AÏDA : KORTE INHOUD Aida, een Ethiopische prinses die gevangen wordt gehouden in Egypte, is verliefd op de jonge krijger Radamès. Hiertoe aangespoord door haar vader verleidt ze Radamès tot landverraad. Hij wordt ter dood veroordeeld. Haar liefde is zo groot dat ze ervoor kiest samen met hem te sterven. Ouverture Een langzame en mysterieuze inleiding. Eerste bedrijf Een afgunstig monster. Het verhaal speelt zich af in het Egyptische Memfis, ten tijde van de farao’s. Hogepriester Ramfis vertelt legeraanvoerder Radamès dat de godin Isis weldra zal bekendmaken wie het leger mag leiden in de veldtocht tegen Ethiopië. Radamès hoopt dat hij dat wordt, zodat hij triomferend kan terugkeren en met zijn geliefde Aida kan trouwen. Over zijn liefde voor haar zingt hij een van de beroemdste en mooiste tenoraria’s die ooit werden geschreven: ‘Celeste Aida’. Amneris, de dochter van de koning, is echter ook op hem verliefd; ze komt binnen en begint zich jaloers af te vragen waarom hij zo gelukkig lijkt, maar hij beantwoordt haar vragen ontwijkend. Haar Ethiopische slavin Aida komt binnen, en die stelt ze vragen over haar verdriet. Aida zegt dat ze heimwee heeft naar haar vaderland, maar in een snel trio zegt ze dat er ook een andere reden is. Gekwelde liefde. Na een korte optocht komt de koning van Egypte binnen. Hij maakt bekend dat Ethiopische troepen onder leiding van hun koning Amonasro begonnen zijn met een aanval op het platteland en nu Thebe, de hoofdstad, bedreigen. Hij voegt eraan toe dat Isis Radamès heeft uitverkoren om Egypte in de oorlog te leiden, en het hele hof viert dat met een groot strijdkoor. Amneris zegt hem: ‘Keer terug als overwinnaar!’ – woorden die Aida verbitterd herhaalt wanneer ze alleen achterblijft. Ze zingt dat haar geliefde nu de vijand is van haar vader en vaderland, en ze wenst dat ze kon sterven. Een plechtig ritueel. In de tempel van Ftha (‘Vulcano’ in het Italiaans) wendt de hogepriesteres zich in een obsederende en vreemde melodie tot de god. Ramfis overhandigt Radamès een heilig strijdzwaard, en vraagt Ftha om hem te beschermen. Tweede bedrijf Onthulling van een geheim. Radamès heeft gezegevierd in de strijd, en Amneris maakt zich klaar om hem te begroeten bij een plechtigheid ter ere van zijn triomf. Ze kijkt hoe haar Moorse slavinnen voor haar dansen. Daarna veinst ze medeleven met Aida, die gekweld wordt door angst voor haar familie, en vertelt haar dat Radamès dood is. Door Aida’s reactie komt ze eindelijk te weten dat haar slavin verliefd is. Ze vertelt Aida daarna dat hij in werkelijkheid nog leeft, en uit bittere verwijten over Aida, omdat die zo verwaand is hem te beminnen. De terugkerende troepen zingen hun strijdlied, maar de ruzie van de vrouwen klinkt erbovenuit. Aida wenst aan het einde van het tafereel opnieuw dat ze kon sterven. Heil aan de zegevierende held. Het decor verandert in de buitenkant van een tempel bij Thebe, en wat volgt is een van de spectaculairste en overweldigendste operataferelen ooit. Na een krachtig dankkoor en een triomfmars verwelkomt het volk Radamès en roept ‘Gloria!’ De koning begroet hem, en Amneris zet een overwinnaarskroon op zijn hoofd. Radamès laat vervolgens de Ethiopische gevangenen naar voren brengen. Aida herkent meteen haar vader Amonasro, maar die verbiedt haar te onthullen dat hij de Ethiopische koning is. Een smeekbede om genade. Amonasro zegt dat de koning dood is, en vraagt om genade en vrijheid. Zijn smeekbede wordt gesteund door Aida en Radamès, maar Amneris en de priesters proberen het te beletten. De erop volgende discussie is opnieuw een verbazend complexe en bijzonder krachtige koorscène. Radamès herhaalt zijn smeekbede om genade. De koning stemt er uiteindelijk mee in, op voorwaarde dat Aida en haar vader als gijzelaars achterblijven. Vervolgens schenkt hij de jonge held de hand van Amneris (tot groot verdriet van de twee geliefden). Het afsluitende ensemble is opnieuw een meesterwerk van koormuziek, en brengt de verschillende reacties van alle personages tot uiting. Derde bedrijf Een vreselijk verzoek. Begeleid door zingende priesters en priesteressen brengt Ramfis Amneris naar een tempel bij de Nijl om er te bidden voor haar aanstaande huwelijk. Aida verschijnt buiten, klaar voor een afspraak met Radamès. In een droevige aria vertelt ze hoe ongelukkig ze is over het feit dat ze Ethiopië heeft moeten verlaten. Plotseling verschijnt haar vader. Hij vertelt haar dat hij volledig van haar situatie op de hoogte is – en dat ze naar haar vaderland kan terugkeren als ze Radamès een militair geheim kan ontfutselen. Ze deinst terug voor zo’n verraad, maar stemt er uiteindelijk mee in wanneer haar vader dreigt haar te verstoten. Verraden. Radamès verschijnt. Aida beweert dat hij nu van Amneris houdt, aangezien hij met haar zal trouwen, maar hij zweert dat hij alleen van Aida houdt. Ze vertelt hem dat hij dat kan bewijzen door met haar naar Ethiopië te vluchten. Na lang verzet stemt hij daarin toe, en ze zingen gepassioneerd en vol hoop op hun toekomstige geluk. ‘Maar hoe kunnen we vannacht aan het Egyptische leger ontsnappen?’ vraagt ze. ‘De kloof bij Napata blijft onbewaakt’, vertelt hij haar – en op dat moment verschijnt Amonasro, en verheugt er zich over dat hij het geheim van Radamès kent. In de dolle climax van dit tafereel bejammert Radamès zijn verloren eer, terwijl Aida probeert hem te kalmeren. Amneris, Ramfis en hun wachters komen uit de tempel en arresteren de verrader. Amonasro probeert de dochter van de koning te vermoorden, maar Radamès dwingt Aida en haar vader om te vluchten, terwijl hijzelf zal blijven en zijn verdiende straf ondergaan. Vierde bedrijf Een hopeloos voorstel. Amneris is alleen in een hal van het koninklijk paleis. Ze wordt verscheurd tussen liefde en gevoelens van wraakzucht voor de man die haar en haar volk heeft verraden. Ze laat hem bij zich brengen en biedt hem aan om een goed woordje voor hem te doen, maar hij antwoordt dat zijn geweten zuiver is en dat hij niet op de beschuldigingen zal antwoorden. Hij wil ook de moordenaar van Aida niets verschuldigd zijn. Amneris onthult dat Amonasro weliswaar dood werd teruggevonden, maar dat Aida verdwenen is en misschien nog leeft – maar ze wil Radamès alleen helpen als hij haar opgeeft. ‘Nooit!’ roept hij uit, en ze stuurt hem weg om zijn vonnis te ondergaan. Het proces. Wanneer de rechters samenkomen, wordt Amneris steeds radelozer en smeekt om genade voor Radamès. Ze luistert zijn proces af, en hoort hoe hij weigert te antwoorden op de beschuldigingen van verraad, rebellie en desertie. Hij wordt ter dood veroordeeld en Amneris vervloekt de rechters. Eindelijk samen. Radamès wordt levend begraven in een onderaards gewelf. In de stilte hoort hij snikken. Aida blijkt zich ook daar te bevinden. Ze had zijn lot geraden en wilde liever met hem sterven dan alleen verder te leven. Boven hen beginnen de priesters te zingen. Met steeds hemelsere muziek vol geluk neemt het paar afscheid van de wereld: Aida sterft in Radamès’ armen. Amneris, verbitterd en eenzaam, verschijnt boven de grafkelder en de opera eindigt met haar gebed om vergeving. Warwick Thompson