GEDRAGSTHERAPIE – BEHAVIORAL TREATMENT Een omschrijving Behavioral therapy of gedragstherapie heeft zich geleidelijk aan ontwikkeld sinds 1950 (Fishman & Franks, 1998). Theoretisch benaderd, is gedragstherapie een manier om gedrag en gedragsverandering via therapie te begrijpen. Het steunt op de traditionele methodologie van de gedragswetenschappen en is duidelijk gelinkt aan de leertheorie, cognitieve psychologie en andere experimenteel-psychologische modellen. In de praktische toepassing van de gedragstheorie ontwikkelt men een techniek/methodiek om op een efficiënte, constructieve manier gedrag te veranderen Vanaf de jaren 1970, onderscheidde er zich binnen de gedragstherapie een vijftal belangrijke stromingen: - Applied behavior analysis (toegepaste gedragsanalyse): toepassing van de principes van operante conditionering (Skinner) - Stimulus-respons model: toepassing van de principes van klassieke conditionering (Pavlov, Mowrer, Wolpe) - Sociale leertheorie (Bandura et al.): toepassing van observatie- en model-leren. - Sociaal of paradigmatisch behaviorisme: integratie van de conditioneringtheorie en concepten uit de persoonlijkheids-, klinische, en sociale psychologie (Staats). - Cognitieve gedragstherapie: nadruk op cognitieve processen en persoonlijke ervaringen als mediatoren voor gedragsverandering. Momenteel wordt algemeen erkend dat gedragstherapeutische behandelingen de ruimste empirische validatie kennen wat betreft effectiviteit in de behandeling van personen met autisme (Schreibman, 2000). REFERENTIES Fishman, D.B., & Franks, C.M. (1998). The conceptual evolution of behavior therapy. In P.L. Wachtel & S.B. Messer (Eds.), Theories of Psychotherapy; Origins and Evolution (pp. 131-180). Washington, D.C.: American Psychological Association. Schreibman, L. (2000). Intensive behavioral/psychoeducational treatments for autism: Research needs and future directions. Journal of Autism and Developmental Disorders, 30, 373-378.