University of Groningen A fifty-year journey of China towards the world economy Zhang, Jianhong IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2005 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Zhang, J. (2005). A fifty-year journey of China towards the world economy: an empirical study on the determinants of China´s bilateral trade relations Groningen: s.n. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 18-07-2017 Samenvatting (Summary in Dutch) Tot 1978 was China ondanks zijn grootte een geïsoleerd land. Daar kwam verandering in toen partijleider Mao Zedong werd opgevolgd door Deng Xiaoping en China haar economie begon te liberaliseren, de deur openzette naar het buitenland en handelsrelaties zich konden ontwikkelen. Centraal in dit proefschrift staat de vraag of China’s handelsrelaties kunnen worden verklaard met behulp van handelstheorieën die in beginsel zijn ontwikkeld voor westerse economieën. Het doel van deze studie is meer zicht te krijgen op de invloed van economische, politieke, geografische en culturele factoren op bilaterale handelsrelaties, alsook in veranderingen hierin. Deze vragen zijn actueel gezien China’s immense omvang en zijn huidige impact op de wereldeconomie. Hoe hebben handelsrelaties zich ontwikkeld? Hoe kunnen handelsrelaties worden gemeten in ruimte en tijd? In hoeverre is het politieke systeem en het uitgezette beleid in China’s vijfjarenplannen van invloed geweest op haar handelsrelaties? Welke factoren kunnen de ontwikkeling van China’s handelsrelaties verklaren? Is er net als bij andere onderontwikkelde economieën sprake van het effect van Linder? In hoeverre hebben buitenlandse investeringen invloed gehad? Is er wellicht sprake van een wederzijdse relatie tussen handel en buitenlandse investeringen? Door een antwoord te geven op deze vragen kunnen de veranderingen die in de tweede helft van de vorige eeuw in China’s handelsrelaties zijn opgetreden in perspectief worden geplaatst. Hieronder volgt een beknopte samenvatting van alle gevonden resultaten. Het proefschrift geeft eerst een overzicht van de ontwikkeling van de buitenlandse handel en buitenlandse investeringen sinds de oprichting van een socialistische staat in 1949. China’s economische ontwikkeling wordt gekenmerkt door twee perioden. In de eerste periode die loopt van 1949 tot 1978 was de economie van China gesloten. De buitenlandse handel werd gestuurd door een staatsmonopolie en het marktmechanisme had nauwelijks enige invloed. Ten opzichte van de internationale 227 Samenvatting markt was de omvang van de buitenlandse handel beperkt en betrof deze handel voornamelijk handel naar naaste buren. De tweede periode die loopt van 1978 is China’s hervormingsperiode. Ondanks dat het eenpartijstelsel bleef bestaan, voltrok zich vanaf 1978 een geleidelijk integratieproces waarin buitenlandse handel en buitenlandse investeringen een steeds grotere plaats innamen. In plaats van import werd de nadruk gelegd op export en het marktmechanisme deed zijn intrede. In de tachtiger en negentiger jaren kan China zelfs worden gekenmerkt als een van de meest dynamische economieën in de wereld met indrukwekkende groeicijfers. Door de groei van de buitenlandse handel is China ook tot een van de meest belangrijke handelsnaties verworden. Het aantal handelspartners is sterk gestegen, waaronder ook landen op grotere geografische afstand. De samenstelling van de handelsstromen is bovendien sterk gediversifieerd. Tenslotte zijn ook de buitenlandse investeringen in China sterk gestegen. De empirische analyse uitgevoerd in hoofdstuk 3 toont aan dat politieke factoren een belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van de buitenlandse handel. Door de ontwikkeling van China’s bilaterale handelsrelaties met 78 landen te analyseren over een periode van vijftig jaar, op basis van handelsintensiteiten in plaats van handelsstromen, en door gebruik te maken