Wat is een vluchteling

advertisement
Wat is een vluchteling?
Personen die, als individu of in groep, gedwongen worden om hun huizen te verlaten omdat zij
gevaar lopen vervolgd te worden ten gevolge van politieke, religieuze, militaire of andere problemen,
worden vluchtelingen genoemd. De definitie van het begrip vluchteling verschilt soms al
naargelang de tijd en de plaats, maar de internationale bezorgdheid voor de situatie van de
vluchtelingen heeft tot een algemene consensus geleid. Zoals gedefinieerd in het Verdrag
betreffende de Status van Vluchtelingen uit 1951 (het ‘Vluchtelingenverdrag’) wordt een vluchteling
omschreven als een persoon die
“uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een
bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de
nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde
vrees, niet wil inroepen, of die, indien hij geen nationaliteit bezit en verblijft buiten het land waar hij
vroeger zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees,
niet wil terugkeren.”
Hoewel de term vluchteling uit het Vluchtelingenverdrag door internationale organisaties zoals de
VN gehanteerd wordt, blijft deze toch voor verwarring zorgen en wordt hij vaak inconsequent
gebruikt in het gewone taalgebruik. In de media bijvoorbeeld, worden vluchtelingen vaak verward
met mensen die immigreren uit economische overwegingen (“economische immigranten”) en met
vervolgde groepen die in hun moederland blijven zonder een landsgrens over te steken
(“ontheemden”).
De vrees voor vervolging moet gebaseerd zijn op de volgende vijf gronden uit het
Vluchtelingenverdrag (artikel 1, A 2): ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde
sociale groep, de politieke overtuiging. Vervolging op basis van andere gronden wordt niet in
overweging genomen.
Ras wordt in de ruimste betekenis gebruikt en omvat etnische groepen en sociale groepen van
dezelfde afstamming.
Religie is een ruim begrip en omvat de identificatie met een groep die gemeenschappelijke tradities
en overtuigingen heeft, alsook het praktiseren van een godsdienst.
Nationaliteit omvat individueel burgerschap. Vervolging van etnische, taalkundige en culturele
groepen in een bevolking wordt eveneens omschreven als vervolging op basis van nationaliteit.
Een ‘bepaalde sociale groep’ heeft betrekking op personen die een gelijkaardige achtergrond,
gewoonten of sociale status gemeen hebben. Deze categorie overlapt vaak met vervolging op basis
van één van de andere vier gronden. Kapitalistische families, landeigenaars, homoseksuelen,
ondernemers en voormalige militairen werden reeds beschouwd als vallend onder deze categorie.
Politieke overtuiging betreft ideeën die door de autoriteiten niet getolereerd worden, zoals een
kritische opinie met betrekking tot het overheidsbeleid en tot overheidsmethoden. Het omvat ook
overtuigingen die aan individuen worden toegekend (bijvoorbeeld, de autoriteiten denken dat een
persoon een bepaalde politieke opinie heeft), zelfs als dat niet het geval blijkt te zijn. Individuen die
hun politieke opinie verbergen tot ze hun land ontvlucht zijn, kunnen toch in aanmerking komen voor
de status van vluchteling als ze kunnen aantonen dat hun ideeën aanleiding zullen geven tot
vervolging als ze naar hun land terugkeren.
Definities worden belangrijk wanneer landen en organisaties proberen vast te stellen wie een
vluchteling is en wie niet. Asielzoekers, zij die in een ander land de vluchtelingenstatus wensen te
verkrijgen, moeten normaal gezien kunnen aantonen dat hun angst voor vervolging gegrond is. Ze
moeten ook een juridische procedure doorlopen, waarin het gastland vaststelt of hij of zij voor de
status van vluchteling in aanmerking komt. Bij een massale uittocht is het voor het gastland mogelijk
niet haalbaar om een individuele screening te doen. In die omstandigheden, in het bijzonder
wanneer burgers massaal omwille van gelijkaardige redenen vluchten, kan een ‘gezamenlijke’
vluchtelingenstatus toegekend worden, waarbij elke burger afzonderlijk als vluchteling beschouwd
wordt zolang het tegendeel niet bewezen is.
Het internationale recht erkent het recht om asiel te zoeken, maar verplicht staten niet om asiel toe
te kennen. Soms bieden staten ‘tijdelijke bescherming’ wanneer zij te maken krijgen met een
plotse massale instroom van mensen en hun reguliere systeem van vluchtelingenopvang overbelast
dreigt te raken. In dat geval kunnen mensen versneld toegelaten worden tot veilige landen, maar
zonder een garantie op permanent asiel. ‘Tijdelijke bescherming’ is dus hulpvol, zowel voor
regeringen en voor asielzoekers in bepaalde omstandigheden. Het is echter slechts een aanvulling
en kan dus niet gezien worden als vervangmiddel voor een ruimer systeem van
beschermingsmaatregelen dat geboden wordt door het Vluchtelingenverdrag.
Organisaties voor bescherming van en hulp aan vluchtelingen promoten over het algemeen drie
“duurzame oplossingen” voor het lot van de vluchtelingen.



