1 - Factor-E

advertisement
Bijlage 1 Ontwikkelingsfasen en stimulerende activiteiten
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind heeft een eigen slaapritme.
Het kind onderscheidt bekenden van vreemden.
0.6 jaar
Het kind reageert als iemand hem aanspreekt.
Het kind reageert op gezichtsuitdrukkingen van volwassenen met geluidjes, mimiek en een glimlach.
Het kind vindt het leuk als met hem gespeeld en tegen hem gesproken wordt.
Het kind protesteert als een spelletje waarmee het bezig is, wordt afgepakt.
Het kind begint te reageren op zijn eigen naam.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind kan genegenheid tonen, bijvoorbeeld kusjes geven.
1.0 jaar
Het kind kan verschillende emoties uitdrukken: lachen, schuift dingen van zich af die wel of niet leuk of
lekker zijn, et cetera.
De interesse in andere kinderen groeit.
Het kind onthoudt bepaalde rituelen, zoals dag zeggen en knuffelen.
Het kind probeert zelf contact te maken: steekt armen uit, trekt aan kleding van anderen.
Het kind reageert op het stemgebruik van de volwassene (bijvoorbeeld aanmoedigen, boos praten).
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind kan (weer) erg aan ouders hangen en verlegen reageren op vreemden.
Het kind begint bij anderen emoties (blij, boos, verdrietig) te herkennen en reageert daarop.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Eigen ritme van thuis zoveel mogelijk aanhouden.
Vaste groepsruimte/plek, vaste opvangdagen en vaste
leidsters.
Eén-op-één contact maken gedurende de dag.
Tijdens verzorgingsactiviteiten baby jou laten imiteren.
Kind betrekken bij kringmomenten en bij bijvoorbeeld
muziekactiviteiten.
Door vast ritme voor spelen en verzorgen.
Uitleg en tijd geven bij overgangsmomenten.
Kind af en toe roepen/hallo zeggen.
’s Morgens/in kring namen van alle kinderen noemen.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Met regelmaat knuffelen en aanhalen en kind ruimte +
tijd geven hierop te reageren.
Benoemen welke emotie het kind toont.
Tussen andere kinderen zetten bij spelmomenten.
Vast ritme, ritueel bij ontvangst/ophalen.
Ingaan op acties van het kind, intenties van kind
benoemen.
Letten op intonatie en non-verbale communicatie
(gebruik gebaren) wanneer je het kind iets verbiedt.
Gebruik weinig woorden, maar wees duidelijk.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Duidelijk zijn, aangeven wat er gaat gebeuren.
Benoemen wat een ander voelt, laten zien (kijk hij is
verdrietig, hij huilt, er zijn tranen op zijn wangen en zijn
mond lacht niet).
Error! Unknown document property name.
1
Het kind kan zijn eigen gedrag beter aanpassen aan de activiteit van een ander kind.
1.6 jaar
Het kind laat gevoelens tegenover andere kinderen blijken: knuffelt, kijkt angstig en bezorgd als een
ander kind huilt, brengt een huilend kind een speeltje.
Het kind zoekt hulp bij de volwassene of komt om iets te laten zien.
Het kind volgt mondelinge aanwijzingen op als die door gebaren ondersteund worden.
Het kind kan met gebaren duidelijk maken wat het wil.
Het kind begint met nee zeggen wanneer het iets niet wil.
2.0 jaar
2.6 jaar
Samenspel stimuleren, leren even te wachten, bij
dreigende conflicten verwoorden wat de ander wil.
Aanmoedigen, laten helpen, open staan voor
initiatieven van het kind.
Laten vragen om hulp, niet te snel alvast dingen voor
het kind gaan invullen, veel samen doen, bijvoorbeeld
opruimen.
Bewust zijn van de manier van vragen aan het kind, veel
gebaren gebruiken, heel eenvoudige liedjes met
gebaren zingen.
Kind keuze laten maken en deze keuze benoemen: “Wil
je jam of kaas?” Kind laten wijzen naar jam of kaas;
keuze maken en deze benoemen.
