Opleidingsgids 2006-2007 - Wiskunde en Informatica

advertisement
Opleidingsgids 2006-2007
Technische wiskunde
Illustratie omslag: ir. M.A.A. Boon
Redactie: Dr. E.F. Kaasschieter
Beste student(e),
Deze opleidingsgids probeert je nuttige informatie te geven over de
gang van zaken bij het studeren aan onze wiskundeopleiding. De
inhoudsopgave laat zien dat er een breed scala van onderwerpen aan de
orde komt. Op de website van de opleiding
w3.win.tue.nl/nl/onderwijs/wiskunde tref je een elektronische versie
van de opleidingsgids, aanvullende informatie en links naar de
studeerwijzers en andere informatiebronnen.
Er is de laatste paar jaar nogal wat veranderd in onze opleiding. In
het collegejaar 2002-2003 is er een begin gemaakt met een nieuwe
indeling van de opleiding, die past bij de zogenaamde bachelormasterstructuur (BaMa). Bij de BaMa-structuur onderscheidt men een
bachelorfase met een tijdsduur van drie jaar, gevolgd door een
masterfase van twee jaar. Deze gids gaat over de bacheloropleiding
Technische Wiskunde. Er is een aparte gids met informatie over de
aansluitende masteropleiding Industrial and Applied Mathematics. In
hoofdstuk 4 blikken we daarop vooruit.
In het collegejaar 2006-2007 zal voor de eerste twee jaar van de
bacheloropleiding een nieuw curriculum geïntroduceerd worden. Het
nieuwe programma is opgezet volgens een semesterrooster en bevat een
minordeel. In 1.6.1 vindt u meer over de minoren voor de
bacheloropleiding Technische Wiskunde.
Naast de opleidingsgids is een belangrijke bron van informatie de
algemene onderwijs website van de TU/e (owinfo.tue.nl). Roosters,
tentamendata, vakbeschrijvingen e.d. zijn daar van elke opleiding te
vinden.
Ik kan me niet voorstellen dat de opleidingsgids al je vragen zal
beantwoorden. Schroom dan niet om bij mij of bij een van onze
coördinatoren langs te komen. Ik wens je een prettige en interessante
studietijd toe.
Hennie ter Morsche,
Opleidingsdirecteur Technische Wiskunde
Inhoud
Paginanummering invoegen!
1.
De Bacheloropleiding
1.1
Doelstelling en eindtermen
1.2
Opzet van het programma
1
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
1.8
2.
1.2.1 Verplichte wiskundevakken
1.2.2 Brede vorming in de toegepaste wiskunde
1.2.3 Het leren gebruiken van wiskunde in een praktische
context
1.2.4 Het kennen van toepassingsgebieden
1.2.5 Het kennismaken met het doen van onderzoek
1.2.6 Maatschappelijke oriëntatie
Onderwijsvormen
1.3.1 Hoorcolleges
1.3.2 Instructies/Practica
1.3.3 Wiskundepracticum
1.3.4 Werkcolleges
1.3.5 Modelleren en projecten (OGO)
1.3.6 Literatuurstudies
Tentamens
1.4.1 Tentamenvormen
1.4.2 Gang van zaken
Bijzonderheden eerste jaar
1.5.1 De combinatievariant Wiskunde / Informatica
1.5.2 Studieadvies
1.5.3 Studiecontract
1.5.4 Academielunch
Bijzonderheden tweede en derde jaar
1.6.1 Het tweede jaar
1.6.2 De minoren
1.6.3 Het derde jaar
1.6.4 Keuzeprogramma in het derde jaar zoals aangeboden in
2006-2007
1.6.5 Interfacultair project
1.6.6 Modelleren 5 en modelleren D
1.6.7 Bachelorproject
1.6.8 A4-populair
Bedrijfsstage, studieverblijf buitenland,
lerarenopleiding
Afstuderen, advies en goedkeuring
Programma
2.1
2.1.1
2.1.2
2.2
2.3
Studieprogramma’s eerste jaar
Technische Wiskunde
Studieprogramma Wiskunde / Informatica
Studieprogramma tweede jaar
Studieprogramma derde jaar
3.
Instroom uit Diepenbeek
4.
Masteropleidingen
4.1
Industrial and Applied Mathematics
4.2
Lerarenvariant in IAM
4.3
Andere masteropleidingen
5.
Onderwijsorganisatie
5.1
De faculteit
5.2
Onderwijsorganisatie Wiskunde
5.2.1 Capaciteitsgroep Wiskunde
5.2.2 Opleidingsdirecteur
5.2.3 Bachelorcoördinator en studieadviseur
5.2.4 Onderwijsbureau/Studentenadministratie
2
5.3
5.4
5.5
5.2.5 Opleidingscommissie Wiskunde
5.2.6 Examencommissie Wiskunde
Studentenorganisaties
5.3.1 Studievereniging GEWIS
5.3.2 StudentenRaad
Studiefaciliteiten
5.4.1 Studenten service centrum
5.4.2 Gebouwen
5.4.3 College- en instructiezalen en andere ruimten
5.4.4 Bibliotheek
5.4.5 Studiemateriaalverkoop
5.4.6 Computer faciliteiten
5.4.7 Notebook service centrum
Informatiebronnen
6.
Jaarindeling en roosters
6.1
Jaarindeling
6.2
Roosters
6.3
Examendata
7.
Vakinformatie
Appendices
Onderwijs- en examenregeling
Examenreglement
1. De Bacheloropleiding
1.1 Doelstelling en eindtermen
Doelstelling
De opleiding beoogt de vorming van een technisch-wetenschappelijke
wiskundige op academisch bachelorniveau. Dat wil zeggen dat de
opleiding zich tot doel stelt de bachelor
 een brede basiskennis bij te brengen van de toegepaste wiskunde
en de betekenis hiervan voor andere technisch-wetenschappelijke
disciplines, in het bijzonder van de toegepaste wiskunde;
 relevante (ICT-)vaardigheden aan te leren in het gebruiken van
wiskunde, in het bijzonder op het gebied van het wiskundig
modelleren en hierover adequaat te communiceren in een
multidisciplinaire omgeving met oog voor de maatschappelijke
context;
 actief kennis te laten maken met (technisch)-wetenschappelijk
onderzoek;
 adequaat voor te bereiden op een technisch-wetenschappelijke
masteropleiding van wiskundig toegepaste signatuur.
Eindkwalificaties
Wiskundige kennis en inzicht:
 De wiskunde kennen die naar internationale maatstaven behoort tot
de basiskennis van een universitair opgeleide wiskundige,
gekenmerkt door abstractie, een heldere redeneertrant en
beheersing van basistechnieken.
3

Kennis hebben van algemene onderdelen van de wiskunde uit de
vakgebieden analyse, discrete wiskunde en algebra, numerieke
wiskunde, kansrekening, operations research en statistiek die van
belang zijn voor de toepassing van wiskunde op praktische
problemen.
Wiskundige operationele vaardigheden:
 Inzicht en vaardigheid hebben in basistechnieken van de wiskunde
en de informatica bij het ontwerpen van constructieve en
efficiënte algoritmen bij wiskundige oplossingsmethoden en in
staat zijn deze algoritmen te implementeren en verwerken met
behulp van algemeen beschikbare standaardprogrammatuur.
 Kennis gemaakt hebben met de concepten en methodologie van een
toepassingsgebied van de wiskunde.
Onderzoeks- en ontwerpvaardigheden:
 In staat zijn een literatuurstudie op het gebied van de wiskunde
zelfstandig uit te voeren en over vaardigheden beschikken een
onderzoeksopdracht van beperkte omvang onder begeleiding te
voltooien.
 Het vermogen om in teamverband eenvoudige wiskundige modellen te
ontwerpen en te behandelen met wiskundige oplossingsmethoden en
de vaardigheden om deze oplossingsmethoden te valideren.
Academische vaardigheden en attitude:
 Een kritische en creatieve houding hebben bij het werken aan
problemen en het leren van wiskundige theorieën en methoden.
 Inzicht in de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de
wiskundige ten aanzien van zijn/haar bijdrage tot de oplossing
van niet-wiskundige problemen.
Communicatieve vaardigheden:
 In staat zijn over wiskundige resultaten mondeling en
schriftelijk adequaat over te dragen.
 In staat zijn over wiskundige resultaten helder te communiceren
met niet-vakgenoten.
1.2 Opzet van het programma
Technische wiskunde leren, leren gebruiken en aan anderen, ook nietwiskundigen, te kunnen vertellen (en schrijven) staan centraal in het
studieprogramma. Om het te leren biedt het programma een breed
assortiment van technische wiskundevakken. Om het te leren gebruiken en
te kunnen vertellen en schrijven is het programma voorzien van het voor
ingenieursaspecten belangrijke modelleeronderwijs, van
programmeervakken. Daarnaast bieden minoren zicht op diverse
toepassingsgebieden. Bovendien biedt het programma in het zogenaamde
bachelorproject een eerste aanzet tot het verrichten van onderzoek.
