De wetenschap van een platte aarde. The Science of Discworld is een combinatie van twee verschillende genres: aan de ene kant is het een fictief verhaal, dat zich afspeelt in een fantasy-wereld; Discworld. Aan de andere kant is het een populair-wetenschappelijk boek, dat vertelt over het ontstaan van het universum, de aarde, en het leven. Een wetenschappelijk verhaal op deze manier presenteren is erg innovatief, en leuk om te lezen. Vooral liefhebbers van het fantasygenre zullen smullen van dit boek. Lezers die niet houden van fantasy en een flinke dosis humor kunnen misschien beter een ander boek kiezen. De magiërs van Discworld en wetenschappers van onze wereld zijn elkaars tegenovergestelden. Neem magiërs: mensen die zich vreemd kleden, in hun eigen wereldje leven en een taaltje spreken vol vreemde termen. Zij zullen toch op geen enkele manier te vergelijken zijn met wetenschappers; mensen die zich vreemd kleden, in hun eigen wereldje leven en een taaltje spreken vol vreemde termen. Of hebben de magiërs en de wetenschappers toch meer met elkaar gemeen dan verwacht? Dit boek gebruikt de magie van Discworld om onze wetenschap uit te leggen. Het boek begint met een hoofdstuk fictie. Dit fictieve gedeelte speelt zich af in de fantasie wereld ‘Discworld’, bedacht door de bekende fantasy-auteur Terry Pratchett. Deze heeft al een hele serie boeken geschreven die zich in Discworld afspelen. Het fantasie-deel gaat over een magisch experiment dat misgaat. Als gevolg daarvan worden ons heelal, en ‘Roundworld’, onze aarde, in miniatuur-formaat gecreerd in een zaal van een magische universiteit. Deze schepping begin met een ‘Big Bang’, en ontwikkelt gedurende het boek verder tot we bij de huidige aarde zijn aangeland. Het fantasie-verhaal wordt afgewisseld met wetenschappelijke hoofdstukken. Deze stukken zijn geschreven door de wetenschappers/auteurs Ian Stewart en Jack Cohen. De wetenschappelijke hoofdstukken volgen de gebeurtenissen in het fantasie-verhaal, maar nu leggen de schrijvers uit hoe het heelal en onze aarde in werkelijkheid zijn ontstaan. Daarnaast laat het boek je op een kritische wijze kijken naar de wetenschap, en naar de dingen die normaliter als een ‘feit’ beschouwd worden. Zoals bijvoorbeeld de regenwouden: regenwouden halen koolstofdioxide uit de atmosfeer en produceren zuurstof. In feite is dit niet waar. 's Nachts verbruiken de wouden zuurstof die ze overdag hebben gemaakt en stoten ze weer koolstofdioxide uit. Ze slaan wel koolstof op in hun structuren, maar dit wordt weer vrijgegeven als de bomen wegrotten. Koolstof wordt alleen gefixeerd door wouden die niet wegrotten, deze koolstof wordt opgeslagen in de humuslaag. Dit is een voorbeeld van de vele wetenswaardigheden die worden beschreven in het boek. De fantasie-hoofdstukken vertellen over een aantal magiërs van een magische universiteit, die bezig zijn met het creeren van deze wereld. Eerst verwonderen de tovenaars zich over het heelal, maar al snel besluiten ze zich ermee te bemoeien. Uiteindelijk wordt er in een klein hoekje van het heelal een experiment opgezet: de magiërs trachtten een wereld te creëren die enigszins lijkt op die van hun, Discworld. Een probleem: Discworld is plat, Roundworld rond. Maar stap voor stap worden er oplossingen gevonden die op een iets andere manier toch dezelfde effecten creeeren op Roundworld als op Discworld. De wetenschappelijke hoofdstukken informeren de lezer in duidelijke stappen over het ontstaan van het universum en de elementen, de vorming van de aarde en het zonnestelsel, het begin van het leven en de evolutie, de verschillende tijdperken van het leven, en de mogelijke toekomst van de mens. Het wetenschappelijk deel geeft antwoord op de vele vragen van de tovenaars uit het fantasie-gedeelte; deze magiers begrijpen namelijk maar weinig van de regels waarop onze wereld draait. Op deze manier krijgt de lezer de natuurwetten ook op een heldere manier uitgelegd, tot aan ingewikkelde dingen als kwantummechanica toe. Al met al is dit een geweldige manier om de natuurwetenschappen te brengen aan de lezer. Omdat de hoofdstukken met wetenschap en die met fictie elkaar afwisselen, krijgt de lezer nooit genoeg van het boek. Het fantasie-deel is komisch geschreven, en de link tussen dit deel en het wetenschappelijke gedeelte is erg goed. Iedere fase van het ontstaan van onze wereld is zowel in het fantasie-deel als in het wetenschappelijk deel beschreven, en deze delen zijn met elkaar verbonden door veelvuldige verwijzingen. Het fantasie-verhaal zorgt er ook voor dat je als het ware ‘van buiten af’ naar onze wereld kijkt. Daardoor kijk je kritisch, in plaats van dat je van alles aanneemt, gewoon ‘omdat het zo is’. Dit boek is erg leerzaam, en laat je goed nadenken over de wereld om je heen, zodat je niet zomaar iets voor waar aanneemt.