Begrippenlijst - Associatie KU Leuven

advertisement
Departement IW&T
[ KHBO vzw ] ● Zeedijk 101 ● B-8400 Oostende
Tel. +32 59 56 90 00 ● Fax +32 59 56 90 01
LOGBOEK
BIJ HET
WETENSCHAPPELIJKE
PROJECTWERK
Klas: 2AI2KOB
Groepsnaam: We Solv-It
Titel van project: Studenten helpen studenten - Wiskunde
Datum: september – december 2009
Begrippenlijst
Begrip in
Nederlands
Begrip in
Engels
Projectonderwijs Project learning
Multidisciplinair
Competentie
Korte omschrijving
Is een vorm van onderwijs waarbij
studenten
gedurende
langere
tijd
samenwerken om een vastgestelde
opdracht te vervullen of om een
probleem op te lossen. Dit gebeurt
onder leiding van een projectcoach.
Betrekking hebbend op een aantal
disciplines. (takken van wetenschap)
Om een belangrijke activiteit te doen
slagen, is een deelname van deze
Multidisciplinary
disciplines en coördinatie op alle
niveau’s
tussen
de
deelnemende
organen en personen noodzakelijk.
Competence
Zevensprong
/
Zelfevaluatie
Selfassessment
Deskundigheid,
bekwaamheid,
vaardigheid, expertise. Ontwikkelbare
en leerbare vermogens die nodig zijn
om in beroepssituaties op een juiste en
professionele wijze te kunnen handelen.
Systematische
manier
van
probleemoplossend
werken
in
de
volgende 7 stappen.
Stap
Omschrijving
1
Verduidelijking van
begrippen en
termen
2
Probleemstelling
3
Literatuurstudie
4
Opmaak van plan
van aanpak
5
Uitvoering van
plan van aanpak
6
Demodag
7
Eindreflectie
Beoordelingssysteem
waarbij
de
student kritisch reflecteert en zichzelf
beoordeelt.
Begrip in
Nederlands
Begrip in
Engels
Korte omschrijving
Toledo
Toledo
Elektronisch leerplatform dat voor het
projectwerk
gebruikt
wordt
als
communicatieplatform.
Een
ander
leerplatform genaamd Toledo+ wordt
gebruikt als informatieplatform.
Niveau
kruisende
begeleiding
Cross-level
tutoring
Studenten van een lager jaar worden
begeleid door studenten van een hoger
jaar.
Mondelinge
groep
begeleiding
Peer tutoring
face-to-face
Studentenbegeleiding
communicatie
Online groep
begeleiding
Peer tutoring
online
Studentenbegeleiding via het internet
Win-win situatie
Win-win
situation
Project
Project
Empathie
Empathy
Vrijheidsgraden
Notulist
Abstract
Freedom
Minutes
secretary
Abstract
via
mondelinge
Zowel de student als de begeleider
hebben iets aan deze situatie.
Dit is een reeks activiteiten die je
onderneemt met een bepaald doel als
eindresultaat. Hierbij moet men gaan
onderzoeken en vooral opzoeken. De
periode met een bepaalde begin- en
einddatum omvat het project. Vaak
wordt bij een groot project ook externe
financiering gezocht.
Het vermogen om je ergens in te leven.
De vrijheid die ons toegekend is
doorheen
het
project.
Men
kan
natuurlijk zich vrij ver uiten hierin en
dit in een bepaalde richting.
Iemand die een kort verslag schrijft van
wat tijdens een vergadering door
iedereen is gezegd. De verslaggever
dus.
Een
korte
samenvatting
van
een
(wetenschappelijk) artikel. Het moet
potentiële lezers in korte tijd de
mogelijkheid geven een goed beeld te
krijgen van de inhoud van het artikel.
Probleemstelling
Vragen:

Wat is de context waarin de projectopdracht zich situeert?
Eerstejaarsstudenten in de richting academische bachelor worden begeleid
voor het vak Wiskunde 1 door onze projectgroep van het tweede jaar.
Hierbij introduceren we samenwerkend leren waarbij zich een win-win
situatie zal voordoen voor beide partijen. Omdat we dichter bij de te
begeleiden studenten staan dan docenten en het vak reeds hebben
gekregen, hopen we de drempel te verkleinen om onze hulp te vragen.
De achtergrond van het hele project is leren werken in een situatie die een
mogelijke weergave is van het bedrijfsleven. Op het eerste zicht is onze
opdracht niet echt een afspiegeling van ons toekomstig werkleven, maar
eenmaal de opdracht wordt ontleed, komen er heel wat aspecten voor die
herkenbaar zijn.
Enkele van deze aspecten zijn: bij een gegeven probleemstelling stilstaan,
in groepsverband een oplossing vinden, een plan opstellen, uitvoeren,
verbeteren, naleven, controleren en kritisch reflecteren. Ook zullen we een
manier moeten bedenken om onszelf voor te stellen, het publiek warm te
maken voor ons project enzovoort.

Wat is het belang van de projectopdracht?
Voor ons is het belangrijk vanuit een probleemstelling via interactie tussen
projectgroep en te begeleiden studenten een activerende en motiverende
methode te ontwerpen om aan de individuele noden van studenten
tegemoet te komen. We zullen dit gegeven in groepsverband aanpakken
wat meteen een aantal belangrijke zaken met zich meebrengt. Ten eerste
zullen we moeten samenwerken als groep, rekening houden met anderen
en conflicten oplossen. In dit groepsverband krijgt elk de beurt als leider te
functioneren. We zullen ook omgaan met leken uit het vak en onze
begeleiders, wat in het latere bedrijfsleven kan voorvallen.
Naast het plannen van deze opdracht en het groepsaspect is bij ons project
vooral het aspect van management van belang. Als we later zaken willen
doen, zullen we mensen ervoor moeten warm maken, wat reclame maken
en een goede interessante voorstelling geven.
Tevens is het belangrijk de te begeleiden studenten iets waardevols bij te
brengen die hen kan helpen bij hun verdere studiemethodes.