Respecteren en/of uitleggen als dit niet kan,
doorpakken.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind leert zijn gevoelens tegenover kinderen en volwassenen tonen.
Het kind kan zich gemakkelijk gedwarsboomd voelen en boos worden.
Het kind kan anderen proberen te troosten.
Het kind toont kennis van zichzelf: reageert op zijn eigen naam, kan delen van het eigen lichaam en/of
kleding aanwijzen. Het kind gaat het woordje 'ik' gebruiken.
Het kind volgt zijn ouders door het hele huis om (huishoudelijke) activiteiten na te doen.
Het kind onderneemt veel, zonder altijd het besef te hebben van gevaarlijk, 'kan niet' en 'mag niet'.
Het kind speelt in de buurt van andere kinderen.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind ontdekt steeds meer zijn eigen wil.
Het kind voelt zich op zijn gemak in een groep.
Het kind neemt zonder moeite afscheid van zijn ouder(s).
Het kind herkent vaste routines en regels in de groep.
Het kind kijkt naar andere kinderen die aan het spelen zijn en doet korte tijd mee.
Als het kind met speelgoed bezig is en een ander kind komt erbij zitten, 'hamstert' het kind eerst zijn
spullen: “Van mij!” Daarna zal het bereid zijn uit zichzelf iets te geven.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Error! Unknown document property name.
2
3 jaar
3.6 jaar
3.11 jaar
Stapjes in de ontwikkeling
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Benoemt zichzelf met 'ik': “Ik wil”, “Ik heb het”, “Ik moet…”
Toont begrip van goed en slecht en kan een oordeel geven over het gedrag van anderen: “Poes is boos”,
“O, stuk gemaakt”
Het kind herkent basale emoties als boos, blij en verdriet op een plaatje.
Het kind probeert zijn wil door te zetten in het spel met andere kinderen. Zegt: “Ik wil het doen.”
Het kind reageert trots op een complimentje; heeft vertrouwen in eigen kunnen.
Het kind speelt korte tijd samen met anderen, kan zich voegen in een groep kinderen.
Stapjes in de ontwikkeling
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Het kind kan benoemen of het een jongetje of een meisje is.
Het kind kan zijn eigen behoeften korte tijd uitstellen. Het leert delen en weggeven, gebruikt dit ook als
vorm van contact zoeken.
Het kind kan zijn eigen emoties een beetje beheersen: doet moeite om agressie te onderdrukken, stopt
met ongewenst gedrag als een volwassene het ziet.
Het kind toont voorkeuren en afkeuren voor bepaalde personen.
Het kind speelt binnenshuis en buitenshuis met andere kinderen.
Het kind speelt vaak een eenvoudig rollenspel; met twee kinderen lukt dat beter dan met meer kinderen
tegelijk.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind heeft een innerlijke 'rem': wat kan en mag wel en niet?
Het kind herkent basale emoties bij zichzelf en anderen: blij, boos, bang, verdrietig.
Het kind vindt het fijn anderen een plezier te doen.
Het kind accepteert sociale regels en spelregels. Het kan bijvoorbeeld een ronde op zijn beurt wachten.
Het kind heeft één of meer voorkeursvrienden/-vriendinnen.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Oefenen in toepassen van regels door middel van spel.
Voorkeur accepteren, soms bewust samenspel met
anderen stimuleren.
Error! Unknown document property name.
3
Persoonlijke ontwikkeling en zelfredzaamheid
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind wordt rustig na het voeden.
0.6 jaar
1 jaar
1.6 jaar
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Kind rustig laten drinken, na het drinken nog wat individuele
aandacht geven en dan rustig in bed leggen, afhankelijk van ritme.
Het kind vertoont rustige activiteiten als het wakker is.
Door het kind rustig in de box te leggen. Aandacht geven en
speelgoed aanreiken.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind kan wel zelf zijn beker vasthouden, maar heeft nog wel hulp nodig.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Kind in de kinderstoel zetten en er rustig bij gaan zitten, kind zelf de
beker laten vasthouden en dan begeleiden, sturen.
