Samen weet je meer Waar: Schoolplein of speellokaal Werkwijze: Klassikaal Duur: 15 minuten Spel: Teken met stoepkrijt of markeer twee cirkels. Een grote buitencirkel en een kleine in het midden. Splits de groep op in 5 groepjes. De leerlingen staan in groepjes van 5 op de grote cirkel. Ze moeten proberen zo snel mogelijk in het middelpunt van de cirkel te komen. Ze mogen een stap vooruit zetten als ze met elkaar 2 opeenvolgende juiste antwoorden geven op de vragen. De groep mag fluisterend 20 seconden overleggen voor ze antwoord geven. Weten ze met elkaar vier goede antwoorden achter elkaar dan mogen ze een extra stap dus 5 stappen vooruit zetten. De beurt gaat dan over naar de volgende groep. Weet de groep met elkaar het antwoord niet, dan is de volgende groep (met de wijzers van de klok mee) aan de beurt. Vragen: 1. Na hoeveel jaar krijgt een Bataafse legionair een Romeins diploma? 2. Waar of niet waar? Nijmegen heette in de Romeinse tijd Maguscitie. 3. Waar of niet waar? Een Romeins badhuis heet Thermen. 4. Voor welk cijfer staat de Romeinse M? 5. Waar of niet waar? De Bataven leerden de Romeinen met muntgeld te betalen. 6. Welk dier kwam met de Romeinen mee in Nederland? 7. Voor welk cijfer staat de Romeinse D? 8. Waar of niet waar? De Bataven leefden tussen de rivieren. 9. Waar of niet waar? Een Romeinse mijl bestaat uit duizend passen. 10. Wat is de taal van de Romeinen? 11. Langs welke rivier ligt de Limes? 12. Voor welk cijfer staat de Romeinse X? 13. Wie waren de naamgevers van de Betuwe? 14. Waar of niet waar? Een archeoloog vindt nieuwe voorwerpen uit. 15. Voor welk cijfer staat de Romeinse V? 16. Waar of niet waar? Julius Civilis was een Romein. 17. M – D = ..? 18. Hoe heet de hoofdstad van het Romeinse rijk? 19. Waar of niet waar? Een aquaduct is een watertunnel onder de grond 20. Vul de zin aan: de Germanen in Nederland waren de Friezen en de …. 21. Vul de zin aan: Een Romeins gezegde is: alle wegen leiden naar …. 22. Wat is D gedeeld door V? 23. Welk beroep hadden de meeste Bataven? 24. Waar of niet waar? De Romeinen leerde de Bataven schrijven? 25. Hoeveel is XI + IX? Bij een gelijk einde: De winnaar is de groep die de meeste Romeinse keizers kan noemen. Antwoorden: 1. waar 2. niet waar: Noviomagus 3. waar 4. 1000 5. niet waar: de Romeinen brachten muntgeld mee 6. kip 7. 500 8. waar: de Bataven leefden waar nu de Betuwe is 9. waar 10. Latijn 11. de Rijn 12. tien 13. Bataven 14. niet waar 15. vijf 16. niet waar; hij was de Bataaf die de opstand leidde tegen de Romeinen; hij had wel het Romeinse burgerschap gekregen na 25 jaar dienst. 17. 1000 – 500 = 500 18. Rome 19. niet waar: het is een brug voor water 20. Bataven 21. Rome 22. 1000 : 5 = 200 23. boeren 24. waar 25. 11 + 9 = 20