Leerlingen

advertisement
Procesverslag Beroepsproduct 1
Margarethe Broers
Studentnummer 163528
Januari 2014
De
kracht
van
samenhang
Kunstwerk: Jean Tinquely
Begeleider:
Jan van Straalen, Tech College in Amersfoort
Nitin Bhugwansing, Hogeschool in Utrecht
Opleiding:
Bachelor techniek 2014
Kennisbank: Hybride leeromgeving, Het verwerven van leer- en werkprocessen
(Hoeve, 2012)
Stichting Platforms VMBO, Naar een kern- en keuzeprogramma VMBO
techniek (Kerkhoffs, 2011)
Praktijkboek als onderwijs bij opdracht (Kleijn, 2010)
Canon Beroepsonderwijs, Motiveren van MBO leerlingen (vries, 2013)
1
Inhoud
Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1 Aanleiding van de opdracht
1.2 Context van de school in relatie tot het probleem
1.3 Onderzoeksvraag en deelvragen
Hoofdstuk 2
Praktijkverkenning
2.1 Inleiding
2.2 Plan van aanpak
2.2.1 Inleiding
2.2.2 Meetinstrument
2.2.3 Interview leidraad
2.2.4 Respondenten
2.2.5 Data-analyse
2.2.6 Tijdsplanning
2.3 Resultaten en conclusies
2.3.1 Resultaten
2.3.2 Conclusies
Bijlage 2A Ontwikkeling interview leidraad
Bijlage 2B Meetinstrument praktijkverkenning
Bijlage 2C Geordende gegevens praktijkverkenning
Hoofdstuk 3
Literatuurverkenning
3.1 Inleiding
3.2 Samenvatting literatuurverkenning
3.4 Antwoorden op deelvragen
Hoofdstuk 4
Beroepsproduct
4.1 Conclusie praktijk- en literatuurverkenning
4.1.1 Samenhangende eindconclusie
4.2 Ontwerpeisen
4.3 Vormgeving Beroepsproduct
4.4 Het Beroepsproduct
Bijlage 4A De Handleiding
Hoofdstuk 5
2
Evaluatie en presentatie
5.1 Presentatie
5.2 Evaluatie
3
Hoofdstuk 1
1.1
Aanleiding van de opdracht
Op het Tech College zijn bol- en bbl-opleidingen die te maken hebben met het
ontwerpen, monteren, construeren, berekenen of werk voorbereiden van technische
installaties. Van assistent tot manager, in vol- en deeltijd. De middenkader engineeringopleidingen (niveau 4) biedt het Tech College verkort aan. Na twee jaar kunnen
leerlingen doorstromen naar het hbo.
Het is een gemengde school met leerlingen uit Amersfoort en omgeving.
Leerlingen van het ROC Tech College Middenkader Engineering niveau 4 krijgen de
eerste zes maanden van hun studie praktijkgerichte vakken binnen Techniek Breed. Dat
betekent dat zij met alle domeinen ( Elektrotechniek, Installatietechniek, Werktuigbouw
en Meetpracticum) kennismaken door middel van praktijkgerichte opdrachten.
Per week krijgen zij drie blokuren praktijk waarbinnen alle domeinen beurtelings aan
bod komen.
Op de website van de school staat de volgende inleiding voor het eerste schooljaar
beschreven:
“ Het eerste jaar is een gezamenlijk leerjaar voor alle Middenkader Engineeringopleidingen. In dit jaar doe je brede technische kennis op en leg je een stevige basis voor de
rest van de opleiding. Je leert projectgericht. Dit betekent dat je iedere tien weken aan een
nieuw project gaat werken. Daarbij breng je in de praktijk wat je leert en bouw je
bijvoorbeeld een kleine machine. Soms voer je een project uit in opdracht van een bedrijf.
Na het eerste jaar kies je voor één van de uitstroomrichtingen van Middenkader
Engineering. Tijdens de opleiding ga je ook een aantal keer stage lopen.”
Voor sommige leerlingen is een gezamenlijk leerjaar bijzonder zinvol omdat zij de keuze
van de studierichting nog niet gemaakt hebben.
Geconstateerd wordt door de leerkrachten dat de motivatie om praktijklessen te volgen
voor een vak dat buiten de keuze van de leerling valt gedurende de zes maanden
Techniek Breed in een flink aantal gevallen verder terug loopt.
In opdracht van het Tech College is een onderzoek gedaan om de samenhang tussen de
leerdoelen van alle praktijklessen van eerstejaars Middenkader, Techniek Breed, BOL,
niveau 4 te verkennen. Het onderzoek bestaat uit een praktijkonderzoek en een
literatuuronderzoek en resulteert in een handleiding voor de school.
Het praktijkonderzoek is tot stand gekomen met medewerking van de afdelingsmanager
en de praktijkdocenten. Zij hebben hun bijdrage geleverd aan dit onderzoek door hun
visie te geven op de huidige situatie en een toekomstige situatie.
Het literatuuronderzoek is tot stand gekomen door bestuderen van:
Hybride leeromgeving, Het verwerven van leer- en werkprocessen (Hoeve, 2012)
Stichting Platforms VMBO, Naar een kern- en keuzeprogramma VMBO techniek (Kerkhoffs,
2011)
4
Praktijkboek als onderwijs bij opdracht (Kleijn, 2010)
Canon Beroepsonderwijs, Motiveren van MBO leerlingen (vries, 2013)
Het doel van dit onderzoek is om de huidige manier van werken binnen en tussen de
domeinen in kaart te brengen. Onderzocht is welke leerdoelen er per domein liggen en
op welke wijze deze leerdoelen elkaar mogelijk overlappen. Tevens is onderzocht welke
ideeën de betrokken docenten hebben om het lesaanbod mogelijk beter te laten
aansluiten op de interesse van de leerlingen op gebied van projectgericht leren en
didactiek.
1.2 Context van de school in relatie tot het probleem
Praktijk
De praktijklessen binnen de hierboven genoemde domeinen worden gegeven door vier
vakdocenten, allemaal gespecialiseerd binnen hun eigen vakgebied. Binnen het
docententeam zijn geen leerkrachten die praktijklessen geven binnen twee of meer
domeinen, iedere leerkracht heeft zijn eigen vakgebied en elk domein heeft zijn eigen
werkplaats.
De volgende personen hebben deelgenomen aan het onderzoek:
1. Docent Elektrotechniek
2. Docent Techniek Breed
3. Docent Installatietechniek
4. Docent lassen
5. Docent werktuigbouw
Leerlingen
De leerlingen komen vanuit verschillende vooropleidingen zoals VMBO-t en HAVO 4.
Sommige leerlingen hebben nog niet veel technische ervaring opgedaan en hebben geen
goed beeld van wat de verschillende studierichting inhouden. Ook kennen zij hun
talenten op dat gebied onvoldoende. Tijdens dit oriënterende half jaar kunnen zij rustig
kijken wat hen aanspreekt en waarmee ze verder willen gaan. Door te ervaren wat elke
studierichting inhoud kunnen zij een overwogen keuze maken. Daarnaast zijn er enkele
leerlingen die al wel een keuze hebben gemaakt voorafgaande aan de opleiding, maar
tijdens de studie van keuze veranderen. Een flink aantal leerlingen echter heeft al een
duidelijke keuze gemaakt. Bekend met het vak vanuit bijvoorbeeld het familiebedrijf of
vooropleiding komen zij naar het ROC om een specifieke richting te volgen.
Het team
Binnen het team wordt al enige tijd gezocht naar verbetering van het lesaanbod zodat
leerlingen enthousiast blijven. Het blijkt dat veel leerlingen na enkele weken
ongemotiveerd deelnemen aan praktijkopdrachten uit andere domeinen. Leerkrachten
werken dan nog bijna een half jaar met deze leerlingen zonder dat de motivatie terug
komt. Veel leerkrachten ervaren dit als een probleem en weten niet goed hoe hier
verandering in de brengen dan het verplichten van deelnemen van de les, of door middel
van toets cijfers de leerling onder druk te zetten actief mee te doen.
Uitval van leerlingen wordt door het hele team zo veel mogelijk bestreden en een goed
lesaanbod is van groot belang. In dit onderzoek komt elke betrokken docent aan het
5
woord, en worden alle verschillende visies met betrekking tot de huidige situaties
omschreven. Gebaseerd op de informatie van de leerkrachten en onderbouwd door
literatuuronderzoek is er een handleiding geschreven voor de school door een van de
ideeën die naar voren zijn gekomen verder uit te werken.
1.3 Onderzoeksvraag en deelvragen
In de omschrijving van de opleiding wordt vermeld dat het eerste leerjaar voor alle
Middenkader Engineering-opleidingen een gezamenlijk leerjaar is, waar de leerlingen
een brede technische kennis en een stevige basis voor de rest van de opleiding vergaren.
Toch zijn veel leerlingen ongemotiveerd om aan die brede basis te werken.
De hoofd- en deelvragen zijn samengesteld om tot een handleiding te komen om
a. Inzicht te krijgen in de oorzaken van teruglopende motivatie van sommige
leerlingen
b. Tot een didactisch programma te komen t.b.v de motivatie van leerlingen te
bevorderen
c. Gezamenlijke omschrijving van projectgericht leren te komen waarbinnen alle
domeinen overlappen
Hoofdvraag:
Hoe kan een goede handleiding geschreven worden voor het team techniek om de
samenhang op gebied van didactische begeleiding en praktijkuitvoering van de
leerdoelen van alle praktijklessen van eerstejaars Middenkader Engineering, Techniek
Breed, niveau 4 te verbeteren zodat leerlingen gemotiveerd blijven zich in te zetten voor
domeinen buiten hun studiekeuze gedurende het eerste jaar van hun opleiding.
Deelvragen:
1 Over welke belangrijkste vaardigheden m.b.t. projectgericht leren moeten de
leerlingen beschikken in het eerste leerjaar?
2 Welke technische vaardigheden vallen binnen een “ brede technische basis” zoals
wordt genoemd in de inleiding van de website. Zie 1.1 pag. 3.
3 Aan welke voorwaarden moet het lesprogramma voldoen om projectgericht te
kunnen werken?
4 Welke samenwerking is er geweest tussen de domeinen in het afgelopen jaar?
5 Welke didactische aanvullingen op de begeleiding van de tutor kunnen de motivatie
van de leerlingen verbeteren?