Het kind begint zelf met zelf willen eten, lepel vasthouden, stukje brood of fruit
pakken.
Op vaste momenten het kind zelf laten eten en dan rustig de tijd
ervoor nemen, brood aan vork prikken.
Het kind gaat op onderzoek uit, maar blijft wel binnen het gezichtsveld van de
volwassene.
Gericht materiaal aanbieden in een grotere afgesloten ruimte
(groter dan de box). Deze ruimte zo inrichten dat de leidster vrijwel
altijd in beeld is.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind kan zelf uit een (tuit)beker drinken, geeft een lege beker terug.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Zoveel mogelijk zelfstandig laten drinken.
Leidster vraagt gericht naar de beker, zodat het kind die gericht kan
geven. Eventueel samen ook de pop 'drinken' geven.
Het kind vult zelf de lepel, maar heeft nog wel moeite met het in de mond stoppen,
knoeit nog veel.
Kind laten oefenen met vaste materialen op zijn lepel te leggen en
deze naar de mond te laten brengen (bijvoorbeeld stukjes banaan).
Het kind eet zelf stukjes brood en fruit.
Fruit aanbieden in kleine stukjes in een eigen schaaltje. Brood ook
in kleine stukken geven en dan met de hand of vork eten.
Error! Unknown document property name.
4
2 jaar
Het kind ‘helpt’ bij uitkleden door sokken en (losgemaakte) schoenen uit te doen.
Het kind tijdens de verschoningsronden en na het buiten spelen
zoveel mogelijk dingen zelf laten proberen te doen. Eventueel in
spel een pop samen gaan uitkleden, waarbij het kind de
gemakkelijke onderdelen doet.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind trekt met hulp enige kledingstukken uit: een jas, een sjaal.
Het kind toont interesse in de wc: het rolt de wc-rol af, speelt met water, trekt de wc
door.
Het kind eet met enige hulp met lepel en/of vork.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind trekt zelfstandig een aantal kledingstukken uit.
Het kind doet alsof het naar de wc gaat: speelt met wc-papier.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Het kind probeert zelf handen te wassen, neemt zeep, spoelt zijn handen af.
2.6 jaar
Het kind drinkt zelfstandig uit een gewone beker, zonder veel te morsen.
Het kind helpt bij het opruimen en schoonmaken.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind wil dingen zelfstandig doen.
3 jaar
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Het kind blijft overdag grotendeels droog; gaat uit zichzelf naar de wc of als het eraan
herinnerd wordt.
Het kind wil kleine klusjes uitvoeren.
Error! Unknown document property name.
5
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind is overdag droog, het gaat zelf naar de wc.
3.6 jaar
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Het kind wast en droogt zijn handen zonder hulp.
Het kind eet zelfstandig, zonder veel te morsen.
Het kind kan zelfstandig spullen opruimen.
3.11 jaar
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind kan zich vrijwel zelf aan- en uitkleden; wel hulp nodig bij sommige
sluitingen, zoals veters.
Het kind helpt bij kleine (huishoudelijke) karweitjes, zoals tafel dekken, en weet wat
hij dan moet doen.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Error! Unknown document property name.
6
Taalontwikkeling en ontluikende geletterdheid
0.6 jaar
1 jaar
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind herkent de stem van vaste verzorgers en reageert hierop.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Het kind laat klanken horen. Uit de manier van klanken maken blijken plezier en
frustratie: blije geluidjes, boos huilen.
Het kind reageert op bekende en onbekende geluiden.
Door ook tegen het kind op verschillende tonen te praten.
Bijvoorbeeld: vrolijk -> hoog; boos → laag.
Het kind in de omgeving leggen waar ook andere kinderen spelen.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind gebruikt zijn eerste woordjes (dada, mama).
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Woorden van het kind herhalen, hiervan een spelletje maken.
