nationaal inkomen aan ontwikkelingshulp, terwijl dit in de VS slechts 0,17% is (cijfers voor 2006). Amerikaans Rekenhof heeft kritek op VS voedselhulp Volgens het Government Accountability Office (GAO), een instelling die vergelijkbaar is met het Rekenhof, is de Amerikaanse voedselsteun ondoeltreffend, aangezien 2/3 van het beschikbare budget wordt opgeslorpt door de kosten voor het ophalen en het transport van de producten ( de US wetten verplichten het gebruik en het betalen van Amerikaanse vervoermiddelen). Deze kritiek heeft een extra uitwerking in de context van de WTOonderhandelingen. Volgens het rapport van GAO levert de VS de grootste mondiale voedselsteun. De Amerikanen leveren in dit kader ongeveer 4 miljoen ton producten, voornamelijk granen, voor een kost om en nabij de 2 miljard U.S. dollar per jaar. De doeltreffendheid van de voedselhulpprogramma’s heeft echter te lijden onder de werkingsregels ervan. Zo eist de wet dat de producten die geschonken worden afkomstig zijn van de VS, en gaat het grootste deel van het budget naar logistieke kosten. Het resultaat is dat tussen 2002 en 2006 het aantal producten geleverd door de VS in ton, met de helft verminderd is. Ook heeft het rapport scherpe kritiek op de monetisering via NGO’s van de geleverde voedselhulp. Het rapport van GAO “Foreign Assistance: Various Challenges Impede the Efficiency and Effectiveness of U.S. Food Aid” kan geraadpleegd worden op: http://www.gao.gov/new.items/d07560.pdf. Landbouwsteun Farm bill 2007: melkproducenten voorstanders van ontkoppelde steun De National Milk Producers Federation, die in de VS de melkproducenten vertegenwoordigt die verenigd zijn in coöperatieven, wil in de volgende landbouwwet dat de rechtstreekse steunmaatregelen ontkoppeld worden van de productie en marktprijzen van de melk. De voorstellen van de NMPF voor de volgende farm bill steunen op vier pijlers: ten eerste wil de federatie de huidige steun voor de melkprijzen vervangen door een systeem van garantieprijzen voor zuivelproducten. Het tweede luik van de voorstellen betreft de invoering 18 van rechtstreekse betalingen aan de melkproducenten, ontkoppeld van de productie en marktprijzen. Een derde maatregel wil de productie van bio-energie met dierlijke mest bevorderen. Ook wil de federatie de producenten toestaan om termijn leveringscontracten af te sluiten aan de verwerkende industrie, met uitzondering van de melk die bestemd is voor de consumptiemelk. Steunmaatregelen voor de landbouw en de financiering van de oorlog in Irak De Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat hebben elk een wetsontwerp aangenomen voor een verlenging van het budget voor de oorlog in Irak, maar gebonden aan de financiering van verschillende projecten, waaronder steunmaatregelen voor landbouwrampen in de VS. Beide wetsontwerpen, waarover Senaat en Kamer het nog eens moeten worden, verbinden de militaire uitgaven in Irak aan de repatriëring van de Amerikaanse troepen. In het geval van de Kamer is dat vóór 1 september 2008, en in het geval van de Senaat 31 maart 2008. Tegelijkertijd met de fondsen die werden aangevraagd door het Ministerie van Defensie, zouden urgentiesteunmaatregelen gedeblokkeerd worden die onder andere ten goede zouden komen aan de landbouwsector. Het gaat om schadevergoedingen voor natuurlijke rampen waardoor de oogst en het vee werden getroffen sinds 2005, en anderzijds de verlenging van het MILC programma of Milk Income Loss Payment dat het mogelijk maakt om rechtstreekse steun te betalen aan melkproducenten wanneer de prijs aan de producent onder een bepaalde drempel komt te liggen. Dat programma loopt ten einde op 31 augustus 2007. President Bush dreigde er echter mee zijn veto te zullen gebruiken tegen gelijk welk wetsontwerp dat de terugtrekking van de troepen in Irak vastlegt en hij is ook niet te spreken over het verbinden van het aangevraagde budget met urgentiesteunmaatregelen die bovendien niet gecompenseerd worden door een vermindering in de bestaande budgetten. Het veto is intussen werkelijkheid geworden. Kwaliteit en Milieu EPA (Environmental Protection Agency) zou broeikasgassenemissie kunnen regulariseren Het Amerikaanse opperste gerechtshof heeft de regering-Bush