ANW Hoofdstuk 1 begrippenlijst Dubbelblind onderzoek: onderzoek om een medicijn te testen, waarbij één deel van de groep het medicijn krijgt en het andere deel een placebo (nep medicijn). Hierna worden de resultaten vergeleken tussen de wel-medicijngroep en de placebogroep. Epidemie: aanval van een ziekte waar massaal mensen ziek van werden. (kan dodelijk zijn) Serendipiteit: het talent om een niet-gezochte vondst te doen. Generatio Spontana: opvatting waarin het leven vanzelf ontstaat uit bv. Dode organisten Variolatie: vocht uit pokken van pokkenpatiënten in gezonde huid van mensen krassen om ze zo te vaccineren. Latijnse woord pokken=variola Vaccinatie: mensen vaccins geven om een ziekte te voorkomen. Latijnse woord koe=vacca Antistoffen: worden aangemaakt specifiek voor 1 soort ziektekiemen. Hierna ben je (meestal) voor de rest van je leven beschermt. Groepsimmuniteit: als niet-ingeënte profiteer je van groep wel-ingeënte doordat verspreiding moeilijker gaat. Risicofactoren: om iets te onderzoeken moet je kijken naar de factoren en de ziekte die je wilt bestuderen, bv. Roken en het verband met longkanker. Dit gebeurt door epidemiologen. Statistiek: kansberekeningen worden veel toegepast door epidemiologen om te kijken of een bepaald verband toeval is of niet. Oorzakelijk of causaal verband: probleem dat veel voorkomt omdat je bij een bepaald statistisch verband niet zeker weet of het die oorzaak heeft. Bv de haan die kraait en de zon die opkomt. Beeldvormende technieken: telkens meer techniek in medische wereld, zoals de MRI-scan. Euthanasie: het leven van iemand te stoppen doormiddel van onnatuurlijke dood door arts. Deductie: argumentatie- of bewijstechniek waarbij de conclusie logisch is . Een voorbeeld van een deductie is de toepassing van een algemene regel op een specifieke situatie: het regent de auto is buiten de auto wordt nat Inductie: argumentatie- of bewijstechniek waarbij de conclusie onlogisch is maar die aannemelijk is, die een zekere waarschijnlijkheid heeft. Bv: De eerste eend in het park is bruin. De tweede eend in het park is bruin. .... De laatst waargenomen eend in het park is bruin. De conclusie luidt: Alle eenden in het park zijn bruin