van betere econometrische schattingsmethoden dan voorheen, heeft deze studie sterk empirisch bewijsmateriaal aangedragen voor de volgende hypothesen. De handelsintensiteit tussen China en haar handelspartner zijn sterker gebleken indien bilaterale diplomatieke relaties werden aangegaan, indien werd samengewerkt, indien staatshoofden een bezoek aflegden en indien China’s politieke systeem overeenkwam met dat van haar handelspartner. Zwakker empirisch bewijsmateriaal is aangedragen voor het bestaan van het effect van Linder. De hypothese tenslotte 228 dat de handelsintensiteit tussen China en een handelspartner minder sterk was als dit land lid was van een handelsblok is verworpen. Bovenstaande bevindingen lijken erop te wijzen dat politieke factoren belangrijker zijn gebleken dan economische factoren. Dat is echter voorbarig, omdat het een analyse betreft over een periode van vijftig jaar. Het is mogelijk dat in China’s hervormingsperiode economische factoren steeds belangrijker zijn geworden en dat dit in een analyse over vijftig jaar niet of onvoldoende tot uitdrukking komt. Daarom is dezelfde analyse in hoofdstuk 4 en 5 opnieuw uitgevoerd maar dan alleen over de jaren negentig. Deze empirische analyse uitgevoerd in hoofdstuk 4 toont aan dat de invloed van economische, culturele en geografische factoren op China’s bilaterale handelsrelaties na twee decennia van hervormingen aan significantie heeft gewonnen. Met name de hervormingen in laatste zeven jaar tot aan 1992 zijn van doorslaggevend belang gebleken. Dit bevestigt het algemene beeld dat de integratie van China in de wereldeconomie zich in snel tempo heeft voltrokken en dat de invloed van het marktmechanisme op China’s buitenlandse handel vruchten heeft afgeworpen. Politieke factoren die in 1993 nog belangrijk bleken, zijn in 1999 definitief door economische factoren op de achtergrond geplaatst. Wel is duidelijk geworden dat, door de resultaten met betrekking tot export en import met elkaar te vergelijken, economische factoren van meer invloed zijn geweest op de intensiteit van de export dan van de import. Ofschoon China haar handelsbeleid heeft geliberaliseerd en stappen heeft ondernomen om protectionisme te beteugelen, is de reden hiervan dat importeurs nog steeds worden geconfronteerd met handelsbarrières zowel in de vorm van tarieven als in allerlei ingewikkelde douaneformaliteiten. De empirische analyse in dit hoofdstuk bevestigt eveneens dat de handelsintensiteit afneemt met de geografische afstand, hetgeen in overeenstemming is met de traditionele handelstheorie. Niet onbelangrijk zijn ook de buitenlandse Chinese 229 Samenvatting gemeenschappen gebleken; chinezen die zich soms al ver in het verleden buiten China hebben gevestigd. Deze Chinese gemeenschappen blijken als een soort springplank te hebben gefungeerd bij het aanknopen of versterken van buitenlandse handelsrelaties. De empirische analyse uitgevoerd in hoofdstuk 5 toont de invloed aan van economische, culturele en geografische factoren op China’s bilaterale handelsrelaties binnen sectoren. Hiertoe is de totale intrasectorale handelsindex (TIIT) bepaald en opgedeeld in de verticale intrasectorale handelsindex (VIIT) en de horizontale intrasectorale handelsindex (HIIT). De bevindingen van deze analyse kunnen in drie punten worden samengevat. Ten eerste is gebleken dat de totale intrasectorale handelsindex over de periode 1992-2001 aanzienlijk is gestegen, hetgeen impliceert dat de kwaliteit van de verhandelde producten is gestegen. Uit de opsplitsing is gebleken dat dit met name kan worden toegeschreven aan een toename van de verticale intrasectorale handel. Ten tweede is gebleken dat de meerderheid van de onderzochte variabelen de twee indices VIIT en HIIT in dezelfde richting beïnvloeden, zoals geografische afstand, economische omvang, het ontwikkelingsstadium van de handelsrelatie en buitenlandse investeringen. Alleen de