vernederd door op 2 april te oordelen dat het federale EPA of het “Environmental Protection Agency” het recht heeft om de uitstoot van broeikasgassen afkomstig van motorvoertuigen te regulariseren. Door het vonnis wordt erkend dat broeikasgassen die worden uitgestoten door automobilisten vervuilend zijn en dus geregulariseerd moeten worden in het kader van de Amerikaanse wet aangaande de luchtzuiverheid of Clean Air Act. De regering heeft dus het recht om de uitstoot van broeikasgassen te regulariseren, maar is er niet verplicht toe. Bush liet al weten dat hij niet van plan is zijn beleid te veranderen, dat moet gezien worden in het licht van de weigering van de VS om het Kyoto protocol te ratificeren. Toch kan EPA niet langer met politieke of economische argumenten op de proppen komen als het de emissie van broeikasgassen door gemotoriseerde voertuigen niet wil regulariseren. Voortaan moet het agentschap wetenschappelijke argumenten kunnen aanhalen. Dit vonnis is niet zonder consequenties voor de landbouw. Enerzijds zijn lokale initiatieven voor een hogere consumptie van biobrandstoffen positief voor de landbouwsector. Anderzijds kunnen beperkende maatregelen voor een emissiereductie opgelegd worden. Bereken uw behoefte aan vetstoffen De Amerikaanse cardiologievereniging heeft een interactieve website opgericht, die het mogelijk maakt voor consumenten om hun behoeftes in calorieën en vetstoffen te berekenen en bijgevolg hun voeding aan te passen. Het volstaat om naar de volgende site te surfen: http://www.myfatstranslator.com/ en persoonlijke kenmerken zoals gewicht, lengte, leeftijd, geslacht en fysieke activiteit in te vullen om uw dagelijkse behoefte aan calorieën en 19 vetstoffen te berekenen om op hetzelfde gewicht te blijven. De site kadert in de strijd tegen obesitas. In 2003/2004 leed één derde van de volwassenen in de VS aan obesitas, tegenover 15% in 1976-80. Food and Drug Administration wil bestraling van voedingsmiddelen promoten De Food and Drug Administration stelt voor om de huidige regels aangaande de labeling van voedsel dat bestraald werd, te versoepelen om de aarzeling weg te nemen bij de consument. De FDA pleit ervoor om, onder bepaalde voorwaarden, de vermelding van de bestraling facultatief te maken. De verwerkende industrie zou bovendien de toestemming krijgen om het woord “bestraald” te vervangen door “gepasteuriseerd”, indien het toegepaste procedé volgens bepaalde criteria verlopen is. Onderzoek en Innovaties Wetsontwerp in het voordeel van cellulose ethanol Twee senatoren, een republikein en een democraat, hebben een wetsontwerp ingediend om de consumptie van biobrandstoffen in de VS tot minstens 1,36 miljard hectoliter te verhogen tegen 2022, oftewel ongeveer zes keer meer dan in 2006. Op dit totaal, zou 0,79 miljard hectoliter moeten bestaan uit biobrandstoffen die niet afkomstig zijn van granen maar wel onder meer van cellulose. Het ontwerp slaat op de biobrandstoffen afkomstig van biomassa, en is dus ambitieuzer dan het Twenty in Ten initiatief van president Bush, dat 1,32 miljard hectoliter als minimumdrempel wil vastleggen voor “alternatieve en hernieuwbare” brandstof, die gebruikt zal worden in het transport tegen 2017. Bij de “alternatieve en hernieuwbare energieën” worden echter ook de gesynthetiseerde brandstoffen gerekend, zoals de brandstof die bekomen wordt door de transformatie van steenkool. Moeten antibiotica in de veeteelt verboden worden? Een wetsontwerp dat het gebruik van een groot aantal antibiotica in de veeteelt wil verbieden, om het ontstaan van resistente bacteriën te vermijden die gevaarlijk zijn voor de mens, werd ingediend in de senaat. Dergelijke maatregel zou echter ondoeltreffend kunnen zijn, als men gelooft in de resultaten van een studie aan de universiteit van Georgia. In het tijdschrift Applied & Environmental Microbiology van maart 2007, verscheen een artikel waarin de resultaten beschreven worden van kippen die zonder antibiotica gekweekt werden in bedrijven of laboratoria, en die een hoog aantal van de meest voorkomende antibioticaresistente bacteriën bevatten, in vergelijking met de percentages die geobserveerd werden bij kippen die mét antibiotica gekweekt werden. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de resistente bacteriën doorgegeven worden aan het nageslacht. Een verbod zou dus weinig effect hebben. (http://aem.asm.org/content/vol73/issue6/index.dtl#PUBLIC_HEALTH_MICROBIOLOGY) B. Spanje 1 ALGEMEEN LANDBOUWBELEID 1.1 Veeteelt- en plattelandsontwikkelingsprogramma’s Tijdens de Conferencia Sectorial de Agricultura y Desarrollo Rural van 10 april 2007, voorgezeten door Minister van Landbouw en Visserij Elena Espinosa, werd 58.819.127 euro uitgetrokken voor de uitvoering van veeteelt- en plattelandsontwikkelingsprogramma’s, waarbij ook een deel zal gaan naar de schade veroorzaakt door de tropische storm “Delta” in de Canarische eilandengroep in november 2005. Gedurende de Conferentie werden meer dan 5 miljoen euro toegewezen aan de bevordering van de bijenteelt en de paardenhouderij, waarvan 2.240.845 euro naar de bijenteelt ging. Voor de financiering van de programma’s van Plattelandsontwikkeling (Desarrollo Rural) werd 20 bijna 53 miljoen euro toegewezen, waarbij de aandacht onder andere uitgaat naar de promotie en diversificatie van de plattelandseconomie, bebossing van landbouwgronden en agroalimentaire maatregelen. Verder werd er ook 149.063 euro toegekend aan de Autonome Gemeenschap van de Canarische Eilanden voor de schade aan de landbouwproducties veroorzaakt door de tropische storm “Delta” eind november 2005. (10/04/2007) 2 VISSERIJ 2.1 Ansjovisconflict De experimentele ansjovis visserij in de Golf van Biskaje om zich een oordeel te vormen over het herstel van de bestanden, is van start gegaan. Eerder al besliste de Europese Commissie dat de commercialisering van deze ansjovis niet verboden zou worden. De vraag tot verkoopsverbod kwam van de Spaanse visserijsector (Zie ook maandberichten november 2006, januari 2007, februari 2007, maart 2007). In maart werd afgesproken dat de 28 toegelaten boten (twintig Spaanse en acht Franse) niet alle te gelijk mochten uitvaren, maar er in twee fases gewerkt zou worden. In de eerste fase zouden er zeven Spaanse en drie Franse boten uitvaren, met aan boord wetenschappelijke waarnemers, en vergezeld van oceanografische schepen. De Europese Commissie besliste eind april echter dat de 28 boten vanaf maandag 23 april 2007 alle tegelijk mochten uitvaren. Bovendien moesten slechts enkele boten vergezeld worden van waarnemers en zouden er geen wetenschapsboten uitvaren. De Baskische vissers waren woedend en riepen een spoedvergadering bijeen. Daarop besloten de vissers niet uit te varen, voordat ze een verklaring kregen van het Ministerie van Landbouw en Visserij over de verwikkelingen. Na een bijeenkomst met het Ministerie, werden er een aantal afspraken gemaakt en de Spaanse vissers zouden, twee dagen na de vastgelegde datum door de Commissie en nadat Frankrijk reeds begonnen was, dan toch van start gaan met de campagne. Spanje zou op 25 april met drie in plaats van zeven boten de eerste fase van de campagne inleiden, vergezeld van een Franse oceanografische boot en met wetenschappelijke waarnemers aan boord. De andere vier boten zouden op 3 mei uitvaren, samen met een Spaanse oceanografische boot. Op het laatste moment besloot de Spaanse visserijsector echter niet te vertrekken en te wachten tot er betere afspraken gemaakt werden. De Spanjaarden willen onder andere de zone waar de Cantabrische vloot zal vissen, uitgebreid zien. (25 april 2007) 2.2 Spaans Ministerie van Landbouw en Visserij maakt acht miljoen euro vrij voor Cantabrische vloot Om de visbestanden in stand te houden en een verbetering van de vangsten te verzekeren, wordt de visvangst afhankelijk van de situatie van de visstand gereglementeerd. Hierbij wordt ernaar gestreefd het visbestand in stand te houden, zonder dat er een onderscheid gemaakt wordt naar leeftijd. Dit zijn stelsels ter beperking van de vangstcapaciteit en -inspanning en van de gevangen hoeveelheden (= TAC of Total Allowable Catch). Een deel van de Cantabrische vloot wordt getroffen door een TAC 0 of vangstverbod op ansjovis in de Golf van Biskaje. 