Wat is een vluchteling? Personen die, als individu of in groep, gedwongen worden om hun huizen te verlaten omdat zij gevaar lopen vervolgd te worden ten gevolge van politieke, religieuze, militaire of andere problemen, worden vluchtelingen genoemd. De definitie van het begrip vluchteling verschilt soms al naargelang de tijd en de plaats, maar de internationale bezorgdheid voor de situatie van de vluchtelingen heeft tot een algemene consensus geleid. Zoals gedefinieerd in het Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen uit 1951 (het ‘Vluchtelingenverdrag’) wordt een vluchteling omschreven als een persoon die “uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen, of die, indien hij geen nationaliteit bezit en verblijft buiten het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren.” Hoewel de term vluchteling uit het Vluchtelingenverdrag door internationale organisaties zoals de VN gehanteerd wordt, blijft deze toch voor verwarring zorgen en wordt hij vaak inconsequent gebruikt in het gewone taalgebruik. In de media bijvoorbeeld, worden vluchtelingen vaak verward met mensen die immigreren uit economische overwegingen (“economische immigranten”) en met vervolgde groepen die in hun moederland blijven zonder een landsgrens over te steken (“ontheemden”). De vrees voor vervolging moet gebaseerd zijn op de volgende vijf gronden uit het Vluchtelingenverdrag (artikel 1, A 2): ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep, de politieke overtuiging. Vervolging op basis van andere gronden wordt niet in overweging genomen. Ras wordt in de ruimste betekenis gebruikt en omvat etnische groepen en sociale groepen van dezelfde afstamming. Religie is een ruim begrip en omvat de identificatie met een groep die gemeenschappelijke tradities en overtuigingen heeft, alsook het praktiseren van een godsdienst. Nationaliteit omvat individueel burgerschap. Vervolging van etnische, taalkundige en culturele groepen in een bevolking wordt eveneens omschreven als vervolging op basis van nationaliteit. Een ‘bepaalde sociale groep’ heeft betrekking op personen die een gelijkaardige achtergrond, gewoonten of sociale status gemeen hebben. Deze categorie overlapt vaak met vervolging op basis van één van de andere vier gronden. Kapitalistische families, landeigenaars, homoseksuelen, ondernemers en voormalige militairen werden reeds beschouwd als vallend onder deze categorie. Politieke overtuiging betreft ideeën die door de autoriteiten niet getolereerd worden, zoals een kritische opinie met betrekking tot het overheidsbeleid en tot overheidsmethoden. Het omvat ook overtuigingen die aan individuen worden toegekend (bijvoorbeeld, de autoriteiten denken dat een persoon een bepaalde politieke opinie heeft), zelfs als dat niet het geval blijkt te zijn. Individuen die hun politieke opinie verbergen tot ze hun land ontvlucht zijn, kunnen toch in aanmerking komen voor de status van vluchteling als ze kunnen aantonen dat hun ideeën aanleiding zullen geven tot vervolging als ze naar hun land terugkeren. Definities worden belangrijk wanneer landen en organisaties proberen vast te stellen wie een vluchteling is en wie niet. Asielzoekers, zij die in een ander land de vluchtelingenstatus wensen te verkrijgen, moeten normaal gezien kunnen aantonen dat hun angst voor vervolging gegrond is. Ze moeten ook een juridische procedure doorlopen, waarin het gastland vaststelt of hij of zij voor de status van vluchteling in aanmerking komt. Bij een massale uittocht is het voor het gastland mogelijk niet haalbaar om een individuele screening te doen. In die omstandigheden, in het bijzonder wanneer burgers massaal omwille van gelijkaardige redenen vluchten, kan een ‘gezamenlijke’ vluchtelingenstatus toegekend worden, waarbij elke burger afzonderlijk als vluchteling beschouwd wordt zolang het tegendeel niet bewezen is. Het internationale recht erkent het recht om