De bachelorfase bestaat uit drie jaar en wordt afgesloten met een
bachelorexamen. Het eerste jaar, het propedeutische jaar, heeft een
selecterende en oriënterende functie en eindigt met een propedeutisch
examen. Inhoudelijk is het gericht op het verwerven van kennis en
(operationele) vaardigheden in basisvakken van de (toegepaste) wiskunde
en de informatica en wordt er een begin gemaakt met het
modelleeronderwijs. Daarnaast komen er toepassingsvakken voor. Het
tweede jaar gaat verder met eenzelfde stramien voor wat betreft
basisvakken en modelleeronderwijs. Daarnaast zal in het vernieuwde
curriculum in het tweede en derde jaar een minor gevolgd moeten worden
4
met een omvang van 30 studiepunten. In het collegejaar 2006-2007 kent
het derde jaar nog de oude opzet met een keuzeprogramma (zie 1.6.1),
onderverdeeld in wiskundevakken en toepassingsvakken, een
interfacultair project (zie 1.6.3) en het wordt afgesloten met een
bachelorproject (zie 1.6.5). Onderwijs op het gebied van sociale en
communicatieve vaardigheden is opgenomen in het modelleeronderwijs.
Verder kent het curriculum onderdelen die gekarakteriseerd kunnen
worden als maatschappelijke oriëntatie en algemeen vormend (zie 1.2.6).
Voor wat de toepassingen van de wiskunde betreft, zijn er in de
bacheloropleiding drie hoofdgebieden (stromen) te onderscheiden, te
weten:
 de wiskunde van de Bedrijfsvoering;
 de wiskunde van de Digitale Communicatie;
 de wiskunde van de Techniek.
Voor de bacheloropleiding technische Wiskunde zijn een drietal minoren
samengesteld die specifiek aansluiten bij de toepassingsgebieden van
deze drie stromen. In het collegejaar 2006-2007 biedt het
derdejaarsprogramma stroomspecifieke keuzevakken.
Het cursusaanbod in het vernieuwde bachelorcurriculum is onder te
verdelen in clusters. Als maatstaf voor deze indeling worden de
volgende kenmerken gebruikt:
Clusters studieprogramma
Algemene basisvorming
Brede vorming in de toegepaste wiskunde
Het leren gebruiken van wiskunde in een praktische context
Het kennen van toepassingsgebieden
Het kennismaken met onderzoek
Maatschappelijke en academische vorming en oriëntatie op vervolgopleidingen en
beroepspraktijk
Punten
40
55
32
35
8
10
In deze tabel staat 1 studiepunt voor 28 uur onderwijsbelasting. Een
jaar omvat 60 studiepunten of 1680 uur. In het cluster “het kennen van
toepassingsgebieden” is de minor opgenomen.
1.2.1 Verplichte wiskundevakken
Een groot deel van het programma (95 studiepunten van een totaal van
180 studiepunten) bestaat uit verplichte wiskundevakken. Deze
wiskundevakken kan men vervolgens weer verdelen in inleidende
basisvakken en vakken die daarop voortbouwen en een breed gebied van de
technische wiskunde bestrijken. De wiskundige basisvakken komen vooral
in het eerste jaar voor. Dit zijn vakken die men vrijwel in elke
universitaire wiskundeopleiding kan aantreffen. Karakteristiek voor de
opleiding in de technische wiskunde is dat ook in deze vakken de
gevolgde methode overwegend algoritmisch van aard is. Hoewel een
scheiding van basis en niet basis lastig valt te maken, beschouwen we
de vakken in de volgende tabel als wiskundige basisvakken in het
curriculum. In deze tabel zie je per vak de vakcode, de vaknaam, het
aantal studiepunten en de blokken waarin het vak wordt gegeven.
Basisvakken (40 studiepunten)
Blok Code
Vak
A
2WA04 Inleiding analyse
Punten
3
5
A-C
A-C
B-C
D-E
D-F
E-F
E-F
2WF06
2WF07
2WA05
2WA14
2WS04
2WA15
2WF08
Verzamelingenleer en algebra
Lineaire algebra A
Analyse in 1D
Analyse in nD
Kansrekening en statistiek
Vectoranalyse
Lineaire algebra B
6
6
6
5
6
5
3
1.2.2 Brede vorming in de toegepaste
De overige verplichte wiskundevakken
technische wiskunde. Ter illustratie
de verschillende disciplines die een
wiskunde
bestrijken een breed gebied van de
zijn deze vakken verdeeld volgens
rol spelen binnen de opleiding.
Brede vorming in de toegepaste wiskunde (55 studiepunten)
Blok
Code
Vak
Analyse
2.A-B
2WA16 Approximatie in functieruimten
2.D-E
2WA17 Gewone differentiaalvergelijkingen
2.F
2WA18 Partiële differentiaalvergelijkingen
3.D-E
Functietheorie
Numerieke wiskunde
2.B-C
2WN05 Inleiding numerieke analyse
3.B-C
Numerieke lineaire algebra
Discrete wiskunde / Algebra
2.A
2WF10 Algebra 2
2.C
2F520
Combinatoriek
2.D-E
2WF09 Lineaire algebra C
3.D
2WC15 Discrete Wiskunde
Optimalisering
3.A-B
Optimalisering in Rn
3.D-E
Optimalisering in netwerken
Statistiek
2.B-C
2WS05 Mathematische statistiek
3.D-E
Regressie- en variantieanalyse
Stochastiek
2.A-B
2WB05 Simulatie
2.A-C
2WB04 Stochastische processen
Punten
12
3
3
3
3
9
3
6
12
3
3
3
3
7
4
3
6
3
3
9
3
6
De cursief gedrukte vakken in deze tabel betreffen vakken uit het programma voor het derde jaar
zoals dat met ingang van 2007-2008 zal starten.
1.2.3 Het leren gebruiken van wiskunde in een praktische context
Om wiskunde te kunnen toepassen is enige kennis en vaardigheid in het
ontwerpen van een computerprogramma en het kunnen gebruiken van
softwarepakketten evident. In het eerste jaar leren de studenten de
beginselen van programmeren met behulp van de programmeertaal Java en
vindt er ook een introductie plaats in het computeralgebra pakket
Mathematica. In het derde jaar is er een vak Software engineering
gepland. Overigens blijft het gebruik van softwarepakketten niet tot
deze vakken beperkt.
Programmeren en mathematische software (12 studiepunten)
Blok
Code
Vak
Punten
1.A
2F813
Practicum Mathematica
1
6
1.A-C
1.D-F
3.F
2Z820
2Z830
Programmeren 1
Programmeren 2
Software engineering
4
4
3
De cursief gedrukte vakken in deze tabel betreffen vakken uit het programma voor het derde jaar
zoals dat met ingang van 2007-2008 zal starten.
Een belangrijke rol voor het aanleren van ingenieursvaardigheden speelt
het modelleeronderwijs. Een onderdeel van het modelleeronderwijs is het
ontwikkelen van een persoonlijk modelleerportfolio gedurende het gehele
traject van dit onderwijs (zie 1.6.4).
In de modelleervakken werken studenten samen in tweetallen. Het
studieprogramma kent geen expliciet vak Communicatieve vaardigheden.
Het verwerven van communicatieve vaardigheden is onderdeel van het
modelleeronderwijs. De trimesterindeling van het modelleeronderwijs en
de projecten staat hieronder.
Modelleren (20 studiepunten)
Blok Code
Vak
1.C
2WH00 Inleiding Modelleren
1.D-F 2WH01 Modelleren A
2.A-C 2WH02 Modelleren B
2.D-F 2WH03 Modelleren C
3.C
Modelleren D
Punten
1
5
6
6
2
De cursief gedrukte vakken in deze tabel betreffen vakken uit het programma voor het derde jaar
zoals dat met ingang van 2007-2008 zal starten.
1.2.4 Het kennen van toepassingsgebieden
In het eerstejaarsprogramma is een tweetal vakken opgenomen met als
doel oriëntatie op toepassingsgebieden. Daarnaast biedt de minor de
mogelijkheid om een ander vakgebied, waarbinnen de wiskunde toegepast
kan worden, beter te leren kennen. Hoewel er binnen de TU/e een breed
aanbod van minoren is zijn er voor de bacheloropleiding Technische
Wiskunde een aantal specifieke minoren samengesteld welke een goede
oriëntatie bieden op een drietal toepassingsgebieden, die passen bij de
drie masterspecialisaties zoals die bij de masteropleiding Industrial
and Applied Mathematics van de TU/e worden aangeboden. Dit zijn de
minoren Technische Natuurkunde voor Wiskunde, Operations Management and
Logistics voor Wiskunde en Technische Informatica, zoals in de bijlage
bij de Onderwijs- en Examenregeling zijn vermeld.
Toepassingen (35 studiepunten)
Blok Code
Vak
1.B-C 3AA40 Mechanica 1
1.D
1C161 Inleiding kwantitatieve aspecten van de bedrijfskunde
Minor
Punten
3
2
30
1.2.5 Het kennismaken met het doen van onderzoek
Dit cluster bestaat alleen uit het bachelorproject als afsluiting van
de bacheloropleiding. Meer over het bachelorproject vindt u in 1.6.5.
1.2.6 De maatschappelijke en academische vorming en oriëntatie op
masterspecialisaties
7
Het studieprogramma bevat vakken die gerekend kunnen worden tot de
maatschappelijke oriëntatie van studenten. Hiervoor zijn 8 studiepunten
gereserveerd. Onderdeel van 2H063 Modelleren 2 is de zogeheten
Academielunch (zie 1.5.5). Onderdeel van 2J008 Bachelorproject is het
zogeheten A4-populair (zie 1.6.6).
Maatschappelijk oriëntatie (7 studiepunten)
Blok Code
Vak
1.A-E
Academielunch
3.A
0A285 Ingenieur van beroep
3.D-E
Bachelorcolloquium
3.F
2H600 Wiskunde en praktijk in historisch perspectief
3.E-F
A4-populair
Punten
3
1
3
De cursief gedrukte vakken in deze tabel betreffen vakken uit het programma voor het derde jaar
zoals dat met ingang van 2007-2008 zal starten.
