Betere lezers lezen sneller, maar snelle niet per se beter

advertisement
Betere lezers lezen sneller, maar snelle niet
per se beter
Datum bericht: 23 september 2015
Handig, als je snel de boodschap uit een tekst kunt halen. Om zo ver te komen zijn er
jaren leesonderwijs nodig. Wat is de beste aanpak voor begrijpend lezen?
Taalwetenschapper Linda de Leeuw van de Radboud Universiteit onderzocht hoe
vaardigheden van de lezer, het leesproces en tekstbegrip op elkaar inwerken in groep 5
tot 8 van de basisschool. Met eye trackers keek ze hoe kinderen werkelijk lezen.
Snelle lezers zijn niet per se goede lezers. Sterker nog: een hoge leessnelheid kan bij
technisch zwak lezende kinderen contraproductief zijn voor het tekstbegrip. Maar ze kunnen
teksten prima begrijpen als ze hun tempo aanpassen. Linda de Leeuw analyseerde het
leesproces en ontdekte: de vaardigheden van leerlingen hebben invloed op het leesproces. Zo
besteden goede lezers relatief meer tijd aan de kopjes. Echter, verschillen in leesprocessen
leiden niet per definitie tot beter begrip.
Leerling leest een tekst terwijl de eyetracker haar oogbewegingen volgt.
Rustig aan
‘Het leesonderwijs is erg op snelheid gericht. Leestoetsen zoals de Eén- en Drie-Minuten
Toetsen, maar ook AVI-toetsen, meten het leesniveau en kijken daarbij vooral naar
leessnelheid. Hiermee krijgen leerlingen het idee dat snel lezen belangrijk is. Mijn onderzoek
laat zien dat dat maar ten dele klopt.’
‘Mijn advies is om pas op begrijpend lezen te gaan oefenen als kinderen de letters echt goed
ontcijferen en ze losse woorden goed lezen. Als je die vaardigheid niet goed onder de knie
hebt, kan je beter niet overstappen naar begrijpend lezen. Eerst moet de basis goed zijn. En
train daarnaast op woordenschat, want mijn onderzoek laat zien dat deze vaardigheid een
positief effect heeft op zowel leessnelheid en tekstbegrip.’
Om woordenschat te trainen heeft De Leeuw nog een tip: om nieuwe woorden uit een tekst te
kunnen onthouden kunnen kinderen het beste gestimuleerd worden om actief verbanden
tussen zinnen te leggen. Een woord blijft niet zo maar hangen. ‘Als kinderen te veel op
zinsniveau blijven focussen, bijvoorbeeld door het invullen van gaten in zinnen, wordt de
woordenschat niet groter.’
Tekstkenmerken
Hoe moeilijk de tekst is, speelt voor tekstbegrip ook een rol, toont de Leeuw aan: de lengte
van en bekendheid van woorden, de moeilijkheidsgraad en de lengte van de tekst spelen
allemaal een rol. ‘Misschien is dat een beetje een open deur,’ zegt De Leeuw. ‘Maar wel één
die meer aandacht mag krijgen. Als de teksten in het geschiedenisboek te moeilijk zijn,
onthouden lezers niet de informatie die zij nodig hebben. Nieuwe, digitale lesmethoden
zouden hierop in kunnen spelen met differentiatie naar leesniveau. Daar zijn al wel
voorbeelden van, maar er is veel meer mogelijk.’
Leesscan, app voor het onderwijs
Momenteel is De Leeuw bezig haar opgedane expertise over lezen en eye tracking toe te
passen in een app voor het onderwijs. ‘De verwachting is dat binnen een paar jaar betaalbare
en betrouwbare eye trackers voor de consumentenmarkt beschikbaar zijn. We werken nu aan
een programma dat door het volgen van de oogbewegingen achterhaalt wat voor soort lezer
een kind is. Het voordeel is dat je stil-lezen kunt testen in plaats van voorlezen. Voorlopig
onderscheiden we drie niveaus. Normale, spellende en radende lezers. Onder deze laatste
groep vind je vaak intellectuele kinderen met dyslexie. Die blijven nu vaak onopgemerkt, tot
ze vastlopen in het voortgezet onderwijs.’
De Leeuw werkt nog aan een leeshulp op maat. ‘De eye tracker ziet dan waar een spellend
kind hapert en leest het woord voor. Radende lezers zouden we kunnen helpen door ze steeds
maar een klein stukje tekst te laten zien.’
Promotie 13 oktober 2015
Understanding reading comprehension processes across the primary grades
Het onderzoek in het kort



De vaardigheden van leerlingen hebben invloed op hoe ze een tekst lezen, maar
processen tijdens het lezen zijn niet gerelateerd aan tekstbegrip.
Niet de snelheid van lezen, maar de omvang de woordenschat bepaalt hoe goed een
kind een tekst begrijpt
Woordenschat vergroot je het beste door informatie in meerdere zinnen met elkaar
in verband te laten brengen.
Linda de Leeuw (Nieuwegein, 1985) studeerde Taalkunde in Utrecht. Naast haar
promotieonderzoek bij Ludo Verhoeven en Eliane Segers van het Behavioural Science
Institute van de Radboud Universiteit, werkte ze mee met de ontwikkeling van Letterprins. De
Radboud Universiteit, Eye12Learn en het Expertisecentrum Nederlands werken samen aan de
Leesscan, een app die het leesproces van kinderen in kaart brengt. Hiervoor kregen ze een
STW-subsidie. Daarnaast werkt De Leeuw als Business consultant bij educatieve uitgeverij
Malmberg.
Download