Wat is de hoofdopdracht?
De hoofdopdracht bestaat erin studenten academische bachelor (1AI2KO)
te begeleiden met het vak Wiskunde 1. Hierbij gaat het om zowel Lineaire
Algebra als Reële Analyse. Elk onderdeel zal behandeld worden door een
groep bestaande uit 3 studenten. Het is vooral de bedoeling de eerstejaars
vertrouwd te maken met de manier van lesgeven en hoe de leerstof in te
studeren en te verwerken. Dit zullen we doen via een zelfontwikkeld
studiepakket. Hierbij proberen we de studenten aan te zetten om
regelmatig aan hun wiskunde te werken aangezien uit eigen ervaring het
vak één van de zwaarste is uit het eerste semester. Door een
samenwerking tussen ons en de te begeleiden studenten moeten we
telkens een goede oplossing voor het probleem zien te vinden. Dit zal
hoofdzakelijk gebeuren tijdens wekelijkse contacturen waarbij studenten
vrijblijvend kunnen afkomen met problemen over het onderwerp. We
moeten de opdracht zodanig opstellen zodat het een win-win situatie voor
beide groepen is. Hierbij zal het vooral de bedoeling zijn om een goede
werkwijze op te stellen. Daarom dienen we onderzoek te doen om de
werkwijze uiteindelijk te verwezenlijken. Tijdens dit project zullen we de
progressie van zowel onszelf als de te begeleiden studenten kenbaar
maken. Dit zal gebeuren door de verwerking van enkele proeven die we
zelf opstellen en door de resultaten van de proefexamens. Op het einde van
ons projecttermijn zouden we bij regelmatige studenten, vooruitgang
moeten merken. Hieruit moeten we dan onze besluiten trekken. Voor
onszelf zal vooral de peer-assessement een goede indicatie vormen van ons
geleverde werk. Uiteindelijk is het de bedoeling de zeven stappen van de
‘zevensprong’ te verwerken en aan zes vooropgestelde competenties te
voldoen.

Wat zijn de deelopdrachten?
Naast de opdracht om studenten individueel te begeleiden via de
contacturen en het onderzoek van hun vooruitgang, zullen we ook een
forum aanmaken waarbij we verschillende deelopdrachten zullen
verwezenlijken. Hierbij hebben we het vooral over extra oefeningen die we
online zullen plaatsen met hun oplossing en waarbij de methode telkens
stapsgewijs zal uitgewerkt worden. Ook zullen de opgaven en oplossingen
van onze afgenomen testjes weergegeven worden. Tevens zullen we er
hulpmiddelen zoals studietips, info over het examen en kleine formularia
plaatsen.
Tenslotte zullen we ook een methode ontwikkelen om studenten warm te
maken voor ons project waarbij we onszelf in het daglicht stellen onder
andere d.m.v. posters … .
Informatiemap
Zoekstrategie
Er wordt van je team verwacht dat jullie uitleggen hoe jullie de zoektocht naar
informatie in verband met het uit te werken project hebben aangepakt, of kort:
wat was de zoekstrategie?
Om jullie daarbij te helpen vinden jullie enkele vragen die jullie moeten
beantwoorden.
1. Maakten jullie vooraf een zoekplan om informatie te verzamelen om
een beter inzicht te krijgen in de probleemstelling?
Ja: Tijdens de eerste vergadering werd duidelijk afgesproken tussen de
groepsleden wat ze elk individueel voor ogen zagen bij project. Op die
manier werden ideeën gewisseld en gebundeld tot een strak plan. Door de
opdracht rond de begrippenlijst en probleemstelling te maken kregen we
wel een beter inzicht in onze opdracht, dit hielp dus in de zoektocht naar
informatie.
Eenmaal we een globaal plan opgesteld hadden, wisten we welke info we
nog nodig hadden. Deze info was hoofdzakelijk over de methode hoe we
studenten gingen begeleiden, genaamd ‘Peer Assisted Learning’. Ons plan
bestond erin dat elk groepslid eerst individueel info opzocht. Bij de
volgende vergadering legden we deze info dan samen en door deze
verscheidende inbrengen probeerden we de gehele probleemstelling op te
lossen.
De grootste bijdrage van informatie was echter onze eigen ervaringen en
een logische manier van werken.
2. Duid aan waarop jullie een beroep deden:

Personen
- Onze projectcoach De Hr. Rousseau
- De Projectgroep SOS-Fysica die vorig jaar de PAL-methode gebruikte
voor hun Wetenschappelijk Project
- Studenten regentaat Wiskunde
- Groepsleden van onze projectgroep, dit omdat we een groot deel van
onze aanpak baseerden op eigen ervaringen en logisch plannen.

Zoekmachines
Hoofdzakelijk Google

Catalogi van bibliotheken
We zochten naar info in de catalogi van de bibliotheken van Oostende,
Brugge en Gistel.

Databanken
Door de informatievaardigheden opdracht maakten we kennis met de
databanken van het LIBIS-netwerk. In deze databanken zochten we dan
ook achter informatie over de PAL-methode.