Daarnaast is er in het derde jaar (m.i.v. 2007-2008) een keuzevak (3
studiepunten) gepland waarmee men zich kan oriënteren op de
masterspecialisaties.
1.3 Onderwijsvormen
In je studie kom je diverse onderwijsvormen tegen. De verschillende
vormen beschrijven we hierna.
1.3.1 Hoorcolleges
Tijdens een hoorcollege behandelt de docent de theorie en de
voornaamste toepassingen van een vak. Het hoorcollege geeft de docent
de mogelijkheid een andere benadering te kiezen dan bijvoorbeeld een
boek. De docent vestigt de aandacht op hoofdlijnen en bijzaken, kan op
sommige delen gedetailleerder ingaan dan op andere, kan wijzen op
verbanden binnen de stof en met andere vakken. Natuurlijk is er ook de
mogelijkheid op vragen en speciale verzoeken in te spelen.
Uiteraard vereist het volgen van hoorcolleges ook een inspanning: je
voorbereiden door even te kijken wat de onderwerpen van het college
zijn, het maken van aantekeningen (bijvoorbeeld van de belangrijkste
zaken en de voorbeelden) tijdens het college en het verwerken van het
materiaal na het hoorcollege: het je eigen maken van begrippen en
(reken-) methoden, het in kaart brengen van verbanden, het bekijken en
construeren van voorbeelden, het doorwerken van opgaven.
1.3.2 Instructies / Practica
De bij de colleges horende instructies (sommige instructies in het
eerste jaar zijn geïntegreerd in het Wiskundepracticum) richten zich op
de verwerking van de theorie. Oefenopgaven staan hierbij centraal. Door
de kleinere omvang van de instructiegroepen heeft de docent tijd om op
individuele vragen in te gaan. Maak van deze sessies dan ook geen
passieve gebeurtenis en aarzel niet je vragen over theorie en opgaven
aan de orde te stellen. Ook buiten de instructietijden werk je in je
eigen tijd aan de opgaven. Regelmatig tijd inruimen om instructies voor
te bereiden blijkt een succesvolle manier om een vak te kunnen
afronden. Een practicum is te vergelijken met een instructie, zij het
dat meer gericht is op het ontwikkelen van praktische vaardigheden
waarbij vaak een computer een rol speelt. Het is niet noodzakelijk dat
een practicum bij een college hoort.
8
1.3.3 Wiskundepracticum
Het Wiskundepracticum bevat de oefeningen bij de colleges Inleiding
analyse, Verzamelingenleer en algebra, Lineaire algebra A en Analyse in
1D. Het Wiskundepracticum wordt door een of twee docenten gegeven
waardoor een intensief contact met de studenten ontstaat en een
verantwoord studieadvies gegeven kan worden gedurende en vooral aan het
eind van het eerste jaar. Tevens bevordert deze aanpak het ontstaan van
een samenhangend beeld van de wiskundeonderdelen.
1.3.4 Werkcolleges
Een werkcollege is een mengvorm van college en instructie. Een
werkcollege volg je met een beperkt aantal mensen (vergelijkbaar met de
grootte van een instructiegroep). De docent verdeelt de contacturen
zelf over theorie en (computer-)opgaven. Omdat de groep relatief klein
is kan de docent gemakkelijk inspelen op de behoeften van het gehoor.
Uiteraard profiteer je het meest van werkcolleges als je zelf
regelmatig actief met de stof bezig bent en tijdens werkcolleges je
problemen voorlegt. In ruil voor actieve begeleiding verwacht de docent
dat je zelf serieus studeert.
1.3.5 Modelleren en projecten (OGO)
Al in het eerste jaar werk je bij de modelleeronderdelen aan praktische
opdrachten. Hier leer je wiskundige modellen opstellen waarop je
wiskundige technieken kunt toepassen. De gevonden oplossing toets je
tenslotte aan de praktische context.
Bij de modelleeronderdelen vroeg in de opleiding is de vereiste
wiskundebagage nog beperkt. Je leert dan ook schriftelijk en mondeling
presenteren, waar en hoe je de computer kunt inschakelen en de
bibliotheek kunt gebruiken, en hoe je met collega-studenten kunt
samenwerken. Je volgt geen college of instructie, maar voert regelmatig
overleg met je begeleider en met je collega-studenten.
Modelleren en het werken aan projecten maken deel uit van het Ontwerp
Gericht Onderwijs (OGO) in onze opleiding. OGO heeft als doel de
ontwerpvaardigheid van studenten te versterken in een
ingenieurssetting. Communicatieve en sociale vaardigheden spelen
daarbij een belangrijke rol. Daarnaast wordt van je verwacht dat je
zelf initiatief ontplooit en verantwoordelijkheid draagt.
1.3.6 Literatuurstudies
In de hogere jaren kan het voorkomen dat een vak wordt afgerekend in de
vorm van een literatuurstudie. Het leren omgaan met bibliotheken en
elektronische informatiebestanden is hier een belangrijk onderdeel. In
het modelleeronderwijs wordt hieraan aandacht besteed.
1.4 Tentamens
1.4.1 Tentamenvormen
Er zijn in de bacheloropleiding verschillende tentamenvormen mogelijk.
Naast het doen van schriftelijke of mondelinge tentamens zijn er vakken
die in de vorm van opdrachten worden afgerekend of een combinatie van
een opdracht met een mondeling. Sommige opdrachten, zoals bij het
modelleeronderwijs en het interfacultaire project, worden door een
groep studenten uitgevoerd. Bij de vakbeschrijvingen (zie 1.7.4) staat
per vak aangegeven in welke vorm het tentamen wordt afgenomen.
1.4.2 Gang van zaken
9
Schriftelijke tentamens worden tijdens de officiële examenperiodes
gehouden (zie 6.1). Het tentamenrooster van de schriftelijke tentamens
kun je vinden via de onderwijs website van de TU/e: owinfo.tue.nl.
De algemene regel is dat je tweemaal per jaar de gelegenheid krijgt om
voor een bepaald vak een schriftelijk tentamen te doen. Voor de eerste
keer in de tentamenperiode volgend op de blokken waarin het vak wordt
gegeven en daarna (de herkansing) in de volgende tentamenperiode. Voor
een vak dat in blok F eindigt, is deze tentamenperiode vervangen door
een week in augustus. Het is ook belangrijk dat je voor een
schriftelijk tentamen je tijdig aanmeldt. Dit kan via de website
owinfo.tue.nl.
Sommige vakken worden afgerekend met een opdracht. Docenten geven zelf
de tijden, waarop de opdracht moet worden ingeleverd en wanneer deze is
gecorrigeerd en moet worden besproken.
De planning van een mondeling tentamen gebeurt in overleg tussen
student en docent.
Gedetailleerde regels met betrekking tot de examens en tentamens kun je
vinden in de onderwijs- en examenregeling (OER) en het examenreglement
(zie de appendices).
1.5 Bijzonderheden eerste jaar
Het eerste jaar, waarvan je het studieprogramma kunt vinden in 2.1,
heeft een selecterende en oriënterende functie. Dit betekent dat het
eerste jaar ook bedoeld is om na te gaan of de opleiding goed bij je
past en dat de kans op het goed afronden redelijk is. Daarom ontvang je
na elk semester een studieadvies (zie 1.5.2). Daarnaast kent het eerste
jaar ook nog een speciaal studieprogramma, waarmee je zowel een
propedeuse diploma Wiskunde als Informatica kunt behalen.
1.5.1 De combinatievariant Wiskunde / Informatica
Het studieprogramma van de combinatievariant Wiskunde / Informatica
vind je in 2.1.2. Dit programma is wat zwaarder, want je volgt een
opleiding voor zowel een propedeusediploma in de Wiskunde als voor een
propedeusediploma in de Informatica. Het totale programma omvat,
afhankelijk van de gekozen vakken aan het einde van het eerste jaar,
een studielast van 72 tot 76 studiepunten.
1.5.2 Studieadvies
Na afloop van het eerste semester in het eerste jaar wordt er op basis
van de bereikte resultaten, de ervaring van de onderwijsgevers en
gegevens van studentenadviseurs aan elke eerstejaarsstudent een
voorlopig oordeel gegeven uitgedrukt in de letters A, B, C, D en G met
de volgende betekenis:
A. Gezien de resultaten van het eerste studiejaar nemen wij aan dat
u de studie kunt voltooien.
B. Ofschoon u kennelijk moeite heeft met bepaalde onderdelen van de
studie nemen wij aan dat u deze studie kunt voltooien.
C. Er bestaat ernstige twijfel over uw geschiktheid voor deze
studie, dan wel over uw mogelijkheden om de studie binnen
redelijke termijn te voltooien.
D. Uw resultaten zijn van dien aard dat wij u moeten afraden de
studie voort te zetten.
G. Wij beschikken over te weinig tentamenresultaten om u een
verantwoord advies te verstrekken.
Bij de voorlopige adviezen ontstaan bij twijfel tussenvormen als A/B,
B/C, C/D. Het uitgegeven oordeel wordt met de student besproken.
10
Aan het eind van het eerste studiejaar brengt de opleiding aan elke
student een door de wet verplicht schriftelijk studieadvies uit. De
definitieve adviezen kennen alleen de categorieën A, B, C, D en G.
1.5.3 Studiecontract
Op grond van artikel 7.30 van de WHW kan de examencommissie - met in
achtneming van de bepalingen daaromtrent in de onderwijs- en
examenregeling (OER) - een student die nog niet het propedeutisch
examen van die opleiding met goed gevolg heeft afgelegd, reeds de
toegang verlenen tot het afleggen van een of meer onderdelen van het
postpropedeutische of kandidaatsexamen.