21 Het Spaanse Ministerie van Landbouw en Visserij heeft besloten acht miljoen euro vrij te maken om de tijdelijke vangstonderbreking van de noordoostelijke Cantabrische vloot te subsidiëren. Bovendien kunnen de vissers ook aanspraak maken op toelagen die worden toegekend door de autonome regio’s. De bemanningsleden van de boten zullen kunnen rekenen op een steun van 45 euro voor elk van de 40 dagen dat de boten stilliggen, op continue wijze, of in periodes van 20 dagen. Dit akkoord werd op 26 april bereikt in Madrid door vertegenwoordigers van het Ministerie en de Gemeenschappen Galicië, Asturië, Cantabrië en Baskenland. De referentieperiode om de boten in de havens te houden, werd vastgelegd op de dagen tussen 23 april en 30 juli. Eind juli zal het nieuwe advies van de Europese Commissie gekend zijn, gebaseerd op studies die wetenschappers uitvoeren om het bestand van het visgebied in de Golf van Biskaje te evalueren. (26-27 april 2007) 2.3 Jacht op ansjovis Op het laatste moment besloot de Spaanse visserijsector niet deel te nemen aan de experimentele vangst van ansjovis in de Golf van Biskaje en te wachten tot er betere afspraken gemaakt werden. De Spanjaarden wouden de zone waar de Cantabrische vloot zou vissen, uitgebreid zien. (Zie ook maandberichten november 2006, januari 2007, februari 2007, maart 2007). Op 25 april keurde de Europese Commissie de uitbreiding van de zone voor de Spaanse vissersboten goed. Op 27 april hebben de eerste drie Spaanse vissersboten dan toch het anker gelicht, en voegden zich bij de Franse oceanografische boot “Thalassa”. De reden die opgegeven werd om de zone te vergroten, was het gebrek aan wetenschappelijke waarde, aangezien de resultaten van de vangsten die de Spaanse vloot in voorgaande jaren behaalde, enkel vergeleken konden worden met de huidige vangsten indien de zone van een gelijkaardige grootte was, en dit bleek oorspronkelijk niet het geval. De Spaanse vissers zullen in tegenstelling tot de Franse, de ansjovisvangsten niet commercialiseren, en roepen de conservenindustrie op om ook geen ansjovis te kopen van de Fransen. Het liefst zouden ze een verbod bekomen van de Autonome Gemeenschappen om de ansjovis die de Franse boten vangen, in Spanje te verkopen. De Spanjaarden willen naar eigen zeggen wel vangsten uitvoeren in het bijzijn van wetenschappers, de vissen vervolgens wegen en meten, om ze dan levend terug te gooien. Op drie mei zouden er nog vier boten uitvaren om zich bij de Spaanse oceanografische boot “Emma Bardán” te voegen. In een volgende campagne zouden er dertien Spaanse boten het ruime sop kiezen, in het gezelschap van een bioloog, maar zonder oceanografisch schip. (26-27-28 april 2007) 2.4 Regering kent 256 miljoen euro toe aan Spaanse visserijsector De Conferencia Sectorial de Pesca, die op 10 april 2007 bijeenkwam onder het voorzitterschap van Minister van Landbouw en Visserij Elena Espinosa, heeft 256.079.877 euro van de rijksbegroting aan de visserijsector toegekend, voor de periode 2007-2013. 22 Het bedrag dat tijdens deze Conferencia Sectorial werd toegekend, komt bovenop de som die in december 2006 al werd toegewezen, toen er meer dan 800 miljoen euro naar de Autonome Gemeenschappen ging van het totaal van 1.005.400.000 euro van het Europees Visserijfonds. Van deze som heeft de nationale overheid ongeveer 243 miljoen euro bijgehouden voor rechtstreeks beleid. De Planes Nacionales de Cultivos Marinos zijn een reeks wetten die moeten zorgen voor de evenwichtige ontwikkeling van de aquacultuur. Tijdens de Conferencia Sectorial werden 3.600.000 euro toegewezen in het kader van deze Nationale Plannen, dat verdeeld zal worden onder de Autonome Gemeenschappen van Cantabrië, Asturië, Galicië, Andalusië, Murcia, Valencia, Catalonië, de Balearen, de Canarische eilanden en Aragón. (10/04/2007) 3 PLANTAARDIGE PRODUCTIES 3.1 Bijeenkomst van het Frans/Spaanse Comité voor Fruit en Groenten in Madrid Op vrijdag 30 maart 2007 kwam het Frans-Spaanse Comité voor Fruit en Groenten voor de dertiende keer samen, onder het gedeelde voorzitterschap van Jean-Marie Aurand, directeurgeneraal van het economisch, Europees en internationaal beleid van het Franse landbouwministerie, en Josep Puxeu Rocamora, secretaris-generaal voor landbouw en voeding van het Spaanse landbouwministerie. Dit Comité brengt de vertegenwoordigers van de overheid en de professionelen uit de