CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO “X” 2011-2014 Deel II Inhoudsopgave Voorwoord......................................................................................................................................................... 2 Inleiding ............................................................................................................................................................. 3 Splitsing in twee delen .................................................................................................................................. 3 Doel Regionaal Crisisplan .............................................................................................................................. 4 Leeswijzer ...................................................................................................................................................... 4 Hoofdstuk 1: Uitgangspunten en keuzes........................................................................................................... 6 Gehanteerde uitgangspunten ....................................................................................................................... 6 Planvorming afgerond .............................................................................................................................. 6 Generiek stuurproces ............................................................................................................................... 6 Netcentrisch werken................................................................................................................................. 7 Overzicht samenhang ............................................................................................................................... 7 GRIP-fasen................................................................................................................................................. 8 Toelichting op gemaakte keuzes ................................................................................................................... 8 Hoofdstuk 2: Hoofdproces en uitwerking ......................................................................................................... 9 Het hoofdproces: ‘Sturen Rampenbestrijding en crisisbeheersing’ ............................................................. 9 Toelichting ................................................................................................................................................ 9 Toepassing proces ‘Sturen Rampenbestrijding en crisisbeheersing’ in een aantal situaties. ................ 11 Proces (Bestrijding)strategie bepalen ......................................................................................................... 13 Specificatie relevante informatieproducten ........................................................................................... 16 Proces Aanpak bepalen ............................................................................................................................... 18 Specificatie relevante informatieproducten ........................................................................................... 20 Proces Werk verdelen ................................................................................................................................. 22 Specificatie relevante informatieproducten ........................................................................................... 24 Bijlage: Inhoud totaalbeeld ............................................................................................................................. 25 1 Voorwoord Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Vivamus libero leo, pellentesque ornare, adipiscing vitae, rhoncus commodo, nulla. Fusce quis ipsum. Nulla neque massa, feugiat sed, commodo in, adipiscing ut, est. In fermentum mattis ligula. Nulla ipsum. Vestibulum condimentum condimentum augue. Nunc purus risus, volutpat sagittis, lobortis at, dignissim sed, sapien. Fusce porttitor iaculis ante. Curabitur eu arcu. Morbi quam purus, tempor eget, ullamcorper feugiat, commodo ullamcorper, neque. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Vivamus libero leo, pellentesque ornare, adipiscing vitae, rhoncus commodo, nulla. Fusce quis ipsum. Nulla neque massa, feugiat sed, commodo in, adipiscing ut, est. In fermentum mattis ligula. Nulla ipsum. Vestibulum condimentum condimentum augue. Nunc purus risus, volutpat sagittis, lobortis at, dignissim sed, sapien. Fusce porttitor iaculis ante. Curabitur eu arcu. Morbi quam purus, tempor eget, ullamcorper feugiat, commodo ullamcorper, neque. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Vivamus libero leo, pellentesque ornare, adipiscing vitae, rhoncus commodo, nulla. Fusce quis ipsum. Nulla neque massa, feugiat sed, commodo in, adipiscing ut, est. In fermentum mattis ligula. Nulla ipsum. Vestibulum condimentum condimentum augue. Nunc purus risus, volutpat sagittis, lobortis at, dignissim sed, sapien. Fusce porttitor iaculis ante. Curabitur eu arcu. Morbi quam purus, tempor eget, ullamcorper feugiat, commodo ullamcorper, neque. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Vivamus libero leo, pellentesque ornare, adipiscing vitae, rhoncus commodo, nulla. Fusce quis ipsum. Nulla neque massa, feugiat sed, commodo in, adipiscing ut, est. In fermentum mattis ligula. Nulla ipsum. Vestibulum condimentum condimentum augue. Nunc purus risus, volutpat sagittis, lobortis at, dignissim sed, sapien. Fusce porttitor iaculis ante. Curabitur eu arcu. Morbi quam purus, tempor eget, ullamcorper feugiat, commodo ullamcorper, neque. Lorem ipsum dolor sit, Lorem ipsum dolor sit. 2 Inleiding Het instellen van de veiligheidsregio heeft tot doel: “…de brandweerzorg, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing, met behoud van lokale verankering bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding”. Analoog aan de Strategie Nationale Veiligheid heeft de werkwijze van Veiligheidsregio”X” in de kern dus betrekking op de volgende vragen: Wat bedreigt Veiligheidsregio “X” en hoe erg is dat? Wat moet Veiligheidsregio “X” dan kunnen en wat hebben we daarvoor nodig? Wie doet dan wat en wie informeert wie in Veiligheidsregio “X”? Het bestuur van Veiligheidsregio “X” heeft voor het beantwoorden van de eerste twee vragen een risicoprofiel en een beleidsplan vastgesteld. Het risicoprofiel geeft een overzicht van risicovolle situaties in Veiligheidsregio “X” die tot een brand, ramp of crisis kunnen leiden. Het beleidsplan geeft - op basis van het risicoprofiel - een beschrijving van de te behalen operationele prestaties van de diensten en organisaties van Veiligheidsregio “X” in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Veiligheidsregio “X” dient ingevolgde de Wet veiligheidsregio’s daarnaast een regionaal crisisplan en - waar voorgeschreven - ook een aantal rampenbestrijdingsplannen te maken. Een regionaal crisisplan omvat een beschrijving van de organisatie, de verantwoordelijkheden, de taken en de bevoegdheden met betrekking tot de maatregelen en voorzieningen inzake de rampenbestrijding en de crisisbeheersing. Tevens omvat het de afspraken die zijn gemaakt met andere bij mogelijke rampen en crises betrokken partijen. Het regionaal crisisplan heeft dan ook betrekking op de derde vraag: Wie doet wat en wie informeert wie in Veiligheidsregio “X” bij rampenbestrijding en crisisbeheersing? Rampenbestrijdingsplannen zijn een verfijning van het regionaal crisisplan en richten zich specifiek op bij algemene maatregel van bestuur (Besluit Veiligheidsregio’s) bepaalde inrichtingen, bepaalde ramptypen en luchtvaartterreinen. Splitsing in twee delen Vanuit de regelgeving zijn er eisen geformuleerd ten aanzien van de elementen die in een regionaal crisisplan opgenomen moeten worden en ten aanzien van de opleverdatum van het eerste crisisplan. De aangegeven elementen betreffen vooral de opbouw en samenstelling van een functiestructuur en richt zich daarmee vooral op wie wat doet. Dit is beschreven in deel I van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio “X”. Wie, wie informeert is hiermee nog niet duidelijk. Om ook dit element binnen het begrip ‘organiseren’ helder te krijgen, zijn de processen rondom crisisbeheersing en rampenbestrijding in hun onderlinge samenhang in kaart gebracht te worden, waarbij de informatiestromen geïdentificeerd zijn. Zowel deel I en deel II hebben als uitgangspunt het referentiekader regionaal crisisplan 2009, omdat dit referentiekader een weerslag is van de ontwikkelingen van de inzichten op het terrein van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Daarmee is het ook een doorontwikkeling van de gedachten zoals die in de wetgeving zijn vastgelegd. 3 In dit deel II wordt de organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing beschreven op basis van de uit te voeren werkzaamheden. Doel Regionaal Crisisplan Deel II van het Regionaal Crisisplan (RCP) van Veiligheidsregio “X” heeft als doel het vastleggen van de samenhang tussen de werkzaamheden, die uitgevoerd moeten worden bij besturing van de rampenbestrijding en crisisbeheersing, inclusief de daarvoor benodigde informatie. Het RCP is gebaseerd op de volgende documenten: Wet veiligheidsregio’s (Wvr); Besluit Veiligheidsregio’s1; Besluit Personeel Veiligheidsregio’s; Regeling Personeel Veiligheidsregio’s; Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 (rRCP); Crisis en recht, Schema's bevoegdheden en verplichtingen tijdens crises (2008) Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bestuurders en Netcentrisch Werken (0.5.1), TNO Netcentrisch Werken bij Crisisbeheersing (Versie 5), crisisplein.nl Werken met totaalbeeld in LCMS 1.4 Samenvatting workshops klankbordgroep project Doorontwikkeling LCMS, crisisplein.nl Functionele specificaties LCMS definitief, crisisplein.nl Start Architectuur LCMS 2.0, crisisplein.nl. In dit deel II wordt de organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing beschreven op basis van de uit te voeren besturende werkzaamheden. Een veiligheidsregio heeft meer (kern)taken dan alleen het “organiseren van rampenbestrijding en crisisbeheersing”. Aangezien die andere taken wel een relatie hebben met de in het crisisplan beschreven taakuitvoering was het noodzakelijk dat die samenhang in kaart werd gebracht. Uitgangspunt was daarbij dat de Veiligheidsregio “X” het ‘referentiemodel bedrijfsprocessen veiligheidsregio’ (RBV-2011) heeft ontwikkeld, waarin de samenhang wordt geschetst tussen het besturen, voorbereiden, uitvoeren, ondersteunen en verbeteren van haar kerntaken. Leeswijzer Hierna treft u als eerste de uitgangspunten en keuzes aan, die gehanteerd zijn bij het opstellen van dit deel van het RCP. Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op het proces ‘Sturen Rampenbestrijding en crisisbeheersing’. Na een korte beschrijving van het totale proces, wordt daarna per deelproces ingegaan op de te beantwoorden kernvragen, de uit te voeren activiteiten en de gebruikte informatieproducten. In een tabel wordt het vraagstuk wie informeert wie uitgewerkt. Een nadere specificatie van de op te leveren informatieproducten zorgt voor zicht op wie doet wat. 1 Het Besluit Veiligheidsregio’s codificeert o.a. de Basisvereisten Crisismanagement, de decentrale normen benoemd (LBCB, 2009). 4 Aan het einde van het document treft u tenslotte een bijlage aan met de inhoud van het ‘totaalbeeld’ dat een cruciale rol speelt bij de uitvoering van de processen. 