- Zie bijlage 1 Verkenning-
6
Hoofdstuk 2
2.1 Inleiding
In deze fase gaat het om een verkennend onderzoek in de praktijk op het Tech College.
De deelvragen zullen worden onderzocht in de vier praktijkdomeinen: Elektrotechniek,
Installatietechniek, Werktuigbouw, Meetpracticum E ( elektra en elektronica). Deze
vragen worden aan de 4 betrokken docenten voorgelegd.
2.2 Plan van aanpak
2.2.1 Inleiding
Om de deelvragen op een betrouwbare en valide manier te onderzoeken worden de
betrokken praktijkdocenten apart geïnterviewd en wordt aan elke deelnemer dezelfde
vragen gesteld.
De onderzoeksresultaten zullen beeld geven van de verschillende invalshoeken van de
geïnterviewde. Het is van belang dat dit onderzoek uiteindelijk verder reikt dan alleen
de visie op de werkvloer. Overeenkomsten en overlappingen benoemen is van groot
belang in de zoektocht naar samenhang binnen de praktijkvakken. Het onderzoek wordt
aangevuld met een literatuuronderzoek ter onderbouwing van het beantwoorden van
een aantal deelvragen.
Verloop ontwerponderzoek
Oriënteren: Probleem in kaart brengen ( zie 1.2 pag. 4 )
Richten:
Inzomen onderzoeksdoel en onderzoeksvraag (zie 2.2.1 pag. 7 )
Plannen:
Ontwerp dataverzameling ( zie bijlage 2.A)
Verzamelen: Gegevens onderzoek in kaart brengen ( zie 2.3.1 pag. 10 )
Analyse:
Analyse en conclusie ( zie 4.1 pag. 16)
Rapporteren: Handleiding op basis van praktijk- en literatuuronderzoek
( zie 4.3 pag. 20)
7
2.2.2 Meetinstrument
Gekozen is voor een interview voor een geschikte methode voor dataverzameling.
Om de gegevens van het onderzoek naar aanleiding van de interviews van betrokken
docenten van het team techniek goed te kunnen analyseren is de werkwijze “
horizontaal vergelijken” toegepast. Dit is een geschikte methode om snel een beeld te
krijgen hoe verschillende personen dezelfde vraag hebben beantwoordt.
2.2.3 Ontwikkeling interview leidraad
Betrouwbaarheid
Om betrouwbaarheid te garanderend wordt een geluidsopname gemaakt tijdens het
interview. Op deze manier kan interpretatie van de interviewer worden voorkomen. De
interviews worden één op één gehouden op een neutrale en rustige plek. Alle
betrokkenen worden dezelfde vragen gesteld en op dezelfde manier in geanalyseerd.
Gekozen is om iedereen zijn/haar anonimiteit te behouden en ook geen namen van
collega’s te noemen.
Resultaatvaliditeit
Bij de uitvoering van dit onderzoek is het streven een zo hoog mogelijke
resultaatvaliditeit te bereiken. Dat wil zeggen de mate waarin gebeurtenissen optreden
die leiden tot een oplossing van het probleem dat aanleiding was het onderzoek te
starten. Het onderzoek biedt daadwerkelijk bruikbare oplossen van het
praktijkprobleem.
Ontwikkeling leidraad interview
Het interview heeft de volgende opbouw:
1.Inleiding en kennismaking
2.Kernvragen relevant voor het onderzoek
 Inleidende vragen
 Vervolgvragen
 Verdiepende vragen
3. Slot waarbij geïnterviewde ruimte krijgt voor opmerkingen
-
Zie bijlage 2A Ontwikkeling interview leidraad-
2.2.4 Respondenten
Alle docenten die geïnterviewd werden zijn al meerdere jaren betrokken bij de het
praktisch onderwijs van alle techniekvakken. Het zijn ervaren docenten ( mail) met een
eigen visie. Door hun ervaring door de jaren heen gaven zij een visie op overgangsfasen
in het verleden, heden en een mogelijke toekomstige werkwijze.
2.2.5 Data-analyse
Alle antwoorden staan naast elkaar en kunnen gemakkelijk onderzocht worden op
overeenkomsten en verschillen. Daarnaast kan per horizontale kolom ook een
samenvatting wat betreft overeenkomsten of verschillen in beeld worden gebracht.
8
Om het analyseschema goed leesbaar te maken zijn alle belangrijke tekstfragmenten
gemarkeerd.
Voor dit onderzoek is gekozen voor deze methode omdat het goed aansluit bij een
analyse voor minder gestructureerde data en het opdelen van tekst in betekenisvolle
tekstfragmenten. (Donk, 2013)
2.2.6 Tijdsplanning
Onderwerp
Hoofdstuk 1
Inleiding
Hoofdstuk 2
Verkennend onderzoek
Hoofdstuk3
Literatuurverkenning
Interviews
Data verwerking
Projectverslag afgerond
Datum
Oktober (2014)
Opmerking
Leerverslag afgerond
Januari ( 2015)
12-01-2015
Beoordeling
opdrachtgever bijlage K
Presentatie opdrachtgever
Januari
Week 3
Januari
Week 4
November
November
Verslag
verbeteren
Week 48 en 49
December
December
2.3 Resultaten en conclusies
Een vijftal praktijk ervaren docenten zijn geïnterviewd. Zij hebben onderstaande vragen
beantwoord tijdens een persoonlijk gesprek.
1. Hoe zijn uw ervaringen m.b.t. het eerste gezamenlijke leerjaar Middenkader
Enginering?
2. Hoe ontwikkelen leerlingen een “ brede technische kennis” binnen uw vak?
3. Aan welke voorwaarden moet uw lesprogramma voldoen om projectgericht te
kunnen werken?
4. Wat zijn uw ervaringen met het laatste project m.b.t. aansluiting op de vaardigheden
van de leerlingen?
5. Welke samenwerking is er geweest met andere domeinen het afgelopen jaar?
6. Denkt u dat deze samenwerking bij kan dragen aan een betere keuzevorming voor
leerlingen wat betreft hun opleiding?
7. Als u meer lestijd zou krijgen, waar zou u dat als tutor aan besteed hebben bij een
project?
8. Welke aanvulling zou u gerealiseerd willen zien om de motivatie van leerlingen t.b.v.
andere domeinen dan hun keuze te vergroten?
9.Heeft u nog opmerkingen of aanvullingen?
9
-
Zie Bijlage 2A Ontwikkeling interview leidraad-
2.3.1 Resultaten interviews
De resultaten van het interview zijn geordend en gemarkeerd op overeenkomsten en
samenhang binnen het team. Er is gekozen om de verschillen niet specifiek te benoemen
in de samenvatting van de resultaten van de interviews om de focus van het onderwerp
van het beroepsproduct helder te houden: De kracht van samenhang.
- Zie bijlage 3C Geordende gegevens praktijkverkenningUit de geordende gegevens van de interview resultaten is de onderstaande
samenvatting tot stand gekomen.
Vragen
1. Hoe zijn uw
ervaringen m.b.t.
het eerste
gezamenlijke
leerjaar
Middenkader
Enginering?
Overeenkomsten tussen
docenten.
-
2. Hoe ontwikkelen
leerlingen een “
brede technische
kennis” binnen uw
vak?
-
-
3. Aan welke
voorwaarden moet
uw lesprogramma
voldoen om
projectgericht te
kunnen werken?
4. Wat zijn uw
ervaringen met het
laatste project
m.b.t. aansluiting
op de
vaardigheden van
de leerlingen?
-
5. Hoe is de
samenwerking
geweest met
-
Opmerkingen van de onderzoeker
Leerlingen krijgen een bredere
basis door het gezamenlijke jaar.
Ze maken kennis met meerdere
werkgebieden en leren met
elkaar samenwerken
Door de projecten leren zij op alle
gebieden vaardigheden.
Voor leerlingen zijn
bovengenoemde positieve punten
niet duidelijk
Het team ervaart een flink aantal positieve kanten aan
het gezamenlijke jaar.
Er zijn twijfels over het behalen van voldoende niveau
aan het einde van het eerste schooljaar wanneer het
aanbod alleen in de breedte wordt gegeven.
Leerlingen krijgen een brede
kennis door middel van de
projecten en een goede koppeling
van de theorie.
Na drie periodes weten ze overal
iets vanaf
Nadeel is dat zij na een jaar
binnen hun eigen vakgebied ook
slechts een oppervlakkige basis
hebben gelegd.
Voldoende structuur en
begeleiding
Voorkennis van leerlingen moet
aansluiten
Leerlingen moeten ruimte krijgen
om bv problemen op te lossen
Het project in stappen doorlopen
Positief
Aansluiting op vaardigheden was
goed
Leerlingen konden daardoor
zelfstandig werken
Motiverend project voor
leerlingen
Logisch combinatie van
domeinen
Samenwerking sinds twee jaar
wordt als zeer positief ervaren
Gevolg formele samenwerking
Het team benoemt de waarde van een goede koppeling
van praktijk en theorie voor het neerzetten van
haalbare, succesvolle projecten.
10
Het team benoemt een aantal pedagogisch/didactisch
voorwaarden voor projectgericht leren:
Samenwerking leerlingen
Gerichte begeleiding tutor
(Beperkte) autonomie leerlingen
Samen met de verbeteringen van vorig jaar ervaart het
team het Robot-X project als waardevol en voor
herhaling vatbaar.
Het hele team is zeer positief over de ontwikkelingen
van de afgelopen twee jaar wat betreft de
samenwerking. Men ziet mogelijkheden en
andere domeinen
het afgelopen jaar?
6.
Denkt u dat deze
samenwerking bij
kan dragen aan een
betere
keuzevorming voor
leerlingen wat
betreft hun
opleiding?
-
leidt ook tot prettige informele
samenwerking
Goed voor leerlingen en voor
docenten
Leidt tot goede projecten
De meeste leerlingen hebben al
een keuze gemaakt
Slechts een klein deel van de
leerlingen komt tot een keuze
tijdens het eerste jaar
Het gezamenlijk jaar leidt tot
breder inzicht
Als het puur om keuzevorming
gaat is drie perioden te lang.
vooruitgang in gecombineerde projecten. Ook in
communicatie onderling wordt vooruitgang ervaren.
