Lesvoorbereiding

advertisement
Lesvoorbereiding
Zakelijke gegevens
naam student: Jet Timmers
stageschool: Basisschool Dynamiek, Terborg
Iselinge klas:VR2C
mentor/mentrix: Patrick van Bakel
datum: 21-05-2015
aantal leerlingen: 25
tijd:13.50-14.30
groep: 8
Inhoudelijke gegevens
vak of vormingsgebied: Aardrijkskunde
activiteit: De leerlingen zijn deze week bezig met een project over Indonesië, daarbij komen ze
veel tegen over aardbevingen. Tijdens deze les krijgen ze een korte herhaling over aardbevingen en
gaan ze aan de slag met een mysterie over een aardbeving.
Componenten van de les
beginsituatie van de leerlingen:
- De leerlingen hebben regelmatig een les aardrijkskunde.
- De leerlingen hebben in voorgaande leerjaren al lessen over aardbevingen gehad.
- De leerlingen zijn al regelmatig bezig geweest met oorzaak-gevolg en het onderscheiden van hoofd
en bijzaken.
- In het lokaal wordt gewerkt met blokjes. Als de blokjes op rood zijn dan zijn de leerlingen stil, als
ze op groen zijn mogen ze overleggen en bij een vraagteken hebben ze een vraag aan de leerkracht.
- In het lokaal zijn 6 tafelgroepjes waarin gewerkt wordt.
- In het lokaal is een whiteboard en er is een digibord aanwezig voor filmpjes.
Doelen
persoonlijk leerdoel (gericht op competenties):
Tijdens deze les wil ik aandacht besteden aan het organiseren van het zelfstandig werken en
samenwerkend leren in de totale groep. Hierbij wordt erop gelet dat alle leerlingen actief
deelnemen aan de samenwerkende activiteit. Dit wil ik bereiken door tijdens het zelfstandig
werken rond te lopen en leerlingen die niet actief deelnemen een gerichte opdracht binnen de
activiteit te geven.(Organisatorisch competent, deeltaak87)
Lesdoelen
proces-/productdoelen; kennis-, vaardigheids-, vormingsdoelen:
Procesdoel
Productdoel
- Aan het einde van de les weten de
leerlingen wat er gebeurd bij een
aardbeving en kunnen ze dit vertellen.
- Tijdens deze les leren de leerlingen
hoofd en bijzaken te onderscheiden bij
een mysterie.
- Aan het einde van de les kunnen de
leerlingen in eigen woorden vertellen wat
er met het echtpaar Endo is gebeurd
tijdens de aardbeving.
Kennis
Vaardigheid
Vorming
lesfase
tijd
didactische route (wat doen de kinderen?)
leerstof
inleiding
1’
leerling
x
De leerlingen luisteren naar de leerkracht.
De leerlingen steken hun vinger op als ze antwoord willen geven en
vertellen wat er in Nepal gebeurd is als ze de beurt krijgen.
1’
x
De leerlingen luisteren naar de leerkracht die vertelt wat er in Nepal is
gebeurd.
1’
x
De leerlingen kijken naar de foto’s en zien hierdoor wat voor impact de
aardbeving heeft gehad.
kern
3’
organisatie en hulpmiddelen
De leerkracht vertelt dat
ze deze les een herhaling
krijgen over
aardbevingen en dat ze
een mysterie gaan maken
over een aardbeving. Wat
een mysterie is wordt
straks uitlegt.
De leerlingen zitten op hun eigen
plek in het lokaal.
- digibord
http://www.ad.nl/ad/nl/34681/
AardbevingNepal/article/detail/3985494/20
15/04/28/Nepal-voor-en-na-deverwoestendeaardbeving.dhtml?cw_agreed=1
leefwereld
x
2’
interventies van de
leerkracht
x
De leerlingen denken na over hoe een aardbeving ontstaat en leggen dit aan
De leerkracht vraagt aan
de leerlingen of ze weten
waar er nog niet zo lang
geleden een grote
aardbeving heeft
plaatsgevonden. 
Nepal.
De leerkracht vertelt kort
wat er gebeurd is in
Nepal.
De leerkracht laat nu via
een website foto’s zien
van voor en na de
aardbeving.
