China Als ontwikkelingsland China - als ontwikkelingsland - Paragraaf 1 Wat is een ontwikkelingsland? Een ontwikkelingsland is een land waaraan hulp wordt verleend ter bevordering van de economische ontplooiing. Paragraaf 1.1 Kenmerken *Het lage inkomen, de slechte levensomstandigheden door het lage welvaarts- en welzijnsniveau en de lage levensverwachting; een slechte gezondheidssituatie, analfabetisme en een hoge kindersterfte. Aan de ene kant is er een kleine, welvarende bovenlaag met voldoende voedsel en een hoge levensverwachting. Aan de andere kant is er een grote bevolkingsgroep die gebrek lijdt en een lage levensverwachting heeft. *Daarnaast zijn er weinig collectieve voorzieningen. Vaak is de belangrijkste oorzaak hiervoor het wanbestuur. De overheid zorgt niet voor een behoorlijke sociale en economische infrastructuur met goede onderwijsfaciliteiten, gezondheidszorg, huisvesting en een goed functionerend wegen-, waterleiding- en elektriciteitsnet. Door een slechte infrastructuur doe je er in een ontwikkelingsland veel langer over om een bepaalde afstand af te leggen.Een goed werkend transport netwerk is van groot belang voor de ontwikkeling van een land. *Sociale voorzieningen zijn er niet. Uitkeringen bij werkloosheid, ziekte of ouderdom ontbreken vaak helemaal. Bijkomend probleem is het gedrag van machthebbers op zich. Zelfverrijking, onderdrukking schending van mensenrechten en gewelddadige conflicten zijn aan de orde van de dag. Paragraaf 2 In hoeverre is China een ontwikkelingsland? Paragraaf 2.1 In economisch opzicht Allereerst waren het oosten en daarmee China het middelpunt van de global shift. China is een van de meest oude beschavingen. Tot de 20e eeuw telde China ook zeker mee in de economie. Het vertegenwoordigde 30% van de zeevaart. Vanaf de 20e eeuw stond de Chinese economie lange tijd onder druk van het communisme. Er was sprake van gemeenschappelijk bezit en hetgeen geproduceerd werd, was voor de inlandse markt. Mao, de leider van het communisme, had een afkeer van intellectuelen, wat China wetenschappelijk en technologisch een enorme achterstand bezorgde. Inmiddels heeft de Chinese wetenschap zich opgewerkt tot de wereldtop. Vanaf 1979 heeft China enkele speciale Economische Zones aangegeven om buitenlandse investeringen aan te trekken, de export te vergroten en de assimilatie van nieuwe technologie te versnellen. (chinasqueare) De regering bemoeit zich niet met de handel in deze zones. De gebieden liggen strategisch gekozen: ver weg van Peking maar wel in de buurt bij gebieden die in het verleden veel contact gehad hebben met de buitenwereld. Voor veel investeerders was produceren in China heel aantrekkelijk: belastingvoordeel, goedkope grond, lage lonen, sterke arbeidsdicipline, geen vakbond, geen strenge milieuregels Pagina 1 van 5 China - als ontwikkelingsland - en een stabiel politiek klimaat. Deze buitenlandse investeerders leveren China banen en geld op. Veel mensen verhuizen dan ook naar de steden wat daar overbevolking veroorzaakt. Door de enorme groei van de stad en van de economie wordt het milieu erg vervuild. De kwaliteit van lucht, water en de bodem is ver beneden peil. Vooral het smogprobleem is erg in de actualiteit. Paragraaf 2.1 Namaakcultuur Kenmerkend voor de Chinese economie is wel het kopieergedrag. Ontwikkelingen in het westen worden nagemaakt en voor een veel lagere prijs verkocht. Dit is een gevaar van een Chinese handelspartner, maar China heeft hierdoor een snelle technologische inhaalslag kunnen maken. Paragraaf 2.2 Percentage in landbouw Een duidelijk kenmerk voor een ontwikkelingsland is het percentage beroepsbevolking dat in de landbouw werkzaam is. In 2001 was dit nog 72,2%. Dit is extreem hoog ten opzichte van bijvoorbeeld Nederland met zijn 3,2%. Paragraaf 2.3 Big Mac index ‘Hoe lang moet je werken om een Big Mac te kunnen kopen?’ China staat op de 56 e plaats (van de 72 landen) met 0,56 Big Mac per uur. Een Chinees moet dus 106 minuten werken voor een hamburger (Behar). Dit laat duidelijk zien dat China nog lang niet op het westerse welvaartsniveau is. Paragraaf 2.4 Human Development Index In China is te zien dat de armoede steeds minder wordt. De laatste 20 jaar verdwenen 600 miljoen mensen uit de extreme armoede, waarvan 500 miljoen Chinese burgers. De grens is het moeten leven van 1,25 dollar per dag. Volgens de Wereldbank is het aantal Chinezen dat onder de armoedegrens leeft inmiddels gedaald van 10,3% in 2004 naar 4 % in 2007. De Human Development Index is van 1980 tot en met 2012 met 72% procent gestegen. Met deze HDI wordt het sociaal welbevinden en de welvaart gemeten. Deze zijn dus in ontwikkeling! Het Bruto Binnenlands Product (BBP) per persoon in China is €5.003,- (2001), dit is redelijk laag in vergelijking met Nederland € 29.371,- Met dit niet al te hoge BBP zijn er wel meer dan een miljoen miljonairs. Dit betekent dus wel dat er veel Chinezen echt niet veel te besteden hebben! (Refdag, 2013) Pagina 2 van 5 China - als ontwikkelingsland - Paragraaf 3 In sociaal-cultureel opzicht Paragraaf 3.1 Cultuur China staat over heel de wereld bekend vanwege haar kunstuitingen in de architectuur, de beeldhouwkunst, het keramiek en de vaasschilderingen. De officiële voorkeur blijft uitgaan naar traditionele volkskunst met haar eerbied voor de gevestigde orde. Kunst wordt gezien als winstgevend en er wordt dus meer in geïnvesteerd. In China zelf is de markt volop in ontwikkeling, maar nog klein. In het westen daarentegen zijn de Chinese kunstenaars juist erg populair. Ze voelen goed aan wat de mensen graag willen zien. De Chinese volkscultuur manifesteert zich op vele manieren. Van de traditionele dansen en muziek bij de etnische minderheden tot de tempelkermissen tijdens het Chinees Nieuwjaar. Ondanks economische ontwikkelingen is de volkscultuur weinig tot niets veranderd. De enige verandering is de invloed van westerse elementen in de cultuur. Dit is vooral terug te zien in de wereld van sport. Vanouds is het presteren een belangrijke factor. Paragraaf 3.2 Godsdienst China kent als land verschillende godsdiensten. Dit is echter niet altijd zo geweest. Tot aan de regering van Mao Zedong heerste het Confucianisme. Na de teloorgang van het Confucianisme kwam het communisme op met Mao Zedong als leider. Alle godsdiensten waren uitgesloten en alleen Mao Zedong werd vereerd. Sinds 1957 zijn er echter vijf godsdiensten toegestaan. Dit wordt strikt onder controle gehouden door het Bureau Religieuze Zaken (BRZ). De vijf godsdiensten zijn het Boeddhisme, het Taoïsme, de Islam, het Rooms katholicisme en het Protestantisme. Het Boeddhisme en het taoïsme zijn natuurgodsdiensten die altijd op de achtergrond aanwezig zijn gebleven. De Islam daarentegen heeft te maken met de Chinese economische ontwikkeling. De meeste moslims waren handelaren en kwamen via de zee in China aan land om handel te drijven. Ze brachten hun godsdienst over op de Chinezen. Het christendom bereikte China in 635 toen de eerste christenen werden verwelkomd. Ten tijde van Mao werden ze echter het land uitgezet. Een harde vervolging begon tegen de Chinese protestanten en katholieken. Deze vervolging gaat nog altijd door, maar ondanks dat groeit het christendom. Paragraaf 3.3 Sociale factoren Eerst explosieve bevolkingsgroei. Oplossing: geboortebeperking. Sinds 1979 mogen stadsbewoners slechts één kind krijgen. Overtreders worden streng gestraft. Door de jaren heen is het accent verlegd van afschrikking naar ontmoediging, maar excessen blijven