Andere
Het projectwerk van de groep SOS-Fysica, hierboven ook al vermeld.
Extra informatie over de inhoud van wiskunde 1 vonden we in de cursus
van Reële Analyse en Lineaire Algebra.
3. Welke bronnen leverden goede resultaten, welke bronnen leverden
weinig of geen bruikbare resultaten?
De meest bruikbare info verkregen we van de personen, vooral De Hr.
Rousseau leverde ons goede info. Ook het projectwerk van het vorige jaar
bevatte interessante info. Verder leverde de zoekmachine Google veel
resultaten op over de PAL-methode.
De catalogi van bibliotheken en databanken verstrekten ons echter zo goed
als geen bruikbare informatie.
Als we het over de inhoud van de wiskunde hebben, dan leverden onze
cursussen en het boek van het eerste jaar uitstekende resultaten. Ook het
internet werd hiervoor geraadpleegd, maar in mindere mate. Deze werd
gebruikt voor extra informatie.
4. Bepaalden jullie in de loop van jullie zoektocht een set zoektermen?
Ja: We hadden vrijwel enkel informatie nodig over de Peer Assisted
Learning (PAL) – methode, dit werd bijgevolg onze belangrijkste zoekterm.
Verder kwamen ook meer algemene zoektermen voor, zoals “Studenten
begeleiden”. Ook alle termen uit de begrippenlijst werden opgezocht en
kunnen we dus ook als zoektermen beschouwen.
Over de inhoud van de cursus werden zoektermen bepaald, deze waren
zeer specifiek en afhankelijk van de vragen die we kregen.
5. Gebruikten
jullie
in
geavanceerd zoeken?
zoekmachines,
catalogi,
databanken
Ja: We maakten gebruik van geavanceerd zoeken meer bepaald van exacte
woordgroep en de taal. Engelse woorden moesten in een specifieke
volgorde voorkomen, voorbeeld cross-level tutoring.
Dit gebeurde echter niet veel, meestal gebruikten we eenvoudig zoeken
omdat de termen waarachter we zochten al concreet genoeg waren.
6. Gebruikten jullie bij het ingeven van de zoektermen speciale
technieken (operatoren, zoeken op stam, jokers …)?
Nee: Onze zoektermen waren specifiek genoeg, we wisten zelf precies
waarop we wilden zoeken, hierdoor waren speciale technieken overbodig.
7. Onderzochten jullie de bronnen op betrouwbaarheid?
Ja: Alle bronnen van het internet controleerden we kritisch op
betrouwbaarheid. Dit konden we in de meeste gevallen al doen door
gewoon naar de websitelink te kijken. Hierbij konden we organisaties,
instituten en officiële instellingen gemakkelijk herkennen. Onze zoektermen
zorgen ervoor dat we bijna steeds op een betrouwbare website
terechtkwamen. Zo gaven universiteiten de meeste info over de PALmethode.
Anderzijds zijn de cursussen en het boek van het eerste jaar wiskunde
uiterst betrouwbaar en moesten deze niet gecontroleerd worden.
8. Vinden jullie dat jullie voldoende informatie gevonden hebben?
Gebruikten jullie alle verzamelde bronnen uiteindelijk ook? Licht
kort toe.
We hebben in vergelijking met de andere projectgroepen (met
verschillende onderwerpen) minder informatie gevonden over ons project.
Maar ons project vereiste dan ook niet zo veel op te zoeken informatie.
Over de onderwerpen waarover we niet veel wisten hebben we voldoende
info kunnen opzoeken. Deze info gebruikten we dan ook, uiteraard de ene
bron meer dan de andere.
Uiteindelijk kwam het grootste deel van de bruikbare info van onze
projectcoach en van onszelf, iets die eigen is aan onze opdracht.
Literatuurlijst
Cursussen
DECUBBER, G., VAN OOST, C., Didactiek 1: secundair onderwijs, Leuven,
Uitgeverij Acco, 2008-2009.
LAY, D., Linear Algebra and Its Applications, Boston, Pearson Education,
2006.
ROUSSEAU, R., Lineaire Algebra, Leuven, Uitgeverij Acco, 2008-2009.
ROUSSEAU, R., Reële Analyse, Leuven, Uitgeverij Acco, 2008-2009.
Internet
AVK, Peer Assisted Learning (PAL), internet,
(http://www.avk.nl/onze-producten/93-pal.pdf).
16
oktober
2009,
BOURNEMOUTH UNIVERSITY, PAL: Overview, internet, 16 oktober 2009,
(http://pal.bournemouth.ac.uk/).
HOGESCHOOL AMSTERDAM, Studenten begeleiden studenten, internet, 16
oktober 2009, (http://www.onderwijsatelier.hva.nl/article-326-nl.html).
STANFORD UNIVERSITY, Peer Assisted Learning, internet, 16 oktober 2009,
(http://ctl.stanford.edu/Tomprof/postings/268.html).
STICHTING KENNISCENTRUM PEER SUPPORT, Peer Support, internet, 16
oktober 2009, (http://www.peersupport.nl/Page/nctrue/sp2676).
U.S. DEPARTEMENT OF EDUCATION, Intervention: Peer-Assisted Learning
Strategies,
internet,
16
oktober
2009,
(http://ies.ed.gov/ncee/WWC/reports/beginning_reading/pals/).
VAN SOOM, C., Studenten leren van elkaar, internet, 16 oktober 2009,
(http://www.kuleuven.be/toekomstigestudenten/studiekeuzebegeleiders/fil
es/PAL.pdf).
Andere
Opleiding voor de studentbegeleider in Peer Assisted. Leuven, s.n., s.d.
SOS FYSICA, PAL scoort op vele velden, Oostende, 21 oktober 2008.
Plan van aanpak
Doelstelling van het experiment
Eerstejaars in de richting academische bachelor worden begeleid voor het vak
wiskunde 1 door onze projectgroep. Hierbij introduceren we samenwerkend
leren. We zullen een originele en motiverende methode ontwerpen zodat
studenten hun wiskunde regelmatig bijhouden. Hierdoor zullen de studenten
gemakkelijker hun credit behalen.
Dit plan bevat de aanpak en de overdracht van ons project. Naargelang de
weken verstrijken en het project evolueert moeten de nodige verbeteringen
aangebracht worden aan dit plan. Onze boodschap moet goed overkomen en zijn
effect hebben op de te begeleiden studenten. Door onze aanpak zouden de
studenten voordeel moeten hebben bij hun toekomstige studies en
studiemethode.
Motivatie voor de aanpak
Uit eigen ervaringen weten we dat het vak wiskunde één van de zwaarste is van
het eerste semester. Wij kunnen onze kennis doorgeven aan de
eerstejaarsstudenten. Wij weten hoe moeilijk het is om aan de methode van
lesgeven te wennen en welke problemen zich voordoen bij het studeren van dit
vak. We willen de te begeleiden studenten een belangrijke leermethode
bijbrengen namelijk samenwerkend leren. Deze methode helpt studenten enorm
en zo leren ze het best. Niet enkel de studenten halen hieruit profijt, ook wij
leren studenten begeleiden. Deze manier van werken kan ook in het toekomstig
bedrijfsleven van pas komen. Sommige studenten zullen gaandeweg meer
moeilijkheden ondervinden en wij kunnen hen een zet in de rug geven. Voor
eerstejaars is het aangenaam te weten dat onze hulp aanwezig is.
Werkwijze
Het project bestaat uit de volgende onderdelen:
 voorstelling project
 begeleiding eerstejaarsstudenten
 evaluatie vorderingen
 extra hulp via online context
 planning en zelfevaluatie
Voorstelling project
De eerste stap is het voorstellen van het project aan de eerstejaarsstudenten.
Hierbij opteren we voor verschillende manieren om indruk te maken op hen. Ten
eerste mailen we hen in de beginweken globale informatie over ons project.
Hierna stellen we ons in kleine groepjes op en gaan naar beide klassen voor een
korte introductie, gekoppeld aan een enquête. Tezelfdertijd hangen we in de
campus een drietal posters op die ons project tentoonstelt. Ten laatste stellen we
ons voor via onze projectcoach en tevens docent Wiskunde 1, de heer Rousseau
R. Hij zal tijdens de lessen Wiskunde de studenten regelmatig verwijzen naar ons
project.
Een goede voorstelling van het project is belangrijk om de studenten een
duidelijk signaal te geven dat we er zijn voor hen.
Begeleiding eerstejaarsstudenten
Deze stap van ons project is de belangrijkste. Nadat we onszelf hebben
voorgesteld maken we ons wekelijks vrij voor enkele contacturen. Hierbij kunnen
de studenten naar een afgesproken lokaal komen om uitleg te vragen over
specifieke problemen of om eventueel bijles te volgen over een bepaald
onderwerp. Als projectgroep zijn we telkens voorbereid door de behandelde
leerstof vooraf te bekijken. We motiveren de studenten de vragen op voorhand
te stellen via het forum zodat wij ze kunnen voorbereiden en dan oplossen in de
les. Voor de bijles zal een lid per groep (analyse of algebra) elke week een
oefening maken en gedetailleerd op het bord uitwerken. We zullen die oefening
aankondigen via mail en forum zodat de studenten kunnen afkomen.
Evaluatie vorderingen
Eerstejaars krijgen regelmatig een meerkeuzetoets over algebra en analyse
zodat ze vertrouwd geraken met de vraagstelling. De resultaten worden
geanalyseerd om na te gaan waar ze moeilijkheden hebben en om een indruk te
hebben hoe zij evolueren. Uiteraard verwachten we door onze aanpak de
leerlingen een beter inzicht te geven in wiskunde met betere resultaten als
gevolg. Ook zullen we met de resultaten van het proefexamen rekening houden.
Het is dan de bedoeling om de vooruitgang van de regelmatige student
individueel in kaart te brengen. We hopen dan ook op het einde van ons project