Het kind gebruikt gebaren om iets te 'zeggen' (bijvoorbeeld wijzen).
Het kind communiceert door geluidjes en brabbelt volop: ‘sociaal brabbelen’.
Reageren op initiatieven van het kind, daaraan zelf woorden geven.
Kinderen van gelijke leeftijd samen in een rustige omgeving op een
kleed leggen en van een afstandje de interacties observeren.
Dagelijkse gebeurtenissen verwoorden, klemtoon leggen op het
belangrijkste woord (wij gaan eten).
Kind bij de naam noemen.
Met halen/brengen het kind bewust in contact met ouders laten
komen (ouders kind laten begroeten/dag zeggen).
Het kind begrijpt een aantal dagelijks gebruikte zinnen (we gaan drinken, we gaan
naar buiten).
Het kind reageert op de eigen naam.
Het kind wijst naar voorwerpen die het dagelijks tegenkomt als de ander ze
benoemt.
Het kind laat tijdens het brabbelen steeds meer de intonatie en melodie uit de
moedertaal horen.
Stapjes in de ontwikkeling
Het gebruikt eenwoordzinnen.
Het kind brabbelt tijdens het spelen; het brabbelen klinkt als een gesprek.
1.6 jaar
Het kind begrijpt steeds meer woorden en korte zinnen.
Op een foto van het gezin het kind papa en mamma laten
aanwijzen.
In een groep het kind de vaste leidster laten aanwijzen.
Zelf goed Nederlands praten.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Door in het spel tegen de kinderen terug te praten. Wanneer het
kind het begrijpt, herhalen wat het gezegd heeft.
Voorlezen van korte verhaaltjes, zelf veel praten tijdens de dag,
liedjes zingen.
Error! Unknown document property name.
7
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind wijst naar voorwerpen en plaatjes als iemand deze benoemt. Bijvoorbeeld:
waar is de hond?
Het kind kent zo'n vijftig woorden.
Het kind gebruikt zijn eigen naam.
2 jaar
2.6 jaar
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Het kind gebruikt woorden die iets zeggen over mensen en dingen, over wat zij doen.
Het kind gebruikt zinnen van twee woorden: “papa kus”, “meer melk”.
Het kind spreekt veel klanken goed uit, maar nog niet alle.
Het kind praat veel tijdens het spelen.
Het kind kan een paar woorden uit liedjes zingen.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind reageert goed op de vraag “Wie of wat is dat?” bij een bekende persoon of
een voorwerp.
Het kind kan twee opdrachtjes tegelijk uitvoeren: pak je beker en zet hem op tafel.
Het kind kent zo'n tweehonderd woorden; hij benoemt mensen, dieren en dingen.
Het kind kan zijn volledige naam zeggen. Hij reageert op zijn eigen naam en kent de
namen van drie tot vier kinderen, gebruikt deze bij de juiste persoon.
Het kind gebruikt voornaamwoorden: ik, jij, wij.
Het kind maakt twee- of driewoordzinnen.
Het kind spreekt soms niet vloeiend (alsof hij stottert), omdat hij te veel tegelijk wil
zeggen.
Het kind praat tijdens zijn spel verstaanbaar over gebeurtenissen die hier en nu
plaatsvinden: “auto gaat broem”.
Het kind vraagt regelmatig “Wat is dat?” ('wasda', 'tisda').
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Stapjes in de ontwikkeling
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Error! Unknown document property name.
8
Het kind wordt door vaste verzorgers meestal begrepen, hij kan een eenvoudig
gesprekje voeren.
3 jaar
Het kind geeft antwoord op vragen, behalve op waarom-/wanneervragen.
Het kind begrijpt en gebruikt soms woorden die hoeveelheid, plaats en tijd
aanduiden: veel, weinig, nu, gauw, snel, hier, daar.
Het kind maakt korte zinnetjes.
Het kind gebruikt steeds vaker woorden als: ik, jij, wij.