Vrijwillige repatriëring: vluchtelingen kunnen terugkeren naar hun land van herkomst omdat
hun leven en vrijheid niet langer bedreigd worden.
Plaatselijke integratie: regeringen van gastlanden geven vluchtelingen de mogelijkheid om
zich te integreren in het land waar zij hun eerste asielverzoek hebben gedaan.
Herintegratie in een derde land: repatriëring is onveilig en het eerste asielland weigert lokale
integratie.
Het merendeel van de vluchtelingen wacht op een duurzame oplossing voor de hachelijke situatie
waarin ze verkeren. Terwijl de meeste van hen in naburige landen voorwaardelijk of tijdelijk asiel
hebben verkregen kunnen zij zich niet integreren of hun status regulariseren. Hun rechten om zich
vrij te bewegen en te werken zijn vaak erg beperkt, en mogelijkheden op het vlak van onderwijs en
ontspanning zijn vaak onbestaand of erg gebrekkig. Deze vluchtelingen kunnen ook het slachtoffer
worden van geweld, ofwel wegens de plaatselijke veiligheidsdiensten ofwel ten gevolge van
verrassingsaanvallen vanuit het land van herkomst.
Een speciale categorie vormen de mensen die gedwongen zijn hun huis te verlaten omwille van
dezelfde redenen als vluchtelingen, maar die de grens van hun land niet overgestoken zijn. Deze
mensen worden ontheemden genoemd. Tegen het einde van 2000 waren er wereldwijd naar
schatting 11,5 miljoen vluchtelingen die om verschillende redenen hun land ontvlucht waren en een
nog groter aantal ontheemden, tussen de 20 en 25 miljoen, die om gelijkaardige redenen hun
huizen ontvlucht waren. Momenteel hebben meer en meer conflicten te maken met disputen tussen
politieke en etnische groepen binnenin landen dan met oorlogen tussen landen. Gezien deze
evolutie is het waarschijnlijk dat het aantal mensen toeneemt dat in eigen land in conflicten verstrikt
raakt en hun huis moet verlaten.
12 miljoen vluchtelingen in 2001
Tien grootste groepen
Land van herkomst Belangrijkste asiellanden
Afghanistan
Iran / Pakistan
Irak
Iran
Burundi
Tanzania
Oeganda / Ethiopië / D.R. Kongo / Kenia / Centraal
Soedan
Afrikaanse Republiek
Angola
Zambia / D.R. Kongo / Namibië
Somalië
Kenia / Jemen/ Ethiopië / VS/ VK
Bosnië Herzegovina Joegoslavië / Kroatië / Slovenië
D.R. Kongo
Tanzania / Kongo / Zambia / Rwanda
Vietnam
China / VS
Eritrea
Soedan
Bron: Refugees by Numbers 2002, UNHCR
Vluchtelingen
3.809.600
554.000
530.100
489.500
470.600
439.900
426.000
392.100
353.200
333.100
Kindvluchtelingen
Het nieuws staat bol van de berichtgeving over vluchtelingen, over asielzoekers en over
mensen zonder papieren. We zien beelden van vluchtelingenkampen in Soedan en Tsjaad.
We horen over bootvluchtelingen die vanuit Noord-Afrika landen als Italië en Malta proberen
te bereiken. We lezen over mensen die niet erkend worden als vluchteling, die afgewezen
worden en dus terug naar hun land moeten. Sommigen van hen bezetten uit protest kerken.
Juist begrijpen wat een asielzoeker en een vluchteling is, is niet gemakkelijk. Maar het is ook
helemaal niet gemakkelijk om asielzoeker of vluchteling te zijn. Weinig mensen kunnen zich
de problemen voorstellen die vluchtelingen tijdens hun vlucht ervaren, of hoe het voor hen is
in een vluchtelingenkamp of in een Europees land te wonen. Dikwijls worden ze aangezien
als gelukzoekers, mensen die om het beter te hebben hier willen komen wonen, en hier
proberen werk te vinden. Of als profiteurs die mee willen genieten van de
werkloosheidsuitkeringen, van de steun aan arme mensen en van andere voorzieningen in
ons tamelijk rijk land. Ze staan niet stil bij de soms zeer ernstige redenen waarom ze hun
land ontvluchten, bij het soms zeer kwetsbaar zijn van deze mensen, bij het onrecht dat
soms aan deze mensen aangedaan werd en wordt.
1. Waarom vluchten ze?
Er zijn veel redenen waarom mensen zich gedwongen zien hun woonplaats te verlaten.
Oorlog en geweld zijn één van de redenen waarom mensen vluchten. Men spreekt dan van