Spaanse en Franse fruit- en groentesector bijeen. Op de samenkomst eind maart werd de balans opgemaakt van de werkzaamheden die in de loop van de twaalf afgelopen maanden door de contactgroepen werden verricht, bestaande uit professionals van de tomatensector, de sector van aardbeien, knoflook en steenvruchten. Ze bogen zich over de oogst, de marktontwikkeling en het campagneverloop van laatstgenoemde producten. Beide landbouwministeries zullen bijzondere aandacht schenken aan de voorwaarden voor de import van producten uit derde landen, een van de voornaamste bezorgdheden in de sector. Verder zullen de ministeries de Europese Commissie eraan herinneren dat er een grote noodzaak is aan een snelle harmonisatie van de MRLs of maximale residulimieten op Europees niveau. In afwachting van deze harmonisatie, hebben beide landen overeenkomsten gesloten aangaande de handel in plantaardige producten, rekening houdend met de geldende regelgeving. Een groot deel van de vergadering van het Comité werd gewijd aan de hervorming van de GMO Groenten en Fruit (zie ook maandbericht januari 2007). De Franse en Spaanse overheden en professionals spraken zich gunstig uit ten aanzien van sommige elementen in het voorstel van de Commissie (versterking van de economische organisatie van de sector door middel van operationele fondsen in de nieuwe GMO, beheer van operationele fondsen en plaats van associaties van organisaties van producenten en filières (=“interprofessions”) in de sector). Ze herinnerden er echter aan dat het voorstel zeker niet aanvaardbaar is in zijn huidige vorm. De landbouwministers van beide landen zullen bij de volgende Landbouwraad in Luxemburg op 16 en 17 april de vereiste verbeteringen verdedigen, in het bijzonder de financiering van operationele fondsen en meer soepelheid omtrent mogelijke maatregelen, het invoeren van 23 efficiënte crisisbeheersmaatregelen, de handhaving van het verbod om fruit en groenten te produceren op oppervlaktes die voor DPU in aanmerking komen, de handhaving van de communautaire voorkeur en de versterking van de importcontrole uit derde landen, het invoeren van een steunprogramma voor producten bestemd voor de verwerkende sector om het marktevenwicht in stand te kunnen houden, en tot slot, het behoud van de betrokken filières. (10/04/2007) 4 DIERZIEKTEN 4.1 Blauwtongmaatregelen verscherpt Omwille van de toenemende temperaturen, waarin de knut die het blauwtongvirus overdraagt goed gedijt, gelden er terug strengere maatregelen in Spanje om de verspreiding van het virus te voorkomen. De bepalingen hieromtrent werden op 28 april 2007 gepubliceerd in het Staatsblad (8826 ORDEN APA/1128/2007, de 26 de abril, por la que se establecen medidas específicas de protección en relación con la lengua azul: http://www.boe.es/boe/dias/2007/04/28/pdfs/A18598-18603.pdf). Nu de winter voorbij is en de temperaturen opnieuw de hoogte ingaan, wordt de virusdrager, de mug Culicoides imicola, ook terug meer gevreesd. De nieuwe verordening bepaalt de voorwaarden omtrent levende dieren en de slachting van dieren uit de gereglementeerde zones. Een van de belangrijkste nieuwigheden ten opzichte van vorig jaar betreft de verplichte inenting van runderen en schapen uit de gereglementeerde zones. Het vervoer van dieren uit zones waar beperkingsmaatregelen gelden, naar bedrijven in “vrije zones”, is onderworpen aan bepaalde voorwaarden. Verder werd het artikel betreffende de doortocht van dieren door de gereglementeerde zones gewijzigd, door het aan te passen aan de nieuwe communautaire voorwaarden. De doortocht wordt dus toegestaan op voorwaarde dat de dieren en de transportmiddelen een behandeling ondergingen met een muggen- en/of insectenverdelger op de laadplaats of alvorens de gereglementeerde zone binnen te gaan. Tevens moeten slachthuizen zich houden aan een maximumtermijn van 48 uur voor het slachten van dieren uit gereglementeerde zones. Voor meer informatie: http://www.mapa.es/es/ganaderia/pags/rasve/rasve.htm (27/04/2007) Bronnen : Landbouwministerie Frankrijk, MAPA (landbouwministerie Spanje), Bimagri, Agrafil, Actuagri, El País, France Agricole Express, Agrodigital, Agrisalon, Le Figaro, Agricultura: revista agropecuaria en andere. 24