Reuzenbalsemien

advertisement
Reuzenbalsemien
(Impatiens glandulifera Royle)
DGARNE - DCENN
Advies voor beheer
Algemene morfologie
Eenjarige plant van 1 m tot 2,5 m hoog; gladde, onbehaarde stengel, bloei van half juni
tot oktober (Foto 1)
Wat u kan
doen
Karakteristieken
Bloem
Blad
Stengel
Wortel
Vrucht
Roze tot witte bloemen van 2,5 tot 4 cm (Foto 2), het onderste kelkblad is
voorzien van een gekromde spoor (Foto 3).
Tegenoverstaande of kransgewijze bladstand, bladeren staan per drie,
zittend, langwerpig, toegespitst, scherp getand (Foto 4). Donkergroene
bladschijf die over het algemeen roodachtig is aan de middennerf (Foto 5).
Vlezige, geribbelde en holle stengel die doorschijnend en roodachtig is en
waarop zich boven de knopen een kraag vormt (Foto 6).
Kruipende wortels. Ter hoogte van de knopen kunnen zich adventiefwortels
ontwikkelen (Foto 7).
De peervormige doosvruchten exploderen bij rijping (Foto 2).
Tot 800 zaden per plant.
Wat u niet
mag doen
Foto 1
Foto 3
Foto 2
Foto 4
 De plant bestrijden tijdens de bloei maar voor zaadvorming (eind
juni / begin juli)
 De volledige plant uittrekken of maaien tot onder de eerste knoop
om hergroei ter hoogte van de knopen te vermijden
 Alle verkeerd gemaaide planten uittrekken
 De aarde van de wortels verwijderen
 De gemaaide of uitgetrokken planten op een hoop in open lucht
verzamelen, buiten overstromingsgebied
 De plant drie weken later voor een 2e maal bestrijden en
controleren of de resten van de eerste bestrijding volledig
uitgedroogd zijn
 Bij de 2e bestrijding alle nieuwe bloemdragende stengels afmaaien
en de ‘probleemstengels’ uittrekken; verbranden indien nodig
 In het eerste jaar 3 weken later nog een 3e maal bestrijden en
controleren of de resten van de eerste en de tweede bestrijding
volledig uitgedroogd zijn
 De bestrijding verschillende jaren na elkaar herhalen
 Voor de prioritaire plekken, zie gids
 Niet planten, zaaien of uitwisselen
 Niet chemisch bestrijden langs waterlopen of in natuurgebieden
 Niet afmaaien boven de eerste knoop / De plant niet slechts
gedeeltelijk uittrekken
 Geen maairesten in de natuur of in een rivier gooien
 Geen maairesten zonder toezicht in gesloten ruimten bewaren /
Geen plantfragmenten onafgedekt transporteren
 Niet composteren
 Geen besmette grond verplaatsen
Foto 5
http://www.fsagx.ac.be/ec/gestioninvasives/Pages/Accueil.htm
Foto 6
Foto 7
Foto 8
Contact: [email protected]
Download