De bijlage van de OER bepaalt dat een student die zijn
propedeusediploma nog niet heeft behaald niet mag deelnemen aan vakken
uit de postpropedeutische fase, tenzij de examencommissie hiertoe
toestemming heeft verleend.
Doel van het contract
Met het studiecontract wordt beoogd dat een student die een negatief
studieadvies heeft gekregen een goed doordachte beslissing neemt over
het vervolgen van de studie. Daarbij hoort het opstellen van een
realistische studieplanning. Een student die zich aan de planning houdt
zoals die in de bijlagen van dit contract is vastgelegd, krijgt ondanks
het negatieve studieadvies het voordeel van de twijfel. Voor een
dergelijke student wil de opleiding moeite doen om de belemmeringen van
de studievoortgang te beperken door hem of haar toegang te verlenen tot
een beperkt aantal postpropedeusevakken, die met name genoemd zijn in
het studiecontract.
Wanneer de student zich niet aan het studiecontract houdt, beschouwt de
opleiding dit als een bevestiging van de juistheid van het negatieve
studieadvies en vervallen de rechten op het volgen van
postpropedeusevakken. De opleiding beoogt hiermee de student ertoe te
bewegen naar een andere opleiding over te stappen.
Doelgroep
Aan het eind van het eerste jaar van inschrijving in de bachelor
Technische Wiskunde krijgt elke student een studieadvies. De
examencommissie verleent studenten met een positief studieadvies A of
B, die het propedeusediploma nog niet hebben behaald, toestemming aan
alle postpropedeusevakken deel te nemen. Als na afloop van het tweede
jaar van inschrijving het propedeusediploma niet is behaald wordt geen
verdere toestemming verleend.
Studenten met een negatief studieadvies C, die desondanks hun studie
willen voortzetten, kunnen door middel van het afsluiten van een
studiecontract voorwaardelijke toegang krijgen tot een beperkt aantal
postpropedeusevakken, die in het studiecontract zijn vastgelegd.
Contractverplichtingen
Student en studieadviseur (namens de examencommissie van de
bacheloropleiding Technische Wiskunde) spreken af dat de student in het
collegejaar 2006-2007 de propedeuse- en postpropedeusevakken zal gaan
doen zoals aangegeven in de vakkenlijst van het studiecontract. Zolang
de student aan de hieronder vermelde voorwaarden voldoet, heeft de
student het recht om de postpropedeusevakken die in het contract zijn
opgenomen te volgen. Voldoet een student niet aan de voorwaarden, dan
mag de student geen enkel postpropedeusevak meer volgen. De student mag
dan nog uitsluitend propedeusevakken doen, totdat het propedeusediploma
is behaald.
11
Algemene voorwaarden voor deelname aan postpropedeusevakken:
a) De student heeft dit contract uiterlijk 11 september 2006
ingediend.
b) Alle propedeusevakken zijn ingepland voor de eerste
tentamenmogelijkheid.
c) De student is in staat om met reguliere tentamenmogelijkheden de
propedeuse binnen het tweede inschrijvingsjaar af te ronden.
d) De student is in staat om met reguliere tentamenmogelijkheden de
in het contract vermelde postpropedeusevakken, behoudens maximaal
één vak, binnen het tweede inschrijvingsjaar af te ronden.
Wijzigen van het contract
Wijzigingen in het contract kunnen uitsluitend betrekking hebben op het
ruilen of verwijderen van postpropedeusevakken uit het contract. Dit is
alleen mogelijk in de volgende gevallen:
1. Wanneer de student niet kan deelnemen aan de colleges van een van de
vakken in het studiecontract omdat de colleges van andere vakken in
het contract op hetzelfde moment worden gegeven, is het voor de
student mogelijk een postpropedeusevak te ruilen voor een ander
postpropedeusevak dat op een moment wordt gedoceerd dat wel geschikt
is.
2. Indien zich gewichtige persoonlijke omstandigheden aan de student
voordoen.
Wijzigingen dienen vooraf te worden overlegd met en goedgekeurd door de
studieadviseur.
1.5.4 Academielunch
De opleiding organiseert enkele malen tijdens de middagpauze een
zogeheten Academielunch. Hierin vertellen hoogleraren van de faculteit
over hun werk als onderzoeker, over belangrijke ontwikkelingen op hun
eigen terrein en over nieuwe uitdagingen. Ook zijn er sprekers van
buiten die vertellen over het gebruik van wiskunde in hun bedrijf of
onderzoeksinstelling en over de nieuwe wiskundige vragen die dat weer
oplevert. De deelname aan de Academielunch is onderdeel van de
vereisten voor de onderwijseenheid Modelleren A (2WH01).
1.6 Bijzonderheden tweede en derde jaar
1.6.1 Het tweede jaar
In het studiejaar 2006-2007 zal in het eerste en tweede jaar een nieuw
programma worden geïntroduceerd. Dit houdt in dat de studenten van de
generatie 2005 een ander tweedejaarsprogramma zullen gaan volgen dan in
de opleidingsgids voor het jaar 2005-2006 was aangegeven. Belangrijkste
veranderingen zijn de veranderingen in de studielast van vakken en de
introductie van de minor. Studenten van de generatie 2005 die in het
studiejaar 2006-2007 ook nog eerstejaarsvakken moeten volgen dienen
voor een overgangsregeling contact op te nemen met de
bachelorcoördinator.
1.6.2 De minoren
In het collegejaar 2006-2007 zal een aanvang gemaakt worden met het
aanbieden van minoren in de opleiding. In het programma beslaat de
minor de helft het tweede semester in het tweede jaar en de helft van
het eerste semester in het derde jaar. Iedere student moet een minor
kiezen ter grootte van 30 studiepunten. Specifiek voor wiskunde zijn
een drietal minoren ontwikkeld welke een goede oriëntatie bieden op
12
toepassinggebieden die passen bij de drie masterspecialisaties zoals
die bij de masteropleiding Industrial and Applied Mathematics van de
TU/e worden aangeboden. Dit zijn de minoren Technische Natuurkunde voor
Wiskunde, Technische Informatica en Operations Management and Logistics
voor Wiskunde, waarvan de programma’s zijn opgenomen in de bijlage bij
de Onderwijs- en Examenregeling.
De student moet zich aanmelden bij de examencommissie voor een minor
uiterlijk twee maanden voordat de minor begint. Wil je een minor volgen
anders dan de minoren genoemd in de bijlage van het examenreglement dan
moet je hiervoor een schriftelijk verzoek indienen bij de
examencommissie uiterlijk twee maanden voor dat de minor begint.
1.6.3 Het derde jaar
Het derdejaarsprogramma zoals dat in het studiejaar 2006-2007 zal
worden aangeboden is bedoeld voor de studenten van de generatie 2004.
Dit programma zal met ingang van het studiejaar 2007-2008 worden
vernieuwd zoals is aangegeven in paragraaf 1.2. Het programma zoals dat
in het studiejaar 2006-2007 zal worden verzorgd is te vinden in
paragraaf 2.3. Dit bouwt voort op de opzet van de afgelopen jaren.
1.6.4 Keuzeprogramma in het derde jaar zoals aangeboden in 2006-2007
Het keuzeprogramma in het derde jaar, zoals dat wordt aangeboden in het
collegejaar 2006-2007, heeft een totale omvang van 16 studiepunten. Het
keuzeprogramma bestaat uit vakken, die in twee categorieën zijn
verdeeld: de categorie keuzevakken toepassingen en de categorie
keuzevakken wiskunde. De student kiest in het derde jaar twee
keuzevakken toepassingen à 4 studiepunten en twee keuzevakken wiskunde
à 4 studiepunten.
De meeste keuzevakken zijn verroosterd als werkcolleges. Het is voor de
organisatie en de inzet van docenten belangrijk om, vóór het trimester
aanvangt, te weten welke keuze je voor dat trimester maakt. Het
onderwijsbureau zal je hierover informeren.
Na de bachelor naar een andere universiteit?
Het keuzeprogramma voor het collegejaar 2006-2007 bestaat, zoals in het
voorgaande reeds is aangegeven uit twee categorieën van vakken te
weten: keuzevakken toepassingen en keuzevakken wiskunde. Studenten die
na de bachelorfase in een andere masteropleiding dan de masteropleiding
Industrial and Applied Mathematics in Eindhoven willen verder studeren
hebben de mogelijkheid (een deel van) het keuzeprogramma een andere
invulling te geven. De nieuwe invulling dient wel vooraf door de
examencommissie te worden goedgekeurd.
1.6.5 Interfacultair Project
In het programma van het derde jaar, zoals dat wordt aangeboden in het
collegejaar 2006-2007, staat in blok C en D een interfacultair project
geprogrammeerd. Samen met studenten van andere opleidingen werk je aan
een opdracht. Er zullen verschillende opdrachten worden aangeboden. De
coördinatie van de projecten bij wiskunde is in handen van dr. R.R van
Hassel (HG 8.89, tel. 4278, [email protected]). Als je een project
hebt gekozen of bij de keuze geholpen wilt worden, dien je met hem
contact op te nemen. Beschrijvingen van de interfacultaire projecten
die de TU/e aanbiedt, kun je vinden op de website www.ifp.tue.nl.
1.6.6 Modelleren 5 en modelleren D
Modelleren 5 in het derdejaarsprogramma van het collegejaar 2006-2007
wordt in 2007-2008 het vak modelleren D. Dit vak is een onderdeel van
13
de afsluiting van de bachelorfase. Het leerdoel is academische
reflectie. De student leert reflecteren op eigen werk in de context van
het modelleertraject en reflecteren op de eigen persoonlijke
ontwikkeling tot bachelor in de technische wiskunde.