5 Hoofdstuk 1: Uitgangspunten en keuzes Gehanteerde uitgangspunten Planvorming afgerond De beschrijving van de organisatie voor rampenbestrijding en crisisbeheersing is gebaseerd op de gedachte dat de planvorming in de ‘koude’ fase plaatsvindt en voor alle mogelijke (risicovolle) situaties toepasbaar is. De uitvoering van het plan in de ‘warme’ fase is daarmee de toepassing van het crisisplan in één specifiek geval, waarbij afgeweken kan worden van de algemene regels om zo adequaat mogelijk te handelen in die specifieke situatie. Deze relatie kan ook getypeerd worden als het starten van een ‘project’ door de veiligheidsregio. Als continue organisatie levert de veiligheidsregio veel diensten en producten. Eén daarvan is een Regionaal Crisisplan voor de bestrijding / beheersing van crisistypen, tegen de achtergrond van het risicoprofiel en beleidsplan. Per crisis is dan de ‘projectorganisatie’ de structuur die opgezet wordt om het specifieke doel (bijv. hulp verlenen bij ongeval met vliegtuig) te realiseren. Aangezien die ‘projectorganisatie’ gericht is op het eenmalig realiseren van één doel, in een unieke situatie, in een beperkte tijd en met gebruikmaking van alle benodigde, externe capaciteit voldoet het aan de voorwaarden die gesteld worden aan de definitie van een project. Alleen de (hulp)organisaties die een bijdrage leveren aan het behalen van het doel worden betrokken in de ‘projectorganisatie’. Dit selectief inzetten van hulporganisaties is ook de essentie van het zogenaamde ‘multidisciplinaire knoppenmodel’: afhankelijk van de te behalen prestaties worden uitvoerende processen geactiveerd en ontrolt zich een structuur voor het (integraal) besturen en ondersteunen daarvan. Uitgangspunt is geweest dat andere voorbereidingsmaatregelen al getroffen zijn. Het regionaal crisisprofiel (met incidentscenario’s) is vertaald in een beleidsplan, crisisplan en -zo nodig- rampenbestrijdingsplannen. Anders gezegd: uitgangspunt is dat de wettelijke vastgestelde werkwijze van Veiligheidsregio “X” operationeel is. Generiek stuurproces De opvatting dat de betrokken (hulp)diensten en organisaties in tijden van rampen en crises over het algemeen hun reguliere kerntaken uitvoeren in een opgeschaalde situatie is ook hier aangehouden. In die zin ‘meer van hetzelfde’ in een dreigende, urgente en onzekere situatie. Om die reden focust het regionaal crisisplan van Veiligheidsregio “X” zich op het sturen c.q. faciliteren van deze professionals in die situaties. We gaan daarbij uit van drie niveaus van sturing: strategisch, tactisch en operationeel. Het RCP focust daarom alleen op het stuurproces: leidinggeven en coördineren, waaronder begrepen informatie- en resourcemanagement. Het beschrijven van een generiek stuurproces is uitgangspunt geweest. Hiermee wordt bedoeld dat het stuurproces in alle (opgeschaalde) situaties geldig moet zijn; strategisch, tactisch en operationeel sturen komt in iedere opschalingsituatie voor. Bij de toedeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn er uiteraard verschillen per opschalingsituatie; het proces blijft echter gelijk. Voorbeelden hiervan treft u aan in hoofdstuk 2 onder ‘Toepassing proces Sturen rampenbestrijding en crisisbeheersing’. 6 Dit sturen richt zich vervolgens op de volgende uitvoerende en ondersteunende processen: o Brandweerzorg Brand- en Ongevalbestrijding Waarschuwen bevolking o Geneeskundige zorg Acute Gezondheidszorg Publieke Gezondheidszorg o Politiezorg Ordehandhaving Opsporing o Bevolkingszorg Communicatie Publieke zorg Omgevingszorg o Resourceproces Personele voorzieningen (sturen) rampenbestrijding/crisisbeheersing Facilitaire voorzieningen (sturen) rampenbestrijding/crisisbeheersing o Informatieproces Informatievoorzieningen (sturen) rampenbestrijding/crisisbeheersing Netcentrisch werken Uitgangspunt is ook dat het informatiemanagement proces is ingericht op basis van de principes van het concept van Netcentrisch Werken. Dat houdt ook in dat de rollen van de diverse informatiemanagementfuncties zijn ingevuld, minimaal conform de Wet op de Veiligheidsregio’s. Dit betekent dat er steeds een gedeeld, actueel en operationeel beeld is op basis waarvan er besloten kan worden of een proces al dan niet opgestart dient te worden (informatie gestuurd optreden). Het actueel houden en delen van de relevante informatie is een continue proces. Voorbereiding (planvorming) Overige sectoren Bevolkingszorg Politiezorg Sturen Rampenbestrijding & crisisbeheersing Geneeskundige zorg Alarmering Brandweerzorg Overzicht samenhang In de hiernaast opgenomen figuur is de relatie tussen de diverse hierboven vermelde onderdelen en daarmee samenhangende uitgangspunten weergegeven. Resource- & informatieproces 7 GRIP-fasen Bij het uitwerken van de vraag Wie informeert wie? is ervoor gekozen om een koppeling te maken naar de GRIP-fasen als aanduiding van de mate van de op dat moment aanwezige complexiteit. Producten worden vaak per complexiteitfase door andere actoren gemaakt en afgenomen, wat weergegeven wordt aan de hand van de vier GRIP-fasen. Hiermee wordt ook de herkenbaarheid naar de dagelijkse praktijk vergroot. N.B.: Het gaat bij het gebruik van GRIP hier om de opschalingfase en niet om de opschalingprocedure. Per fase wisselen de partijen en actoren die betrokken zijn bij de besluitvorming in het kader van het leveren van een bijdrage aan de te behalen prestatie. Door alleen een koppeling te maken met de fase en niet zozeer met de procedure kan dus ook het knoppenmodel gebruikt worden voor de vulling van teams. Toelichting op gemaakte keuzes De systematiek van beeldvormen, oordeelvormen en besluitvormen (BOB) is gehanteerd, omdat deze aansluit bij andere ontwikkelingen binnen het domein