positieve resultaten te bekomen.
Extra hulp via online context
Naast de voorafgaande stappen zullen we ook hulp bieden via een online
platform: een forum. Hierop wordt algemene info over ons project gepost. Men
zal er de contacturen aantreffen en er zullen tips meegedeeld worden over het
examen en de aanpak van de leerstof. Daarnaast zullen we elke week extra
oefeningen plaatsen met een uitgewerkte oplossing. Ook de opgaven en
oplossingen van de afgenomen toetsen zullen weergegeven worden evenals de
puntenscore van de studenten. Via dit forum bieden we de student de kans om
ons op afstand te bereiken. Deze vorm van communicatie maakt de drempel
kleiner om hulp te vragen. Vragen en problemen mogen gesteld worden op het
forum, maar worden enkel uitgelegd tijden de contacturen want uiteindelijk is
mondelinge uitleg nog altijd gemakkelijker.
Planning en zelfevaluatie
Een goede aanpak start met een goede planning en die wordt dan ook tijdens de
eerste weken uitgevoerd. Tijdens het project zullen we het plan uiteraard hier en
daar aanpassen door zelfkritisch te zijn en uit onze fouten te leren. Dit doen we
door gebruik te maken van een peer-assessement.
Resultaatformulier
Samenvatting van het experiment
De bedoeling van het experiment was de studenten van het eerste jaar te
begeleiden in het vak wiskunde 1. We probeerden dit dan ook zo goed mogelijk
te doen zodat er een hoger slaagpercentage is voor het vak. We gebruikten
hiervoor verschillende methoden gebaseerd op de PAL-methode.
Iedere week was er een contactmoment waarop de leerlingen van het eerste jaar
vrijblijvend mochten komen als ze vragen hadden in verband met het vak
wiskunde 1, zowel voor Reële Analyse en Lineaire Algebra. Ook gaven wij tijdens
dit contactmoment oefeningen over de geziene leerstof en legden we deze
oefeningen stap voor stap uit zodat we samen de oplossingen bekwamen.
Er is ook een forum gemaakt waarop de studenten tips kunnen terugvinden over
het examen en de aanpak van de leerstof. Op het forum werden er ook
oefeningen geplaatst. Ook de oefeningen die aan bod kwamen tijdens het
contactmoment werden op dit forum geplaatst, zodat de studenten maximaal
konden opletten tijdens onze contactmomenten. Indien er vragen waren in
verband met de cursus, dan konden die ook gesteld worden op het forum. Wij
hebben die vragen dan ook proberen te beantwoorden.
Er werden ook twee enquêtes afgenomen van de studenten. De eerste enquête
was bedoeld om enige achtergrond van de studenten te verwerven. Dit deden we
door na te gaan welke studierichting ze gevolgd hebben, hoeveel hun
eindpercentage was voor het vak wiskunde en als men het nodig achtte om hulp
te verkrijgen.
Op het einde van het project werd de tweede en laatste enquête afgenomen
waarbij we de studenten vroegen naar hun mening over de hulp die wij hen
aangeboden hebben. Op deze manier verkregen wij een beter inzicht op waar we
in de toekomst moeten op letten als we andere personen willen helpen.
Er werden ook twee testen afgenomen zodat we inzicht verkregen in hoeverre de
studenten de gekregen leerstof beheersen.
De eerste test werd afgenomen nog voor de proefexamens, de tweede test werd
twee weken na het proefexamen afgenomen. Op deze manier konden de
studenten zich zelf testen en zien of ze een goede studeermethode hebben.
Resultaten (met verwerking)
Opmerking: voor de volledige verwerking verwijzen we u door naar de bundel.
Enquête 1:
Als we naar de studierichting kijken dan komt 2/3 van de studenten uit het ASO,
1/3 komt uit het TSO. Dit is voor beide klassen ongeveer gelijk.
In de B-klas zitten wel meer studenten die 7-8 uur wiskunde gevolgd hebben.
Tussen beide klassen zit er wel een verschil in eindresultaat. Zo zit het
eindresultaat in de A-klas tussen de 60 en 80% waarbij ongeveer een even groot
tussen 60-70% en 70-80% zit. In de B-klas is dit volledig anders. Hier zitten
ongeveer 1/4 van de studenten tussen de 80-90%. De helft van de klas zit
tussen de 60 en 70%. In deze klas is er dus duidelijk een verschil goede en
middelmatige studenten.
We vroegen de studenten ook of ze hulp nodig hadden voor het vak wiskunde.
De A-klas beseft dat het zeer moeilijk zal worden en zij willen dan ook gebruik
maken van de geleverde hulp. De B-klas daarentegen vindt dat ze minder hulp
nodig bij het vak wiskunde.
Enquête 2:
Het merendeel van de studenten was tevreden met onze hulp voor het vak
wiskunde. Het bleek ook dat meer dan de helft van de ondervraagde studenten
gebruik maakte van onze aangeboden hulpmiddelen. Dit geldt voor zowel onze
contacturen, het forum, de testjes en de informatie die we via mail verstuurden.
Wat opvalt is dat er meer studenten uit de B-klas deelnamen aan het project.
Hiermee bedoelen we dat er meer studenten uit de B-klas aanwezig waren
tijdens de contactmomenten en ze maakten ook meer gebruik van het forum dan
de A-klas.
Uit de tweede test bleek wel het omgekeerde. Het gemiddelde in de A-klas lag
hoger dan het gemiddelde in de B-klas. Er moet wel bij vermeld worden dat het
gemiddelde in de B-klas naar beneden werd getrokken door studenten die niet
aanwezig waren tijdens de contactmomenten.
Ruim 80% van de ondervraagde studenten vond onze hulp nuttig. Toch vond 2
op 5 studenten dat het niveau hoger mocht liggen. We zullen hiermee dan ook
rekening houden in de toekomst. We hadden dit niet zien aankomen omdat men
er ons nooit heeft over aangesproken en omdat de resultaten van de testen niet
uitstekend waren. We zullen in de toekomst dus meer werk moeten steken in de
communicatie naar de te begeleiden studenten om ook meer feedback te
verkrijgen.
Uit de enquête blijkt ook dat ongeveer 40% van de ondervraagde studenten
positief opkijkt naar het examen van wiskunde nadat ze hulp gekregen hebben
van onze projectgroep.
Test 1 (nultest):
Als we naar de resultaten van test 1 kijken, dan zien we dat meer dan de helft
van de studenten van zowel de A als de B-klas een score behaalde van 2 op 5 of
3 op 5. Er waren ook studenten bij die 0 op 5 behaalden. Dit percentage ligt
hoger in de A-klas dan in de B-klas.
Wat ook opvalt is dat geen enkele student 5 op 5 behaalt. Er waren ook slechts
weinig studenten die 4 op 5 behaalden. In de A-klas was dit 7% en in de B-klas
was dit 9%.
Als we dan naar het gemiddelde kijken uit beide klassen, dan zagen we dat de Bklas een beter resultaat behaalde dan de A-klas. Dit hadden we ook verwacht,
wat uit de enquête blijkt dat er slimmere studenten zitten in de B-klas.
Als we naar de standaardafwijking kijken, dan concluderen we dat de A-klas de
grootste waarde hiervoor heeft. Uit de enquête hadden we iets anders verwacht.
De verklaring voor de grotere afwijking in de A-klas was omdat de percentages
tussen de studenten die 0 tot 3 op 5 behaalden ongeveer constant bleef.
In de B-klas zaten de studenten meer tussen de 1 en 3 op 5 waardoor de
standaardafwijking hier kleiner was.
Test 2:
Als we de resultaten van de tweede test bekijken, dan waren de resultaten
tegengesteld aan die van de eerste test. Nu scoort de A-klas veel beter dan de Bklas. Er waren meer studenten in de A-klas die de maximum score behaalden en
minder die de nulscore hadden.
We konden dit ook verklaren door de bevinden uit de eerste enquête. De
studenten uit de A-klas toonden meer inzet om te slagen voor het vak wiskunde.
Bij de eerste test was er nog niet veel leerstof gezien, waarvan het merendeel
herhaling was, waardoor de B-klas, die een betere wiskundige achtergrond had,
beter scoorde. Bij de tweede test waren we al een tweetal maanden ver en was
er al meer nieuwe leerstof gezien, waarbij deze motivatie meer naar boven
kwam. Volgens ons waren er meer studenten in de A-klas die hun cursus
probeerden bij te houden wat resulteert in een beter resultaat op de twee test.
Als we de nulscores vergelijken met de eerste test, dan waren deze voor zowel
de A-klas als de B-klas veel lager. Ook waren er meer studenten die het
maximum van de punten behaalden. Ook moet je weten dat de tweede test niet
makkelijker werd gemaakt. Dit was dan ook een zeer mooi resultaat van de
studenten.
Dit resulteerde dan ook in een beter gemiddelde voor beide klassen in
vergelijking met de eerste test. Ook was de standaardafwijking in beide klassen
gestegen. Deze spreiding was in de A-klas iets groter dan in de B-klas.
We zien dus dat er een beter resultaat was voor de tweede test in vergelijking
met de eerste test. Dit kon verklaard worden omdat een groot deel van de
studenten hun cursus gestudeerd heeft voor het proefexamen. Ook hebben wij
de studenten al een aantal weken begeleid. Dit was voor de eerste test nog niet
het geval.
Evaluatie over resultaten:

vergelijking met vroegere onderzoeken
Tijdens ons project hebben we geen gebruik gemaakt van een vergelijking
met vroegere onderzoeken. We kregen wel van meneer V anderhaegen het
logboek van SOS Fysica (projectgroep die vorig jaar de studenten
begeleidde met het vak Fysica 1). We hebben echter dit logboek niet
gebruikt bij de verwerking van ons logboek.

verklaring voor afwijkingen
We hadden niet genoeg studenten om te onderzoeken. Om een mooi
resultaat te bekomen zouden we meer studenten moeten kunnen
onderzoeken. 60 studenten was te weinig.
De tijd waarin we ons project uitgevoerd hebben was te kort, tussen het
eerste contactmoment en de laatste toets zaten slechts 6 weken. Dit was te
weinig om de progressie van de studenten te kunnen volgen. Indien we
meer tijd hadden, konden we meer testen gegeven hebben en hierdoor
gingen we ook een meer nauwkeurige analyse kunnen doen.
De studenten komen uit verschillende studierichtingen (hier is dit uit het
ASO en het TSO). Hierdoor hebben sommige studenten een betere
voorkennis voor wiskunde dan anderen.
Niet iedere student heeft evenveel gestuurd voor de testen die we hadden
afgenomen. Hierdoor kregen we resultaten van zowel studenten die
gestudeerd hadden als van studenten die niet gestudeerd hadden in één
test. Dit kon soms een vertekend beeld geven.
-
-
-
-

mogelijke verbeteringen, alternatieve benaderingen
Een mogelijke verbetering is de studenten individueel te begeleiden door
iedere student die hulp wil, een begeleider toe te wijzen zodat als die
student hulp nodig heeft, hij die kan vragen aan zijn begeleider.
Besluit
Zowel voor de studenten van het eerste jaar als voor onszelf was dit een win-win
situatie.
We probeerden de leerstof op een eenvoudige manier aan de studenten te
geven. We moeten hierbij wel kritisch zijn of de gegeven leerstof die we aan de
studenten gaven wel op een goede manier overgebracht werd.
Ook als er vragen kwamen van de studenten, probeerden we die vragen op een
zo goed mogelijke manier uit te leggen aan de studenten.
Ook de studenten hadden baat bij deze manier van begeleiden. De studenten
zullen de geziene leerstof beter begrijpen waardoor ze ook betere resultaten
kunnen halen. Er was ook een kleinere drempel tussen de studenten van het
eerste jaar en onszelf dan tussen de studenten van het eerste jaar en de
leerkracht. Hierdoor zullen de studenten sneller geneigd zijn om hulp te vragen.
Abstract
Abstract: We Solv-It
Dit project heeft tot doel de eerstejaarsstudenten te begeleiden bij het vak
wiskunde van het eerste semester. Dit hebben we ondermeer gedaan door iedere
week een contactmoment te organiseren waarbij wij oefeningen uitgelegd
hebben aan de studenten en waarbij zij ook extra vragen konden stellen. Hierbij
kwam onze grootste troef aan bod: als medestudenten (gelijken) verlagen wij de
drempel en kunnen wij hun vragen gericht en goed verstaanbaar beantwoorden.
Als surplus hebben wij een forum gemaakt waarop de studenten van op afstand
vragen kunnen stellen en extra informatie kunnen vinden om hen te helpen met
de leerstof. De evolutie van de studenten evalueerden wij aan de hand van een
statistische analyse van de resultaten van zelfgemaakte wiskundetestjes. Uit een
enquête bleek dat de eerstejaarsstudenten tevreden waren over onze hulp.
Groep 1B
Poster demodag
Eindreflectie
Naam van het groepslid:
Vragen:

In welke mate ben je tevreden over het onderwerp, het verloop en
het resultaat van het project?
Het pedagogisch aspect van het project kan me maar matig boeien. Het is
echter wel een goede manier om de opgedane leerstof bij Wiskunde 1 te
herhalen.
Het werken in team sprak me wel meer aan. Ik heb dan ook heel wat
bijgeleerd omtrent vergaderen, overleggen en discussiëren.
Het verloop van het project was eigenlijk van het begin al duidelijk. We
haalden onze inspiratie vooral van de projectgroep van vorig jaar. We
hebben ongeveer dezelfde werkwijze gebruikt omdat we deze zodanig goed
vonden.
Omtrent het resultaat van het project ben ik tevreden. Ik vermoed dat we
de studenten die geïnteresseerd waren in ons project zo goed mogelijk
geholpen hebben. De uiteindelijke resultaten weten we pas na de examens.