Het team is van mening dat drie perioden te lang is en
spreekt unaniem een voorkeur voor twee perioden uit.
7.
Als u meer lestijd
zou krijgen, waar
zou u dat als tutor
aan besteed
hebben bij een
project?
-
Begeleiding van leerlingen
Het team geeft aan dat niet zozeer de tijdsduur die is
ingeroosterd boor begeleiding maar de invulling van
de begeleiding verbetert kan worden.
Docenten noemen ter verbetering van begeleiding van
leerlingen de volgende onderwerpen:
Leren problemen oplossen
Leren plannen
Leren ontwerpen
Leren met autonomie omgaan
8.
Welke aanvulling
zou u gerealiseerd
willen zien om de
motivatie van
leerlingen t.b.v.
andere domeinen
dan hun keuze te
vergroten?
9.
Opmerkingen
-
Sterke projecten neerzetten
Goede koppeling
beroepencontext realiseren
Overdragen aan leerlingen welk
doel een brede ontwikkeling
heeft, ook in het bedrijfsleven
Enthousiasme vanuit het team
overdragen aan leerlingen
Het team geeft in verschillende benamingen aan dat de
motivatie van leerlingen te verbeteren is.
Met name een prikkelend lesaanbod en het
overdragen van enthousiasme vanuit het team worden
genoemd.
-
Gerichte en logische koppeling
van domeinen geeft veel
mogelijkheden voor succesvolle
projecten
2.3.2 Conclusies praktijkverkenning
Naar aanleiding van de samenvatting van de resultaten over de overeenkomsten en
samenhang binnen het team zijn een aantal conclusies geformuleerd. Deze zijn
onderverdeeld in vier kenmerken:
A.
B.
C.
D.
Gezamenlijk leerjaar
Voorwaarden projectgericht leren
Didactiek en leerling begeleiding
Ontwikkelingen en visie
A. Gezamenlijk leerjaar
Het team ervaart een aantal positieve kanten van het gezamenlijke jaar. Deze positieve
ervaringen bevinden zich met name in het ontstaan van een informeel netwerk voor
zowel leerlingen als docenten. Hoewel men binnen dat informele netwerk elkaar (nog)
niet altijd weet te vinden ervaart het team deze samenwerking als prettig en waardevol.
11
Het team vindt een gezamenlijk jaar van drie perioden te lang en pleit voor een
vermindering naar twee perioden. In het lesaanbod zou er gekozen kunnen worden voor
differentiatie opdrachten zodat leerlingen vanaf periode drie meer met hun eigen
vakgebied bezig zijn.
B. Voorwaarden projectgericht leren
Projecten moeten met name goed aansluiten bij de vaardigheden van leerlingen en
aansluiten bij een groot deel van de theorielessen. Daarnaast moeten leerlingen
specifieke begeleiding krijgen. Het team vindt dat deze begeleiding nog niet optimaal is.
De meningen binnen het team over specifieke project begeleiding verschillen. Dit zou
ook een oorzaak zijn kunnen waarom men de begeleiding als nog niet optimaal ervaart.
Door de gezamenlijkheid hierin te vinden zou het team hier meer lijn in kunnen
brengen.
C. Didactiek en begeleiding leerlingen
Gerichte begeleiding op gebied van probleemoplossend leren, samenwerkend leren, en
het leerproces rondom omgaan met autonomie is belangrijk. Deze specifieke begeleiding
is nog niet optimaal afgestemd binnen het team. Alle docenten spreken zich uit over de
behoeft aan verbetering op ( een) gebeid van leerlingbegeleiding. Men zou elkaar hierin
meer kunnen vinden door specifieke begeleidingstaken te verdeling binnen het team.
D. Ontwikkeling en visie
Er is een positieve ontwikkeling gaande op gebied van samenwerking en afstemming.
Naar het maken van succesvolle projecten met een goede koppeling van domeinen
wordt voortdurend gezocht maar niet altijd als vanzelfsprekend ervaren.
Er is behoeft aan integratie van nieuwe technieken en ontwikkelingen in het
bedrijfsleven vaker binnen de school te halen.
Hoofdstuk 3
3.1 Inleiding
Naar aanleiding van een literatuuronderzoek zijn de deelvragen onderzocht. Dankzij het
literatuuronderzoek zijn enkele deelvragen aangescherpt en sommige gedeeltelijk
beantwoord. Zie 3.4 Samenvatting voor meer toelichting.
3.2 Literatuurverkenning
Doorstroom van VMBO naar het MBO
Het aantal leerlingen in het vmbo loopt terug; niet alleen het absolute aantal, maar ook
verhoudingsgewijs volgen minder leerlingen een vmbo-opleiding in vergelijking met
12
havo en vwo.
Als gevolg daarvan zij vmbo-scholen vaak niet meer in staat aparte
techniekafdelingen in stand te houden. Vele kiezen dan voor een Techniek Breed
programma.
Middenkaderroute leidt op naar opleidingen op niveau 3 en 4 van het MBO, via een
programma waarin naast veel aandacht voor algemeen vormende vakken een goed LOBtraject vorm krijgt met als doel leerlingen in de juiste opleiding in te laten stromen in het
MBO en switchen en uitval zo veel mogelijk tegen te gaan. (Kerkhoffs, 2011)
Het verweven van leer- en werkprocessen
Een van de kernproblemen die ten grondslag ligt aan de bovengenoemde veranderingen
is de overgang van het onderwijs naar de beroepspraktijk, waarmee leerlingen te maken
krijgen. Uit onderzoek blijkt dat er een kloof is tussen wat wordt geleerd en wat er van
wordt gevraagd. Van leerlingen wordt verwacht dat ze verschillende soorten kennis
integreren, bijvoorbeeld theoretische kennis, kennis van werkprocessen en praktische
kennis. Het ontwikkelen van een geïntegreerde kennis is een levenslang leerproces dat
te maken heeft met verschillende situaties, zoals de school, de werkplek, en bij hobby's,
in zowel formele als informele situaties. Deze geïntegreerde kennis moet dan wel
toepasbaar en actueel zijn.
Ook andere onderzoekers benadrukken dat het belangrijk is om studenten echte
problemen te laten oplossen of aan ongestructureerde taken te laten werken die
complex, realistisch en uitdagend zijn, om zo een leerproces te stimuleren
Een samenhangende geïntegreerde kennisbasis is een geheel, waarbinnen leerlingen
een aantal problemen tegenkomen:
1) fragmentatie, wat inhoudt dat de leerlingen vaak niet
in staat zijn de vele stukjes die
ze hebben geleerd te combineren tot een samenhangend geheel;
2) verkokering, wat inhoudt dat de leerlingen moeite hebben om de nieuwe kennis te
integreren;
3) geringe transfer van het geleerde, wat inhoudt dat de leerlingen vaak niet in staat zijn
de nieuwe kennis toe te passen op nieuwe problemen en nieuwe situaties.
Om de leerling te helpen met het integreren van de basis kennis zal het onderwijs zich
moeten realiseren dat deze integratie niet vanzelf gaat. Het onderwijs zal er meer op
gericht moeten zijn te helpen bij het integreren van verschillende soorten kennis en
ervaringen. (Hoeve, 2012)
Het construeren en beoordelen van praktijkopdrachten
Het is een kunst om opdrachten te construeren die voor de student een aantrekkelijke
complexiteit bevatten. Meestal vinden docenten het nodig om opdrachten eenvoudig te
houden, omdat studenten niet zo veel aan zouden kunnen. Maar dat is nu juist weinig
aantrekkelijk. Opdrachten mogen, ook in het begin van de opleiding, best gecompliceerd
zijn. In dat geval krijgen leerlingen hulp om die complexe opdracht toch tot een goed
einde te brengen, bijvoorbeeld in de vorm van tips, plannen van aanpak en specificaties.
13
Voorbeelden zijn:






Opdrachten staan op papier en zijn helder geformuleerd.
Opdrachten bevatten voldoende ruimte om zelfstandigheid en
verantwoordelijkheid te beleven.
Opdrachten sluiten aan op wat de student al beheerst aan kennis en
vaardigheden.
Opdrachten zijn beroeps realistisch en zijn geplaatst in de beroepscontext.
Opdrachten bevatten een variëteit aan activiteiten.
Studenten beschikken over voldoende middelen om de opdrachten te kunnen
uitvoeren.
(Kleijn, 2010)
Het vergroten van studentbetrokkenheid
Om studentbetrokkenheid te stimuleren zijn er drie belangrijke basisbehoefte van de
leerling:
 Positieve relaties (verbondenheid voelen)
 Het ervaren van competentie
 Autonomie.
Positieve relaties kunnen op school worden aangegaan met klasgenoten en docenten. Uit
onderzoek blijken beide van invloed te zijn op de betrokkenheid van leerlingen. Ook
positieve relaties met docenten en klasgenoten zorgen voor een hogere betrokkenheid.
Een voorname rol speelt ook de structuur van leeromgeving en opdrachten. Heldere
regels, verwachtingen en duidelijke, goed geordende opdrachten zorgen ervoor dat
leerlingen weten waar ze aan toe zijn. Als de verwachtingen en opdrachten aansluiten
bij hun niveau, zullen zij ervaren dat ze over bepaalde capaciteiten beschikken en die
kunnen inzetten.
Tot slot de behoefte aan autonomie. Het is van belang dat leerlingen binnen een
gestructureerde omgeving ervaren dat ze zelf keuzes kunnen maken en dus een
bepaalde mate van autonomie hebben. Voor het mbo past een relativering. Als leerlingen
te veel zelfstandig moeten werken, heeft dit een averechts effect op hun betrokkenheid.
(vries, 2013)
Intrinsieke en extrinsieke motivatie
Motivatie is een breed begrip. Er worden twee belangrijke soorten onderscheiden:
intrinsieke en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie stimuleert het handelen van
binnenuit, bijvoorbeeld door persoonlijke interesse. Bij extrinsieke motivatie ligt dat
anders. Drijfveren hier zijn externe prikkels, zoals een beloning.
De intrinsieke motivatie hangt samen met drie basisbehoeften. Naarmate de
leeromgeving daar beter in voorziet, neemt de intrinsieke motivatie toe. Het gaat om:

Het gevoel ‘competent’ te zijn: ervaren dat je capaciteiten hebt en deze kunt
inzetten.