Modelleren 5 is opgebouwd uit drie onderdelen:
 De student beschouwt eigen werk aan modelleeropdrachten kritisch
met het oog op verbetering vanuit een hoger niveau van kennis en
vaardigheden.
 De student brengt maatschappelijke aspecten bij uitgevoerde
modelleeropdrachten in kaart.
 De student reflecteert op de persoonlijke ontwikkeling in het
modelleertraject en op de wiskundige attitude.
Er zijn tweewekelijkse bijeenkomsten, waarin de onderdelen eerst worden
ingeleid en later nabesproken. Tussendoor voert de student opdrachten
uit. De beoordeling is gebaseerd op participatie in de bijeenkomsten en
op individuele of groepsgewijze nabespreking van de opdrachten.
Deelname aan dit vak is mogelijk indien:
 de student geslaagd is voor het propedeutische examen;
 van de postpropedeutische fase tenminste 60 studiepunten behaald
zijn;
 de student geslaagd is voor de vakken Modelleren 3 (2H134) en
Modelleren 4 (2H144).
Aanbevolen voorkennis: Ingenieur van beroep (0A285) en Wiskunde en
praktijk in historisch perspectief (2H600).
1.6.7 Bachelorproject
Met de uitvoering van het Bachelorproject (2J008) sluit de student de
bachelorfase af. In het nominale studieprogramma staat het
bachelorproject daarom geprogrammeerd voor blok E en F. In de praktijk
kan de student die er aan toe is op elk moment van het jaar aan het
bachelorproject beginnen.
Doel van het bachelorproject is kennismaking met wiskundig onderzoek en
ervaring opdoen met het uitvoeren onder toezicht van een individueel
project op het gebied van de wiskunde. Het bachelorproject is een
literatuurstudie over een onderwerp uit de technische wiskunde. Het kan
gaan om de theoretische verdieping van een onderwerp uit een vak of een
eerdere opdracht. Het kan ook een nieuw onderwerp betreffen. Elke
leerstoel heeft aantal mogelijke opdrachten in portefeuille. Studenten
kunnen ook zelf een suggestie doen.
Het bachelorproject omvat 8 studiepunten. De student sluit het project
af door een scriptie in te dienen, een voordracht te houden en een A4populair te schrijven. De beoordeling is gebaseerd op scriptie en
voordracht, daarnaast moet het A4-populair zijn goedgekeurd.
Deelname aan het bachelorproject is mogelijk indien:
 de student geslaagd is voor het propedeutische examen;
 van de postpropedeutische fase tenminste 80 studiepunten behaald
zijn.
De aanmeldingsprocedure verloopt als volgt:
 De student die aan een bachelorproject wil beginnen neemt contact
op met de bachelorcoördinator. Deze helpt desgewenst de keuze te
maken voor een leerstoel. De bachelorcoördinator adviseert over
de timing van de uitvoering van de bacheloropdracht, mede in het
licht van de regels over toelating tot de masterfase.
14


Vervolgens meldt de student zich bij de leerstoel van zijn keuze.
Na overleg verstrekt de leerstoel een opdracht en wijst aan de
student een begeleider toe.
Tot slot geeft de student aan de bachelorcoördinator door wie de
begeleider is en wanneer hij gaat beginnen.
1.6.8 A4-populair
Doelstelling van het A4-populair is dat de student een oefening krijgt
in het schrijven voor een groter, wiskundig minder geschoold, publiek.
Als doelgroep denken we daarbij aan die lezers, die een havo-opleiding
hebben afgerond.
In het A4-populair geeft de student de lezer een indruk van zijn of
haar werkzaamheden in het Bachelorproject. Het stuk is dus iets anders
dan een samenvatting voor wiskundigen. Er staan geen (wiskundige)
vaktermen in of ze worden toegelicht; ook Engelse termen zijn vervangen
door Nederlandse waar dat mogelijk is (natuurlijk heeft een havist
enige Engelse kennis, maar Nederlands leest wel prettiger). Het stuk
wordt zo mogelijk verlevendigd met een plaatje. Bij de titel (in de
regel een vereenvoudiging van de titel van het Bachelorverslag) staan
ook gegevens betreffende de student, de opleiding, de universiteit en
het jaartal. Dit geheel maakt een A4-populair ook geschikt om te
gebruiken voor PR van de opleiding.
Het A4-populair maakt deel uit van het Bachelorproject. Het akkoord
voor het A4-populair is dus noodzakelijk voor het kunnen afronden van
het Bachelorproject.
1.7 Bedrijfsstage, studieverblijf buitenland,
lerarenopleiding
Bedrijfsstage, studieverblijf buitenland
In het studiejaar 2006-2007 kan een student die het oude programma
volgt als alternatief voor het bachelorproject nog kiezen voor een
bedrijfsstage of een studieverblijf in het buitenland. Doet hij dat,
dan kan de verplichting van het interfacultaire project komen te
vervallen in de zin dat hij die studiepunten (8 studiepunten) benut
voor een omvangrijkere bedrijfsstage c.q. studieverblijf in het
buitenland. Vanzelfsprekend stelt de student hiertoe in overleg met de
begeleider(s) een plan op dat vooraf de goedkeuring van de
examencommissie behoeft.
Lerarenopleiding
Degene die in de aansluitende masterfase naast het diploma van
wiskundig ingenieur ook een eerstegraads bevoegdheid wiskunde wil
behalen (zie 4.2) kan de 8 studiepunten aan keuzevakken wiskunde
besteden aan het oriëntatieprogramma van de lerarenopleiding Wiskunde
aan de TU/e (het zogenaamde TULO-programma). Voor hen bestaat de
aansluitende masterfase uit een programma van twee jaar plus ongeveer
een semester, waarin projecten, wiskundevakken uit de masteropleiding
Industrial and Applied Mathematics zijn opgenomen met daaraan
toegevoegd vakken en schoolpractica uit het TULO-programma.
Studenten die het oriëntatieprogramma van de TULO in hun keuzeprogramma
willen opnemen, dienen contact op te nemen met dr. A.G. van Asch (HG
9.89, tel. 2810, [email protected]).
Oriëntatieprogramma lerarenopleiding (8 studiepunten)
Vakcode Vaknaam
Studiepunten
15
2WT01
2WT04
3W535
Vakdidactiek wiskunde 1
Schoolpracticum wiskunde 1
Onderwijskundige oriëntatie
4
2
2
1.8 Afstuderen, advies en goedkeuring
Om te kunnen afstuderen in de bachelorfase, zal de examencommissie het
afstudeerprogramma van de betreffende kandidaat moeten goedkeuren. Het
afstudeerprogramma bestaat uit de concrete invulling van de
examenonderdelen van het tweede en derde jaar (zoals de vakken,
invulling keuzeprogramma, bachelorproject etc.). De bachelorcoördinator
(zie 5.2.3) zal je hierover informeren en adviseren. Zoals reeds is
gemeld, is het Bachelorproject het afsluitend project van de
bacheloropleiding. Dit project wordt afgesloten met een schriftelijk
verslag en een mondelinge presentatie.
2. Programma
2.1 Studieprogramma’s eerste jaar
2.1.1 Technische wiskunde
Onderstaande tabel bevat het studieprogramma van het eerste jaar van de
bacheloropleiding Technische Wiskunde. Per regel staan vermeld de
blokken, de vakcode, de vaknaam en het aantal studiepunten. De
propedeuse omvat 60 studiepunten.
Blok
A
A
A-C
A-C
A-C
B-C
B-C
C
D
D-E
D-F
D-F
D-F
E-F
E-F
Code
2F813
2WA04
2WF06
2WF07
2Z820
2WA05
3AA40
2WH00
1C161
2WA14
2WH01
2WS04
2Z830
2WA15
2WF08
Vak
Practicum Mathematica
Inleiding analyse
Verzamelingenleer en algebra
Lineaire algebra A
Programmeren 1
Analyse in 1D
Mechanica 1
Inleiding modelleren
Inleiding kwantitatieve aspecten van de bedrijfskunde
Analyse in nD
Modelleren A
Kansrekening en statistiek
Programmeren 2
Vectoranalyse
Lineaire algebra B
Punten
1
3
6
6
4
6
3
1
2
5
5
6
4
5
3
2.1.2 Studieprogramma Wiskunde / Informatica
Onderstaande tabel bevat het gecombineerde studieprogramma
Wiskunde / Informatica. Per regel staan vermeld de blokken, de vakcode,
de vaknaam en het aantal studiepunten. Het programma omvat, afhankelijk
van de keuzevakken, 72 tot 76 studiepunten.
Blok
A
A
A-B
A-B
Code
2F813
2WA04
2IP10
2IT10
Vak
Practicum Mathematica
Inleiding analyse
Programmarealisatie 1
Logica en verzamelingenleer
Punten
1
3
3
5
16
A-B
2R290 Informatiesysteemontwikkeling
A-C
2WF07 Lineaire algebra A
B-C
2WF11 Algebra
B-C
2WA05 Analyse in 1D
C
2WH00 Inleiding modelleren
C-D 2IA10
Ontwerp van algoritmen 1
C-D 2IC20
Computersystemen
C-D 2IT20
Automatentheorie en formele talen
D-E
2WA14 Analyse in nD
D-E
2WS13 Kansrekening **
E-F
2WF08 Lineaire algebra B
E-F
2WH04 Deel van modelleren A
E-F
2IO30
Ontwerp Gericht Onderwijs 1.3
E-F
2IP20
Programmarealisatie 2
Keuze van twee vakken uit *
D-F
2WS04 Kansrekening en statistiek **
E-F
2IT30
Procestheorie
E-F
2M400 Databases 1
E-F
2WA15 Vectoranalyse
3
6
4
6
1
5
4
4
5
3
3
3
3
3
6
3
4
5
*) Deze keuzevakken kunnen gevolgd worden zonder vooraf toestemming van de
examencommissie aan te vragen.
