Fijnstralen

advertisement
Fijnstralen
Fijnstralen zijn echte zomer en nazomer bloeiers, je kunt ze vaak nog tot ver in de herfst zien bloeien.
Er bestaan twee geslachten: Conyza of asterfijnstraal en Erigeron of fijnstraal. In beide geslachten zijn
weer drie soorten in de Nederlandse Flora opgenomen. Wereldwijd komen enkele honderden soorten
voor. Fijnstralen kun je in veel biotopen tegenkomen maar de meeste soorten vooral in zandige of
omgewerkte en voedselrijke grond en vaak ook tussen het plaveisel. Veel soorten zijn inmiddels zo
wijd verspreid dat ze de kern van hun verspreidingsgebied in de steden hebben.
Conyza, asterfijnstraal
De meeste asterfijnstraal soorten zijn planten met een rechtopstaande stengel. De straalbloemen zijn
wit of bleekgroen de buisbloemen bleek geel. De meeste soorten van dit geslacht komen van nature
voor in Noord-Amerika. Een aantal soorten zijn als invasieve (ingeburgerde) soort in Europa
aanwezig.
Conyza canadensism, Canadese fijnstraal
Bloeiwijze is pluimvormig waarbij de takken met bloemen vrijwel over de hele lengte aanwezig zijn. De
plant kan tot 75 cm hoog worden. De Stengelbladen min of meer kaal aan de rand bezet met recht
afstaande haren die vaak meer dan 1mm lang zijn. Hoofdjes 3-5 mm breed. Bloemhoofdjes in lange
pluimen, de zijtakken met trosvormig gerangschikte bloemhoofdjes. De Canadese fijnstraal is zeer
algemeen en komt in vrijwel elk biotoop voor. In de duinen worden vaan kleine planten aangetroffen
van minder dan 10 cm. In de steden komst hij vaak tussen de trottoirtegels tevoorschijn.
Conyza canadensism, Canadese fijnstraal, Rotterdam Waalhaven augustus 2014
Conyza sumatrensis, hoge fijnstraal
De stengelbladen en de omwindselbladen zijn dichtbehaard. De haren zijn vaak gekromd De plant kan tot
1,50 m hoog worden. De bloeiwijze is pluimvormig waarbij de bloemen alleen in de bovenste helft van de
plant gerangschikt zijn. De plant wordt tot 80 cm hoog. De hoge fijnstraal kwam tot voor 20 jaar geleden
niet in Nederland voor. Deze soort wordt meer en meer waargenomen. De hoge fijnstraal is nog steeds vrij
zeldzaam en je kunt hem vooral in het stedelijk milieu aantreffen.
Conyza sumatrensis, Hoge fijnstraal, Rotterdam Waalhaven augustus 2014
Conyza bonariensis, gevlamde fijnstraal
De gevlamde fijnstaal heeft een tuilvormige bloeiwijze met relatief lang zijtakken. De omwinselbladen
hebben een opvallend rode top en zijn evenals de stengelbladen dicht behaard met gekromde haren.
De gevlamde fijnstraal wordt tot 80 cm hoog. Deze plant is vrij zeldzaam en vooral in het stedelijk
milieu recent ingeburgerd.
Conysa bonariensis, gevlamde fijnstraal, Rotterdam Waalhaven augustus 2014
Erigeron, fijnstraal
De naam Erigeron is afkomstig van het Oudgriekse eri dat vroeg en geron, dat oude man betekent,
hetgeen verwijst naar de pluizige zaadhoofdjes. De pappus van de fijnstraal bestaat uit haren en de
vrucht is gesnaveld.
Erigeron acer, scherpe fijnstraal
Deze soort heeft een donkerrode stengel die ruw behaard en trosvormig vertakt is. De bladen zijn
langwerpig tot lijnvormig-langwerpig, stomp, ruw behaard, gaafrandig, zij staan vrij ver uiteen, de
onderste zijn in een steel versmald. De takken dragen ieder meestal 1 hoofdje. Deze vormen samen
een losse, onregelmatig schermvormige pluim. De hoofdjes zijn vrij groot, zij hebben een bijna rolrond,
zacht behaard omwindsel van dakpansgewijze liggende blaadjes, die aangedrukt, lijn-lancetvormig en
spits zijn, de buitenste zijn geheel kruidachtig. De straalbloemen zijn lintvormig, vrouwelijk, roodachtiglila of blauwachtig, en weinig langer dan het omwindsel. In onze omgeving vind je de scherpe fijnstraal
op wat armere grond bijvoorbeeld in de duinen van Voorne.
Erigeron acer scherpe fijnstraal, augustus 2014 Oostvoorne
Erigeron karvinsikianus, muurfijnstraal
Muurfijnstraal is een opvallende overblijvende plant, die goed te onderscheiden is van aanverwante
soorten. Kenmerkend zijn de liggende tot licht opstijgende sterk vertakte stengels, waarop talrijke
lange ranke bloeistengels staan met bloemhoofdjes die veel weg hebben van teer uitgevoerde
madeliefbloemen. Muurfijnstraal Heeft talrijke afstaande lintbloemen, die aanvankelijk wit of bleek
purper zijn en tenslotte roze verkleuren. In knop hebben de lintbloemen vaak purperen tinten. De plant
bloeit uitbundig vanaf eind juni, begin juli tot in november. Tenslotte bezit de plant naast bijna
gaafrandige lijn-lancetvormige bladen ook markante drielobbige bladen, die zich aan de voet van de
stengels bevinden. Deze lobben hebben naar voren gerichte, spitse slippen. Muurfijnstraal Is van
oorsprong een subtropische soort, met een verspreidingsgebied dat zich beperkte tot Mexico en kleine
delen van Guatemala en Panama. Van een dergelijk klein areaal is momenteel geen sprake meer,
want de soort heeft door menselijk toedoen haar grenzen behoorlijk verlegd. Zij is in eerste instantie
als sierplant, vooral in (botanische) tuinen geïntroduceerd. Van daaruit is zij verwilderd en
ingeburgerd. In onze omgeving vind je de muurfijnstraal vooral op kademuren bijvoorbeeld in
Delfshaven.
Erigeron karvinsikianus, muurfijnstraal, juni 2015 Rotterdam Delfshaven
Erigeron annuus, zomerfijnstraal
Zomerfijnstraal is een eenjarige plant, die bloeit in juli en augustus. Ze is vrij zeldzaam, voornamelijk
voorkomend in Zuid-Limburg en het rivierengebied. De stengel is rechtopstaand en weinig behaard.
Alleen de bovenste helft is vertakt. Ze wordt 30 tot 75 cm hoog en groeit op natte tot vochtige,
voedselrijke, omgewerkte grond aan rivieroevers, in bermen en op dijken. De bloemhoofdjes zijn 1,5
tot 2 cm groot, meestal wit, soms iets blauw of lila aangelopen en staan in losse schermen bij elkaar.
De knopjes hangen. Zodra de bloemhoofdjes opengaan, richten ze zich op.
Erigeron annuus, hoge fijnstraal, augustus 2014 Eeuwijkse Waard
Veel plezier bij het (her) ontdekken van deze fraaie en interessante composieten.
Kjell Nilsen
Download