14


Verbondenheid met de omgeving: relaties en interacties, vooral het vertrouwen
in anderen.
Autonomie: de vrijheid om een activiteit naar eigen inzicht en waarden te kunnen
uitvoeren.
Intrinsieke en extrinsieke motivatie komen vaak naast elkaar voor. Ze kunnen elkaar
misschien versterken. Maar dit blijkt niet het geval te zijn. Bij mensen die intrinsiek
gemotiveerd zijn voor een taak, kan extrinsieke motivatie averechts werken. Die kan
leiden tot vermindering van de intrinsieke motivatie. Denk hierbij aan een te grote
gerichtheid op cijfers, te vaak overhoren en het wijzen op zwakke plekken in plaats van
sterke kanten. Deze zaken kunnen nadelig zijn voor de motivatie van binnen uit; leren
vanuit nieuwsgierigheid en interesse gaat altijd beter. (vries, 2013)
APA Bronvermelding
Hoeve, A, 2012, Hybride leeromgeving, Het verwerven van leer- en werkprocessen (Hoeve,
2012)
Kerkhoffs, 2011, Stichting Platforms VMBO, Naar een kern- en keuzeprogramma VMBO
techniek (Kerkhoffs, 2011)
Klein, de, 2010, Praktijkboek als onderwijs bij opdracht (Kleijn, 2010)
Vries, E de, 2013, Canon Beroepsonderwijs, Motiveren van MBO leerlingen (vries, 2013)
3.3 Antwoorden op enkele deelvragen naar aanleiding van literatuurverkenning
Een aantal deelvragen ( zie1.3 pag. 6 “Hoofdvraag en deelvragen”) kunnen
beantwoordt worden vanuit de literatuurverkenning.
Deelvragen die vanuit literatuur onderzoek beantwoord kunnen worden:
1. Over welke belangrijkste vaardigheden m.b.t. projectgericht leren moeten de
leerlingen beschikken in het eerste leerjaar?
3. Aan welke voorwaarden moet het lesprogramma voldoen om projectgericht te
kunnen werken?
5. Welke didactische aanvullingen op de begeleiding van de tutor kunnen de motivatie
van de leerlingen verbeteren?
Bovengenoemde vragen gekoppeld aan de onderzochte literatuur leveren de volgende
antwoorden op.
Deelvraag 1
Een aantal vaardigheden zijn voor de eerstejaars belangrijk om te leren:
a) Fragmentatie: Leerstof kunnen koppelen tot een samenhangend geheel.
b) Verkokering: Integreren verworven kennis.
c) Transfer van het geleerde: Het geleerde kunnen toe te passen op nieuwe
15
problemen en nieuwe situaties.
Deze vaardigheden zijn voor de leerlingen nog moeilijk en niet vanzelfsprekend. Zij
zullen hierin begeleid moeten worden door de opleiding om voldoende betrokken en
gemotiveerd te blijven. (Hoeve, 2012)
Deelvraag 3
Om projectgericht te kunnen werken moeten er een aantal voorwaarden zijn voldaan
om een goede leeromgeving te creëren.
Ten eerste stromen de meeste VMBO leerlingen „breed‟ in en is het wenselijk dat
projecten aansluiten op de oriënteren van de verschillende kwalificatiedossiers. Ook
tijdens het eerste jaar MBO moeten de voorwaarden om projectgericht te leren in de
breedte en niet in de diepte gaan. (Kerkhoffs, 2011)
Ten tweede is het van belang om opdrachten zo te construeren dat ze een aantrekkelijke
complexiteit bevatten. Opdrachten mogen best gecompliceerd zijn zolang leerlingen
hulp krijgen om die complexe opdracht toch tot een goed einde te brengen.
Voorbeelden zijn:




Opdrachten zijn helder geformuleerd.
Opdrachten bevatten voldoende ruimte om zelfstandigheid en
verantwoordelijkheid te beleven.
Opdrachten sluiten aan op wat de student al beheerst aan kennis en
vaardigheden.
Opdrachten zijn beroeps realistisch en zijn geplaatst in de beroepscontext
(Kleijn, 2010)
Deelvraag 5
Om de motivatie van MBO leerlingen vast te houden worden op didactisch gebied een
aantal mogelijkheden aangeboden vanuit de literatuur. Uit onderzoek over mbo
studenten komt naar voren dat autonomie en beroeps realistische opdrachten de
belangrijkste actoren zijn om de motovatie vast te houden. Omdat het voor MBO
leerlingen belangrijk is dat de autonomie ook gekaderd blijft (Kleijn, 2010) moet door de
leerkracht worden gezocht naar de grenzen van zijn/haar leerlingen.
Bij motivatie onderscheid men twee belangrijke soorten, intrinsieke en extrinsieke
motivatie. Intrinsieke motivatie stimuleert het handelen van binnenuit. Het gevoel
‘competent’ te zijn: ervaren dat je capaciteiten hebt en deze kunt inzetten. Daarnaast is
autonomie, de vrijheid om een activiteit naar eigen inzicht te kunnen uitvoeren, van
belang bij gemotiveerde leerlingen. (vries, 2013)
Hoofdstuk 4
Beroepsproduct
4.1 Conclusie praktijk- en literatuurverkenning
Naar aanleiding van praktijk- en literatuurverkenning zijn, gekoppeld aan de onderzoek
16
deelvragen de volgende conclusies geformuleerd:
Onderzoekvraag
Conclusie praktijkverkenning
Conclusie literatuur
1. Over welke belangrijkste
vaardigheden m.b.t projectgericht
leren moeten de leerlingen beschikken
na het eerste leerjaar ?
Technische vaardigheden:
Alle vaardigheden die ten
doel staan voor het project
Verkokeren theorie
Transfer theorie/praktijk
Voldoende basis leggen voor
tweede schooljaar
Breed inzicht uit buiten
eigen domein
Leerlingen moete over vaardigheden
beschikken om te komen tot:
Fragmentatie: Leerstof kunnen
koppelen tot een samenhangend
geheel
Verkokering: Integreren
verworven kennis
Transfer van het geleerde:
Het geleerde kunnen toe te
passen op nieuwe
problemen en nieuwe
situaties
Overige vaardigheden:
Samenwerken
Plannen
Omgaan met autonomie
Verantwoordelijkheid en
zelfstandigheid ervaren
Leerlingen krijgen een beeld
van beroepencontext
2. Welke technische vaardigheden
vallen binnen een “ brede technische
basis” zoals wordt genoemd in de
inleiding van de website?
3. Aan welke voorwaarden moet het
lesprogramma voldoen om
projectgericht te kunnen werken?
- Alle vaardigheden t.b.v. een project
- vaardigheden gekoppeld aan de
modules en readers
-
-
4. Welke samenwerking is er geweest
tussen de domeinen in het afgelopen
jaar?
Deze vaardigheden zijn voor de
leerlingen nog moeilijk en niet
vanzelfsprekend. Zij zullen hierin
begeleid moeten worden door de
opleiding om voldoende betrokken en
gemotiveerd te blijven. (Hoeve, 2012)
-
Voldoende structuur en
begeleiding
Voorkennis van leerlingen
moet aansluiten
Leerlingen moeten ruimte
krijgen om bv problemen op
te lossen
Samenwerking leerlingen
Gerichte begeleiding tutor
(Beperkte) autonomie
leerlingen
Gericht en logische
koppeling van domeinen
geeft mogelijkheden voor
succesvolle projecten
Enthousiasme van het team
uitdragen
Positieve samenwerking
Aansluiting op project was
goed
Communicatie komt beter
op gang
Motiverende ontwikkeling
voor leerlingen
17
-Projecten moeten aansluiten op de
oriënteren van de verschillende
kwalificatiedossiers.
-Projectgericht leren gaat in de
breedte en niet in de diepte gaan.
(Kerkhoffs, 2011)
-Opdrachten zo te construeren dat ze
een aantrekkelijke complexiteit
bevatten.
-Opdrachten mogen best
gecompliceerd zijn zolang leerlingen
voldoende hulp krijgen
-Opdrachten zijn helder geformuleerd.
-Opdrachten bevatten voldoende
ruimte om zelfstandigheid en
verantwoordelijkheid te beleven.
-Opdrachten sluiten aan op wat de
student al beheerst aan kennis en
vaardigheden.
-Opdrachten zijn beroeps realistisch
en zijn geplaatst in de beroepscontext
(Kleijn, 2010)
-
-
5. Welke didactische aanvullingen op
de begeleiding van de tutor kunnen de
motivatie van de leerlingen
verbeteren?
Leerlingen konden daardoor
zelfstandig werken
Zoektocht naar logische
combinatie van domeinen is
nog steeds gaande
Gevolg formele
samenwerking leidt ook tot
prettige informele
samenwerking
Goed voor leerlingen en
voor docenten
Ter verbetering van begeleiding van
leerlingen de volgende onderwerpen:
Leren problemen oplossen
Leren plannen
Leren ontwerpen
Leren met autonomie
omgaan
Ruimte krijgen voor
autonomie
Opdrachten na twee
perioden differentiëren
Inzicht beroepscontext
stimuleren
Uit onderzoek over mbo studenten
komt naar voren dat autonomie en
beroeps realistische opdrachten de
belangrijkste actoren zijn om de
motovatie vast te houden. Omdat het
voor mbo leerlingen belangrijk is dat
de autonomie ook gekaderd blijft.
(Kleijn, 2010).
Autonomie, de vrijheid om een
activiteit naar eigen inzicht te kunnen
uitvoeren, is van belang bij gemotiveerde mbo leerlingen. (vries, 2013)
4.1.1 Samenhangende eindconclusies
Gezamenlijk leerjaar
Om het doel ( leerlingen krijgen een jaar te tijd voor keuzevorming) van een gezamenlijk
jaar te bereiken moeten projecten goed aansluiten op de oriënteren van de verschillende
kwalificatiedossiers. Projectgericht onderwijs heeft zijn focus in de breedte en niet in de
diepte. Docenten binnen het team hebben hun twijfels over het nut van een jaar lang in
de breedte leren. Daarom gaat hun voorkeur gaat uit naar het verkorten van de
gezamenlijke periode naar een half jaar om de motivatie van leerlingen beter vast te
houden. Er liggen mogelijkheden open om in de derde periode differentiatie opdrachten
te ontwikkelen zodat leerlingen vanaf periode drie al meer met hun eigen vakgebied
bezig en een opstap maken naar hun keuzevak. Gezien de positieve ervaringen van het
team betreft de samenwerkingen binnen de domeinen en het opbouwen van een
formeel en informeel netwerk is er voldoende aan communicatie en samenwerking
opgebouwd om een dergelijke start voor een periode waarin al een differentiaties
gemaakt wordt vorm te geven.