oorlogsvluchtelingen. Maar er kunnen ook andere dingen gebeuren waardoor iemand zich
niet meer veilig voelt in zijn dorp, stad of land. Zo gebeurt het dat mensen die aan politiek
doen, vooral als ze niet akkoord gaan met de regering van hun land bijvoorbeeld, in de
gevangenis gezet worden, of riskeren dat er een aanslag op hen gepleegd wordt. En omdat
ze dat niet willen, ontvluchten ze dan hun land. Maar het gebeurt ook dat iemand zijn of haar
land ontvlucht omdat ze door haar ouders gedwongen wordt te trouwen met iemand die ze
niet wil. Of omdat een jong meisje of een jonge vrouw niet wil uitgehuwelijkt worden, ook al is
dat in haar dorp of streek nog steeds de gewoonte. Voor iemand die homoseksueel is in een
land waar dit niet toegelaten wordt, kan dit ook een reden zijn om uit zijn land weg te
vluchten. Dit wil niet zeggen dat iedereen die migreert (in een andere streek of land gaat
wonen) als een vluchteling wordt gezien.
Darfoer, in Soedan, is een streek waar meer dan 2,5 miljoen mensen uit weggevlucht zijn. Er
is namelijk een conflict tussen gewapende groepen onderling en met het leger van de
regering. Hierbij worden heel veel mensen die er niets mee te maken hebben vermoord,
aangevallen, verkracht. Oogsten worden vernield en er ontstaan ziekten en hongersnood. De
meeste mensen vluchten weg naar andere streken in Soedan. Ze verblijven er in kampen
voor ontheemden, waar het nog steeds gevaarlijk is. De kampen worden regelmatig
aangevallen en geplunderd. Zich buiten de kampen begeven is een enorm risico. Toch
moeten vrouwen en meisjes dit vaak doen om hout te sprokkelen. Deze situatie zorgt ervoor
dat het moeilijk is voor hulporganisaties om voedsel, water en medicijnen te brengen,
waardoor er hongersnood en ziektes ontstaan.
2. Wie is een vluchteling? En een kindvluchteling?
De landen van de VN (Verenigde Naties) hebben samen een overeenkomst opgesteld
waarin enkel het thema vluchtelingen besproken wordt. Deze overeenkomst noemt het
‘Internationaal Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen’. In dit verdrag staan vier
voorwaarden waaraan men moet voldoen om een vluchteling genoemd te kunnen worden.
- Ten eerste is een vluchteling iemand die met reden bang is om vervolgd te worden, zonder
dat hij of zij iets ernstigs misdaan heeft. Zoals een homoseksueel in wiens land
homoseksuelen in de gevangenis kunnen belanden gewoon omdat ze homoseksueel zijn.
- Een tweede voorwaarde is dat hij of zij vervolgd wordt om één van de volgende redenen:
zijn of haar ras, zijn of haar godsdienst, zijn of haar nationaliteit, de sociale groep waartoe hij
of zij behoort (bijvoorbeeld zigeuners, of homoseksuelen, of vrouwen) of de politieke
overtuiging die iemand heeft.
- Een derde voorwaarde is dat de vluchteling buiten zijn eigen land is. Mensen die uit het
dorp waar ze wonen wegvluchten, maar toch in hun land blijven, zijn geen vluchtelingen,
maar ontheemden (of ‘internally displaced people’).
- Een laatste voorwaarde is dat de vluchteling niet beschermd kan worden door zijn eigen
land. Zoals een vrouw die niet wil besneden worden, maar in eigen land niet genoeg
beschermd wordt daartegen, omdat er geen wet is die het verbiedt of omdat de politie niets
doet ook al is het verboden.
Een kindvluchteling is een vluchteling die nog geen 18 jaar oud is, of is een kind van een
volwassen vluchteling. Omdat ze nog geen 18 jaar oud zijn, zijn de kinderrechten op hen van
toepassing. Deze rechten staan beschreven in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten
van het Kind, dat door de landen van de VN opgesteld is.
Mensen die uit hun land weggaan omdat er armoede in hun land is of omdat ze in een ander
land gaan studeren, worden niet als vluchteling beschouwd. Ook al kan het heel erg zijn om
arm te zijn. Sommigen willen deze mensen ook als vluchteling beschouwd zien.
