Energieboekhouding voor gemeenten en scholen Met een speciale software, door Eandis aangeboden via het internet, kunnen gemeenten en scholen aan efficiënte energieboekhouding doen. Al 187 gemeenten stapten mee in het project ‘Energieboekhouding’, met een totaal van 2 200 gebouwen. Andere gemeenten hebben hun belangstelling gemeld en in de loop van 2007 worden nog ongeveer 3 000 scholen en welzijns- en verzorgingsinstellingen opgenomen in de energieboekhouding. Unieke software Speciaal voor de energieboekhouding van openbare gebouwen en scholen werd een nagelnieuw en speciaal afgestemd computerprogramma ontworpen. Dat wordt door Eandis aan de deelnemende gemeenten en de scholen die belangstelling tonen, ter beschikking gesteld via het Internet. Het is een passend werkinstrument dat hen zal helpen om hun energiehuishouding te optimaliseren door het gebruik van elektriciteit, brandstof en water regelmatig te registreren, te analyseren en erover te rapporteren. Ze krijgen daardoor een beter inzicht in hun energieverbruik, en door dat te vergelijken met referentiewaarden en verwachte verbruiken, zullen de niet-normale verbruiken snel aan het licht komen. Voorts kunnen besparingsmaatregelen worden beslist en zal het algemene energiebewustzijn er wel bij varen. Bovendien biedt het pakket tal van nieuwe mogelijkheden: er komt een alarmsignaal bij de detectie van te hoge verbruiken of pieken, het bevat een grote databank met verbruiksgegevens van verschillende types gebouwen zodat onderlinge vergelijking mogelijk wordt, het stelt een jaarlijks energierapport op voor elk gebouw, het kan simulaties maken om het effect van REG-toepassingen in te schatten enzovoort. Kortom, de gemeenten en scholen beschikken over zeer veel gedetailleerde informatie waardoor ze hun energiegebruik beter kunnen opvolgen en ingrijpen waar nodig. Eerst parameters aanleveren Aangezien het softwareproduct een systeem is dat algemene en specifieke verbruiken opvolgt, moet eerst een reeks parameters worden aangeleverd. Eandis verzamelde al die gegevens voor de geïnteresseerde gemeenten en scholen. Een immens werk, want het gaat in al die gebouwen over zowel de verwarming als de ventilatie, waterwarming, koeling, verlichting, eventueel stoom, perslucht enz. En ook alle beïnvloedende factoren moeten worden genoteerd: zonwering, isolatie van dak, muren en vloeren, glaswerk, de menselijke bezetting van de gebouwen, de oppervlakte en de volumes enzovoort. Daarnaast zijn er nog de verbruikgegevens zelf: minimum één keer per maand moeten ze worden geregistreerd. De sofware voorziet gelukkig wel in een continue koppeling voor telemetingen. Dat is zeer waardevol, want de gemeenten moeten die metergegevens dus niet meer elke maand zelf doorspelen. Makkelijke toepassing De software voor de energieboekhouding is via het internet toegankelijk. Daarom werden opleidingssessies opgezet voor het gemeentepersoneel en personeel van de scholen dat met de software werkt. De geïnteresseerde gemeenten en scholen hadden daartoe in eigen rang hun energiecoördinatoren en/of gebouwbeheerders aangeduid. Het computerprogramma zelf is sterk uitgewerkt met zeer uitgebreide mogelijkheden, maar lang niet moeilijk. De gebruiker krijgt vele stap-voor-stap schermen, duidelijke titels en overzichtelijke indelingen. Het theoretische is echt wel tot een minimum herleid. Als zodanig was een halve dag les, met een heldere presentatie die alle schermbeelden afhandelt, afdoend om meteen aan de slag te kunnen. Waarom zo’n energieboekhoudsysteem? Even terug in de tijd… In 2002 stelde de Vlaamse regering aan gemeenten, steden en provincies voor om in te stappen in een Milieuconvenant, een vrijwillige samenwerkingsovereenkomst. Ze konden kiezen voor lagere of hogere niveaus van hun milieuengagement, en de Vlaamse overheid stelt daar subsidies en inhoudelijke ondersteuning tegenover. In alle engagementsniveaus zit echter de belangrijke cluster ‘Energie’. Die legde de gemeenten onder meer de start op van een energieboekhouding en een energiezorgsysteem, uiteraard om het energiegebruik in hun eigen gebouwen aan te pakken. Maar de opstart van zo’n energieboekhouding kruiste goed met nog een ander initiatief van de Vlaamse overheid. Die legt de distributienetbeheerders een reeks ‘openbare dienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik (REG)’ op, waardoor ze de gemeenten kunnen ondersteunen bij hun energiebeleid. Het is duidelijk dat de REGverplichtingen van de DNB’s en van de gemeenten perfect te combineren zijn, met voordelen voor beide èn voor het milieu. Er waren wel al gemeenten en provincies die een eigen toepassing van energieboekhouding in gebruik hadden. Andere deden een beroep op een extern bureau. Maar de grote meerderheid had echter nog geen energieboekhoudsysteem. Wel zagen ze allemaal snel in dat een gezamenlijke aanpak met de distributienetbeheerder een pak voordelen oplevert. Bovendien voorziet het softwarepakket de jaarlijkse opmaak van een energierapport, de opleiding van het gemeentepersoneel dat het systeem bedient en een hulplijn voor alle vragen. *** De opleiding voor het nieuwe computerprogramma over energieboekhouding bij openbare besturen en scholen. In een halve dag is het programma aangeleerd; in de namiddag kan iedere cursist meteen in gemeente of school van start gaan. Overheidsgebouwen en scholen kunnen nog veel energie besparen. Dat komt niet alleen hun factuur ten goede, maar ook het leefmilieu. Via een systeem van energieboekhouding krijgen ze de mogelijkheid om via het internet met een bestaand softwarepakket hun energieverbruiksgegevens te verwerken en te analyseren.