Om de motivatie van leerlingen vast te houden moeten opdrachten een aantrekkelijke
complexiteit bevatten, helder geformuleerd en aansluiten aan op wat de student al
beheerst aan kennis en vaardigheden. Door de samenvoeging van alle domeinen en
binnen één project ervaart het team regelmatig problemen bij het tot stand komen van
een heldere formulering en aansluiting op de vaardigheden van leerlingen. Deze
samenwerking kent nog geen lange geschiedenis ( twee jaar) maar wel een positieve
constructieve ontwikkeling.
18
Voorwaarden projectgericht leren
Projecten moeten met name goed aansluiten bij de vaardigheden van leerlingen en een
groot deel van de theorielessen. Daarnaast hebben leerlingen specifieke begeleiding en
voldoende structuur nodig. Een gerichte begeleiding waardoor leerlingen leren omgaan
met autonomie is van groot belang bij projectgericht leren. Binnen deze autonomie
kunnen leerlingen zelf problemen constateren en oplossen. Ook ervaren zij meer
bewegingsvrijheid om een eigen bijdrage toe te voegen, wat van belang is bij het
behouden van de motivatie.
Een logische koppeling van domeinen verbreed het speelveld voor leerlingen en zet hen
aan tot het nemen van verantwoordelijkheden en organiseren van constructieve
samenwerking met collega-leerlingen. Omdat het team nog geen duidelijke
besluitvorming heeft genomen in welke begeleidingsvormen bij welke docent zijn
ondergebracht kunnen leerlingen daardoor het gevoel krijgen te weinig begeleid te
worden. Zij zullen hun bewegingsvrijheid niet als meerwaarde maar als onduidelijkheid
ervaren. Deze grens ligt bij mbo leerlingen gevoelig en zal met zorg moeten worden
omschreven en tijdens het proces worden bijgesteld.
Belangrijk is dat het team zijn enthousiasme blijft overdragen en zelfvertrouwen gaat
vinden in de wijze waarop het team goede projecten ontwikkelt en uitvoert. Het proces
van vallen en opstaan wat daarmee gepaard gaat is ten slotte een goed voorbeeld van
hoe een ook een project-proces voor leerlingen verloopt.
Didactiek en begeleiding leerlingen
Gerichte begeleiding op gebied van probleemoplossend leren, samenwerkend leren, en
het leerproces rondom omgaan met autonomie is belangrijk. Didactiek en begeleiding
belangrijk voor het team zijn met name de samenwerking van leerlingen in
groepsverband, het nemen van verantwoordelijkheid, leren plannen, ontwerpen en
ruimte krijgen voor autonomie. Deze specifieke begeleidingsbehoefte is nog niet
optimaal afgestemd binnen het team. Alle docenten spreken zich uit over de behoeft aan
verbetering op ( een) gebeid van leerlingbegeleiding. Men zou elkaar hierin meer
kunnen vinden door specifieke begeleidingstaken te verdeling aan de hand van de
talenten binnen het team.
A. Ontwikkeling en visie
Er is een positieve ontwikkeling gaande op gebied van samenwerking en afstemming.
Naar het maken van succesvolle projecten met een goede koppeling van domeinen
wordt voortdurend gezocht maar niet altijd als vanzelfsprekend ervaren.
Er is behoeft aan integratie van nieuwe technieken en ontwikkelingen in het
bedrijfsleven vaker binnen de school te halen.
4.2 Ontwerpeisen
Naar aanleiding van de deelvragen zijn vanuit analyse, resultaten en conclusies
ontwerpeisen tot stand gekomen. Deze ontwerpeisen omschrijven de eisen waaraan het
uiteindelijk ontwerp van de handleiding voldoet. In de handleiding wordt omschreven
19
wat een docent nodig heeft en welke middelen hij tot zijn beschikken nodig heeft om tot
samenhang op gebied van didactische begeleiding en praktijkuitvoering van de
leerdoelen van alle praktijklessen van eerstejaars Middenkader Engineering, Techniek
Breed, niveau 4 te komen.
Het doel van deze handleiding is om leerlingen ook gemotiveerd te laten blijven en zich
in te zetten voor domeinen buiten hun studiekeuze gedurende het eerste jaar van hun
opleiding.
In de handleiding wordt samengevat welke onderwerpen van waarde zijn voor een
docent om ervoor te zorgen dat de leerling begrijp welke functie projectgericht leren in
combinatie met en een gezamenlijk leerjaar voor hem/haar heeft.
De ontwerpeisen zijn ondergebracht in vier categorieën:
A.
B.
C.
D.
De leerlingen
Het team van docenten
Organisatorisch kenmerken binnen projectgericht leren
Pedagogische-didactische- en inhoudelijke kenmerken
Ontwerpeisen zijn gekoppeld aan de opdracht:
“ Hoe kan een goede handleiding geschreven worden voor het team techniek om de
samenhang op gebied van didactische begeleiding en de leerlijn van de praktische
vaardigheden van eerstejaars te verbeteren zodat leerlingen gemotiveerd blijven zich in te
zetten voor domeinen buiten hun studiekeuze gedurende het eerste jaar van hun opleiding”
In onderstaande tabel worden de ontwerpeisen onderbouwt vanuit literatuur.
Ontwerpeis
De leerling
Het team techniek
( docenten)
Leerlingen
stimuleren
gemotiveerd
te blijven om
zich in te
zetten voor
domeinen
buiten hun
studiekeuze
gedurende
het eerste
gezamenlijke
jaar van de
opleiding
Eind 2009 heeft de
MBO Raad, een
voorstel ingediend
voor de invoering
van 16 opleidingsdomeinen in het
mbo. Daarmee
moet de aansluiting
tussen het vmbo en
het mbo
verbeteren. Een
opleidingsdomein
staat voor een
cluster van
kwalificatiedossiers. De
student stroomt
„breed‟ in en kan
zich het eerste jaar
oriënteren op de
verschillende
kwalificatie-
Positieve relaties
kunnen op school
worden aangegaan
met klasgenoten en
docenten. Uit
onderzoek blijken
beide van invloed te
zijn op de
betrokkenheid van
leerlingen. Ook
positieve relaties met
docenten en
klasgenoten zorgen
voor een hogere
betrokkenheid. (vries,
2013)
dossiers.
Middenkaderroute
leidt op naar
opleidingen op
20
Organisatorisch
kenmerken binnen
projectgericht leren
-Projecten moeten
aansluiten op de
oriënteren van de
verschillende
kwalificatiedossiers.
-Projectgericht leren
gaat in de breedte en
niet in de diepte
gaan. (Kerkhoffs,
2011)
-Opdrachten zo te
construeren dat ze
een aantrekkelijke
complexiteit
bevatten.
-Opdrachten mogen
best gecompliceerd
zijn zolang leerlingen
voldoende hulp
krijgen
-Opdrachten zijn
helder geformuleerd.
-Opdrachten
bevatten voldoende
ruimte om
zelfstandigheid en
Pedagogische-didactische- en
inhoudelijke kenmerken
Om studentbetrokkenheid te
stimuleren zijn er drie belangrijke
basisbehoefte van de leerling:

Positieve relaties
(verbondenheid
voelen)

Het ervaren van
competentie

Autonomie. (vries,
2013)
niveau 3 en 4 van
het MBO, via een
programma waarin
naast veel aandacht
voor algemeen
vormende vakken
een goed LOBtraject vorm krijgt
met als doel
leerlingen in de
juiste opleiding in
te laten stromen in
het MBO en
switchen en uitval
zo veel mogelijk
tegen te gaan.
(Kerkhoffs, 2011)
Verbetering
ten behoeve
van de
samenhang
op gebied van
didactische
begeleiding
met
betrekking tot
projectgericht
leren
Van leerlingen
wordt verwacht dat
ze verschillende
soorten kennis
integreren,
bijvoorbeeld
theoretische
kennis, kennis van
werkprocessen en
praktische kennis.
Het ontwikkelen
van een
geïntegreerde
kennis is een
levenslang
leerproces dat te
maken heeft met
verschillende
situaties, zoals de
school, de
werkplek, en bij
hobby's, in zowel
formele als
informele situaties.
Deze geïntegreerde
kennis moet dan
wel toepasbaar en
actueel zijn.
(Hoeve, 2012)
verantwoordelijkheid
te beleven.
Opdrachten sluiten
aan op wat de
student al beheerst
aan kennis en
vaardigheden.
(Kleijn, 2010)
Om de leerling te
helpen met het
integreren van de
basis kennis zal het
onderwijs zich
moeten realiseren
dat deze integratie
niet vanzelf gaat. Het
onderwijs zal er meer
op gericht moeten
zijn te helpen bij het
integreren van
verschillende soorten
kennis en ervaringen.
(Hoeve, 2012)
-Opdrachten staan
op papier en zijn
helder geformuleerd.
-Opdrachten
bevatten voldoende
ruimte om
zelfstandigheid en
verantwoordelijkheid
te beleven.
-Opdrachten sluiten
aan op wat de
student al beheerst
aan kennis en
vaardigheden.
-Opdrachten zijn
beroeps realistisch
en zijn geplaatst in
de beroepscontext.
-Opdrachten
bevatten een
variëteit aan
activiteiten.
De intrinsieke motivatie hangt
samen met drie basisbehoeften.
Naarmate de leeromgeving daar
beter in voorziet, neemt de
intrinsieke motivatie toe. Het
gaat om:



Het gevoel ‘competent’
te zijn: ervaren dat je
capaciteiten hebt en
deze kunt inzetten.
Verbondenheid met de
omgeving: relaties en
interacties, vooral het
vertrouwen in
anderen.
Autonomie: de vrijheid
om een activiteit naar
eigen inzicht en
waarden te kunnen
uitvoeren.