asiel te zoeken, maar verplicht staten niet om asiel toe te kennen. Soms bieden staten ‘tijdelijke bescherming’ wanneer zij te maken krijgen met een plotse massale instroom van mensen en hun reguliere systeem van vluchtelingenopvang overbelast dreigt te raken. In dat geval kunnen mensen versneld toegelaten worden tot veilige landen, maar zonder een garantie op permanent asiel. ‘Tijdelijke bescherming’ is dus hulpvol, zowel voor regeringen en voor asielzoekers in bepaalde omstandigheden. Het is echter slechts een aanvulling en kan dus niet gezien worden als vervangmiddel voor een ruimer systeem van beschermingsmaatregelen dat geboden wordt door het Vluchtelingenverdrag. Organisaties voor bescherming van en hulp aan vluchtelingen promoten over het algemeen drie “duurzame oplossingen” voor het lot van de vluchtelingen. Vrijwillige repatriëring: vluchtelingen kunnen terugkeren naar hun land van herkomst omdat hun leven en vrijheid niet langer bedreigd worden. Plaatselijke integratie: regeringen van gastlanden geven vluchtelingen de mogelijkheid om zich te integreren in het land waar zij hun eerste asielverzoek hebben gedaan. Herintegratie in een derde land: repatriëring is onveilig en het eerste asielland weigert lokale integratie. Het merendeel van de vluchtelingen wacht op een duurzame oplossing voor de hachelijke situatie waarin ze verkeren. Terwijl de meeste van hen in naburige landen voorwaardelijk of tijdelijk asiel hebben verkregen kunnen zij zich niet integreren of hun status regulariseren. Hun rechten om zich vrij te bewegen en te werken zijn vaak erg beperkt, en mogelijkheden op het vlak van onderwijs en ontspanning zijn vaak onbestaand of erg gebrekkig. Deze vluchtelingen kunnen ook het slachtoffer worden van geweld, ofwel wegens de plaatselijke veiligheidsdiensten ofwel ten gevolge van verrassingsaanvallen vanuit het land van herkomst. Een speciale categorie vormen de mensen die gedwongen zijn hun huis te verlaten omwille van dezelfde redenen als vluchtelingen, maar die de grens van hun land niet overgestoken zijn. Deze mensen worden ontheemden genoemd. Tegen het einde van 2000 waren er wereldwijd naar schatting 11,5 miljoen vluchtelingen die om verschillende redenen hun land ontvlucht waren en een nog groter aantal ontheemden, tussen de 20 en 25 miljoen, die om gelijkaardige redenen hun huizen ontvlucht waren. Momenteel hebben meer en meer conflicten te maken met disputen tussen politieke en etnische groepen binnenin landen dan met oorlogen tussen landen. Gezien deze evolutie is het waarschijnlijk dat het aantal mensen toeneemt dat in eigen land in conflicten verstrikt raakt en hun huis moet verlaten. 12 miljoen vluchtelingen in 2001 Tien grootste groepen Land van herkomst Belangrijkste asiellanden Afghanistan Iran / Pakistan Irak Iran Burundi Tanzania Oeganda / Ethiopië / D.R. Kongo / Kenia / Centraal Soedan Afrikaanse Republiek Angola Zambia / D.R. Kongo / Namibië Somalië Kenia / Jemen/ Ethiopië / VS/ VK Bosnië Herzegovina Joegoslavië / Kroatië / Slovenië D.R. Kongo Tanzania / Kongo / Zambia / Rwanda Vietnam China / VS Eritrea Soedan Bron: Refugees by Numbers 2002, UNHCR Vluchtelingen 3.809.600 554.000 530.100 489.500 470.600 439.900 426.000 392.100 353.200 333.100 Kindvluchtelingen Het nieuws staat bol van de berichtgeving over vluchtelingen, over asielzoekers en over mensen zonder papieren. We zien beelden van vluchtelingenkampen in Soedan en Tsjaad. We horen over bootvluchtelingen die vanuit Noord-Afrika landen als Italië en Malta proberen te bereiken. We lezen over mensen die niet erkend worden als vluchteling, die afgewezen worden en dus terug naar hun land moeten. Sommigen van hen bezetten uit protest kerken. Juist begrijpen wat een asielzoeker en een vluchteling is, is niet gemakkelijk. Maar het is ook helemaal niet gemakkelijk om asielzoeker of vluchteling te zijn. Weinig mensen kunnen zich de problemen