rampenbestrijding en crisisbeheersing. Met de termen beeldvormen, oordeelvormen en besluitvormen worden in de praktijk vaak vergadermomenten aangeduid. In dit document gaat het niet om de vorm (vergaderen) maar wel om de functie van deze werkwoorden. In die zin hoeft bijvoorbeeld ‘beeldvorming’ niet (geheel) in een bijeenkomst plaats te vinden. In combinatie met netcentrisch werken (een altijd actueel totaalbeeld) kan iedere betrokkene geïnformeerd zijn, waarbij in een vergadering in de beeldvormingfase dan nog slechts vastgesteld hoeft te worden of men ook eenzelfde interpretatie heeft van de situatie. Daarmee komt er meer tijd en ruimte voor oordeelsvorming, hetgeen kan leiden tot efficiëntere en effectievere besluitvorming. Bij het opstellen van productbeschrijvingen is gebruikt gemaakt van (delen van) het 5paragrafenmodel gehanteerd, aangezien dat inmiddels een ‘best practice’ is geworden in het domein ‘veiligheid’. Een beschrijving van de achtergrond van dit model en de gekozen indeling is als bijlage opgenomen in het document ‘Procesmodel Sturen Rampenbestrijding en crisisbeheersing’. Binnen ' Crisis en recht, Schema's bevoegdheden en verplichtingen tijdens crises' worden veel informatieproducten aangeduid, in de vorm van aanwijzingen, voorzieningen en bevelen. Het informatieproduct ‘Verzoek/aanwijzingen/voorzieningen’ is in dit document niet nader gespecificeerd vanwege de grote diversiteit en het gegeven dat dit binnen het hiervoor genoemde document ‘Crisis en recht’ al is afgehandeld. In de schematische weergave van de processen is bij de verwijzingen middels kleuren aangegeven naar welke soort processen verwezen wordt. De betekenis van deze kleuren is hiernaast aangegeven. Multidisciplinair stuurproces Procesdomein Referentiemodel Bedrijfsprocessen Veiligheidsregio Proces in warme fase Externe verwijzing 8 Hoofdstuk 2: Hoofdproces en uitwerking Zoals in de inleiding al toegelicht, wordt het RCP in twee delen gesplitst. Dit deel bevat het element Wie, wie informeert .Om dit element binnen het begrip ‘organiseren’ helder te krijgen, zijn de processen rondom ( de sturing van de) crisisbeheersing en rampenbestrijding in hun onderlinge samenhang in kaart gebracht, waarbij tevens de informatiestromen geïdentificeerd zijn. Tegen de achtergrond van de hierboven beschreven uitgangspunten is deel II als volgt opgebouwd: Schematische weergave van het hoofdproces (het ‘schema’); Beschrijving van elk subproces, inclusief de benodigde informatiestroom; Rollen binnen elk subproces en waar nodig afhankelijk van de GRIP-status. Een en ander gebaseerd op het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009; Het hoofdproces: ‘Sturen Rampenbestrijding en crisisbeheersing’ Onderstaand schema geeft in essentie het stuurproces weer dat in alle multidisciplinaire rampenbestrijdings- en crisisbeheersingssituaties toegepast wordt. In het vervolg van dit document wordt dit schema als kapstok gebruikt voor de bespreking van de diverse onderdelen. Een uitgebreider schema is opgenomen in het document ‘Procesmodel Sturen Rampenbestrijding & crisisbeheersing’. Totaalbeeld: Afwijkingsinformatie (Plannen) Alarmering Strategieadvies Totaalbeeld (Bestrijdings) strategie bepalen Besluit bestrijdingsstrategie Inzetadvies Voortgangsinformatie Voortgangsinformatie Aanpak bepalen Inzetplan WERK VERDELEN Inzetopdracht Toelichting Zoals bij inleiding al geschetst werd wordt dit proces uitgevoerd in opgeschaalde situaties. Het start dan ook met de alarmering. Op basis van een vergelijking van de actuele situatie, onder meer op basis van het beschikbare totaalbeeld, met eerder ontworpen plannen en scenario’s wordt in het proces 9 ‘(bestrijdings)strategie bepalen’ beoordeeld in hoeverre er afwijkingen nodig zijn op de eerdere planvorming. Hieruit vloeit een (nieuwe) strategie voort, waarin aangegeven wordt wat er bereikt moet worden (te realiseren prestaties) en wat daarbij de beleids- en tolerantiegrenzen zijn. In het proces “Aanpak bepalen” wordt onderzocht hoe deze strategie het beste multidisciplinair uitgevoerd kan worden. De hieruit voortvloeiende keuze leidt tot een multidisciplinair inzetplan, waarin beschikbare capaciteit(en)2 – in samenhang – worden gekoppeld aan te realiseren resultaten. Het inzetplan wordt in het proces ‘Werk verdelen’ vertaald in concrete inzetopdrachten naar de uitvoerende en ondersteunende processen, die uitgevoerd worden door de betrokken taakorganisaties / CoPI’s. Daarnaast wordt in dit proces de voortgang van de uitvoering en ondersteuning bewaakt. Het proces kent twee soorten terugkoppelconstructies. Allereerst is er de terugkoppeling met een informerend karakter, waarin de voortgang gecommuniceerd wordt. Deze maakt onderdeel uit van het totaalbeeld. Bij het ontwerp van het proces zijn hiervoor dan ook geen afzonderlijke informatieproducten gedefinieerd. Andere terugkoppelingen zijn wel als informatieproduct opgenomen, omdat deze een wezenlijk onderdeel van de stuurcyclus uitmaken (‘Strategieadvies’ en ‘Inzetadvies’). Ook de ‘afwijkingsinformatie’ wordt beschouwd als een sturende terugkoppeling. Deze afwijkingsinformatie vanuit de uitvoerende processen en het eventueel signaleren van trends vanuit het ondersteunende proces 'informatiemanagement' - maakt deel uit van het totaalbeeld; de voor de besturing benodigde informatie is in dit deel wel gespecificeerd, omdat op basis hiervan nieuwe besluiten (kunnen) worden genomen. 2 Onder capaciteit wordt hier verstaan: de personele, facilitaire en informatievoorzieningen. 