Som de belangrijkste inzichten/ vaardigheden op die je hebt
bijgeleerd in dit project.
- Werken in groep
- Uitleggen voor een klas
- Vergaderen
- Uitleggen aan andere studenten
- Overleggen met groepsleden

Welke tekortkomingen in jouw competenties heb jij vastgesteld?
Aan mijn communicatievaardigheden is nog werk. Ik laat andere
groepsleden niet altijd uitspreken, ik begrijp ze soms verkeerd, ik analyseer
hun argumenten tijdens discussies te weinig en ik ben soms nogal moeilijk
te overtuigen. Dit laatste is waarschijnlijk te wijten aan de voorgaande
tekortkomingen.
Bij het face-to-face tutoring heb ik de neiging om te snel te veronderstellen
dat de student iets begrijpt. Ik stel vast dat ik, om te kijken of de student
het begrijpt, toetsende vragen moet stellen in plaats van gewoon te
vragen: ‘Snap je het?’
Ik moet voor meer animatie zorgen terwijl ik dingen opschrijf op het bord.
Ik zeg te weinig terwijl ik dit doe. Dit zorgt ervoor dat de studenten
beginnen babbelen en hun interesse beginnen te verliezen.

Welke acties heb jij ondernomen om je tijdens het project bij te
sturen?
Ik heb sneller toegegeven bij discussies, ook al was ik niet volledig
overtuigd. Natuurlijk deed ik dit enkel als mijn gesprekspartners een punt
hadden.
Ik heb erop gelet om mensen minder te onderbreken terwijl ze praten. Ik
heb gemerkt dat dit geholpen heeft.
Tijdens gesprekken heb ik me ook beter trachten te concentreren.

Welke aandachtspunten neem je mee naar
projecten?
Mijn bijsturingen omtrent communicatievaardigheden.
jouw
volgende
Naam van het groepslid:
Vragen:

In welke mate ben je tevreden over het onderwerp, het verloop en
het resultaat van het project?
Als ik terugkijk op het project, dan ben ik zeer tevreden. Het was de eerste
keer dat we in een grote groep samenwerkten. Ik zat in een groep die
steeds de planning naleefde waardoor de opdrachten steeds op tijd werden
afgewerkt. Ik vind dan ook dat we zeer tevreden mogen zijn met het
bekomen resultaat. Ook de te begeleiden studenten gaven positieve
commentaar op onze manier van aanpak.

Som de belangrijkste inzichten/ vaardigheden op die je hebt
bijgeleerd in dit project.
De belangrijkste vaardigheid die ik geleerd heb is het werken in groep. Je
moet hierbij aandacht hebben voor de mening van anderen en proberen in
groep een zo goed mogelijke oplossing te bekomen.
Ook het leiden van een vergadering was een belangrijke vaardigheid die ik
bijgeleerd heb. Er zit veel kans in dat je later op je werk een vergadering
zal moeten geven. Hierdoor krijg ik meer ervaring in het spreken voor een
groep. Dit was niet alleen tijdens de vergadering, maar ook tijdens de
contactmomenten met de studenten van het eerstejaar. Door dit project
heb ik dus ook aan mijn sociale competenties kunnen werken.

Welke tekortkomingen in jouw competenties heb jij vastgesteld?
Soms liet ik de anderen niet uitspreken en wou ik te snel mijn mening
geven over een bepaald onderwerp.
Ik moet dus meer geduld hebben met anderen. Ik wil soms bepaalde zaken
veel te snel geklaard hebben.

Welke acties heb jij ondernomen om je tijdens het project bij te
sturen?
Naar de meningen van anderen luisterde ik zeer aandachtig. Ik was hierbij
wel zeer kritisch. Zo moesten de ideeën van de andere groepsleden wel te
realiseren zijn. Indien dit niet het geval was, probeerde ik mijn mening te
staven met argumenten. Ikzelf gaf ook steeds mijn mening over de
behandelde onderwerpen.

Welke aandachtspunten neem je mee naar jouw volgende
projecten?
Eén van de belangrijkste aandachtspunten is het werken in groep. Je moet
elkaar kunnen vertrouwen zodat er een goede werksfeer is. Er moet ook
steeds geluisterd worden naar elkaars meningen.
Er moet steeds een datum afgesproken worden tegen wanneer de taken
gemaakt moeten worden. De groepsleden moeten zich dan ook houden aan
de voorziene datum.
Ik zal ook in de toekomst de andere groepsleden laten uitspreken vooraleer
mijn eigen mening te geven over het behandelde onderwerp.
Naam van het groepslid:
Vragen:

In welke mate ben je tevreden over het onderwerp, het verloop en
het resultaat van het project?
Ik ben zeer tevreden over de hele lijn van het project. Toen we de
opdracht, het onderwerp, kregen had ik er eerst geen goed gevoel bij. Maar
dit gevoel werd beter na onze eerste vergadering waarin de grote lijnen
werden uitgezet, nu kijk ik positief terug op de projectperiode. Dit heeft
veel te maken doordat we een goede projectgroep hadden, we schoten
goed met elkaar op en de rolverdeling verliep vlot. Elk groepslid was bereid
voor het project te werken en dit uitte zich onder meer in een goed
resultaat. We kregen goede reacties van de te begeleiden studenten, ze
hebben duidelijk iets opgestoken van onze aanpak. Uiteraard kunnen we
maar zeker zijn of we echt geholpen hebben nadat de eerstejaars
studenten hun examen wiskunde hebben afgelegd, maar we hebben de
indruk dat ons project een succes was.

Som de belangrijkste inzichten/ vaardigheden op die je hebt
bijgeleerd in dit project.
De belangrijkste vaardigheid die ik heb bijgeleerd is wellicht het werken in
groep over een vrij lange periode. Dit is de eerste keer dat een groepswerk
meerdere maanden duurde. Hieronder versta ik onder andere de
vergaderingen, de planning, samenwerken voor bepaalde taken …
Daarnaast leerde ik vaardigheden om een onderwerp te promoten, naar
voor brengen. Dit nam vooral de eerste weken van ons project in beslag
toen we aan de studenten van het eerste jaar ons project uit de doeken
deden.
Beide voorgaande vaardigheden vallen hoofdzakelijk onder het sociaal vlak,
iets die bij mezelf beter kan. Dit was dus een goede oefening om voor een
groep ‘onbekende’ personen te staan en je verhaal doen en hen helpen
waar nodig.