voorstellen die vluchtelingen tijdens hun vlucht ervaren, of hoe het voor hen is in een vluchtelingenkamp of in een Europees land te wonen. Dikwijls worden ze aangezien als gelukzoekers, mensen die om het beter te hebben hier willen komen wonen, en hier proberen werk te vinden. Of als profiteurs die mee willen genieten van de werkloosheidsuitkeringen, van de steun aan arme mensen en van andere voorzieningen in ons tamelijk rijk land. Ze staan niet stil bij de soms zeer ernstige redenen waarom ze hun land ontvluchten, bij het soms zeer kwetsbaar zijn van deze mensen, bij het onrecht dat soms aan deze mensen aangedaan werd en wordt. 1. Waarom vluchten ze? Er zijn veel redenen waarom mensen zich gedwongen zien hun woonplaats te verlaten. Oorlog en geweld zijn één van de redenen waarom mensen vluchten. Men spreekt dan van oorlogsvluchtelingen. Maar er kunnen ook andere dingen gebeuren waardoor iemand zich niet meer veilig voelt in zijn dorp, stad of land. Zo gebeurt het dat mensen die aan politiek doen, vooral als ze niet akkoord gaan met de regering van hun land bijvoorbeeld, in de gevangenis gezet worden, of riskeren dat er een aanslag op hen gepleegd wordt. En omdat ze dat niet willen, ontvluchten ze dan hun land. Maar het gebeurt ook dat iemand zijn of haar land ontvlucht omdat ze door haar ouders gedwongen wordt te trouwen met iemand die ze niet wil. Of omdat een jong meisje of een jonge vrouw niet wil uitgehuwelijkt worden, ook al is dat in haar dorp of streek nog steeds de gewoonte. Voor iemand die homoseksueel is in een land waar dit niet toegelaten wordt, kan dit ook een reden zijn om uit zijn land weg te vluchten. Dit wil niet zeggen dat iedereen die migreert (in een andere streek of land gaat wonen) als een vluchteling wordt gezien. Darfoer, in Soedan, is een streek waar meer dan 2,5 miljoen mensen uit weggevlucht zijn. Er is namelijk een conflict tussen gewapende groepen onderling en met het leger van de regering. Hierbij worden heel veel mensen die er niets mee te maken hebben vermoord, aangevallen, verkracht. Oogsten worden vernield en er ontstaan ziekten en hongersnood. De meeste mensen vluchten weg naar andere streken in Soedan. Ze verblijven er in kampen voor ontheemden, waar het nog steeds gevaarlijk is. De kampen worden regelmatig aangevallen en geplunderd. Zich buiten de kampen begeven is een enorm risico. Toch moeten vrouwen en meisjes dit vaak doen om hout te sprokkelen. Deze situatie zorgt ervoor dat het moeilijk is voor hulporganisaties om voedsel, water en medicijnen te brengen, waardoor er hongersnood en ziektes ontstaan. 2. Wie is een vluchteling? En een kindvluchteling? De landen van de VN (Verenigde Naties) hebben samen een overeenkomst opgesteld waarin enkel het thema vluchtelingen besproken wordt. Deze overeenkomst noemt het ‘Internationaal Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen’. In dit verdrag staan vier voorwaarden waaraan men moet voldoen om een vluchteling genoemd te kunnen worden. - Ten eerste is een vluchteling iemand die met reden bang is om vervolgd te worden, zonder dat hij of zij iets ernstigs misdaan heeft. Zoals een homoseksueel in wiens land homoseksuelen in de gevangenis kunnen belanden gewoon omdat ze homoseksueel zijn. - Een tweede voorwaarde is dat hij of zij vervolgd wordt om één van de volgende redenen: zijn of haar ras, zijn of haar godsdienst, zijn of haar nationaliteit, de sociale groep waartoe hij of zij behoort (bijvoorbeeld zigeuners, of homoseksuelen, of vrouwen) of de politieke overtuiging die iemand heeft. - Een derde voorwaarde is dat de vluchteling buiten zijn eigen land is. Mensen die uit het dorp waar ze wonen wegvluchten, maar toch in hun land blijven, zijn geen vluchtelingen, maar ontheemden (of ‘internally displaced people’). - Een laatste voorwaarde is dat de vluchteling niet beschermd kan worden door zijn eigen land. Zoals een vrouw die niet wil