10 Toepassing proces ‘Sturen Rampenbestrijding en crisisbeheersing’ in een aantal situaties. Om het generieke karakter van het proces te illustreren zijn hieronder drie scenario’s geschetst van toepassing van het proces in een drietal (abstracte) situaties. Scenario ‘brongebied’ Bestrijdingsstrategie bepalen Een leider CoPI wordt door de calamiteitencoördinator van de meldkamer gealarmeerd, waarbij hij de eerste informatie krijgt over het incident. Aangekomen op de plaats van het incident vormt hij zich verder een beeld door waar te nemen ( kijken, ruiken, voelen) en door te luisteren naar de al aanwezige hulpverleners. Vanuit zijn opleiding en ervaring kent hij de geplande CoPI bestrijdingsstrategieën voor het incidenttype en hij toetst of deze zonder aanpassing uitgevoerd kunnen worden. Zo nodig past hij – in overleg met de overige CoPI-leden - de standaardstrategie aan om de feitelijke situatie zo effectief mogelijk te managen. Totaalbeeld: Afwijkingsinformatie (Plannen) Alarmering Strategieadvies Totaalbeeld (Bestrijdings) strategie bepalen Besluit bestrijdingsstrategie Inzetadvies Aanpak bepalen en Werk verdelen Vervolgens bedenkt hij met zijn team een plan om de strategie uit te voeren en worden de taken verdeeld over de diverse disciplines door het geven van inzetopdrachten. Voortgangsinformatie Aanpak bepalen Inzetplan WERK VERDELEN Voortgangsinformatie Inzetopdracht Scenario ‘bron- en effectgebied’ Bestrijdingsstrategie bepalen Een leider van een Regionaal Operationeel Team wordt door de meldkamer gealarmeerd, waarbij hij de eerste informatie krijgt over het incident. Aangekomen in het crisiscentrum raadpleegt hij LCMS en wordt verder geïnformeerd door de al aanwezige ROT-leden. Een verdere afstemming met de leider CoPI zorgt voor verdere invulling van het beeld over het incident. In het door de informatiemanager van het ROT aangeleverde totaalbeeld worden vervolgens alle aspecten, voor zowel het bron- als effectgebied, overzichtelijk gepresenteerd. Op basis van de aanwezige plannen wordt door het ROT een bestrijdingsstrategie opgebouwd, waarbij in dit geval het effectgebied enige bijzondere omstandigheden kent. Daarom wordt de standaardstrategie aangepast. Aanpak bepalen Om de ontwikkelde strategie te kunnen realiseren wordt door het ROT een plan ontwikkeld. Aangezien de bronbestrijding voorspoedig lijkt te verlopen spitst dit zich vooral toe op maatregelen in het effectgebied. Daarbij is er sprake van nogal wat onderlinge afhankelijkheden tussen de processen Bevolkingszorg, Politiezorg en Geneeskundige zorg. Werk verdelen Nadat het inzetplan rond is wordt dit door de stafsecties vertaald naar opdrachten voor de onderscheiden hulpverleningsorganisaties. Ook door het CoPI worden aanvullende opdrachten uitgezet. (Plannen) ROT Alarmering Totaalbeeld: Afwijkingsinformatie Strategieadvies Totaalbeeld (Bestrijdings) strategie bepalen Besluit bestrijdingsstrategie Inzetadvies Voortgangsinformatie Aanpak bepalen Inzetplan CoPI / Taakorg. Voortgangsinformatie WERK VERDELEN Inzetopdracht 11 Scenario ‘effectgebied’ Bestrijdingsstrategie bepalen De verdere uitbreiding van een crisis vraagt om opschaling naar GRIP 4. Na de alarmering van het RBT wordt dit collectief geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen en de opbouw van de crisis tot nog toe, de genomen maatregelen en de effecten daarvan. Er is in het verleden een strategie voor dit soort crises bedacht, maar door de bijzondere omstandigheden kan deze niet zonder meer uitgevoerd worden. Op advies van de rijksheer wordt de strategie aangepast en gecommuniceerd naar het ROT. Aanpak bepalen Op basis van de nieuwe strategie gaat het ROT haar tot dan toe gevolgde aanpak wijzigen. Er wordt besloten om ruimere grenzen voor het effectgebied aan te gaan houden, wat direct gevolgen heeft voor de benodigde capaciteit voor afzetting, toezicht en bestrijding. Werk verdelen Op basis van het gewijzigde inzetplan worden door de stafsecties aanvullende inzetopdrachten uitgezet bij de betrokken hulpverlenende instanties. Totaalbeeld: Afwijkingsinformatie (Plannen) Alarmering GBT/ RBT Totaalbeeld (Bestrijdings) strategie bepalen Strategieadvies Besluit bestrijdingsstrategie ROT Voortgangsinformatie Aanpak bepalen Inzetadvies Inzetplan Taakorg. Voortgangsinformatie WERK VERDELEN Inzetopdracht 12 Proces (Bestrijding)strategie bepalen Kernvragen Wat is er aan de hand? Wat hebben we daar eerder voor bedacht? Welke aanpassingen op die plannen moeten we maken? Wat moet er bereikt worden? Procesbeschrijving Ondersteunen Besturen / Voorbereiden “Ketenpartners” Aanpak bepalen “Ketenpartners” Uitvoeren “Minister van Veiligheid & Justitie” Alarmeringsboodschap Beeldvormen (Plannen) Verzoek/ aanwijzingen/ voorzieningen Strategie-advies Besluit bestrijdingstrategie Oordeelvormen Verzoek om bijstand Totaalbeeld: Incidentbeschrijving Verzoek / aanwijzingen/ voorzieningen Processen Beeldvormen en Oordeelvormen “Ketenpartners” Uitkomst bijstandverzoek Besluitvormen Informatieproces “Minister van Veiligheid & Justitie” Besluit bestrijdingstrategie Aanpak bepalen Totaalbeeld Beeldvormen De eerste stap in het proces is het eigen maken van de (gewijzigde) situatie: beeldvorming. Dat gebeurt in eerste instantie door iedere betrokkene persoonlijk op basis van de aangereikte informatie in de alarmeringsboodschap, de informatie die via netcentrisch werken beschikbaar is gekomen, eigen waarneming(en) en het geïnformeerd worden door collega’s. In een multidisciplinaire vergadering wordt vervolgens getoetst of ieder eenzelfde perceptie heeft van de actuele situatie. Oordeelvormen Een vergelijking van de actuele toestand met voor soortgelijke situaties ontwikkelde plannen en scenario’s, in combinatie met een inschatting van benodigde en beschikbare capaciteiten, levert zicht op mogelijke strategieën die aangewend kunnen worden. 