(vries, 2013)
-Studenten
beschikken over
voldoende middelen
om de opdrachten te
kunnen uitvoeren.
(Kleijn, 2010)
Verbetering
van de leerlijn
voor
praktische
vaardigheden
gedurende
het
De meeste VMBO
leerlingen stromen
„breed‟ in en is het
wenselijk dat
projecten
aansluiten op de
oriënteren van de
Een goede
doorlopende leerlijn
is een geheel,
waarbinnen
leerlingen leren om
te gaan met
21
Een van de
kernproblemen die
ten grondslag ligt
aan de
bovengenoemde
veranderingen is de
overgang van het
De aansluiting tussen het vmbo
en het mbo moet verbeteren.
Een opleidingsdomein staat voor
een cluster van
kwalificatiedossiers. De student
stroomt „breed‟ in en kan zich
het eerste jaar oriënteren op de
gezamenlijk
jaar
verschillende
kwalificatiedossiers.
Ook tijdens het
eerste jaar MBO
moeten de
voorwaarden om
projectgericht te
leren in de breedte
en niet in de diepte
gaan. (Kerkhoffs,
2011)
1) fragmentatie, wat
inhoudt dat de
leerlingen vaak
niet
in staat zijn de
vele stukjes die ze
hebben geleerd te
combineren tot een
samenhangend
geheel;
2) verkokering, wat
inhoudt dat de
leerlingen moeite
hebben om de
nieuwe kennis te
integreren;
3) geringe transfer
van het geleerde, wat
inhoudt dat de
leerlingen vaak niet in
staat zijn de nieuwe
kennis toe te passen
op nieuwe
problemen en nieuwe
situaties.
Om de leerling te
helpen met het
integreren van de
basis kennis zal het
onderwijs zich
moeten realiseren
dat deze integratie
niet vanzelf gaat. Het
onderwijs zal er meer
op gericht moeten
zijn te helpen bij het
integreren van
verschillende soorten
kennis en ervaringen.
(Hoeve, 2012)
onderwijs naar de
beroepspraktijk,
waarmee leerlingen
te maken krijgen. Uit
onderzoek blijkt dat
er een kloof is tussen
wat wordt geleerd
en wat er van wordt
gevraagd. Van
leerlingen wordt
verwacht dat ze
verschillende
soorten kennis
integreren,
bijvoorbeeld
theoretische kennis,
kennis van
werkprocessen en
praktische kennis.
Het ontwikkelen van
een geïntegreerde
kennis is een
levenslang
leerproces dat te
maken heeft met
verschillende
situaties, zoals de
school, de werkplek,
en bij hobby's, in
zowel formele als
informele situaties.
Deze geïntegreerde
kennis moet dan wel
toepasbaar en
verschillende
kwalificatiedossiers. (Kerkhoffs,
2011)
actueel zijn. (Hoeve,
2012)
4.3 Vormgeving Beroepsproduct
Toelichting vormgeving van de handleiding:
-
Onderwerp: Verbetering samenhang binnen de domeinen en verbetering motivatie
mbo leerlingen eerste jaar Middenkader Engineer
Doelgroep: De handleiding is geschreven voor het team docenten techniek
Doel: samenhang op gebied van didactische begeleiding en praktijkuitvoering
van de leerdoelen van alle praktijklessen van eerstejaars Middenkader
Engineering, Techniek Breed, niveau 4 te verbeteren zodat leerlingen
gemotiveerd blijven zich in te zetten voor domeinen buiten hun studiekeuze
gedurende het eerste jaar van hun opleiding.
22
-
Vorm: Digitaal en op papier
4.3 De handleiding
De handleiding is verdeeld in vier kenmerken:
- De leerlingen
- Het team van docenten
- Organisatorisch kenmerken binnen projectgericht leren
- Pedagogische-didactische- en inhoudelijke kenmerken
Deze vier kenmerken kennen in totaal 18 stappen die genomen kunnen worden om het
doel te bereiken:
1. Samenhang op gebied van didactische begeleiding en praktijkuitvoering van de
leerdoelen van alle praktijklessen.
2. Leerlingen motiveren zich in te zetten voor domeinen buiten hun studiekeuze
gedurende het eerste jaar van hun opleiding.
Zie bijlage 4A Het beroepsproduct
Hoofdstuk 5
Evaluatie en presentatie
5.1 Presentatie
De handleiding is gepresenteerd tijden een teamvergadering aan het team techniek.
5.2 Evaluatie
De handleiding wordt gepresenteerd aan docenten in de praktijk aan hen wordt ook
gevraagd of het beroepsproduct aan de ontwerpeisen en verwachtingen voldoet. Om dit
na te gaan en vast te leggen zijn een aantal vragen aan het team voor gelegd.
Opdrachteis: samenhang op gebied van didactische begeleiding en praktijkuitvoering
van de leerdoelen van alle praktijklessen van eerstejaars Middenkader Engineering,
Techniek Breed, niveau 4 te verbeteren zodat leerlingen gemotiveerd blijven zich in te
zetten voor domeinen buiten hun studiekeuze gedurende het eerste jaar van hun
opleiding.
Ontwerpeisen:
- Leerlingen stimuleren gemotiveerd te blijven om zich in te zetten voor domeinen
buiten hun studiekeuze gedurende het eerste gezamenlijke jaar van de opleiding.
23
-
Verbetering ten behoeve van de samenhang op gebied van didactische
begeleiding met betrekking tot projectgericht leren.
Verbetering van de leerlijn voor praktische vaardigheden gedurende het
gezamenlijk jaar
Vragenlijst die gesteld gaat worden aan betrokkenen:
Zie Bijlage Formulier K Leerverslag
24
Bijlage 2A
FORMAT INTERVIEWLEIDRAAD - beroepsproducten
Geïnterviewde(n):
JS
WE
GH
RK
ES
Docent Elektra
Docent Techniek Breed
Docent Installatietechniek
Docent Werktuigbouwkunde
Docent Lassen
Begin- eindtijd: 20 minuten
Locatie: Tech College Amersfoort, docentenkamer
Inleiding

Beschrijf het doel van het interview;
Goede handleiding schrijven voor het team techniek om de samenhang tussen de
leerdoelen van alle praktijklessen van eerstejaars Middenkader Engineering,
Techniek Breed, niveau 4 te verbeteren zodat leerlingen gemotiveerd blijven zich
in te zetten voor domeinen buiten hun studiekeuze gedurende het eerste half jaar
van hun opleiding. Het onderzoek biedt daadwerkelijk bruikbare oplossingen van
het praktijkprobleem.
Uitgangspunt is de wervingstekst op de website van het Tech college:
Het eerste jaar is een gezamenlijk leerjaar voor alle Middenkader Engineering-opleidingen.
In dit jaar doe je brede technische kennis op en leg je een stevige basis voor de rest van de
opleiding. Je leert projectgericht. Dit betekent dat je iedere tien weken aan een nieuw
project gaat werken. Daarbij breng je in de praktijk wat je leert en bouw je bijvoorbeeld
een kleine machine. Soms voer je een project uit in opdracht van een bedrijf. Na het eerste
jaar kies je voor één van de uitstroomrichtingen van Middenkader Engineering. Tijdens de
opleiding ga je ook een aantal keer stage lopen.



Hoe lang het interview ongeveer duurt;
20-30 minuten
Vertel hoe het interview wordt vastgelegd;
Geluidsopname en schriftelijk
Beschrijf de afspraken over anonimiteit en hoe je zult gaan terugkoppelen:
Namen worden niet genoemd in het interview. Data verzameling word in een
horizontaal dataverslag verwerkt zodat alle antwoorden naast elkaar staan.
Vragenlijst
Doel van het
interview
Kernbegrippen
Deelaspecten
25
( Bij bevragen)
vragen en/of
stellingen
Na afloop heb ik
data verzameld
over de huidige
situatie
waarmee ik een
handleiding kan
schrijven die
door het hele
team gedragen
wordt en dus
realistisch
uitvoerbaar is.
1. Vaardigheden
leerlingen
2. Voorwaarden
project gericht
werken
3. Samenhang
tussen de
domeinen
4. Didactische
aanvullingen
1. Praktische
samenwerking
tussen de
vakgebieden
2. Samenhang van
de lesstof voor
praktijk en
theorie.
3. Omschrijving “
brede
technische
basis”
Inleidende vragen
1. Hoe zijn uw ervaringen m.b.t. het eerste gezamenlijke leerjaar Middenkader
Enginering?
2. Hoe ontwikkelen leerlingen een “ brede technische kennis” binnen uw vak?
Kernvragen
3. Aan welke voorwaarden moet uw lesprogramma voldoen om projectgericht te
kunnen werken?
4. Wat zijn uw ervaringen met het project Robot-X m.b.t. aansluiting op de
vaardigheden van de leerlingen?
5. Welke samenwerking is er geweest met andere domeinen het afgelopen jaar?
Slotvragen
6. Denkt u dat deze samenwerking bij kan dragen aan een betere keuzevorming
voor leerlingen wat betreft hun opleiding?
7. Als u meer lestijd zou krijgen, waar zou u dat als tutor aan besteed hebben bij
Robot-X?
8. Welke aanvulling zou u gerealiseerd willen zien om de motivatie van leerlingen
t.b.v. andere domeinen dan hun keuze te vergroten?
9. Heeft u nog opmerkingen of aanvullingen?
26
Bijlage 2B
Meetinstrument praktijkverkenning
vragen
docent 1 JS
docent 2
WE
docent 3 ES docent 4
RK
1.Hoe zijn uw
ervaringen m.b.t.
het eerste
gezamenlijke
leerjaar
Middenkader
Enginering?
2.Hoe
ontwikkelen
leerlingen een “
brede technische
kennis” binnen
uw vak?
3.Aan welke
voorwaarden
moet uw
lesprogramma
voldoen om
projectgericht te
kunnen werken?
4.Wat zijn uw
ervaringen met
het project RobotX m.b.t.
aansluiting op de
vaardigheden van
de leerlingen?
5.Welke
samenwerking is
er geweest met
andere domeinen
het afgelopen
jaar?
27
Docent 5
GH
6.Denkt u dat
deze
samenwerking bij
kan dragen aan
een betere
keuzevorming
voor leerlingen
wat betreft hun
opleiding?
