Welk beeld zullen de toekomstige geschiedschrijvers

advertisement
Ondanks alles de roep tot vrijheid
Luc Anckaert
Welke woorden kenmerken de twintigste eeuw? Gruwel: de loopgrachten, de
vernietigingskampen, de nucleaire hitte van de koude oorlog? Of vrijheid: de
consumptiewelvaart, de democratie en de mensenrechten?
De joods-Russische schrijver Vasili Grossman heeft in elk geval een troosteloos zwartboek
geschreven. In Leven en lot lezen we een desolaat relaas over de onmenselijkheid en het
kwaad. De roman staat op gelijke hoogte als Tolstoj’s Oorlog en Vrede. De slag bij Stalingrad
– een keerpunt in de veroveringsdrang van het nazisme – vormt de historische leidraad om
een ingrijpend beeld te schetsen van mensen die door het lot worden getroffen. De roman is
tevens een reflectie over de geschiedenis en de ideologieën waarin mensen zijn geworpen.
Ook in zijn vormgeving doet de roman aan Tolstoj denken: 887 dichtbedrukte pagina’s, een
ongelooflijke schare personages, een complex netwerk van verhaallijnen.
Het boek staat bekend als de ‘gearresteerde roman’. Nadat Grossman – nochtans een erkend
Sovjetschrijver – hem had aangeboden ter publicatie ten tijde van Chroesjtsjov, werden alle
exemplaren aangeslagen en vernietigd. Pas in 1980 kon in Lausanne een uitgave worden
gerealiseerd.
Vele briljante bladzijden blijven gebrand in het geheugen. De cynische troosteloosheid van
het noodlot wordt oneindig gereflecteerd in de staalharde beschrijvingen van de
uitroeiingmachinerie, de drukkende hemel van de Kalmukse steppe, het geplooide metaal en
het verpulverde beton van de versplinterde fabrieken… In de ontluisterde werkelijkheid blijft
de mens echter de intieme roep tot vrijheid horen. De kinderloze Sofja Osipovna omarmt in
de gaskamer beschermend het weeskind David. “De jongen met zijn tengere vogellichaam
was eerder gestorven dan zij. Ik ben moeder geworden. Dat was haar laatste gedachte.”
De oorlog betekent het failliet van de grote ideologieën. In een kamp voert de SScommandant Liss een gesprek met de gevangen bolsjewiek Mostovskoj. Vertonen het
fascistische rijk en de socialistische staat geen diepe gelijkenis? En is men niet overtuigd van
het eigen gelijk? Handelt men niet steeds vanuit een visie op het grote goed? “Maar zelfs
Herodes vergoot geen bloed uit naam van het kwaad, maar uit naam van zijn eigen notie van
het goede.” Het ontluisterende inzicht dat het idee van het goede “wegzakt in het moeras van
het leven” laat bij Grossman elke waardering “voor preken van geloofsleiders en profeten,
grote sociologen en volksleiders, ethica van filosofen” wegsmelten. Uiteindelijk rest er het
geloof in een kleine goedheid: “ja, naast het goede, dat groots en dreigend is, bestaat de
alledaagse menselijke goedheid. De goedheid van een oude vrouw die een krijgsgevangene
een stuk brood brengt, de goedheid van een soldaat die een gewonde vijand uit zijn veldfles
laat drinken, de goedheid van de jeugd die medelijden toot met de ouderdom, de goedheid van
een boer die een oude Jood op zijn hooizolder verstopt.” Deze goedheid is zonder getuigen,
zinloos en toevallig. Maar tevens is ze een eeuwige goedheid die als kerndeeltjes verstrooid
ligt in het leven en zelfs in de diepste waanzin een weerstand mogelijk maakt tegen het lot.
Viktor Strum, de fysicus verwant met de meeste personages, is gefascineerd door de
gelijkenis tussen de wetenschappelijke en de maatschappelijke ontwikkelingen. Zijn de
totalitaire regimes en de atomaire structuren gedreven door de zelfde onstabiele wetten van de
waarschijnlijkheid? Strum ontwikkelt een nieuwe theorie die niet materialistisch genoeg is.
Hij voelt zich de zelfgenoegzame en angstige dissident, wachtend op een arrestatie. Maar na
een telefoontje van Stalin rijst zijn wetenschappelijke ster. Men vraagt echter hem een brief te
tekenen die de veroordeling betekent van collega-wetenschappers. Hij tekent en ontkent
daarmee zijn eigen integriteit. Grossman beschrijft dit verraad ontgoocheld en begripvol.
Steeds getuigt hij van een groot respect voor de mens die meegesleurd wordt of weerstand
blijft bieden.
De wijze waarop Grossman deze en nog veel andere persoonlijke, historisch-politieke en
ideologische problematieken beschrijft, dwingt de lezer anders naar de werkelijkheid te
kijken. De verpletterende roman verdient een plaats tussen de klassiekers van de Russische
bibliotheek.
Vasili Grossman, Leven en lot. Uit het Russisch vertaald door Froukje Slofstra, Balans,
Amsterdam, 2008, 957 blz., ISBN 978 90 5018 8968, 39.95 €.
Download