Het kind maakt steeds meer correcte woordvormen: “ik heb” in plaats van “ik heb
de”
Het kind is merendeels verstaanbaar, ook voor onbekenden.
Het kind praat spontaan tegen kinderen en leidster.
Het kind gebruikt taal om behoeften uit te drukken en stelt vragen: “Mag ik de kar?”,
“Waar is mama?”
Het kind stelt vragen: waar, wat, wie?
Het kind kent enkele eenvoudige versjes.
Het kind benoemt dingen die het niet dagelijks ziet: politie, paard, tent.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind begrijpt verhalen en liedjes.
3.6 jaar
3.11 jaar
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Het kind vertelt over wat het heeft meegemaakt in korte zinnen; vier tot vijf
woorden.
Het kind gebruikt meervoudsvormen en verleden tijd.
Het kind beantwoordt eenvoudige vragen van volwassenen over: hoe, wat, wanneer.
Het kind heeft behoefte aan uitleg wanneer hij iets niet begrijpt en stelt
waaromvragen.
Het kind onthoudt rijmpjes en versjes.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind luistert met aandacht naar verhalen of wanneer iets wordt uitgelegd.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Error! Unknown document property name.
9
Het kind gebruikt bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden: “lieve poes”, “dat is
vies”.
Het kind is gemakkelijk te verstaan, ook voor onbekenden.
Het kind vertelt over wat hij heeft gemaakt: “dat is een bloem”.
Het kind gebruikt taal om logisch te redeneren.
Het kind zingt spontaan (stukjes van) liedjes.
Motorische en creatieve ontwikkeling
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind kan het hoofd stabiel houden als het (met hulp) zit.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Met behulp van een voedingskussen het kind zelf laten zitten,
eventueel het kind met een stoelverkleiner in een kinderstoel laten
zitten.
In de box het kind veel op de buik leggen met spiegel/activitycenter voor zich.
Op een kleed, weinig speelgoed om hem heen leggen, kind
bewegingsruimte geven.
Het kind richt het hoofd op als het op de buik ligt.
Het kind gaat beginnen met omrollen.
0.6 jaar
Het kind heeft plezier in bewegen.
Speelgoed aanbieden dat bij beweging van het kind gaat bewegen
(activity-gym).
Het kind gaat grijpen naar voorwerpen.
Kind In de box of op het kleed leggen met verschillende voorwerpen
die het gemakkelijk kan hanteren (verschillende bekers).
Het kind kijkt om zich heen.
Het kind schudt met een rammelaar, heeft plezier in het geluid.
Kind in een wipstoeltje in de omgeving van andere kinderen zetten.
Rammelaar, knisperboekje aanbieden.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind kruipt soepel, met zijn buik vrij van de grond.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Rond laten kruipen. Bal wegrollen en kind erachter aan laten
kruipen.
Stimuleren en aanmoedigen, niet te snel helpen, bij oppakken van
het kind eerst twee vingers geven zodat het in zithouding komt en
dan optillen.
Bij tafel/bank laten optrekken, kind eventueel stimuleren door leuk
speeltje op de bank te leggen.
Het kind zit stevig, kan zelf gaan zitten.
Het kind trekt zich op aan meubilair tot een staande houding.
Error! Unknown document property name.
1
0
Het kind loopt een paar stappen als het aan twee handen wordt vastgehouden.
Veel kleine stukjes samen stappen.
Puzzels en potloden gaan aanbieden in begeleid spel.
Het kind pakt voorwerpen tussen duim en wijsvinger (pincetgreep).
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind staat.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Aanmoedigen te gaan staan door speeltjes op stahoogte te leggen,
complimentjes geven.
Aanmoedigen om te lopen van de ene leidster naar de andere,
complimentjes geven, loopkar aanbieden.
Samen 'voetballen'.
Verschoontafel laten opklimmen via de trap, kind over dingen heen
laten stappen.
Kind in speelhoeken stimuleren te gaan zitten door klein
zitmeubilair te plaatsen.
Het kind loopt los
Het kind probeert tegen een bal te schoppen.