Een asielzoeker is iemand die probeert in een ander land bescherming te vinden. Vele
landen geven die bescherming enkel aan vluchtelingen.
Een migrant is iemand die van het ene land naar het andere land verhuist, wat ook de reden
daarvan is. Soms wordt de term gebruikt om iemand aan te duiden die naar een ander land
gaat wonen om er te werken.
3. Bescherming van vluchtelingen. Bijzondere bescherming voor kindvluchtelingen
De landen van de VN hebben in het Internationaal Verdrag betreffende de Status van
Vluchtelingen afgesproken dat wie vluchteling is, beschermd moet worden. Ze mogen zeker
niet teruggestuurd worden.
Kindvluchtelingen zijn nog kwetsbaarder dan volwassen vluchtelingen. Ze moeten dus extra
beschermd worden: ze moeten naar school kunnen gaan, ze moeten eten en drinken
hebben, en onderdak. Gewoon omdat ze nog kinderen zijn. Sommigen hebben al meer dan
genoeg meegemaakt. Zoals een gevaarlijke tocht vanuit een land waar ze al niet veilig
waren.
4. Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen of alleenstaande minderjarige
asielzoekers
Er zijn ook niet-begeleide minderjarige vreemdelingen of alleenstaande minderjarige
asielzoekers. Dit zijn kinderen die hun land verlaten hebben en die niet begeleid worden door
hun ouders of door andere volwassenen. Het is mogelijk dat ze hun ouders kwijtgeraakt zijn
tijdens een oorlog of tijdens de vlucht uit hun land. Sommige kinderen vluchten ook alleen uit
hun land weg, soms samen met broertjes en zusjes. Ze moeten helemaal alleen voor eten
zorgen, voor een slaapplaats, enzovoort. Tenzij andere mensen die zorg voor hen opnemen.
Volgens de afdeling van de VN die rond vluchtelingen werkt, zijn niet-begeleide minderjarige
vluchtelingen in de meeste gevallen jongens die afkomstig zijn uit Afghanistan of Irak. Eén
derde van de niet-begeleide minderjarige vluchtelingen is 15 jaar of jonger. Twee derde is 16
of 17 jaar.
5. Kindvluchtelingen in buurlanden van hun land
De meeste vluchtelingen, die wegvluchten van hun woonplaats, geraken nooit in Europa. Ze
komen dan in andere delen van hun land terecht (deze mensen noemt men ontheemden) of
ze komen in een buurland van hun land terecht.
Kindvluchtelingen, die wegvluchten naar andere delen van hun land of naar een buurland
van hun land, komen daar dikwijls in een vluchtelingenkamp terecht. Meestal waren ze
weggevlucht uit een arm land en kwamen ze in een ander arm land terecht. In een
vluchtelingenkamp is iedereen voornamelijk gericht op overleven. Zo´n vluchtelingenkamp
bestaat vaak uit tenten en hutjes. Eten, drinken en dekens krijgen de vluchtelingen meestal
van organisaties uit andere landen of van internationale organisaties zoals het Rode Kruis
die komen helpen. Soms wonen ze maanden of jaren in zo´n kamp, zonder te weten
wanneer ze terug naar huis zullen kunnen.
Voor kinderen is het helemaal niet leuk om in zo´n kamp te wonen. Er is bijna gaan eten, ze
kunnen niet naar school, ze kunnen niet spelen enzovoort. Daarom proberen
vluchtelingenorganisaties schooltjes te bouwen, en activiteiten voor kinderen te
organiseren,…. Er zijn bijvoorbeeld heel wat mensen die weggevlucht zijn uit Afghanistan
omdat het daar oorlog was. Meer dan een miljoen van hen wonen nu in Pakistan, het
buurland van Afghanistan.
6. Kindvluchtelingen in Europa
Een klein deel van alle vluchtelingen, en ook van de kindvluchtelingen, komt in Europa
terecht.
Naar Europa reizen is niet zo eenvoudig als het lijkt. Je moet het geld hebben om een
vliegtuigticket of een ander vervoermiddel te betalen. Je moet ook een paspoort en een
visum hebben om het land binnen te kunnen. Als zo iemand aan de grens geraakt van een
land waar hij of zij binnen wil, kan die aan de grens asiel vragen. Wie vlucht, moet bereid zijn
een lange en soms gevaarlijke reis af te leggen. Soms doen mensen een beroep op
mensensmokkelaars om in Europa te geraken en moeten hen dan veel geld betalen. Al bij al