**) De student kiest 2WS13 of 2WS04, maar niet beide.
2.2 Studieprogramma tweede jaar
Onderstaande tabel bevat het studieprogramma van het tweede jaar van de
bacheloropleiding Technische Wiskunde. Per regel staan vermeld de
blokken, de vakcode, de vaknaam en het aantal studiepunten. Het tweede
jaar omvat 60 studiepunten.
Blok
A
A-B
A-B
A-C
A-C
B-C
B-C
C
D-E
D-E
D-F
D-F
F
Code
2WF10
2WA16
2WB05
2WH02
2WB04
2WS05
2WN05
2F520
2WA17
2WF09
2WH03
2WA18
Vak
Algebra 2
Approximatie in functieruimten
Simulatie
Modelleren B
Stochastische processen
Mathematische statistiek
Inleiding numerieke analyse
Combinatoriek
Gewone differentiaalvergelijkingen
Lineaire algebra C
Modelleren C
Minorvakken
Partiële differentiaalvergelijkingen
Punten
3
3
3
6
6
3
3
3
3
3
6
15
3
2.3 Studieprogramma derde jaar
Onderstaande tabel bevat het studieprogramma van het derde jaar
(collegejaar 2006-2007) van de bacheloropleiding Technische Wiskunde.
Per regel staan vermeld de blokken, de vakcode, de vaknaam en het
aantal studiepunten. Het derde jaar omvat 60 studiepunten.
Blok
Code
Vak
Punten
17
A-B
A-B
A-B
A-B
C-D
C-D
D-E
E-F
E-F
E-F
2WC15
2P620
2S480
2Y480
2H600
2X100
2S400
2H154
2J008
2M390
2H008
Keuze ***
A-B
2F730
A-B
2N500
E-F
2P600
E-F
2S620
Keuze ***
A-B
2C070
A-B
2WS00
B-C
1CC40
E-F
2IC10
E-F
3B510
D-F
5JK00
Discrete wiskunde
Optimalisering in netwerken
Stochastische processen 2
Functietheorie
Wiskunde en praktijk in historisch perspectief
Interfacultair project
Regressie- en variantieanalyse
Modelleren 5 *
Bachelorproject **
Software engineering
Bachelorcolloquium
Algebra 3
Theorie en praktijk van gewone differentiaalvergelijkingen
Wiskundige methoden in de signaalverwerking
Toegepaste kansrekening
Theoretische mechanica
Bedrijfszekerheid
Analyse van goederenstromen
Computernetwerken
Fysische transportverschijnselen
Informatie- en communicatietheorie
3
4
3
3
3
8
4
2
8
4
2
8
4
4
4
4
8
4
4
4
4
4
6
*) Deelname aan dit vak is mogelijk indien:
 de student geslaagd is voor het propedeutische examen;
 van de postpropedeutische fase tenminste 60 studiepunten behaald zijn;
 de student geslaagd is voor de vakken Modelleren 3 (2H134) en Modelleren 4 (2H144).
**) Deelname aan dit vak is mogelijk indien:
 de student geslaagd is voor het propedeutische examen;
 van de postpropedeutische fase tenminste 80 studiepunten behaald zijn.
***) Deze keuzevakken kunnen gevolgd worden zonder vooraf toestemming van de
examencommissie aan te vragen.
3. Instroom uit Diepenbeek
Voorjaar 2000 heeft de opleiding Technische Wiskunde in Eindhoven een
overeenkomst gesloten met de kandidatuuropleiding Wiskunde aan het
Limburgs Universitair Centrum (LUC) te Diepenbeek in België. Deze
overeenkomst voorziet in een samenwerkingsverband tussen de beide
opleidingen.
Studenten die de tweejarige kandidatuuropleiding Wiskunde in Diepenbeek
met succes hebben afgerond, kunnen verder gaan met de bacheloropleiding
Technische Wiskunde in Eindhoven en aansluitend de masteropleiding
Industrial and Applied Mathematics, leidend tot de titel “ingenieur”.
Er is een speciale regeling getroffen, waardoor deze studenten kunnen
beginnen in het derde jaar van de opleiding in Eindhoven. Voor hen zal
een vakkenpakket worden samengesteld van vakken uit het tweede en derde
jaar van de bacheloropleiding Technische Wiskunde met een maximale
omvang van 60 studiepunten. Nadat dit deel met goed gevolg is afgelegd,
kunnen zij het bachelordiploma behalen en aansluitend instromen in de
masterspecialisaties van de masteropleiding Industrial and Applied
Mathematics.
18
4. Masteropleidingen
4.1 Industrial and Applied Mathematics
In het bachelor-masterstelsel sluit de student eerst een
bacheloropleiding af en begint dan aan een masteropleiding. Er is
echter voor elke bacheloropleiding tenminste één masteropleiding die
een doorlopende leerweg vormt, de zogeheten doorstroommaster. De
toelating tot die masteropleiding is ook gegarandeerd voor alle
bezitters van het bachelorexamen van de voorafgaande bacheloropleiding.
Voor de bacheloropleiding Technische Wiskunde is de
doorstroommaster de masteropleiding Industrial and Applied
Mathematics, kortweg IAM. De opleiding kent drie tracks die
overeenkomen met de drie stromen uit de bacheloropleiding. Het betreft:
 Computational Science and Engineering,
 Discrete Mathematics and Applications,
 Statistics, Probability and Operations Research.
In principe moet de student bij de inschrijving voor een
masteropleiding eerste met goed gevolg een bacheloropleiding hebben
afgerond. Omwille van een vlotte studievoortgang maakt de TU/e hierop
een uitzondering voor een doorstroommaster. Studenten die het
bachelorprogramma op 20 studiepunten na hebben afgerond, kunnen zich
inschrijven voor de masteropleiding IAM en mogen al tentamens afleggen
van de vakken uit het eerste cursusjaar.
Voor details over de inschrijving kun je contact opnemen met STU, voor
advies over de studieplanning met de bachelorcoördinator (zie 5.2.3).
4.2 Lerarenvariant in IAM
De aansluitende masteropleiding Industrial and Applied Mathematics
geeft je de mogelijkheid om naast het diploma van wiskundig ingenieur
ook een eerstegraads bevoegdheid wiskunde te behalen. Je volgt dan de
lerarenvariant binnen IAM. Dit is een studieprogramma met een totale
omvang van 140 studiepunten, deels (totaal 80 studiepunten) bestaande
uit onderwijseenheden van het studieprogramma van de door jou gekozen
track en deels (totaal 60 studiepunten) uit onderdelen van het
zogenaamde TULO-programma. De afkorting TULO staat voor Technische
universitaire lerarenopleiding. Deze opleiding is georganiseerd binnen
een landelijk samenwerkingsverband.
Het programma van TULO voor studenten in IAM ziet er op hoofdlijnen als
volgt uit:
Vakcode Vaknaam
Oriëntatieprogramma
2WT01
Vakdidactiek wiskunde 1
2WT04
Schoolpracticum wiskunde 1
3W535
Onderwijskundige oriëntatie
Basisprogramma
2WT02
Vakdidactiek wiskunde 2
2WT05
Schoolpracticum wiskunde 2
2WT08
Capita selecta 2
3W610
Onderwijskunde 2
Verdiepingsprogramma
Studiepunten
4
2
2
4
10
4
4
19
2WT03
2WT07
2WT09
2WT10
3W710
Vakdidactiek wiskunde 3
Schoolpracticum wiskunde 3
Capita selecta 3
Onderzoek van onderwijs 3
Onderwijskunde 3
3
11
3
9
4
Een aanzienlijk deel van het TULO-programma kan ingebed worden in
bachelor- en masteropleiding. Het oriëntatieprogramma is al te volgen
in de bachelorfase. Studenten die dat niet (of slechts voor een deel)
deden, krijgen alsnog de gelegenheid in hun masterfase. Van het
basisprogramma en het verdiepingsprogramma kan de student al enkele
vakken volgen in het kader van het individuele keuzeprogramma binnen
IAM. Zij die opteren voor de lerarenvariant dienen contact op te nemen
met dr. A.G. van Asch (HG 9.89, tel. 2810, [email protected]).
4.3 Andere masteropleidingen
Naast IAM zijn er vele andere mogelijkheden voor een vervolgstudie. Het
aanbod van de faculteit Wiskunde en Informatica is te vinden op:
www.win.tue.nl/masteropleidingen.
De wiskundeopleidingen aan de TU's van Delft en Twente laten
Eindhovense bachelors probleemloos toe. Voor wiskundeopleidingen aan
algemene universiteiten geldt een lage drempel. Studenten die al in een
vroeg stadium weten dat zij hun studie elders willen voortzetten,
kunnen daarmee rekening houden in hun studieprogramma (zie ook 1.6.1).
Nadere informatie over de voorwaarden die andere opleidingen, ook
binnen de TU/e, stellen aan de toelating, valt buiten het bestek van
deze opleidingsgids.