Welke tekortkomingen in jouw competenties heb jij vastgesteld?
In het begin was dit vooral moeite om een onderzoekende houding aan te
nemen, het onderwerp leek me niet boeiend, maar dit veranderde snel na
de eerste vergaderingen. Daarnaast had ik het op bepaalde momenten
moeilijk als ik geen dagvoorzitter was om de anderen te laten uitspreken
vooraleer m’n mening te geven. Ook had ik soms te weinig geduld met de
anderen, reageerde ik te impulsief.

Welke acties heb jij ondernomen om je tijdens het project bij te
sturen?
Net zoals de andere groepsleden gaf ik regelmatig m’n mening over de
uitgevoerde / nog uit te voeren taken. Ook tijdens de uitvoering hiervan
stelde ik me kritisch op en stuurde bij waar nodig na discussie met de
andere groepsleden.

Welke aandachtspunten neem je mee naar jouw volgende
projecten?
Over het algemeen vind ik dat we weinig te verbeteren hebben aan onze
aanpak, we hadden een goede sfeer, werkten alles stipt af en toonden
inzet. Voor mezelf zou ik in het vervolg iets rustiger moeten zijn, me niet
teveel zorgen maken als anderen de leiding hebben en niet te impulsief m’n
mening geven.
Naam van het groepslid:
Vragen:

In welke mate ben je tevreden over het onderwerp, het verloop en
het resultaat van het project?
Toen wij de opdracht kregen om studenten te helpen met het vak
wiskunde, dan had ik er toch een goed gevoel bij. Ikzelf had tijdens mijn
eerste jaar ook enige problemen met dit vak. Het was dus goed om
anderen daarbij te helpen. Tijdens dit project hebben wij in groep meteen
enkele acties ondernomen om ons project een goede start te geven. Zo
hebben wij ons snel kenbaar gemaakt naar de studenten toe. Dit met een
goed logo, mails, voorstelling in de les, affiches, ea. Doorheen ons project
werden er dan oefeningen beschikbaar gesteld, een forum aangebracht,
lesmomenten georganiseerd. Wij hebben dan ook permanente evaluatie
gehouden van de studenten door middel van enquêtes en testjes. Met de
voorgaande argumenten in het achterhoofd, kan ik stellen dat ik vrij
tevreden ben met ons project en het resultaat die wij geboekt hebben.

Som de belangrijkste inzichten/ vaardigheden op die je hebt
bijgeleerd in dit project.
Tijdens dit project was het vooral belangrijk te kunnen werken in groep.
Ook hoe men, m.b.v. vergaderingen, tot goede resultaten kan bekomen.
Dit gaat natuurlijk niet steeds vanzelfsprekend. Als toekomstige ingenieur
is het dan ook belangrijk dat men over deze capaciteiten beschikt. Men
moet kunnen samen zitten om belangrijke fragmenten te kunnen
bespreken en analyseren.
Ook is het belangrijk om je werkmethodiek te stimuleren. Wij hebben nu
een opdracht verkregen met als doel om tot een goed resultaat te komen of
te kunnen komen. Het is belangrijk dat men op een gestructureerde manier
aan een onderwerp start. Dit door zaken op te zoeken, ea. Het is dus
belangrijk om als ingenieur een onderzoekende houding te hebben. Met
behulp van zo’n project kun je dit stimuleren.

Welke tekortkomingen in jouw competenties heb jij vastgesteld?
Ik had het soms moeilijk met de vergaderingen die wij organiseerden. Op
het einde hiervan werden de taken verdeeld en wist iedereen wat te doen
om ons project in goede banen te leiden. Maar in een groep zijn er altijd
personen die iets minder willen/kunnen presteren dan een ander. Voor mij
is iedereen gelijk, maar men moet steeds doen wat men kan. Dit ontbrak
soms waardoor men snel het gevoel kreeg dat je veel te veel werk voor
jezelf nam. Ik ben hier dus niet zo sterk in om zo’n zaken te relativeren.

Welke acties heb jij ondernomen om je tijdens het project bij te
sturen?
Ik heb leren omgaan met andere programma’s om zo bv. een goed
projectlogo te ontwerpen. Ook heb ik de oefeningen, die ik moest verklaren
aan de studenten, meer nabij geanalyseerd om meer te weten te komen
over die soort oefeningen.
Ik haalde enkele punten aan om in ons project uit te werken bv. enquêtes,
totaal bundel.
Ik probeerde om ook vaak moeilijke opdrachten op mij te nemen.
Ook heb ik, wanneer er problemen waren, deze proberen op te lossen met
de betreffende personen zelf. Dit om de werksfeer toch optimaal te kunnen
houden.

Welke aandachtspunten neem je mee naar jouw volgende
projecten?
Het stimuleren van de groep moet men, gedurende het project , reeds van
de start aanwakkeren. Wanneer je in een goede sfeer kunt spreken, dan
kan men goede resultaten behalen.
Ook is het belangrijk om af en toe de medewerkers complimenten te
geven. Dit heeft ook hen een boost om ondernemingen aan te gaan.
Vanaf de start van een project moet men al gauw einddatums voor
onderdelen opstellen. Dit omdat goede afspraken in het begin ook goede
resultaten opleveren.
Voor men van start wil gaan, een grondige research ondernemen i.v.m. je
opdracht. Dit omdat men van in de beginne reeds alles begrijpt hierover (of
toch in de grootte lijnen). Dit zorgt ervoor dat men niet halfweg een project
voor stomme feiten komt te staan.
Naam van het groepslid:
Vragen:

In welke mate ben je tevreden over het onderwerp, het verloop en
het resultaat van het project?
Als projectcoördinator van deze groep ben ik zeer tevreden in welke mate
er inspanningen werden geleverd door alle groepsleden om een mooi
resultaat te bekomen. In tegenstelling tot de groepskeuze was het
onderwerp waarrond men moest werken niet vrijblijvend te kiezen. We
verkregen de opdracht om de eerstejaarsstudenten te begeleiden voor het
vak wiskunde van het eerste semester. Toen we deze opdracht kregen
dacht ik dat deze opdracht weinig uitdaging zou omvatten, bij verder
verloop heb ik mijn mening van toen moeten herzien. Zo komt er bij dit
onderwerp meer bij kijken dan men denkt. Er moet georganiseerd en
gestructureerd gewerkt worden om vlot enige informatie te verwerven
i.v.m. ons project. Iedere week stond er een vergadering geplant om dan
zo goed mogelijk af te spreken binnen de groep wat er nog moest gebeuren
en te bepalen wie welke taken op zich zou nemen.