Het kind beklimt de trap door beide voeten op de trede te plaatsen.
Het kind gaat zelf op een stoeltje zitten
2 jaar
2.6 jaar
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind 'oefent' hardlopen.
Het kind klimt overal op en af.
Het kind probeert te springen.
Het kind kan heel even op één been staan.
Het kind ‘oefent' in balgooien.
Het kind stapelt dingen op elkaar en haalt dingen uit elkaar: blokken, et cetera.
Het kind krast met krijtjes.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind kan achteruitlopen.
Het kind probeert met twee voeten tegelijk te springen.
Het kind klimt over hindernissen.
Het kind doet bewegingen in een bewegingsspel na.
Het kind gooit een bal met twee handen.
Het kind zit op een driewieler en beweegt zich vooruit met zijn voeten op de grond.
Het kind begint te bouwen met grote blokken.
Het kind tekent horizontale en verticale krassen en ronde vormen.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Error! Unknown document property name.
1
1
3 jaar
3.6 jaar
3.11 jaar
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind kan op zijn tenen lopen.
Het kind rent soepel.
Het kind loopt om obstakels heen bij het hardlopen.
Het kind springt met beide voeten tegelijk.
Het kind kan traplopen met één voet per trede.
Het kind fietst op een driewieler.
Het kind vangt een bal met twee handen tegen zijn lichaam aan.
Het kind rijgt grote kralen aan een snoer, doet vormen in een vormendoos, bouwt een
toren met drie/vier blokken.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind kan op één been staan.
Het kind draagt een doos met allerlei spulletjes erin.
Het kind krabbelt 'basiskrabbels’ herkenbaar als rondje, vierkant.
Het kind begint gereedschap, zoals een schaar of een kwastje, te gebruiken.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Het kind kan over een klein obstakel springen.
Het kind gaat basiskrabbels – vaak achteraf – benoemen.
Het kind kan scheuren en plakken papier op een blad.
Het kind maakt herkenbare bouwwerken met bijvoorbeeld blokken, zand.
Denkontwikkeling en ontluikend rekenen
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind speelt met de eigen handjes en voetjes.
0.6 jaar
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Kriebelspelletjes met kind doen.
Het kind manipuleert met speeltjes, bijvoorbeeld duwt en gooit blokken.
Bekers, blokken op elkaar stapelen en bij het kind in de buurt
zetten.
Het kind speelt met dingen die het gepakt heeft. Het neemt deze in zijn mond, betast Verschillende materialen aanbieden, maar niet te veel in één keer.
ze, bekijkt ze, knijpt in speeltjes die geluid maken.
Error! Unknown document property name.
1
2
1 jaar
Het kind gaat kiekeboespelletjes leuk vinden.
Kiekeboepelletjes spelen met doekje over het gezicht.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind beseft dat mensen, dieren en dingen blijven bestaan, ook al ziet het kind ze
niet.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Verschillende verstopspelletjes spelen. Bijvoorbeeld: met handpop,
met speeltjes onder een doek, met speeltjes onder een doos,
verstoppen achter een kast en weer tevoorschijn komen.
Speelgoed aanbieden dat het kind kan stapelen. Samen met bekers
en water spelen.
Veel herhalingen in de spelactiviteit aanbieden.
Hand ophouden en kijken of het kind iets gaat geven, positief
stimuleren wanneer het iets aan jou geeft.
Eenvoudige bewegingen voordoen, met hand op tafel slaan,
eenvoudige liedjes met bewegingen (klappen, zwaaien).
Het kind begint met meer construerend spel; bijvoorbeeld leeggooien, dan vullen,
dingen op elkaar zetten.
Het kind herhaalt activiteiten die succes hebben.
Het kind gaat ‘geven en nemen’ spelen.
Het kind doet bewegingen van volwassenen na.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind herkent zichzelf in de spiegel.
1.6 jaar
Het kind gaat gerichter met speelgoed handelen. ontdekt dat een auto kan rijden,
veegt met een borstel over zijn hoofd, bouwt kleine torens.