5. Onderwijsorganisatie
De student heeft op verschillende manieren met het bestuur en de
organisatie van het onderwijs in de faculteit te maken. In de
onderwijsorganisatie spelen de volgende personen en gremia een rol:
 de faculteit;
 de capaciteitsgroep en hoogleraren;
 de opleidingsdirecteur;
 de coördinatoren;
 de opleidingscommissie;
 de examencommissie;
 de faculteitsraad;
 het onderwijsbureau.
In het vervolg van dit hoofdstuk zullen ze kort besproken worden.
5.1 De faculteit
De faculteit Wiskunde en Informatica verzorgt bacheloropleidingen en
masteropleidingen op het gebied van de technische informatica en de
technische wiskunde. Ze staat onder leiding van het faculteitsbestuur.
Per opleiding stelt het faculteitsbestuur een opleidingsdirecteur aan.
De opleidingsdirecteur is gemandateerd tot het inrichten en doen
verzorgen van de opleiding. Het faculteitsbestuur stelt de onderwijs-
20
en examenregeling (OER) en het budget (de begroting) voor onderwijs
vast en ziet toe op de uitvoering van het onderwijsprogramma.
De faculteitsraad oefent tegenover het bestuur van de faculteit het
instemmingsrecht en het adviesrecht uit. Het bestuur van de faculteit
behoeft de voorafgaande instemming van de faculteitsraad voor elk door
hem te nemen besluit met betrekking tot de vaststelling of wijziging
van het faculteitsreglement en de onderwijs- en examenregeling.
5.2 Onderwijsorganisatie Wiskunde
5.2.1 Capaciteitsgroep Wiskunde
De faculteit heeft twee capaciteitsgroepen: de capaciteitsgroep
Wiskunde en de capaciteitsgroep Informatica. Capaciteitsgroepen hebben
tot taak bijdragen te leveren aan de voorbereiding en uitvoering van de
onderwijs- en examenprogramma's, alsmede van de onderzoekprogramma's
van de faculteit. Voorts hebben zij tot taak om bijdragen te leveren
aan de voorbereiding en uitvoering van interfacultaire en
interuniversitaire programma's voor onderwijs en onderzoek.
De capaciteitsgroep Wiskunde omvat de volgende zeven leerstoelen:
Toegepaste analyse (TA)
Leerstoelhouder: prof.dr. M.A. Peletier
Secretariaat Toegepaste analyse: mw. Th.J.M. Wolfs-van de Hurk, HG
8,56, tel. 4760.
Scientific computing (SC)
Leerstoelhouder: prof.dr. R.M.M. Mattheij
Secretariaat Scientific computing: mw. E.R.H. van Dijk, HG 8.38, tel.
2753.
Kansrekening en statistiek (K&S)
Leerstoelhouder: prof.dr. R.W. van der Hofstad
Secretariaat Besliskunde en stochastiek (B&S): mw. H. Koops en mw. K.
Lemmens, HG 9.10, tel. 3130.
Stochastische besliskunde (SB)
Leerstoelhouder: prof.dr.ir. O.J. Boxma
Secretariaat Besliskunde en stochastiek (B&S): mw. H. Koops en mw. K.
Lemmens, HG 9.10, tel. 3130.
Combinatorische optimalisering (CO)
Leerstoelhouder: prof.dr. G.J. Woeginger
Secretariaat Besliskunde en stochastiek (B&S): mw. H. Koops en mw. K.
Lemmens, HG 9.10, tel. 3130.
Coderingstheorie en cryptologie (CC)
Leerstoelhouder: prof.dr.ir. H.C.A. van Tilborg
Secretariaat Discrete wiskunde (DW): mw. J.G.W. Klooster-Derks, HG
9.93, tel. 5141.
Discrete algebra en meetkunde (DAM)
Leerstoelhouder: prof.dr. A.M. Cohen
Secretariaat Discrete wiskunde (DW): mw. J.G.W. Klooster-Derks, HG
9.93, tel. 5141.
5.2.2 Opleidingsdirecteur
21
De opleidingsdirecteur is verantwoordelijk voor de inrichting en
uitvoering van het onderwijs. Voor wat betreft de inrichting van het
onderwijs stelt de opleidingsdirecteur jaarlijks een onderwijs- en
examenregeling (onderwijsprogramma, inclusief inhoud en
onderwijsvormen) voor. Over de inhoud van de opleiding voert hij
overleg met de betreffende hoogleraren. Ten aanzien van de ontwikkeling
van het onderwijsprogramma op de langere termijn alsmede de
uitgangspunten, doelstellingen en eindtermen van de opleiding laat de
opleidingsdirecteur zich adviseren door de opleidingscommissie. Voorts
is de opleidingsdirecteur verantwoordelijk voor de kwaliteit van het
onderwijs; hij draagt zorg voor een kwaliteitszorgsysteem. De
opleidingsdirecteur informeert de opleidingscommissie over zijn
voorstellen met betrekking tot het onderwijsprogramma en over de
kwaliteit van het geboden onderwijs. De opleidingsdirecteur adviseert
de capaciteitsgroepen over eventuele kwaliteitsverbetering van de
geleverde capaciteit. Voor administratieve en eventuele
onderwijskundige ondersteuning maakt de opleidingsdirecteur gebruik van
het Onderwijsbureau.
De opleidingsdirecteur Technische Wiskunde is dr. H.G. ter Morsche (HG
6.41, tel. 4241, [email protected]).
5.2.3 Bachelorcoördinator en studieadviseur
De studiebegeleiding in de bachelorfase wordt verzorgd door de
bachelorcoördinator. Voor de eerstejaars laat hij zich hierbij bijstaan
door de begeleiders van het zogeheten Wiskundepracticum (zie 1.3.3) en
van de studentenadviseurs van het Studenten Service Centrum (STU). Aan
het eind van het eerste jaar wordt een studieadvies gegeven door de
studieadviescommissie, zie 1.5.3.
Na het eerste jaar neemt de studiebegeleiding geleidelijk af. De
bachelorcoördinator begeleidt de studenten vooral in het derde jaar bij
het indelen van het keuzeprogramma en het afstuderen (zie 1.8).
Bovendien adviseert hij studenten die studievertraging hebben opgelopen
over de inrichting van een “inhaalprogramma”.
De bachelorcoördinator is de heer dr. J.C. van der Meer (HG 8.92, tel.
4451, [email protected]).
5.2.4 Onderwijsbureau / Studentenadministratie
Het onderwijsbureau ondersteunt het onderwijsmanagement in al haar
activiteiten, o.a. kwaliteitszorg, informatievoorziening aan studenten
etc. De studentenadministratie (balie: HG 6.33, 2379,
[email protected]), een onderdeel van het onderwijsbureau,
administreert allerlei gegevens van de student, zoals
tentamenresultaten, examenprogramma's etc.
5.2.5 Opleidingscommissie Wiskunde
De opleidingscommissie heeft tot taak advies uit te brengen aan de
opleidingsdirecteur en het faculteitsbestuur over de onderwijs- en
examenregeling. Voorts beoordeelt zij jaarlijks de wijze van uitvoering
van de onderwijs- en examenregeling, en geeft zij gevraagd en
ongevraagd advies aan de opleidingsdirecteur en het faculteitsbestuur
over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs in de betreffende
opleiding.
Website: www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/ocw.
22
5.2.6 Examencommissie Wiskunde
De examencommissie van de opleiding is verantwoordelijk voor het
afnemen van de examens en de organisatie en coördinatie van de
tentamens. Voor het afnemen van de tentamens wijst zij examinatoren
aan. Dat kunnen zijn leden van het personeel die belast zijn met het
verzorgen van onderwijs in het betreffende vak alsmede deskundigen van
buiten de instelling. Met betrekking tot de goede gang van zaken
tijdens de tentamens en met betrekking tot de in dat verband te nemen
maatregelen stelt de examencommissie regels en richtlijnen vast.
Website: www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/tentamens/excom.htm.
5.3 Studentenorganisaties
5.3.1 Studievereniging GEWIS
GEWIS (Gemeenschap van Wiskunde en Informatica Studenten) is al 25 jaar
de studievereniging van de faculteit Wiskunde en Informatica. GEWIS
komt op voor de belangen van de student en biedt hen de mogelijkheid om
iets naast hun studie te doen.
GEWIS organiseert excursies naar Nederlandse bedrijven en instellingen
en regelmatig een buitenlandse studiereis. Andere GEWIS activiteiten
zijn de introductieweek voor eerstejaars wiskunde- en
informaticastudenten en de wekelijkse informele borrel op donderdag van
16.30 tot 19.00 uur.
Iedereen is hierbij van harte welkom.
GEWIS geeft het verenigingsblad “Supremum” en een jaarboek uit en
organiseert lezingen, sporttoernooien, (zeil)weekenden, feesten en vele
andere activiteiten. Op maandag, woensdag en vrijdag is er van 12.30
tot 13.30 uur boekenverkoop in HG 10.52 tegen sterk gereduceerde
prijzen.
Bovendien heeft GEWIS vele oude tentamens op haar website. Ook biedt
GEWIS de mogelijkheid voor informele bijeenkomsten.
Kom eens langs bij GEWIS!
GEWIS-ruimte, HG 10.52, tel. (040)(247) 2815,
e-mail: [email protected], www.gewis.nl
5.3.2 StudentenRaad
De Studentenraad (SR) is er in de eerste plaats om te helpen bij het
oplossen van problemen bij het onderwijs. Dit kunnen problemen zijn die
te maken hebben met tentamens, examens, roosters of docenten, maar de
SR bemiddelt ook als een individuele student problemen tegenkomt.