voorkomen. Dankzij de regering sluit China zich dus niet aan bij de andere ontwikkelingslanden in de wereld die zich juist kenmerken door een hoge bevolkingsgroei. Pagina 3 van 5 China - als ontwikkelingsland - De levensverwachting in China stijgt nog steeds. Dat heeft vooral te maken met de verbeteringen in de gezondheidszorg. Om de nodige verbeteringen in het zorgsysteem in China door te voeren, heeft de regering in 2009 een grootscheepse hervorming van de gezondheidszorg afgekondigd. Deze hervormingen werken nog steeds door. Als je de gezondheidszorg van China nu vergelijkt met die van andere landen in de buurt zoals India, Japan en Singapore, zie je dat China het best goed doet. Met de armoede in China lijkt het mee te vallen. Momenteel staat het BNP per hoofd van de bevolking op 8500 dollar. (Index mundi) Dit is echter misleidend: de rijken in China zorgen voor een hoog BNP. Een groot gedeelte van de Chinese bevolking heeft echter een veel lager inkomen. Er zijn grote regionale verschillen, en juist dat is wel kenmerkend voor China als ontwikkelingsland. Met de huisvesting in China is het hetzelfde verhaal. Heel duidelijk komen ook hierin de regionale verschillen naar voren: Rijke wijken, maar ook sloppenwijken en zelfs de extreem arme ‘zelfgebouwde’ wijken. Paragraaf 3.4 Het onderwijs In 1949 was 80 procent van de bevolking analfabeet. De laatste 30 jaar is het analfabetisme echter gedaald door investeringen van de overheid in het onderwijs. Bijna één op de twee tieners tussen 12 en 18 jaar volgt middelbaar onderwijs. Daarmee is China het land met de meeste universiteits- en hogeschoolstudenten. Uit deze gegevens blijkt dat China wat betreft het onderwijs niet meer gerekend kan worden tot de ontwikkelingslanden, maar tot de ontwikkelde landen. Paragraaf 4 In politiek opzicht Paragraaf 4.1 Confucianisme Het confucianisme kan niet als een godsdienst bestempeld worden, hoewel het er wel erg op lijkt. Grootgrondbezitters beheerden de meeste stukken land waar onderdanen voor hen werkten. Ook hierin leefde het confucianistische gedachtegoed. Paragraaf 4.2 Communisme Het communisme bloeide voort op het autoritaire systeem van het Confucianisme, hoewel deze stroming door de communisten als ‘ouderwets’ bestempeld werd. De regering van Mao is een van de meest totalitaire regimes die bekend is. Door massacampagnes zorgde Mao voor een complete controle over zijn land. Eventuele tegenstanders werden direct uitgeschakeld. (Plasschaert, 2001) Pagina 4 van 5 China - als ontwikkelingsland - Paragraaf 4.3 En nu.. Nog steeds is er slechts één partij die het voor het zeggen heeft. Tevens is het confucianistische gedachtegoed nog niet uit de geest van de mensen verdwenen. De communistische partij is de enige partij die functioneert, met aan het hoofd de leider die praktisch onschendbaar is. Kritiek op het huidige regime komt weinig voor. Degene die toch kritisch zijn worden gevangengenomen en vaak geëxecuteerd. Kritiek op staatsbedrijven is ook uit den boze. Door de één-kind-politiek heeft de Chinese overheid veel druk op de burgers gelegd. Hoewel weinig kinderen geen aspect is voor een onwikkelingsland, is de macht die de overheid heeft wel kenmerkend. Door de komst van de Speciale Economische Zones heeft de overheid veel minder macht in deze gebieden. Hier hebben de ondernemers en dergelijke veel meer inspraak. In deze gebieden is zelfs sociale media toegestaan en wordt minimaal gecontroleerd. Paragraaf 4.4 Wereldpolitiek Bij het plaatsvinden van een ramp in China staat het weghouden van de media, vooral de buitenlandse, centraal. Een ramp wordt vaak ervaren als falen van de Chinese staat. Aan de buitenwereld willen zij dit absoluut niet laten zien. Daarom worden feiten vaak verdraaid. Pagina 5 van 5