variabele die de mate van similariteit meet vormt hierop een uitzondering. Waar similariteit tussen China en haar handelspartner bijdraagt aan de verklaring van de horizontale intrasectorale handelsindex, is het juist het ontbreken van similariteit dat bijdraagt aan de verklaring van de verticale intrasectorale handelsindex. Uit het feit dat de verticale intrasectorale handelsindex de totale index domineert, kan dan ook worden afgeleid dat comparatieve voordelen niet alleen China’s intersectorale handel maar ook haar intrasectorale handel verklaren. Anders gezegd, de producten waarin China zich heeft gespecialiseerd afgeleid van haar comparatieve voordelen hebben zich 230 uitgebreid van intersectorale naar intrasectorale handelsdomeinen. Deze conclusie onderstreept dat China in staat is gebleken een nieuw stadium te betreden in de ontwikkeling van haar handelsrelaties. Ten derde bevestigt de empirische analyse dat de determinanten van bilaterale handel, zijnde economische, culturele en geografische factoren, ook intrasectoraal van toepassing zijn. Dit geeft wederom aan dat het marktmechanisme sinds 1992 zijn vruchten heeft afgeworpen op China’s buitenlandse handel. De analyse uitgevoerd in hoofdstuk 6 onderzoekt de relatie tussen handel en buitenlandse investeringen en vindt empirisch bewijs voor het bestaan van causale relaties tussen export, import en buitenlandse investeringen. Deze laatste blijken op lange termijn positief beïnvloed te worden door export en import, terwijl export op zijn beurt positief beïnvloed wordt door import. Deze bevinding wijzen erop dat investeringen van multinationale ondernemingen in China niet in de plaats zijn gekomen van export en import. Tevens is er empirisch bewijs gevonden dat wijst op een wederzijdse relatie tussen export en buitenlandse investeringen op korte termijn, alsook een eenzijdige relatie van import naar buitenlandse investeringen en een eenzijdige relatie van import naar export. Het geeft aan dat China’s liberalisatiepolitiek een significante bijdrage heeft geleverd aan haar export en aan de instroom van buitenlandse investeringen. Al deze resultaten tezamen duiden op een zichzelf vesterkend ontwikkelingsproces van China’s opendeur politiek: meer import leidt tot meer buitenlandse investeringen, meer buitenlandse investeringen veroorzaken meer export, hetgeen op zijn beurt weer meer buitenlandse investeringen oproept. China’s liberalisatiepolitiek, dat in 1978 gestalte kreeg, leidde aanvankelijk alleen tot meer import. Niet lang daarna namen export en buitenlandse investeringen als gevolg hiervan toe, zowel direct als indirect, hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot een positieve ontwikkelingsspiraal. Ook vandaag de dag staat het openen van haar markten nog hoog op China’s politieke agenda, mede met het oog op haar belofte 231 Samenvatting aan de wereldhandelsorganisatie (WTO). Deze positieve ontwikkelingsspiraal zal daarom naar verwachting nog voortduren en zichzelf wellicht nog verder versterken, zodat ook in de komende jaren nog hoge groeicijfers verwacht mogen worden. Multinationale ondernemingen die zich in China zullen vestigen zullen hierbij een doorslaggevende rol spelen. Dit proefschrift heeft de veranderingen die zich in de laatste halve eeuw in China’s handelsrelaties hebben voorgedaan aan een diepgaande empirische analyse onderworpen. Alles overziende, blijken politieke factoren hierbij de belangrijkste rol te hebben gespeeld. Nadat China in 1978 haar deuren opende naar de internationale wereld, heeft het marktmechanisme echter vat kunnen krijgen op deze handelsrelaties. Aanvankelijk weinig, maar later steeds meer. Dit heeft ertoe geleid dat de invloed van de politieke factoren in de jaren negentig naar de achtergrond zijn gedrukt en zijn overgenomen door factoren die traditioneel thuishoren in handelsmodellen, namelijk economische, culturele en geografische factoren. 232