13 Bij deze twee processen worden de onderstaande inkomende informatieproducten – zo nodig – gebruikt. Inkomende informatieproducten Alarmeringsboodschap Bij een eerste opschaling tot een multidisciplinair niveau is dit de ‘trigger’ die het proces in werking stelt. Totaalbeeld Geeft inzicht in de actuele situatie die bestreden c.q. beheerst moet worden (inclusief voortgangsinformatie). Plannen Het regionaal beleidsplan, de risicoprofielen, incidentscenario’s en rampenbestrijdingsplannen leveren informatie aan voor mogelijke strategieën. De afgesloten convenanten met partners en de eigen organisatieplannen voorzien in de informatiebehoefte rondom capaciteitstoedeling. Strategieadvies Op basis van gewijzigde omstandigheden kan vanuit de crisisorganisatie het advies komen om de strategie aan te passen. Besluit bestrijdingstrategie De strategieën van ketenpartners (bijvoorbeeld naburige Veiligheidsregio) kan van invloed zijn op de te maken keuzes. Verzoek/aanwijzing/voorzieningen Ook voor deze informatieproducten geldt dat ze de besluitvorming kunnen beïnvloeden en dat ze daarom dus als inkomende informatie in het proces nodig zijn. Proces Besluitvormen Besluitvormen In onderling overleg wordt een strategie vastgesteld, waarin aangegeven wordt wat er bereikt moet worden, inclusief de daarvoor geldende (beleids)kaders. Tenslotte wordt deze strategie gecommuniceerd. Zo nodig wordt tevens actie ondernomen om aanvullende capaciteiten te verwerven. Dit proces levert – in maximale vorm - de volgende informatieproducten op. Uitgaande informatieproducten Besluit bestrijdingstrategie Dit product is het middel, waarmee de gekozen strategie gecommuniceerd wordt naar het klantproces ‘Aanpak bepalen’. Verzoek om bijstand Als de eigen capaciteiten onvoldoende beschikbaar zijn wordt er middels dit product bijstand aangevraagd. Verzoek/aanwijzing/voorziening Overige verzoeken, aanwijzingen of voorzieningen richting ketenpartners kunnen nodig zijn bij de bestrijding van een ramp of de beheersing van een crisis. 14 Wie informeert wie In onderstaande tabel wordt zichtbaar welke actoren de uitgaande informatieproducten maken c.q. ontvangen. Waar relevant is een koppeling gelegd met de GRIP-fase. GRIPfase Gebied 1 1 2 2 3 4 Bron Effect Bron Effect Algemeen Justitieel Van Naar Besluit Bestrijdingstrategie Leider (coördinerend) CoPI Leden CoPI CaCo Uitvoerende eenheden Operationeel leider (ROT) Leider (coördinerend) CoPI Operationeel leider (ROT) Leden ROT Voorzitter GBT Operationeel leider (ROT) Voorzitter RBT Operationeel leider (ROT) Verzoek om bijstand Voorzitter Veiligheidsregio Minister van Veiligheid & Justitie Hoofdofficier van Justitie Minister van Veiligheid & Justitie Verzoek/aanwijzing/voorziening Voorzitter GBT Ketenpartners Voorzitter RBT Ketenpartners 15 Specificatie relevante informatieproducten Besluit bestrijdingstrategie Doel: Bereiken dat bekend wordt wat er bereikt moet worden bij de beheersing van de crisis c.q. de bestrijding van de ramp (te realiseren prestaties) en welke beleid- en tolerantiegrenzen daarbij in acht moeten worden genomen. Minimale inhoud: 1. Toestand (omgevingsinformatie, condities) 1.1. Totaalbeeld: incidentbeschrijving 1.2. Risicoprofiel incidentscenario: 1.2.1. Waarschijnlijkheid 1.2.2. Impact 2. Doel 2.1. Beleiduitgangspunten (uit beleidsplan) 2.2. Afspraken bestuurlijke ketenpartners 2.3. Verzoek/aanwijzingen/voorzieningen 3. Maatregelen 3.1. Te behalen bestuurlijke en operationele prestaties (in incident-/herstelfase) 3.2. Te hanteren beleiduitgangspunten (o.a. risico's voor hulpverleners) 3.3. Te hanteren tolerantiegrenzen 3.4. Bestuurlijke condities: toepassing (nood)bevoegdheden 3.5. Toelichting / onderbouwing 4. Ondersteuning 4.1. Bereikbare en beschikbare - personele voorzieningen - facilitaire voorzieningen - mate van bijstand 16 Verzoek om bijstand Doel: Bereiken dat de behoefte aan ondersteunende capaciteit bekend wordt. Minimale inhoud: 1. Toestand 1.1. Samenvatting actuele situatie (Totaalbeeld: incidentbeschrijving) 1.2. Verwachte ontwikkeling situatie 2. Doel 2.1. Bijstandafspraken/-regelingen operationaliseren 3. Maatregelen 3.1. Behoefte aan bijzondere (uitvoerende) capaciteiten: eisen in termen van te realiseren prestaties. 4. Ondersteuning 4.1. Personele voorzieningen 4.1.1. Dienstroosters 4.1.2. Opvang en briefing 4.1.3. Nazorg 4.1.4. Alarmering (op- en afschalen) 4.2. Facilitaire voorzieningen 4.2.1. Huisvesting 4.2.1.1. Locatie aansturingniveaus 4.2.1.2. Opkomstlocaties 4.2.2. Middelen 4.2.2.1. Uitrusting en kleding 4.2.2.2. Catering 4.2.2.3. Materieel en vervoersdiensten 4.2.2.4. Communicatiemiddelen (C2000) 4.2.3. ICT 4.2.3.1. Crisismanagementsysteem (LCMS) 4.2.4. Financiën 4.2.4.1. Kosten maatregelen en voorzieningen 4.2.4.2. Verrekening van kosten 5. Organisatieaspecten 5.1. Organisatiestructuur 5.1.1. Organogram 5.1.2. Functiestructuur leiding & coördinatie 5.2. Verbindingsschema Opmerking: Bij dit informatieproduct is afgeweken van de regel dat alleen de minimale inhoud ('need to know') vermeld mag worden. Vanwege de mogelijke relevantie in bepaalde ramp- of crisissituaties is er voor gekozen om alle onderwerpen die van belang kunnen zijn op te sommen. 17 Proces Aanpak bepalen Kernvragen Waar wijkt de strategie af van de (eerdere) plannen? Welke capaciteiten staan ter beschikking? Met welke samenhangende aanpak kan de strategie het beste gerealiseerd worden? Procesbeschrijving (Bestrijdings) strategie bepalen Besturen / Voorbereiden Werk verdelen Besluit bestrijdingstrategie Beeldvormen (Plannen) Inzetadvies Oordeelvormen Informatieproces Totaalbeeld Strategieadvies Besluitvormen Processen Beeldvormen en Oordeelvormen Inzetplan (Bestrijdings) strategie bepalen Werk verdelen Beeldvormen Op basis van de gecommuniceerde bestrijdingstrategie wordt bekeken waar deze afwijkt van: de geplande (en geoefende) strategieën op basis van het crisisplan en eventuele rampenbestrijdingsplannen. de voorgaande versie (bij herijking van de strategie). In eerste instantie zal dit gebeuren vanuit ieders eigen verantwoordelijkheid, waarna in een multidisciplinair overleg een nieuw gezamenlijk beeld van de situatie wordt gevormd. Oordeelvormen De vraag hoe de gewenste resultaten bereikt kunnen worden met behulp van de beschikbare (en op korte termijn beschikbaar komende) capaciteit en binnen de gegeven kaders staat nu centraal. Meerdere aanpakken c.q. varianten op een aanpak worden ontwikkeld. Bij deze twee processen worden de onderstaande inkomende informatieproducten – zo nodig – gebruikt. 