7.Als u meer
lestijd zou
krijgen, waar zou
u dat als tutor aan
besteed hebben
bij Robot-X?
8.Welke
aanvulling zou u
gerealiseerd
willen zien om de
motivatie van
leerlingen t.b.v.
andere domeinen
dan hun keuze te
vergroten?
9.Heeft u nog
opmerkingen of
aanvullingen?
28
Bijlage 2C
Geordende gegevens praktijkverkenning
vragen
docent 1
docent 2
docent 3
docent
docent 5
1.Hoe zijn uw
ervaringen m.b.t.
het eerste
gezamenlijke
leerjaar
Middenkader
Enginering?
Positief,
leerlingen krijgen
een veel bredere
basis dan wanneer ze direkt in
de richting van
hun keuze
starten. Nu leren
ze hun weg
vinden over alle
terreinen, ik vind
dat echt een
pluspunt. Het
nadeel is wel dat
we goed met
elkaar in de gaten
moeten houden
of het
eindniveau ( na 3
jaar) gehaald
wordt.
Door zinvolle
projecten te
bieden die
zinvol,
interessant maar
ook haalbaar zijn
voor de jongens.
Daarnaast moet
de theorie zo veel
mogelijk
aansluiten bij de
behoefte van de
projecten.
Door de verkorting
van de opleiding
moet ik de
basisvaardigheden
in een kortere tijd
aanleren.
Leerlingen leren nu
vaardigheden die ze
nodig hebben om
een project te
kunnen uitvoeren.
Ik kan dus niet geen
allround
basisvaardigheden
lessen geven, dat
vind ik wel een
nadeel. Maar we
redden ons nu ook
hoor.
Positief, erg leuk
om een diversie teit aan
leerlingen bij
elkaar te hebben.
Ze maken kennis
met verschillende werkgebieden en dat
vind ik zinvol. Ze
leren elkaar
kennen, en ik
hun ook. Een
type werktuigbouwer is, door
de bank genomen een ander
type dan een
elektro-man. Nu
leren zo ook met
elkaar omgaan.
Door de lesstof.
Alle begin
modules bieden
een basis aan op
elk vakgebied.
Theoretisch en
praktisch.
Een prima
manier om zo
een brede basis
te leggen. Ze
weten na drie
periodes overal
iets van af.
Ik ervaar het
gezamenlijke
eerste jaar
meer als van
boven
opgelegde
regel om
noodlijdende
afdelingen in
stand te
houden. Ik
vraag me af of
leerlingen er
wel zoveel baat
bij hebben.
Hoewel zij nu
natuurlijk wel
binnen een
heel breed veld
ervaring
opdoen.
De algemene
vaardigheden
leren zij nu
door zich in dat
brede veld te
ontwikkelen
middels een
combinatie van
theorie en
praktijkvakken
Dat is voordeel
van deze opzet.
Een nadeel is
dat leerlingen
na 3 periodes
nog niet zo veel
vaardigheden
geleerd hebben
voor hun
vakgebied.
Ik zie de
samenhang wel, en
ik vind het ook
goed om te doen
een gezamenlijk
jaar, maar ik snap
ook dat de
leerlingen dat niet
altijd zo zien. Zij
vinden het niet
altijd leuk om aan
projecten te
werken, vooral als
lessen niet
helemaal goed
lopen of de inhoud
spreekt ze niet
aan, dan haken ze
snel af.
Wij hebben het
projecten gericht
leren gedoseerd
aangeboden en
combineren dat
met lintlessen
zodat de
leerlingen
voldoende
structuur krijgen.
De vakken van
Exact sluiten
Ik moet de
leerlingen van te
voren alle
vaardigheden
aanleren die ze
nodig hebben om
zich te kunnen
redden met het
project. De tijd is
erg krap, maar ik
red me wel, dat is
aan mij om dat goed
Projectgericht
leren is voor mij
in stappen
denken. Niet te
veel
voorkauwen:
Welke drie
stappen moet ik
nemen om tot
stap 4 te komen?
Nu is het toch
nog te veel
Een goed
project kent
fasen en
stappen.
Leerlingen
leren plannen
en op lange
termijn
denken. De
ondervinden
bij projecten
ook wat de
Ik noem
projectgericht
werken “ aanpak
kennis”. Stap voor
stap aan een
project beginnen.
Leerlingen moeten
de ruimte krijgen
om die stappen te
kunnen zetten,
maar hebben ook
speciale
2.Hoe ontwikkelen
leerlingen een “
brede technische
kennis” binnen uw
vak?
3.Aan welke
voorwaarden moet
uw lesprogramma
voldoen om
projectgericht te
kunnen werken?
Die brede
technische kennis
die genoemd wordt
in het eerste jaar
staat eigenlijk
allemaal ten doel
van het project. In
die zin is het geen
basis voor de rest
van de opleiding,
maar een basis t.b.v.
de projecten. Deze
benadering staat de
breedte juist in de
weg.
29
De term “ brede
technische kennis”
is niet door ons
omschreven, wij
doen dat naar
eigen inzicht. Voor
leerlingen is niet
duidelijk genoeg
welke brede basis
zij gaan aanleggen
in het eerste
gezamenlijke jaar.
Zij hebben geen
overzicht en zien
er geen duidelijk
doel bij.
4.Wat zijn uw
ervaringen met het
laatste project
m.b.t. aansluiting
op de vaardigheden
van de leerlingen?
5.Welke
samenwerking is er
geweest met
andere domeinen
het afgelopen jaar?
daar weer bij
aan.
Een goede mix
van lesstijlen
waarbij de
leerlingen leren
om met elkaar
samen te werken
maar ook
voldoende
structuur krijgen
vind ik
belangrijk.
Goed, we hebben
een aantal
verbeteringen
ten opzichte van
vorig jaar
aangebracht en
het project liep
nu ook beter.
Leerlingen
kregen de Robot
af ( vorig jaar
niet) en waren in
staat problemen
te constateren.
Ook werkten de
printplaten goed.
Wat mij betreft
voor herhaling
vatbaar.
in te delen. Maar
deze vorm van
project gericht
leren is geen sprake
meer van brede
technische
ontwikkeling
opbouwen. Alles
staat den doel van
het project
voorgekauwd.
Leerlingen
moeten iets meer
ruimte krijgen
om probleem
tegen te komen,
en op te lossen.
Zet b.v. maar een
onopgeloste fout
in de opdrachten.
consequenties
van sommige
beslissingen
zijn. Ze leren
verantwoordin
g nemen. Dat
is belangrijk
om te leren.
begeleiding, nodig.
Iemand die het
projectgericht
werken begeleidt
en daar in getraind
is.
Goed, leerlingen
waren voorbereid
op de vaardigheden
die ze nodig
hadden. Leerlingen
wisten daardoor
wat ze moesten
doen en konden
behoorlijk
zelfstandig aan de
slag met hun
opdrachten. Er was
wel een tijdsdruk,
zowel voor mijzelf
als voor de
leerlingen, maar we
hebben het prima
gered.
Goed project
vond ik. Goede
aansluiting op de
vaardigheden
van de
leerlingen. Ook
hun onkunde
komt zo naar
boven. Dat is ook
goed voor een
docent om te
kunnen
constateren. We
hebben in het
eerste jaar een
brede instroom,
een project moet
daar op
aansluiten.
De opzet vind ik
goed, inhoudelijk
kan het nog
verbeterd. Ik zou
graag willen zien
dat leerlingen ook
daadwerkelijk met
enginering bezig
zijn. Nu krijgen ze
te veel een kant en
klare opdrachten.
Ik denk dat het
leuk voor de
leerlingen is een
stuk te
mogen/moeten
ontwerpen.
Door de
projecten en het
gezamenlijke
eerste jaar van
niveau 4 is er,
naast een
formele, ook een
informele samenwerking ontstaan
tussen de
verschillende
afdelingen. Leer lingen kennen nu
docenten en
andere leerlingen
van Elektro
terwijl ze zelf
werktuigbouw
doen. Ze lopen
makkelijker
binnen bij een
ander voor
advies.. Daar
hebben
leerlingen hun
hele opleiding
plezier van, dat
vind ik echt een
groot pluspunt
We werken sinds
twee jaar meer
samen , en dat gaat
Vorig jaar was de
communicatie
nog niet zo
vanzelfsprekend,
toen moesten we
nog leren om op
elkaar af te
stemmen of
elkaars ( per
verkeerde
planning op te
vangen
bijvoorbeeld. Dat
verliep dit jaar al
weer beter. Ik
vond de
samenwerking
lekker lopen.
Ik vond het een
leuk project en
ook een goeie
combinatie van
werktuigbouw
en elektrotechniek. Een
dergelijk
project nodigt
ook uit om
gericht te
werken aan
een domein
van je keuze,
dat motiveert
leerlingen.
Tegelijkertijd is
de combinatie
van een ander
domein veel
vanzelfspreken
der.
Het Tech
college werkt
al een aantal
jaren als een
team. Dat heeft
veel voordelen.
Natuurlijk
werkt het
makkelijker als
je elkaar weet
te vinden in
overleg en
uitvoering en
niet langs
elkaar heen
werkt.
Daarnaast leidt
het ook tot
goede
gecombineerde
projecten.
goed. Prima. Op
zich waren we dat
ook al gewend met
vierdejaars
studenten die
zelfstandig van de
ene werkplaats
naar de andere
gaan. Dus het is niet
iets nieuws voor
ons. Ik vind het een
goeie ontwikkeling
dat er samen
werkingsverbanden
zijn tussen de
afdelingen en
werkplaatsen.
30
We zijn eigenlijk
net begonnen met
samenwerken.
Voorheen was er
weinig
communicatie
onderling. Er zijn
al grote stappen
gemaakt door de
samenwerking
met de projecten.
6.Denkt u dat deze
samenwerking bij
kan dragen aan een
betere
keuzevorming voor
leerlingen wat
betreft hun
opleiding?
7.Als u meer lestijd
zou krijgen, waar
zou u dat als tutor
aan besteed
hebben bij een
project?
8.Welke aanvulling
zou u gerealiseerd
willen zien om de
motivatie van
leerlingen t.b.v.
andere domeinen
dan hun keuze te
vergroten?