komen er niet zoveel asielzoekers de Europese Unie binnen, al verschilt dat sterk van land
tot land. In de landen die de buitengrens van de Europese Unie vormen, zoals Italië en
Oostenrijk, melden er zich zeer veel asielzoekers.
7. Kindvluchtelingen in België
Een vluchteling die in België aankomt en asiel vraagt, komt eerst in een opvangcentrum
terecht. Dat is ook zo voor een kindvluchteling die met zijn of haar ouders aankomt. Het
leven in die opvangcentra is niet erg leuk. De vluchtelingen moeten met velen in dezelfde
kamer slapen. Er is bijna geen speelgoed en er zijn weinig activiteiten. De tv staat bijna de
hele dag aan, vaak op programma’s die niet voor kinderen zijn. Ondertussen wordt beslist of
de persoon in België als een vluchteling gezien wordt of niet. Men weet niet precies wanneer
die beslissing zal vallen. Maar meestal is de beslissing negatief, dat wil zeggen dat men niet
als vluchteling aangezien wordt. Wie als vluchteling erkend wordt, blijft niet meer in het
opvangcentrum en kiest zelf waar hij of zij gaat wonen. Deze vluchtelingen kunnen dan
bijvoorbeeld bij het OCMW aankloppen om zo een woning te huren. Wie als vluchteling
erkend wordt, mag voor onbepaalde duur in België blijven.
Als beslist wordt dat ze geen vluchteling zijn, moeten ze terug naar hun land. Als ze hierna
dan toch in België blijven, zijn ze hier illegaal. Als de beslissing negatief is, kan men
daartegen in beroep gaan.
Als niet-begeleide minderjarige vreemdelingen of alleenstaande minderjarige asielzoekers
(kindvluchtelingen zonder ouders of andere volwassenen) in België toekomen, komen ze ook
in een opvangcentrum terecht. Maar voor hen wordt dan een volwassene aangeduid die
alles voor deze kindvluchteling moet regelen en die hem moet helpen en begeleiden. Die
volwassene helpt de jongere of de minderjarige een plaats te zoeken om te wonen,
bijvoorbeeld in een pleeggezin. Deze volwassene is dan de voogd van de kindvluchteling, tot
hij of zij 18 jaar is. Niet-begeleide minderjarige vluchtelingen mogen in België blijven tot ze
18 jaar zijn. Ook als ze niet als vluchteling erkend worden of niet gevraagd hebben als
vluchteling erkend te worden. Alle kindvluchtelingen, die in Vlaanderen mogen blijven, leren
eerst Nederlands in een speciale klas. Als ze Nederlands kennen gaan ze naar een gewone
klas.
Kindvluchtelingen – Werkblad
Stel je even voor dat je thuis bent, dat je ouders je vertellen dat je zo dadelijk het land zult
verlaten en dat je een half uurtje krijgt om spullen mee te nemen.
Wat zou je zoal willen meenemen?
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Zou je verder nog iets willen doen? Van wie zou je afscheid willen nemen?
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Kan je een reden verzinnen waarom je familie zou willen vluchten uit ons land?
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Er zijn landen waar tamelijk veel mensen op de vlucht gaan. Kan je enkele voorbeelden
geven van dergelijke landen?
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Kan je ook redenen geven waarom mensen daar het land willen verlaten?
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Geef in je eigen woorden bondig weer wat elk van deze termen betekent:
a. vluchteling:…………………………………………………………………….……………………...
………………………………………………………………………………..…………………………..
b. ontheemde:…………………………………………………………………………………………...
……………………………………………………………………………………………………………
c. migrant:……………………………………………………………………...………………………..
……………………………………………………………………………………………………………
d. niet-begeleide minderjarige vreemdeling:…………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………...………………………………….
e. asielzoeker:…………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………
Noem enkele moeilijkheden op die vluchtelingen soms hebben om in het land te geraken
waar ze willen zijn.
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Waar of niet waar?