De leerkracht vraagt of
De leerlingen werken in hun
hun schoudermaatje uit.
1’
1’
2’
x
De leerlingen kijken naar de leerkracht die op het bord laat zien waar de
platen lopen.
x
De leerlingen luisteren naar de leerkracht die vertelt wat een Mysterie is.
x
De leerlingen luisteren naar de leerkracht die tips geeft hoe ze aan het
werk moeten.
iemand weet hoe een
aardbeving nou eigenlijk
ontstaat en laat dit de
leerlingen met hun
schoudermaatje
bespreken.
De leerkracht laat op het
digibord de verschillende
platen van de wereld
zien. En wat dus
gevaarlijke plekken zijn
om te wonen.
De leerkracht vertelt dat
we nu een mysterie over
een aardbeving gaan
maken. We willen
namelijk weten wat er
met het oudere echtpaar
meneer en mevrouw Endo
is gebeurd tijdens de
aardbeving van 1995 is
gebeurd. We zijn
eigenlijk rechercheurs
die een raadsel gaan
oplossen.
De leerkracht vertelt dat
om deze opdracht op te
lossen de leerlingen
moeten samenwerken en
op een bepaalde manier
te werk moeten gaan:
groepje aan de opdracht.
- Digibord met plaatje van de
platen op de wereld
- envelop met strookjes
- witte blaadjes
- pennen en/of kleurpotloden
gegevens combineren,
een theorie bedenken,
met elkaar bespreken of
er ook andere
mogelijkheden zijn.
1’
x
De leerlingen krijgen nu de enveloppen met de strookjes.
12’
x
De leerlingen gaan nu in hun groepje aan de slag om het Mysterie op te
lossen.
5’
x
De leerlingen die klaar zijn krijgen een wit blaadje om het verhaal op te
schrijven of te tekenen.
1’
x
De leerlingen zijn aan het werk in hun groepje.
5’
x
De leerlingen luisteren naar de leerkracht die vertelt dat ze nog 5 minuten
De leerkracht vertelt dat
ze namelijk een heleboel
losse strookjes gaan
krijgen, deze moeten op
volgorde gelegd worden
om erachter te komen
wat er gebeurd is. De
leerkracht deelt nu de
enveloppen met de
strookjes uit.
De leerlingen krijgen nu
de tijd om het raadsel op
te gaan lossen, de
leerkracht loopt rond om
te helpen en te
controleren.
De leerkracht vertelt dat
wanneer ze klaar zijn ze
het verhaal moeten
opschrijven op tekenen.
De leerkracht loopt rond
en ondersteund waar
nodig is.
De leerkracht vertelt dat
de tijd hebben.
afsluiting
1’
x
De leerlingen luisteren naar de leerkracht die vertelt wat ze deze les
hebben gedaan.
2’
x
De leerlingen steken hun vinger op als ze willen vertellen hoe ze het in hun
groepje hebben aangepakt.
1’
x
De leerlingen luisteren naar de leerkracht.
x
De leerlingen luisteren naar de leerkracht die de les afsluit.
ze nog 5 minuten hebben
en dat we dan de les
gaan afsluiten.
De leerkracht vertelt dat
ze verschillende dingen
hebben gedaan deze les,
er is kort herhaald wat
een aardbeving is en ze
hebben een mysterie
gemaakt waarbij ze
hoofd en bij zaken
moesten onderscheiden.
De leerkracht vraagt of
een groepje wil vertellen
hoe ze het hebben
aangepakt en of dat goed
werkte.
De leerkracht vertelt dat
ze door het opschrijven
of tekenen van het
verhaal je goed kan zien
hoe leerlingen leren.
De leerkracht sluit de les
af.
De leerlingen zitten op hun eigen
plek in het lokaal.
Hoe evalueer je om na te gaan hoe de kinderen het gedaan hebben?
- Tijdens het zelfstandig werken loop ik rond en kijk ik bij de leerlingen mee of ze de opdracht begrijpen en of ze deze goed uitvoeren.
- Aan het einde van de les stel ik aan de leerlingen reflecterende vragen en laat ik ze zelf vertellen hoe ze het hebben aangepakt
- Na afloop bekijk ik of ik mijn persoonlijke en lesdoelen heb gehaald.
Download