Dat vraag ik me
wel af. Veel
leerlingen
hebben al een
keuze gemaakt
als ze op school
komen. De
toekomst zal het
uitwijzen of er
over drie jaar
inderdaad
minder uitval is
omdat leerlingen
meer tijd hebben
gekregen om een
betere keuze te
maken. Maar het
voordeel van het
informele
netwerken van
leerlingen vind ik
belangrijker. ( zie
vraag 5)
Ik zou die tijd
gebruiken om de
problemen die de
leerlingen
geconstateerd
hebben bij de
Robot, op te
lossen. Twee
weken langer
was wat dat
betreft goed
geweest.
Met name twee
aanvullingen:
Ten eerste
geslaagde
projecten. En ten
tweede een
goede
afstemming van
de lesstof. Wij
hebben allemaal
een beetje last
van tunnelvisie.
Iemand zou
eigenlijk de
samenhang in
kaart moeten
brengen, een
overzicht maken
waarbij het
Een aantal weten al
wat ze willen als ze
op school beginnen,
maar het is handig
als je ruimt de tijd
krijgt je keuze te
maken. Twee
periodes is echt wel
lang genoeg lijkt
me. Nu duurt het
wel heel lang.
Ja, zeker weten.
Heel veel
leerlingen weten
nog niet zeker
wat ze willen
gaan doen en
krijgen zo alle
tijd om dat te
ontdekken.
Misschien kan de
periode wel
verkort naar
twee periodes.
Nou, ik
betwijfel het.
Wel voor een
kleine groep.
Misschien weet
2% niet wat ze
willen kiezen.
Ik vind het een
te klein
percentage om
daar een heel
schooljaar aan
op te offeren.
Nee, ik denk dat 90
% van de
leerlingen al weet
welke richting
hij/zij gaat kiezen
voor hij/zij aan de
opleiding begint.
Ik denk dat twee
periodes lang
genoeg is voor een
gezamenlijk jaar.
Ik zou meer tijd
besteden aan
verbindingstechnie
ken zoals lijmen,
lassen en
puntlassen.
De begeleidingstijd
is prima zo.
Meer milestones:
duidelijke
tijdsplanning
waar we de
leerlingen ook
aan gaan houden,
en een
oplevering van
een tussentijds
product. Dus
leerlingen ook
trainen in het
omgaan met die
planning. De
laatste dagen van
het project
verliepen ook
aan onze kant
rommelig.
Aan specifieke
geprofessionalisee
rde project
begeleiding om het
engineer gedeelte
van projecten, in
een speciale
werkruimte, te
ondersteunen.
Onze leerlingen
vinden het
moeilijk om vraaggestuurd te
werken, en hebben
daar speciale
begeleiding in
nodig.
Duidelijk uitleggen
aan de leerlingen
dat het niet alleen
handig is om een
algemene
technische kennis
te hebben, maar dat
ook bedrijven
mensen zoeken die
meer kunnen dan
alléén
werktuigbouw of
elektrotechniek.
Flexibiliteit
betekend ook
flexibiliteit in je
inzetbaarheid, in je
denken en dus ook
in je kennis. Meer
Ik zou graag
kleine lossen
speelse
opdrachten
willen hebben
klaarliggen en
allerlei “
rommel” in huis
zodat leerlingen
meer kunnen
spelen met de
techniek, en
zodoende
gemotiveerd
blijven voor een
domein waar ze
niet voor gaan
kiezen straks.
Ik zou de
begeleiding
van de
projecten
graag willen
verbeteren. Het
heeft ook met
de inrichting te
maken. Ik moet
mijn leerlingen
verdelen over
meerdere
ruimtes. Ik zou
graag centraal
overzicht
willen hebben
over een hele
groep
waardoor ik
kan begeleiden
waar nodig en
vrij laten waar
het kan.
Ik geloof in
goede gerichte
projecten. Met
gericht bedoel
ik dat de
domeinkeuze
en
beroepscontext
binnen alle
projecten
gerealiseerd
zou moeten
zijn. En
natuurlijk is
onze kwaliteit
als team, en als
individuele
docent heel
belangrijk. Als
31
-Gezamenlijk jaar
mag naar een half
jaar.
-Richten op
positieve
ervaringen, ook
buiten je
keuzeveld.
-Met regelmaat het
beroepenveld in
beeld blijven
brengen d.m.v.
uitstapjes, maar
ook een
gastspreker, een
goeie film over een
bedrijf enz. Buiten
de deur blijven
kijken met elkaar.
9.Heeft u nog
opmerkingen of
aanvullingen?
streven is dat de
theorie zo veel
mogelijk
synchroon loopt
met de
praktijklessen.
weten buiten je
eigen gebied is
altijd goed.
Ik denk dat we
straks met het
Tech Casco een
goede kant
opgaan met de
koppeling van
verschillende
domeinen. Dan
sluit het
projectgericht
leren ook goed
aan en geeft veel
mogelijkheden
voor mooie
projecten.
Na twee periodes
weet echt iedereen
wat er te koop is: de
vaart er in en aan
de slag met de
opleiding van je
keuze.
Ik heb gemist dat
we bij het laatste
project het
succes hebben
gevierd. De
afsluiting mag
van mij wel met
meer “ succes
gevoel” omgeven
worden.
Ik denk dat we
ons niet te veel
moeten laten
afleiden door de
dagelijkse
beslommeringen,
en de grote lijnen
( plannen)
blijven bewaken.
32
wij enthousiast
zijn, zullen veel
leerlingen
volgen toch?
Laten we dat
betreft ook de
hand in eigen
boezem steken.
Een goed
project
voorbereiden
is moeilijk,
maar ook leuk.
Een gerichte en
logisch
koppeling van
domeinen is
voor mij een
voorwaarde
voor succes.
Geen
geforceerde
combinaties.
Verder is 2
periodes voor
de
gezamenlijke
start wel
genoeg.
Ik denk dat wij ons
meer moeten
richten op het
ontwikkelen van
nieuwe
technieken. Ook al
weten we
misschien zelf niet
precies hoe. Toch
aanpakken en
gaan doen. Ons
lesaanbod is nu
echt te
traditioneel.
Bijlage 4A
Handleiding voor docenten team techniek.
ROC Tech College
Middenkader Engineer.
Eerste leerjaar, niveau 4.
Doelstellingen:
1. Samenhang op gebied van didactische
begeleiding en praktijkuitvoering van de
leerdoelen van alle praktijklessen.
2. Leerlingen motiveren zich in te zetten
voor domeinen buiten hun studiekeuze
gedurende het eerste jaar van hun
opleiding.
De handleiding is verdeeld in vier kenmerken:
- De leerlingen
- Het team van docenten
- Organisatorisch kenmerken binnen projectgericht leren
- Pedagogische-didactische- en inhoudelijke kenmerken
A. De leerling motiveren
1. Zorg bij aansluiting
Problemen met aansluiting op het lesprogramma constateren en een plek geven in
het lesprogramma voor leerlingen die:
a. nog te weinig aansluiting hebben op de nieuwe lesstof
b. de lesstof tijdens de vooropleiding al gehad hebben
2. Leerling betrekken
bij Kwalificatiedossier
Leerlingen inzicht geven op welke kwalificatiedossiers zij zich oriënteren tijdens
het eerste jaar en daarmee context geven aan hun leerprogramma.
3. Transfer kennis
Transfer van theoretische- en praktische kennis zodat leerlingen de
toepassingsmogelijkheden overzien
4. Actueel
Theoretische- en praktische kennis moet voor de leerlingen actueel zijn en
gekoppeld aan de beroepscontext.
5. Autonomie
Ruimte voor autonomie binnen beroeps realistische opdrachten geven
6. Begeleiding
Leerling begeleiden en ondersteunen in het omgaan met autonomie
33
B. Bijdrage Team techniek
7. Positieve relaties
Aandacht voor positieve relaties met docenten en klasgenoten onderling
zorgen voor een hogere betrokkenheid.
8. Informeel netwerk
Een gemotiveerd team creeert ongemerkt een informeel netwerk waarbinnen
zowel docenten als leerlingen informatie kunnen uitwisselen en elkaar
ondersteunen.
9. Intensieve begeleiding
Docent begeleidt de leerling intensief in hoe verschillende soorten kennis en
ervaringen kunnen worden geïntegreerd.
10. Fragmentatie
Docent helpt de leerling om fragmentatie tegen te gaan en de lesstof te kunnen
zien als één geheel
C. Aandachtspunten bij Projectgericht leren
11. Oriëntatie op
Kwalificatie dossiers
Projecten moeten aansluiten op de oriënteren van de verschillende
kwalificatiedossiers
12. Breedte
Projectgericht leren gaat in de breedte en niet in de diepte
a.
b.
13. De opdrachten
c.
d.
14. Begeleiding waarborgen
Staan op papier en zijn helder geformuleerd.
Bevatten voldoende ruimte om zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te
beleven.
Sluiten aan op wat de student al beheerst aan kennis en vaardigheden.
Zijn beroeps realistisch en zijn geplaatst in de beroepscontext
Begeleidingstraject integreren en waarborgen in:
a. Leren problemen oplossen
b. Leren plannen
c. Leren ontwerpen
d. Leren met autonomie omgaan
D. Didactiek
15. Leeromgeving creëren
voor intrinsiek motivatie
Naarmate de leeromgeving daar beter in voorziet, neemt de intrinsieke
motivatie toe. Het gaat om:
a.
b.
c.
Het gevoel ‘competent’ te zijn: ervaren dat je capaciteiten hebt en deze
kunt inzetten.
Verbondenheid met de omgeving: relaties en interacties, vooral het
vertrouwen in anderen.
Autonomie: de vrijheid om een activiteit naar eigen inzicht en waarden
te kunnen uitvoeren.
16. Uitdaging
Opdrachten mogen gecompliceerd en uitdagend zijn zolang leerlingen
voldoende hulp krijgen.
17. Projectmatig
Leerlingen moeten extra worden begeleid in projectmatig samenwerken. Zij
34
samenwerken
hebben vaak geen goed beeld bij wat een goede samenwerking inhoud en nodig
heeft.
18. Peer tutoring
Interactieproces op gang brengen door middel van peer tutoring ( leerlingen
met meer kennis helpen leerlingen met minder kennis)
18. Complimenten
Complimenten geven. Leerlingen horen graag wat zij goed hebben gedaan.
35
Download