Studenten met vragen of klachten kunnen de SR bereiken via:
 de wekelijkse open vergadering op maandag van 12.45 tot 13.15 uur
in HG 5.95 (alleen tijdens collegeweken);
 het online forum op www.studentenraad.org;
 of via e-mail: [email protected].
Daarnaast is de SR het centrale aanspreekpunt van studenten voor
faculteit, universiteit en andere instanties die zich bezighouden met
onderwijszaken.
Bovendien denkt de SR mee over hoe het onderwijs en de
onderwijsorganisatie kunnen worden verbeterd.
Ten slotte ziet de SR het als haar taak om de communicatie tussen de
student-leden van de Opleidingscommissies (OCI en OCW), de
Faculteitsraad (FR), de Universiteitsraad (UR) en het Studenten Advies
Orgaan (SAO) te bevorderen.
5.4 Studiefaciliteiten
23
5.4.1 Studenten service centrum
Het Studenten Service Centrum, HG 0.72 tel. 8015, geeft inlichtingen en
advies over o.a. studiefinanciering, werkstudentschap, financiële
aangelegenheden, inschrijving (collegekaarten), opgave / terugtrekken
examens / tentamens.
5.4.2 Gebouwen
Reglementen over de toegang tot de gebouwen staan vermeld in het
algemene deel van het instellingsspecifieke deel van het
studentenstatuut. Dit studentenstatuut kun je vinden op de website van
de opleiding: www.win.tue.nl/wsk/onderwijs.
Ook vind je hier reglementen voor het gebruik van (instructie-) zalen
en computerruimten.
5.4.3 College- en instructiezalen en andere ruimten
De college- en instructiezalen worden op universiteitsniveau beheerd
door W.M. Timmermans, Auditorium 2.26, tel. (040) (247) 2645.
HG 8.61 is ingericht als cursuszaal; indien niet gebruikt voor
cursussen is deze zaal beschikbaar als notebookstudieruimte. HG 8.63 is
ingericht als PC-zaal. Reglementen ten aanzien van het gebruik van
computerruimtes staan vermeld in paragraaf 3.14.
Voor reservering van de vergader- en instructiezalen HG 5.95, 6.01,
6.05, 6.05a, 6.29, 8.40 en 8.61 kunt u terecht bij het
faculteitssecretariaat, tel. (040) (247) 2750/5630.
HG 8.58 en HG 10.19, 10.21, 10.61, 10.62, 10.64 zijn ingericht als
projectruimtes voor Ontwerp Gericht Onderwijs (OGO). HG 5.14, 5.34,
5.59 en 5.60 en HG 10.18, 10.59, 10.63 zijn ingericht als
projectruimtes voor het Software Engineering Project (SEP). Deze
projectruimtes voor OGO en SEP zijn in beheer bij de facultaire
roostercoördinator, tel. (040) (247) 2752.
5.4.4 Bibliotheek
De faculteitsbibliotheek staat ten dienste van de medewerkers en
studenten van de faculteit. De literatuurcollectie is gespecialiseerd
in die wetenschapsgebieden waarop de faculteit onderzoek verricht en
onderwijs verzorgt. De bibliotheek is gevestigd in HG 6.47 en is elke
werkdag geopend van 9.00 uur tot 17.00 uur.
Opzoeken van literatuur
De bibliotheek heeft naast de eigen catalogus (VUBIS), diverse online
bibliografische en full-text bestanden beschikbaar voor het opzoeken
van wetenschappelijke literatuur (ook via het World Wide Web).
Inlichtingen
Voor nadere informatie kan men terecht bij de faculteitsbibliothecaris
mw. ir. E.J.M. Jacobs, of bij de medewerkers mw. M.G.J.M. Vringer en
J.M. van den Broeke, tel. (040)(247) 2766 of e-mail
[email protected]. Verder kan gebruik worden gemaakt van de Centrale
Bibliotheek en de overige faculteitsbibliotheken.
Meer informatie over de Bibliotheek van de TU/e, uitleenregelingen etc.
is opgenomen op de webpagina’s van de bibliotheek: www.tue.nl/bib
5.4.5 Studiemateriaalverkoop
Voor de aankoop van collegedictaten, instructiematerialen, ringbanden,
etc. kan de student terecht bij het magazijn collegedictaten
24
('Dictatenverkoop'). De openingstijden zijn van 09.00 tot 15.00 uur.
Het magazijn is in de introweek gesloten. Inlichtingen: HG -1.61, tel.
(040)(247) 2446.
Voor boekenverkoop kan de student terecht bij GEWIS (zie paragraaf
5.3.1).
5.4.6 Computer faciliteiten
Het Bureau Computer Faciliteiten (BCF) is onderdeel van het
faculteitsbureau.
Het takenpakket van het BCF omvat het beschikbaar stellen van
computerfaciliteiten en het geven van ondersteuning bij het gebruik
ervan. Studenten krijgen een account op de studentenserver “svstud” van
de faculteit. BCF ziet ook toe op het beheer en gebruik van de
facultaire computerzalen HG 8.61, HG 8.63 en HG 5.48. In paragraaf 3.14
is het facultaire computerreglement opgenomen. Voor problemen met
“studentenmail” wordt verwezen naar de Informatie- en Service Desk van
de Dienst ICT, LG 1.94, tel. (040)(247) 4649. De helpdesk voor
notebooks is gevestigd in HG 8.86, tel. (040)(247) 2979. BCF is
gehuisvest in HG 8.73. De BCF-helpdesk is geopend op werkdagen van 9.00
tot 17.00 uur.
Tel. (040)(247) 2802, e-mail: [email protected], www.win.tue.nl/bcf
5.4.7 Notebook service centrum
Het Notebook service centrum fungeert als helpdesk voor hardware en
(standaard) software problemen met je laptop. De dependance voor de
faculteit Wiskunde en Informatica is te vinden in HG 8.86, tel. 2779,
[email protected], website www.win.tue.nl/nscwin.
5.5 Informatiebronnen
Actuele informatie over (wijzigingen in) het studieprogramma, het
collegerooster, de practica, de examens en andere belangrijke zaken,
verband houdende met de studie aan de TU/e wordt op de volgende
manieren aangeboden:
Schriftelijk
 De opleidingsgids Technische Wiskunde voor wiskundestudenten. De
opleidingsgids is verkrijgbaar bij de Facultaire
Studentenadministratie.
 Tentamenroosters en collegeroosters. Deze zijn beschikbaar via
OWInfo (website: owinfo.tue.nl).
 Het universiteitsblad Cursor. Dit blad wordt gratis verspreid
over de gehele TU/e.
 Onderwijs- en examenregeling (OER). Deze is in te zien bij de
Facultaire Studentenadministratie en beschikbaar op de website
van de opleiding www.win.tue.nl/wsk/onderwijs.
 Examenreglement. Idem.
Mondeling
 De studieadviseur/bachelorcoördinator: dr. J.C. van der Meer, HG
8.92, tel. 4451, [email protected].
 De Facultaire Studentenadministratie HG 6.33 (balie), tel. 2379,
o.a. voor inlichtingen en advies over studieregelingen,
reglementen, roosters en studieresultaten.
25



Het faculteitssecretariaat Wiskunde & Informatica, HG 6.19, tel.
2750.
Het Studenten Service Centrum, HG 0.72, tel. 8015 voor
inlichtingen en advies over o.a. studiefinanciering,
werkstudentschap, financiële aangelegenheden, inschrijving
(collegekaarten), opgave en terugtrekken voor examens en
tentamens.
Studievereniging Wiskunde & Informatica GEWIS, HG 10.52, tel.
2815.
Veel gebruikte startpagina's zijn:
 Technische Universiteit Eindhoven: w3.tue.nl,
 Faculteit Wiskunde en Informatica: w3.win.tue.nl,
 Opleiding Technische Wiskunde:
w3.win.tue.nl/nl/onderwijs/wiskunde,
 Studievereniging GEWIS: www.gewis.nl,
 Onderwijsinformatie TUE: owinfo.tue.nl,
 Interfacultaire projecten: www.ifp.tue.nl,
 Notebook Service Centrum: www.win.tue.nl/nscwin.
6. Jaarindeling en roosters
6.1 Jaarindeling
Het studiejaar is ingedeeld in twee semesters. De semesters omvatten
drie onderwijsperioden van vijf weken onderwijs, een tussenweek tussen
de onderwijsperioden, en een tentamenperiode van drie weken aan het
einde van het trimester.
Het programma van het derde jaar volgt nog grotendeels de vroegere
trimesterindeling. Aangezien blok A-B wordt afgerond met vier
schriftelijke tentamens, wordt de vijfde week van blok B vrijgeroosterd
voor tentamens.
De jaarindeling en een kalender zijn te vinden op de website
winfo.tue.nl.
6.2 Roosters
Roosters voor colleges, instructies en tentamens zijn beschikbaar via
de OWINFO-website: owinfo.tue.nl
Onderwijstijden
uur Begin-einde
1
8.45-9.30
2
9.45-10.30
3
10.45-11.30
4
11.45-12.30
5
13.30-14.15
6
14.30-15.15
7
15.30-16.15
8
16.30-17.15
6.3 Examendata
26
De examendata voor de propedeuse- en bachelorexamens zijn in
onderstaande tabel te vinden. Diploma-uitreikingen zijn in de regel op
dezelfde dag als het examen.
Propedeuse
23-01-2007
10-06-2007
28-08-2007
Bachelor
14-11-2006
23-01-2007
03-04-2007
19-06-2007
28-08-2007
Inschrijven voor examens kan via internet (owinfo.tue.nl) en bij het Studenten
Service Centrum (Hal HG).
27
Download