TOELICHTING OP HET BEGRIP ‘RISICOBEDRIJF’ blad: 1 van 3 Inleiding Zoals uit de bijgevoegde beschikking blijkt, bent u vergunninghouder geworden respectievelijk gebleven. U bent ook als risicobedrijf aangemerkt. De NIWO gebruikt de term ‘risicobedrijf’ simpelweg omdat deze term voortvloeit uit de Europese wet- en regelgeving, maar wij begrijpen dat deze term nogal beladen of negatief kan overkomen. Daarom leggen wij u in deze toelichting nader uit wat het begrip risicobedrijf nu eigenlijk inhoudt en wat de gevolgen hiervan voor u zijn. Als handvat treft u in de bijlage ook een “procedurebeschrijving risicobedrijven” aan. Het begrip risicobedrijf Sinds begin 2015 stelt de NIWO bij de eerste aanvraag of verlenging van een Eurovergunning vast of een transportbedrijf aangemerkt moet worden als zogeheten 'risicobedrijf'. Van een 'risicobedrijf' is sprake als het eigen vermogen wordt aangevuld met een achtergestelde lening, of als de solvabiliteitsratio minder dan 20% is (= eigen vermogen ten opzichte van totale vermogen). De term ‘risicobedrijf’ wordt gebruikt in artikel 12 van de Europese verordening nr. 1071/2009/EG. Ik ben aangemerkt als risicobedrijf, wat nu? Uit de bij de aanvraag voor verlening of verlenging overgelegde gegevens is gebleken dat u weliswaar aan de eis van kredietwaardigheid voldoet, u beschikt met andere woorden over voldoende risicodragend vermogen (€ 9000,- voor het eerste voertuig en € 5000,- voor ieder daaropvolgend voertuig). Echter u beschikt over een solvabiliteitsratio van minder dan 20% of u hebt gebruik gemaakt van een achtergestelde lening. Daarom bent u aangemerkt als risicobedrijf. Aan de hand van de bijgevoegde procedurebeschrijving leggen wij u uit welke consequenties dit voor u heeft. Normaliter toetst de NIWO om de vijf jaar of u nog aan de voorwaarden voor vergunningverlening voldoet. Aangezien u over een solvabiliteitsratio van minder dan 20% beschikt of u gebruik maakt van een achtergestelde lening en daarom als risicobedrijf bent aangemerkt, wordt u niet om de vijf jaar getoetst, maar ieder jaar. De aan u verstrekte eurovergunning is overigens gewoon vijf jaar geldig, mits aan de voorwaarden wordt voldaan. Dat betekent dat u medio juni volgend op het jaar waarin u vergunninghouder bent geworden of wanneer uw aanvraag voor verlenging van de Eurovergunning is ingewilligd, een brief van de NIWO ontvangt waarin wordt verzocht om uiterlijk 1 oktober van dat jaar bepaalde financiële stukken te overleggen. In de brief zal de NIWO u precies aangegeven welke stukken moeten worden overgelegd. Als per 1 oktober nog geen financiële stukken zijn overgelegd, ontvangt u van de NIWO een herinneringsbrief waarin u wordt verzocht om uiterlijk 1 november de gevraagde stukken te overleggen. Er kunnen zich vervolgens twee situaties voordoen: Er worden geen financiële stukken overgelegd. In dat geval zal dit leiden tot intrekking van de vergunning. NIWO / maart 2016 TOELICHTING OP HET BEGRIP ‘RISICOBEDRIJF’ blad: 2 van 3 Er worden wel financiële stukken overgelegd. In dat geval zijn de volgende vier situaties mogelijk: 1. Uit de door u overgelegde stukken blijkt dat u voldoet aan de eis van kredietwaardigheid. Verder blijkt dat u over een solvabiliteitsratio van meer dan 20% beschikt of dat er niet langer sprake is van een achtergestelde lening. In dat geval ontvangt u een beschikking dat u voldoet aan de eis van kredietwaardigheid en dat u niet langer wordt aangemerkt als risicobedrijf. Conclusie: u wordt pas weer getoetst bij het verzoek tot verlenging van uw vergunning. 