18 Inkomende informatieproducten Besluit bestrijdingstrategie De te behalen prestaties en daarbij te hanteren uitgangspunten en grenzen vormen de kern van dit product, op basis waarvan een aanpak bepaalt moet worden. Totaalbeeld Geeft inzicht in de actuele situatie waarvoor een aanpak ontwikkeld moet worden (inclusief voortgangsinformatie). Plannen Het regionaal beleidsplan, de risicoprofielen, incidentscenario’s en rampenbestrijdingsplannen bevatten ingrediënten voor mogelijke aanpakken. De afgesloten convenanten met partners en de eigen organisatieplannen voorzien in de informatiebehoefte rondom capaciteitstoedeling, inclusief benodigde detailinformatie (alarmering, roosters, etc.). Inzetadvies Op basis van gewijzigde omstandigheden kan vanuit de crisisorganisatie het advies komen om de aanpak op een bepaalde manier aan te passen. Proces Besluitvormen Besluitvormen De aanpak, die het beste voldoet, wordt gekozen en gecommuniceerd middels een inzetplan. Dit proces levert – in maximale vorm - de volgende informatieproducten op. Uitgaande informatieproducten Inzetplan Dit product is het middel, waarmee de gekozen aanpak gecommuniceerd wordt naar het klantproces ‘Werk verdelen’. Strategieadvies Als de strategie niet haalbaar lijkt door bijvoorbeeld capaciteitproblemen of gewijzigde omgevingsomstandigheden kan een advies uitgebracht worden om de strategie aan te passen. Wie informeert wie In onderstaande tabel wordt zichtbaar welke actoren de uitgaande informatieproducten maken c.q. ontvangen. Er is een koppeling gelegd met de GRIP-fasering. GRIPfase Gebied 1 2,3,4 Bron Bron 2,3,4 Effect 1 2 2 3 4 Bron Bron Effect Van Naar Inzetplan Leider(coördinerend) CoPI Leden CoPI Leider (coördinerend) CoPI – Leden CoPI na goedkeuring door Operationeel leider (ROT) Operationeel leider (ROT) Hoofden taakorganisatie Strategieadvies Leden CoPI Leider(coördinerend) CoPI Leider(coördinerend) CoPI Operationeel leider (ROT) Hoofd taakorganisatie Operationeel leider (ROT) Operationeel leider (ROT) Voorzitter GBT Operationeel leider (ROT) Voorzitter RBT 19 Specificatie relevante informatieproducten Inzetplan Doel: Bereiken dat bekend wordt hoe de (bestrijdings)strategie integraal gerealiseerd moet worden, inclusief de door betrokken partijen in te zetten capaciteiten. Minimale inhoud: 1. Toestand (omgevingsinformatie, condities) 1.1. Totaalbeeld: incidentbeschrijving 1.2. Risicoprofiel incidentscenario: 1.2.1. Waarschijnlijkheid 1.2.2. Impact 1.2.3. Beïnvloedingsmogelijkheden 2. Doel (bestrijdingstrategie) 2.1. Te behalen operationele prestaties (in incident-/herstelfase) 2.2. Te hanteren beleiduitgangspunten 2.3. Te hanteren tolerantiegrenzen 2.4. Bestuurlijke condities: toepassing (nood)bevoegdheden 2.5. Toelichting / onderbouwing 2.6. Bereikbare en beschikbare personele en facilitaire voorzieningen, mate van bijstand 2.7. Wijzigingen t.o.v. eerdere versie bestrijdingstrategie 3. Maatregelen 3.1. Maatregelen en voorzieningen 3.1.1. Brandweerzorg 3.1.2. Geneeskundige zorg 3.1.3. Bevolkingszorg 3.1.4. Politiezorg 3.1.5. Overige sectoren 4. Ondersteuning 4.1. Personele voorzieningen 4.1.1. Dienstroosters 4.1.2. Opvang en briefing 4.1.3. Nazorg 4.1.4. Alarmering (op- en afschalen) 4.2. Facilitaire voorzieningen 4.2.1. Huisvesting 4.2.1.1. Locatie aansturingniveaus 4.2.1.2. Opkomstlocaties 4.2.2. Middelen 4.2.2.1. Uitrusting en kleding 4.2.2.2. Catering 4.2.2.3. Materieel en vervoersdiensten 4.2.2.4. Communicatiemiddelen (C2000) 4.2.3. ICT 4.2.3.1. Crisismanagementsysteem (LCMS) 4.2.4. Financiën 4.2.4.1. Kosten maatregelen en voorzieningen 4.2.4.2. Verrekening van kosten 5. Organisatieaspecten 20 5.1. Organisatiestructuur 5.1.1. Organogram 5.1.2. Functiestructuur leiding & coördinatie 5.2. Verbindingsschema Opmerking: Bij dit informatieproduct is afgeweken van de regel dat alleen de minimale inhoud ('need to know') vermeld mag worden. Vanwege de mogelijke relevantie in bepaalde ramp- of crisissituaties is er voor gekozen om alle onderwerpen die van belang kunnen zijn op te sommen. Strategieadvies Doel: Bereiken dat informatie die nodig is om een strategie te (her)overwegen bekend wordt. Minimale inhoud: 1. Toestand (omgevingsinformatie, condities) 1.1. Totaalbeeld: incidentbeschrijving 1.2. Wijzigende / gewijzigde omstandigheden 2. Doel: Geldende bestrijdingstrategie 2.1. Beleiduitgangspunten 2.2. Tolerantiegrenzen 2.3. Bestuurlijke condities: toepassing (nood)bevoegdheden 2.4. Toelichting / onderbouwing 3. Maatregelen 3.1. Reden waarom aan te bevelen is om de gekozen strategie en/of beleid- & tolerantiegrenzen aan te passen. 3.2. Voorstel voor aanpassingen strategie en/of beleid- & tolerantiegrenzen. 