Som de belangrijkste inzichten/ vaardigheden op die je hebt
bijgeleerd in dit project.
Tijdens dit project heb ik zeker bijgeleerd om in groep te werken. Ook bij
mijn medestudenten/groepsleden zal dit zeker het geval zijn. De
academische bachelor is vooral een theoretische opleiding waarbij bepaalde
competenties moeilijk aangeleerd kunnen worden. Met dit project kunnen
we onze sociale competenties testen en wat opbouwen. Spreken voor een
groep studenten/docenten is een competentie die zeker van toepassing was
bij dit project. Verantwoordelijkheid opnemen is ook een competentie die
zeker aan bod kwam. Als projectcoördinator was ik verantwoordelijk voor
het eindresultaat maar ook voor de ondernemingen die tijdens het project
plaatsvonden.

Welke tekortkomingen in jouw competenties heb jij vastgesteld?
Bij het begin van het project was het moeilijk om de even goed samen te
kunnen werken met alle groepsleden. Bepaalde studenten kende ik echter
beter dan andere studenten. Als competentie zou ik meer directer moeten
open staan voor alle medestudenten. Naargelang het project dan ook
vorderde, verbeterde dit dan ook.
Een slechte eigenschap dat ik al ondervonden heb van mezelf is dat ik niet
snel tevreden ben met eender welk resultaat. Er moet soms te grondig aan
een bepaald onderwerp gewerkt zijn voor mij, vooraleer ik het voldoende
goed vind.

Welke acties heb jij ondernomen om je tijdens het project bij te
sturen?
Nauwgezetter met de leerlingen (waarmee ik minder contact had) in
contact komen, zodat er een bepaalde groepssfeer ontstaat. Op die manier
is het gemakkelijker werken in groep.
Ik heb me ook meer moeten openstellen voor anderen hun ideeën.

Welke aandachtspunten neem je mee naar jouw volgende
projecten?
Eigen wil is geen wet! Er moet m.a.w. geluisterd worden naar alle
medeleerlingen waarmee je in groep zit. Ook zou ik zorgen voor een
bepaalde groepssfeer, dit draagt ook toe tot een goed resultaat volgens
mij.
Gestructureerd en stapsgewijs zou ik ook mijn volgende projecten
aanpakken. Tijdens dit project verliep alles vlot omdat er voordien binnen
de groep werd afgesproken wat er allemaal ondernomen zou worden.
Tijdens dit project ben ik projectcoördinator mogen zijn van onze groep.
Deze ervaringen als projectcoördinator neem ik dan ook mee naar volgende
projecten.
Naam van het groepslid:
Vragen:

In welke mate ben je tevreden over het onderwerp, het verloop en
het resultaat van het project?
Aanvankelijk wou ik een technisch onderwerp waarbij wetenschappelijk
opzoekwerk vereist was. Het onderwerp ‘studenten helpen studenten’ was
echter iets anders maar uiteindelijk was het project leerrijk en een
uitdagende opdracht. Goede ideeën moesten uitgewerkt worden. De
studenten werden gestimuleerd om aan het project deel te nemen door een
taakgerichte en ondersteunende aanpak. Originele en activerende
methoden hielpen de studenten bij hun aanpak van wiskunde.
Het project had een goed verloop enerzijds door de eigen keuze van de
groepsleden en anderzijds door de goede planning en teamwerking. De
taakverdeling en de deadlines opgesteld tijdens de vergaderingen wierpen
hun vruchten af en het resultaat was dan ook merkbaar: de aanwezige
studenten evolueerden positief en werden klaargestoomd voor het examen.

Som de belangrijkste inzichten/ vaardigheden op die je hebt
bijgeleerd in dit project.
Ik heb geleerd dat een flexibele samenwerking met anderen van essentieel
belang is om het project tot een goed einde te brengen. In team werken is
niet praten ‘tegen’ elkaar maar ‘met’ elkaar. Een goede groepsgeest leidde
tot een effectievere aanpak van het project.
Ook communicatie met de eerstejaars was van belang en dat werd geleerd
tijdens de contactmomenten. Het schriftelijk en mondeling kunnen
uitdrukken was een vaardigheid die werd geoefend. Uitleg, begeleiding en
bespreking van de oefeningen kwamen aan bod. Hiervoor moest ik ook zelf
de leerstof wiskunde van het eerste jaar goed beheersen.
De competentie ‘leiding geven’ kwam ook aan bod. Als voorzitter zorgde ik
voor het goede verloop van de vergaderingen, legde uit welke doelen er
moesten bereikt worden en wat er van de teamleden werd verwacht. Als
leider overlegde ik en stuurde ik de groep zodat ieders mening aan bod
kwam. Een goede motivatie leidde dan ook tot allerlei suggesties voor het
slagen van het project.

Welke tekortkomingen in jouw competenties heb jij vastgesteld?
Didactische vaardigheden waren nodig tijdens de contactmomenten met de
studenten. Voor een grote groep staan is niet evident. Ik moest de
aandacht van hen trekken, hen informeren, hen overtuigen en omgaan met
hun reacties. Eenmaal ik gestart was met de oefeningen aan het bord
verdween de stress, werd ik zelfzekerder en kregen ze een vlotte uitleg.
Ik kreeg inzicht in mijn persoonlijke communicatiestijl met zijn zwaktes en
sterktes.
Als
leider
en
als
teamlid
ondervond
ik
dat
de
communicatievaardigheden zich nog verder kunnen ontwikkelen.

Welke acties heb jij ondernomen om je tijdens het project bij te
sturen?
Ik heb erop gelet dat de groepsleden hun mening konden zeggen tijdens de
discussies. Ik analyseerde kritisch elke mening om daarna het beste idee
eruit te halen. Ik heb verder geleerd constructief om te gaan met kritiek en
om te gaan met weerstand van anderen. Leren wachten en actief luisteren,
aandacht geven en krijgen is noodzakelijk.

Welke
aandachtspunten
neem
je
mee
naar
jouw
volgende
projecten?
Een project komt pas tot een goed einde als elk groepslid zich inzet en
communiceert. Men moet op dezelfde golflengte zitten, het moet klikken
tussen de teamleden. Een fijne werksfeer en positieve ingesteldheid zijn
belangrijk. Een goede communicatie is van belang om ook toe te passen in
mijn latere werkomgeving, zowel in individuele gesprekken als in groep.
Planning en taakverdeling moeten regelmatig opgevolgd worden en
deadlines zijn vereist. Voor mezelf zou ik erop letten minder precies te zijn
en vertrouwen hebben dat anderen hun verantwoordelijkheid opnemen om
hun taken goed te volbrengen.
Download