besneden worden, maar in eigen land niet genoeg beschermd wordt daartegen, omdat er geen wet is die het verbiedt of omdat de politie niets doet ook al is het verboden. Een kindvluchteling is een vluchteling die nog geen 18 jaar oud is, of is een kind van een volwassen vluchteling. Omdat ze nog geen 18 jaar oud zijn, zijn de kinderrechten op hen van toepassing. Deze rechten staan beschreven in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, dat door de landen van de VN opgesteld is. Mensen die uit hun land weggaan omdat er armoede in hun land is of omdat ze in een ander land gaan studeren, worden niet als vluchteling beschouwd. Ook al kan het heel erg zijn om arm te zijn. Sommigen willen deze mensen ook als vluchteling beschouwd zien. Een asielzoeker is iemand die probeert in een ander land bescherming te vinden. Vele landen geven die bescherming enkel aan vluchtelingen. Een migrant is iemand die van het ene land naar het andere land verhuist, wat ook de reden daarvan is. Soms wordt de term gebruikt om iemand aan te duiden die naar een ander land gaat wonen om er te werken. 3. Bescherming van vluchtelingen. Bijzondere bescherming voor kindvluchtelingen De landen van de VN hebben in het Internationaal Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen afgesproken dat wie vluchteling is, beschermd moet worden. Ze mogen zeker niet teruggestuurd worden. Kindvluchtelingen zijn nog kwetsbaarder dan volwassen vluchtelingen. Ze moeten dus extra beschermd worden: ze moeten naar school kunnen gaan, ze moeten eten en drinken hebben, en onderdak. Gewoon omdat ze nog kinderen zijn. Sommigen hebben al meer dan genoeg meegemaakt. Zoals een gevaarlijke tocht vanuit een land waar ze al niet veilig waren. 4. Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen of alleenstaande minderjarige asielzoekers Er zijn ook niet-begeleide minderjarige vreemdelingen of alleenstaande minderjarige asielzoekers. Dit zijn kinderen die hun land verlaten hebben en die niet begeleid worden door hun ouders of door andere volwassenen. Het is mogelijk dat ze hun ouders kwijtgeraakt zijn tijdens een oorlog of tijdens de vlucht uit hun land. Sommige kinderen vluchten ook alleen uit hun land weg, soms samen met broertjes en zusjes. Ze moeten helemaal alleen voor eten zorgen, voor een slaapplaats, enzovoort. Tenzij andere mensen die zorg voor hen opnemen. Volgens de afdeling van de VN die rond vluchtelingen werkt, zijn niet-begeleide minderjarige vluchtelingen in de meeste gevallen jongens die afkomstig zijn uit Afghanistan of Irak. Eén derde van de niet-begeleide minderjarige vluchtelingen is 15 jaar of jonger. Twee derde is 16 of 17 jaar. 5. Kindvluchtelingen in buurlanden van hun land De meeste vluchtelingen, die wegvluchten van hun woonplaats, geraken nooit in Europa. Ze komen dan in andere delen van hun land terecht (deze mensen noemt men ontheemden) of ze komen in een buurland van hun land terecht. Kindvluchtelingen, die wegvluchten naar andere delen van hun land of naar een buurland van hun land, komen daar dikwijls in een vluchtelingenkamp terecht. Meestal waren ze weggevlucht uit een arm land en kwamen ze in een ander arm land terecht. In een vluchtelingenkamp is iedereen voornamelijk gericht op overleven. Zo´n vluchtelingenkamp bestaat vaak uit tenten en hutjes. Eten, drinken en dekens krijgen de vluchtelingen meestal van organisaties uit andere landen of van internationale organisaties zoals het Rode Kruis die komen helpen. Soms wonen ze maanden of jaren in zo´n kamp, zonder te weten wanneer ze terug naar huis zullen kunnen. Voor kinderen is het helemaal niet leuk om in zo´n kamp te wonen. Er is bijna gaan eten, ze kunnen niet naar school, ze kunnen niet spelen enzovoort. Daarom proberen vluchtelingenorganisaties schooltjes te bouwen, en activiteiten voor kinderen te organiseren,…. Er zijn bijvoorbeeld heel wat mensen die weggevlucht zijn uit Afghanistan omdat het daar oorlog was. Meer dan een miljoen van hen wonen nu in Pakistan, het buurland van Afghanistan. 