2. Uit de door u overgelegde gegevens blijkt dat u niet (meer) over voldoende kredietwaardigheid beschikt voor het aantal vrachtauto’s waarover u beschikt. In dat geval wordt u verzocht om het aantal vergunningbewijzen terug te brengen (door aan de NIWO terug te sturen) tot het aantal waarvoor u wel kredietwaardig bent. Mocht u aan dit verzoek geen gehoor geven, dan is de NIWO genoodzaakt de gehele vergunning in te trekken. In het geval u het aantal vergunningbewijzen terugbrengt tot het aantal waarvoor u wel kredietwaardig bent, kunnen zich twee situaties voordoen: a. U voldoet aan de eis van kredietwaardigheid en u wordt niet langer als risicobedrijf aangemerkt, omdat de solvabiliteitsratio boven de 20% is komen te liggen of er geen achtergestelde lening meer is. In dat geval ontvangt u een beschikking van de NIWO waarin dit staat opgenomen en wordt u pas bij de verlenging van uw vergunning getoetst. b. U voldoet aan de eis van kredietwaardigheid, maar u blijft een risicobedrijf omdat uit de stukken blijkt dat u een solvabiliteitsratio van minder dan 20% hebt of de achtergestelde lening nog steeds aanwezig is. In dat geval ontvangt u een beschikking van de NIWO waarin dit staat opgenomen en dient u het jaar daarop weer de financiële stukken te overleggen. 3. U voldoet aan de eis van kredietwaardigheid, maar u blijft een risicobedrijf omdat uit de stukken blijkt dat u een solvabiliteitsratio van minder dan 20% hebt of de achtergestelde lening nog steeds aanwezig is. In dat geval ontvangt u een beschikking van de NIWO waarin dit staat opgenomen en dient u het jaar daarop weer de financiële stukken te overleggen. 4. Uit de overgelegde financiële stukken blijkt dat u niet meer voldoet aan de eis van kredietwaardigheid. In dat geval ontvangt u van de NIWO een brief waarin wordt aangegeven dat u niet meer voldoet aan de eis van kredietwaardigheid en wordt u gevraagd om binnen twee weken een zienswijze te geven op de voorgenomen intrekking van de vergunning. Als u geen of niet tijdig een zienswijze naar voren brengt, zal dit leiden tot intrekking van uw vergunning. Dit wordt bij beschikking aan u bekend gemaakt. Ik ben het niet eens met een beschikking van de NIWO. Kan ik hiertegen bezwaar maken? Tegen iedere beschikking van de NIWO kan bezwaar worden ingediend bij de NIWO binnen een termijn van zes weken. Als niet tijdig een bezwaarschrift wordt ingediend, kan dit leiden tot een niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift, wat betekent dat uw bezwaarschrift niet in behandeling wordt genomen. NIWO / maart 2016 TOELICHTING OP HET BEGRIP ‘RISICOBEDRIJF’ blad: 3 van 3 Ik voldoe niet (meer) aan de eis van kredietwaardigheid. Kan ik uitstel krijgen? Ja, die mogelijkheid bestaat, maar alleen in bezwaar. In dat geval moet u een verzoek tot uitstel bij de NIWO indienen om alsnog de kredietwaardigheid aan te tonen. De NIWO kan uitstel verlenen voor maximaal zes maanden, mits u aan de hand van bewijsstukken (waaronder in ieder geval een financiële prognose opgesteld door een accountant) voldoende aannemelijk hebt gemaakt dat u binnen deze termijn alsnog voldoet aan de eis van kredietwaardigheid. Als na deze zes maanden blijkt dat nog niet wordt voldaan aan de eis van kredietwaardigheid, wordt het bezwaarschrift ongegrond verklaard en de vergunning definitief ingetrokken. Mochten in bezwaar alsnog de financiële stukken worden overgelegd dan kan een van de vier situaties zich voordoen die hiervoor werden beschreven. Hoe lang blijf ik een risicobedrijf? U blijft een risicobedrijf zolang u beschikt over een solvabiliteitsratio van minder dan 20% of als u gebruik maakt van een achtergestelde lening. Zodra uw solvabiliteitsratio boven de 20% uitkomt of er niet langer sprake is van een achtergestelde lening, dan wordt u niet meer als risicobedrijf gezien en loopt u ‘gewoon’ mee in de vijfjaarlijkse toetsing. Geen publicatie risicobedrijven Het gegeven dat u als risicobedrijf bent aangemerkt, is alleen bekend bij de NIWO en wordt op geen enkele wijze aan derden bekend gemaakt, bijvoorbeeld door publicatie op de website. Vragen of opmerkingen Mocht u naar aanleiding van deze toelichting nog vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u contact met de NIWO opnemen op telefoonnummer: 070– 399 20 11 of onze website raadplegen: www.niwo.nl. Bijlage: procedurebeschrijving risicobedrijven NIWO / maart 2016