Een vrouw die haar land ontvlucht omdat ze arm is wordt als vluchteling erkend.
O Waar O Niet waar

Kindvluchtelingen kunnen in ons land niet naar school gaan.
O Waar O Niet waar

Asielzoekers betalen soms veel geld aan mensensmokkelaars om in een Europees land
te kunnen binnen geraken.
O Waar O Niet waar

Wie van buiten Europa naar een Europees land wil reizen heeft een visum nodig.
O Waar O Niet waar

Er zijn meer asielzoekers in Europa dan in de rest van de wereld.
O Waar O Niet waar
Kindvluchtelingen die zonder ouders of familie hier zijn, mogen hier blijven tot ze 18 jaar
oud zijn.
O Waar O Niet waar
Een vluchteling heeft recht op bescherming in het land waar hij/zij asiel vindt. In elk van de
volgende verdragen wordt deze bescherming vastgelegd. Specificeer welk aspect van
bescherming vastgelegd wordt:
- in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind:
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
- in het Internationaal Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen:
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Waar en hoe leven kindvluchtelingen in België?
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Wat is daar niet zo leuk aan voor hen?
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Duid aan of je akkoord gaat met de volgende uitspraken:

Ons land moet goed zorgen voor kindvluchtelingen.
O Ja O Nee

Ik zou het niet erg vinden om kindvluchteling te zijn.
O Ja O Nee

Het zou niet mogen gebeuren dat iemand zijn land moet ontvluchten omdat hij niet
akkoord is met de politiek in zijn land.
O Ja O Nee

Leven in een vluchtelingenkamp dat is zoals het hele jaar door kamperen. Ik zou dat zeer
fijn vinden.
O Ja O Nee

We moeten ervoor zorgen dat kindvluchtelingen zo goed mogelijk kunnen leven zoals
andere kinderen.
O Ja O Nee
Kindvluchtelingen - Woordraadsel
Vul het woordraadsel in. De ‘IJ’ hoort huis in 1 vakje. Welk woord vind je in het vette
gedeelte?
1 In België komen vluchtelingen in verschillende …………terecht.
2 Vele vluchtelingen hebben het geld niet om in Europa te geraken en komen in een
…………….. van hun land terecht.
3 Vluchtelingen uit arme landen, die gevlucht zijn naar een arm buurland, verblijven er vaak
in een ……………kamp.
4 Het behoren tot een ………… groep kan een reden zijn om te vluchten.
5 Mensen die wegvluchten van hun woonplaats naar een andere streek in hun land zijn
……………….
6 ………… is een land in Afrika waaruit heel veel mensen wegvluchten.
7 Er bestaat een ……………………. vluchtelingenverdrag waar heel veel landen mee
akkoord gaan.
8 Iemand die de vraag stelt om in een land te verblijven, vraagt ……… aan in dat land.
9 Iemand kan vluchten omwille van de ………… activiteiten die hij/zij uitvoert.
10 Sommige mensen vragen heel veel geld om vluchtelingen naar Europa te brengen. De
vluchtelingen reizen dan in erbarmelijke omstandigheden. Deze mensen zijn
…………………………….
11 Iemand die in een land blijft nadat hij de opdracht gekregen heeft het land te verlaten,
verblijft er ………….
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
O
A
B
D
C
E
S
L
O
D
S
R
T
A
S
P
E
I
K
A
E
A
Het gevonden woord is :
___________________________________________________________
S
Download