6. Kindvluchtelingen in Europa Een klein deel van alle vluchtelingen, en ook van de kindvluchtelingen, komt in Europa terecht. Naar Europa reizen is niet zo eenvoudig als het lijkt. Je moet het geld hebben om een vliegtuigticket of een ander vervoermiddel te betalen. Je moet ook een paspoort en een visum hebben om het land binnen te kunnen. Als zo iemand aan de grens geraakt van een land waar hij of zij binnen wil, kan die aan de grens asiel vragen. Wie vlucht, moet bereid zijn een lange en soms gevaarlijke reis af te leggen. Soms doen mensen een beroep op mensensmokkelaars om in Europa te geraken en moeten hen dan veel geld betalen. Al bij al komen er niet zoveel asielzoekers de Europese Unie binnen, al verschilt dat sterk van land tot land. In de landen die de buitengrens van de Europese Unie vormen, zoals Italië en Oostenrijk, melden er zich zeer veel asielzoekers. 7. Kindvluchtelingen in België Een vluchteling die in België aankomt en asiel vraagt, komt eerst in een opvangcentrum terecht. Dat is ook zo voor een kindvluchteling die met zijn of haar ouders aankomt. Het leven in die opvangcentra is niet erg leuk. De vluchtelingen moeten met velen in dezelfde kamer slapen. Er is bijna geen speelgoed en er zijn weinig activiteiten. De tv staat bijna de hele dag aan, vaak op programma’s die niet voor kinderen zijn. Ondertussen wordt beslist of de persoon in België als een vluchteling gezien wordt of niet. Men weet niet precies wanneer die beslissing zal vallen. Maar meestal is de beslissing negatief, dat wil zeggen dat men niet als vluchteling aangezien wordt. Wie als vluchteling erkend wordt, blijft niet meer in het opvangcentrum en kiest zelf waar hij of zij gaat wonen. Deze vluchtelingen kunnen dan bijvoorbeeld bij het OCMW aankloppen om zo een woning te huren. Wie als vluchteling erkend wordt, mag voor onbepaalde duur in België blijven. Als beslist wordt dat ze geen vluchteling zijn, moeten ze terug naar hun land. Als ze hierna dan toch in België blijven, zijn ze hier illegaal. Als de beslissing negatief is, kan men daartegen in beroep gaan. Als niet-begeleide minderjarige vreemdelingen of alleenstaande minderjarige asielzoekers (kindvluchtelingen zonder ouders of andere volwassenen) in België toekomen, komen ze ook in een opvangcentrum terecht. Maar voor hen wordt dan een volwassene aangeduid die alles voor deze kindvluchteling moet regelen en die hem moet helpen en begeleiden. Die volwassene helpt de jongere of de minderjarige een plaats te zoeken om te wonen, bijvoorbeeld in een pleeggezin. Deze volwassene is dan de voogd van de kindvluchteling, tot hij of zij 18 jaar is. Niet-begeleide minderjarige vluchtelingen mogen in België blijven tot ze 18 jaar zijn. Ook als ze niet als vluchteling erkend worden of niet gevraagd hebben als vluchteling erkend te worden. Alle kindvluchtelingen, die in Vlaanderen mogen blijven, leren eerst Nederlands in een speciale klas. Als ze Nederlands kennen gaan ze naar een gewone klas. Kindvluchtelingen – Werkblad Stel je even voor dat je thuis bent, dat je ouders je vertellen dat je zo dadelijk het land zult verlaten en dat je een half uurtje krijgt om spullen mee te nemen. Wat zou je zoal willen meenemen? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Zou je verder nog iets willen doen? Van wie zou je afscheid willen nemen? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Kan je een reden verzinnen waarom je familie zou willen vluchten uit ons land? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Er zijn landen waar tamelijk veel mensen op de vlucht gaan. Kan je enkele voorbeelden geven van dergelijke landen? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Kan je ook redenen geven waarom mensen daar het land willen verlaten? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Geef in je eigen woorden bondig weer wat elk van deze termen betekent: a. vluchteling:…………………………………………………………………….……………………... ………………………………………………………………………………..………………………….. b. ontheemde:…………………………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………………………… c. migrant:……………………………………………………………………...……………………….. …………………………………………………………………………………………………………… d. niet-begeleide minderjarige vreemdeling:………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………...…………………………………. e. asielzoeker:………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………… Noem enkele moeilijkheden op die vluchtelingen soms hebben om in het land te geraken waar ze willen zijn. …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Waar of niet waar? Een vrouw die haar land ontvlucht omdat ze arm is wordt als vluchteling erkend. O Waar O Niet waar Kindvluchtelingen kunnen in ons land niet naar school gaan. O Waar O Niet waar Asielzoekers betalen soms veel geld aan mensensmokkelaars om in een Europees land te kunnen binnen geraken. O Waar O Niet waar Wie van buiten Europa naar een Europees land wil reizen heeft een visum nodig. O Waar O Niet waar Er zijn meer asielzoekers in Europa dan in de rest van de wereld. O Waar O Niet waar Kindvluchtelingen die zonder ouders of familie hier zijn, mogen hier blijven tot ze 18 jaar oud zijn. O Waar O Niet waar Een vluchteling heeft recht op bescherming in het land waar hij/zij asiel vindt. In elk van de volgende verdragen wordt deze bescherming vastgelegd. Specificeer welk aspect van bescherming vastgelegd wordt: - in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind: …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… - in het Internationaal Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen: …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Waar en hoe leven kindvluchtelingen in België? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Wat is daar niet zo leuk aan voor hen? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Duid aan of je akkoord gaat met de volgende uitspraken: Ons land moet goed zorgen voor kindvluchtelingen. O Ja O Nee Ik zou het niet erg vinden om kindvluchteling te zijn. O Ja O Nee Het zou niet mogen gebeuren dat iemand zijn land moet ontvluchten omdat hij niet akkoord is met de politiek in zijn land. O Ja O Nee Leven in een vluchtelingenkamp dat is zoals het hele jaar door kamperen. Ik zou dat zeer fijn vinden. O Ja O Nee We moeten ervoor zorgen dat kindvluchtelingen zo goed mogelijk kunnen leven zoals andere kinderen. O Ja O Nee Kindvluchtelingen - Woordraadsel Vul het woordraadsel in. De ‘IJ’ hoort huis in 1 vakje. Welk woord vind je in het vette gedeelte? 1 In België komen vluchtelingen in verschillende …………terecht. 2 Vele vluchtelingen hebben het geld niet om in Europa te geraken en komen in een …………….. van hun land terecht. 3 Vluchtelingen uit arme landen, die gevlucht zijn naar een arm buurland, verblijven er vaak in een ……………kamp. 4 Het behoren tot een ………… groep kan een reden zijn om te vluchten. 5 Mensen die wegvluchten van hun woonplaats naar een andere streek in hun land zijn ………………. 6 ………… is een land in Afrika waaruit heel veel mensen wegvluchten. 7 Er bestaat een ……………………. vluchtelingenverdrag waar heel veel landen mee akkoord gaan. 8 Iemand die de vraag stelt om in een land te verblijven, vraagt ……… aan in dat land. 9 Iemand kan vluchten omwille van de ………… activiteiten die hij/zij uitvoert. 10 Sommige mensen vragen heel veel geld om vluchtelingen naar Europa te brengen. De vluchtelingen reizen dan in erbarmelijke omstandigheden. Deze mensen zijn ……………………………. 11 Iemand die in een land blijft nadat hij de opdracht gekregen heeft het land te verlaten, verblijft er …………. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 O A B D C E S L O D S R T A S P E I K A E A Het gevonden woord is : ___________________________________________________________ S