21 Proces Werk verdelen Kernvragen Welke maatregelen moeten uitgevoerd worden om het gewenste resultaat te bereiken? Wat is de onderlinge afhankelijkheid/samenhang tussen de hulpdiensten? Welke opdracht(en) geven we? Hoe ver zijn we gevorderd met de uitvoering? Procesbeschrijving Aanpak bepalen Uitvoeren Inzetplan Beeldvormen Totaalbeeld: Afwijkingsinformatie Resourceproces Informatieproces Informatieproces Totaalbeeld Oordeelvormen Inzetadvies Aanpak bepalen Uitvoeren Besluitvormen Inzetopdracht Resourceproces Informatieproces Processen Beeldvormen en Oordeelvormen Beeldvormen Op basis van het gecommuniceerde inzetplan wordt bekeken waar dit afwijkt van: de geplande (en geoefende) inzetplannen op basis van het crisisplan en eventuele rampenbestrijdingsplannen. de voorgaande versie (bij herijking van het inzetplan). In eerste instantie zal dit gebeuren vanuit ieders eigen verantwoordelijkheid, waarna in een multidisciplinair overleg een nieuw gezamenlijk beeld van de situatie wordt gevormd. Oordeelvormen In samenhang (multidisciplinair) bepalen welke maatregelen door welke taakorganisatie uitgevoerd zouden moeten worden om het gewenste resultaat te bereiken. Daarbij kunnen ‘beste oplossingen’ vanuit één discipline negatieve gevolgen hebben voor andere disciplines. Hier wordt dan ook gezocht naar een voor het collectief optimale set maatregelen. Daarnaast wordt de voortgang bewaakt en worden zo nodig aanvullende maatregelen bepaald. 22 Bij deze twee processen worden de onderstaande inkomende informatieproducten – zo nodig – gebruikt. Inkomende informatieproducten Inzetplan Op basis van de te behalen prestaties en daarbij te hanteren kaders (de strategie) geeft dit product weer welk (inhoudelijk) plan er gevolgd moet worden en welke capaciteiten daarvoor beschikbaar zijn. Totaalbeeld Geeft inzicht in de actuele situatie van de bestrijding/beheersing. Daarnaast bevat dit de voortgangsinformatie vanuit de diverse uitvoerende en ondersteunende onderdelen van de crisisorganisatie. Afwijkingsinformatie Vanuit de crisisorganisatie (zowel uitvoerende als ondersteunende onderdelen) kan aangegeven worden waarom een opdracht niet (helemaal) uitgevoerd kan worden c.q. waarom prestaties niet gehaald kunnen worden. Daarbij wordt aangegeven welke aanpassingen er nodig zijn. Proces Besluitvormen Besluitvormen De ontwikkelde set maatregelen wordt vertaald in inzetopdrachten en naar de taakorganisaties gecommuniceerd. Dit proces levert – in maximale vorm - de volgende informatieproducten op. Uitgaande informatieproducten Inzetopdracht Via dit product wordt de uitvoering van maatregelen bij de diverse hulpdiensten aangestuurd. Inzetadvies Als het inzetplan niet (meer) haalbaar lijkt door bijvoorbeeld capaciteitproblemen of gewijzigde omgevingsomstandigheden kan een advies uitgebracht worden om het inzetplan aan te passen. Wie informeert wie In onderstaande tabel wordt zichtbaar welke actoren de uitgaande informatieproducten maken c.q. ontvangen. Er is een koppeling gelegd met de GRIP-fasering. GRIPstatus Gebied 1 Van Naar Inzetopdracht Uitvoerende & ondersteunende eenheden Leider (coördinerend) CoPI Uitvoerende & ondersteunende eenheden Hoofd taakorganisatie Uitvoerende & ondersteunende eenheden Inzetadvies Leden CoPI Leider(coördinerend) CoPI Leider(coördinerend) CoPI Operationeel leider (ROT) Hoofd taakorganisatie Operationeel leider (ROT) Leden CoPI 2,3,4 Bron 2,3,4 Effect 1 2,3,4 2,3,4 Bron Bron Effect 23 Specificatie relevante informatieproducten Inzetopdracht Doel: Bereiken dat het werk kan worden uitgevoerd. Minimale inhoud: 1. Toestand (omgevingsinformatie, condities) 1.1. Totaalbeeld: incidentbeschrijving 1.2. Context ten behoeve van specifieke uitvoering 2. Doel (bestrijdingstrategie) 2.1. Beleiduitgangspunten 2.2. Tolerantiegrenzen 2.3. Bestuurlijke condities: toepassing (nood)bevoegdheden 2.4. Toelichting / onderbouwing 2.5. Wijzigingen t.o.v. eerdere inzetopdracht 3. Maatregelen Te realiseren prestatie / uit te voeren maatregelen Opmerking: Dit informatieproduct is niet tot in detail uitgewerkt op het onderdeel 'Maatregelen'. De keuze om dit al dan niet te doen wordt overgelaten aan de kolommen, onder meer op basis van het aanwezig geachte vakmanschap binnen de kolom. Inzetadvies Doel: Bereiken dat informatie die nodig is om een inzet te (her)overwegen bekend wordt. Minimale inhoud: 1. Toestand (omgevingsinformatie, condities) 1.1. Totaalbeeld: incidentbeschrijving 1.2. Wijzigende / gewijzigde omstandigheden 2. Doel: Geldend inzetplan 2.1. Samenvatting strategie 2.2. Samenvatting maatregelen en voorzieningen 3. Maatregelen 3.1. Reden waarom inzet(ten) beter anders gedaan kunnen worden. 3.2. Voorstel aanpassingen inzet(ten). 24 Bijlage: Inhoud totaalbeeld A. het incident 1 aard van het incident betrokken objecten 2 actuele situatie incident 3 risico's incidenttype effecten van risico's bestrijdingsmogelijkheden incidenttype Meteo- en getijdeninformatie Informatie ketenpartners B. de hulpverlening 1 bestrijdingsmogelijkheden 2 bereikbaarheid voor hulpverleners 3 risico's voor hulpverleners veiligheidsmaatregelen voor hulpverleners C. prognose en aanpak 1 verwachting mbt ontwikkeling incident risico's in de ontwikkeling effecten van risico's bestrijdingsmogelijkheden 2 slachtofferbeeld verwacht ontwikkeling slachtofferbeeld noodzakelijke maatregelen benodigde hulpverleners benodigde middelen 3 risico's voor bevolking verwacht ontwikkeling bevolkingsrisico's benodigde hulpverleners benodigde middelen 4 bevolkingsbeeld over incident en risico's gedrag van de bevolking aan bevolking verstrekte informatie getroffen maatregelen te treffen maatregelen benodigde hulpverleners benodigde middelen 5 bedreigingen voor vitale belangen bedreigingen voor milieu bedreigingen voor economie verwachte ontwikkelingen 3 bedreigingen benodigde hulpverleners benodigde middelen D. getroffen maatregelen en de resultaten 1 actuele bestrijdingsorganisatie 2 voorstellen over bestrijdingsstrategie besluiten over bestrijdingsstrategie inzetplannen benodigde hulpverleners benodigde middelen 3 feitelijke inzet uitvoering bestrijdingsstrategie 4 voortgang inzet voortgang uitvoering bijstelling besluiten uitvoering besluiten bereikte resultaten Bron: Besluit Veiligheidsregio's, project LCMS 25