Het kind voert eenvoudige opdrachtjes uit.
Het kind begint plezier te krijgen in samen met een ander kind iets doen. Het kind
speelt vooral naast anderen.
Het maakt (toevallige) krassen.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind onderzoekt met grote nieuwsgierigheid zijn omgeving: deuren openmaken,
overal kijken.
2 jaar
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Spiegel bijvoorbeeld voor een deel gaan insmeren met
scheerschuim en schuim er weer afvegen. Kind wanneer het naar
zichzelf kijkt, bijvoorbeeld een hoed op het hoofd zetten. Spiegel
deels afdekken met papier.
Veel verschillende materialen aanbieden, niet te veel in één keer,
ontdekkend bezig laten zijn.
Kind laten helpen door het ook een doekje te geven om schoon te
maken. Veger en blik/afwasborstel en afwasbak gaan aanbieden.
Bal overrollen, auto van het ene kind naar het andere laten rijden.
Kleurpotloden, waskrijt, verf, et cetera gaan aanbieden.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Het kind kan naar een kort verhaaltje luisteren.
Het kind neemt deel aan kringspelletjes, zonder zich aan de regels te houden.
Het kind volgt en bekijkt activiteiten van volwassenen.
Error! Unknown document property name.
1
3
Het kan zich bekende mensen, voorwerpen, plaatsen herinneren, vraagt naar een
bepaald speelgoedje.
Het kind rangschikt en bouwt met blokjes.
Het kind maakt eenvoudige puzzels; insteek, twee of drie stukjes.
Het kind kan tussen voorwerpen een gevraagd voorwerp vinden: zoek de bal.
3 jaar
3.6 jaar
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind vindt het leuk om naar bekende verhaaltjes te luisteren.
Het kind volgt en imiteert volwassenen.
Het kind doet 'net alsof'-spelletjes: doet alsof het een hond is.
Het kind speelt met andere kinderen, maar meer naast hen. Het speelgoed vormt de
brug tussen twee kinderen bij het samenspel.
Het kind speelt in de zandbak met klei, water en ander 'ongevormd' materiaal.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind vindt het leuk om naar verhalen te luisteren.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Het kind kan korte tijd de aandacht richten op een activiteit.
Het kind doet korte tijd mee aan groepsactiviteiten.
Het kind speelt een aantal rollen met oog voor details: net zo telefoneren als papa.
Het kind kent de functie van verschillende ruimtes in huis goed. Het kent gebouwen
en plaatsen waar het vaak komt: het zwembad, de supermarkt.
Het kind maakt inlegpuzzels met verschillende vormen en figuren.
Het kind begrijpt 'hoeveel' als het om een hoeveelheid van één of twee gaat.
Het kind kan in ontkennende zin iets beoordelen: dat is geen hond.
Stapjes in de ontwikkeling
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Het kind luistert met aandacht naar nieuwe verhalen.
Het kind speelt zelfstandig met constructiemateriaal.
Het kind speelt een rol met de juiste handelingen.
Het kind verwoordt wat er in zijn spel gebeurt: “De mensen gaan mee met de boot.”
Het kind begrijpt de begrippen 'groot' en 'klein'.
Het kind begrijpt een eenvoudige oorzaak en eenvoudig gevolg van relaties: het weet
dat het regent als iemand nat binnenkomt.
Error! Unknown document property name.
1
4
3.11 jaar
Het kind voert doelgericht eenvoudige taakjes uit, bijvoorbeeld knutselen.
Stapjes in de ontwikkeling
Het kind speelt een rollenspel samen met andere kinderen.
Het kind ordent en sorteert: “Die zijn allemaal rood.”
Het kind verbindt ervaringen aan elkaar: “Ik heb thuis ook een hond.”
Het kind maakt puzzels van vier tot zes stukjes.
Ontwikkelingsstimulerende activiteiten
Error! Unknown document property name.
1
5
Download