PowerPoint-presentatie - Eerste Hulp Verlenen en Gevorderde

advertisement
EERSTE HULP VERLENEN
Lespresentaties
Versie 002 / Dec 2016
Terug naar inhoudsopgave
Deze presentatie is onderdeel van het lesmateriaal bij EERSTE HULP VERLENEN
Het is toegestaan om deze presentatie te bewerken ten behoeve van het
onderwijs in het verlenen van Eerste Hulp.
Het is niet toegestaan om de inhoud van de presentaties (tekst, afbeeldingen, logo's)
openbaar te maken in welke vorm dan ook zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de uitgever.
Houd de website en facebook pagina in de gaten voor updates
van deze presentatie en andere lesmaterialen.
www.eerstehulpverlenen.nl
https://www.facebook.com/eerstehulpverlenen/
EERSTE HULP VERLENEN
Marion van den Hurk-Dittmar en Pim de Ruijter
ISBN 978-94-91838-40-8
EduPlaza 2016
www.eerstehulpverlenen.nl
[email protected]
Inhoudsopgave

H1+2 Introductie Eerste Hulp

H10 Verwondingen

H3 Benadering van een slachtoffer

H11 Kleine letsels

H4 Reanimatie met de AED

H12 Letsels bewegingsapparaat

H5+6 Luchtweg, Nekletsel, Stoornissen

H13 Vergiftigingen
ademhaling

H14 Elektriciteitsletsel

H7 Stoornissen circulatie

H15 Algemene ziekteverschijnselen

H8 Stoornissen bewustzijn

H9 Stoornissen lichaamstemperatuur
EERSTE HULP VERLENEN
Introductie Eerste Hulp
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudsopgave
A. Inleiding
B. Aandachtspunten verantwoorde hulpverlening
C. Besmettingsgevaar
D. Emoties
E. Juridische aspecten
Inleiding
Eerste Hulp is de eerste schakel in de hulpverleningsketen
Afbeelding: Nederlandse Reanimatie Raad
Goede voorbereiding
 Eerste Hulp Doos
 Klein setje in rugtas/handtas
 Programmeren nummers hulpdiensten
 AAA of 000
 ICE (In Case of Emergency)
 Weet luidsprekerfunctie te vinden
Goede voorbereiding
 Let op gevaar
 Benaderen van het slachtoffer
 Indien nodig zorgen voor professionele hulp
 Het verlenen van eerste hulp
Besmettingsgevaar

Werk schoon en hygiënisch

Was handen met water en zeep
Gebruik handdesinfectans
Draag wegwerphandschoenen



Vermijd contact met bloed, braaksel en
lichaamsvocht

Was en desinfecteer je handen
na de hulpverlening
Emoties




Emotionele reactie bij slachtoffer én
hulpverlener is normaal
Probeer rustig te worden, krijg controle
terug
Doe geen ondoordachte dingen
Vraag om hulp
Juridische aspecten
 Iemand in nood moet geholpen worden
 Free Call system
 Handel naar eer en geweten, dan kun je niet aansprakelijk gesteld
worden voor kosten
 Verleen alleen verantwoorde eerste hulp
 Niet-reanimeren verklaring
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
EERSTE HULP VERLENEN
Benadering van een slachtoffer
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudsopgave
A. Veiligheid en situatie
B. Reactie van het slachtoffer
C. Alarmeren van professionele hulpverleners
A. Veiligheid en situatie

Zorg voor een veilige werkomgeving

Voorbeelden van gevaar
- Weersomstandigheden
- Gevaarlijke stoffen of gassen
- Verkeer
- Elektriciteit
- Agressie

Volg aanwijzingen professionele hulpverlening op
Veiligheid en situatie
 Help een slachtoffer bij voorkeur op de plaats waar hij ligt
 Zorg voor een veilige werkomgeving
 Indien er gevaar dreigt, probeer het slachtoffer te verplaatsen naar
een veilige omgeving
 Indien de situatie niet veilig te maken is, wacht met hulpverlening
op professionele hulpverleners
Verplaatsen van een slachtoffer
 Noodvervoersgreep van Rautek
 Rautek uit de auto
 Verslepen aan de benen
Noodvervoersgreep van Rautek
 Kniel achter het slachtoffer, plaats je handen onder de oksels
 Duw het slachtoffer omhoog en ga achter het slachtoffer zitten
 Pak de minst gewonde arm onder de oksels
door, met je duimen aan de voorzijde van
de arm
 Hurk en sta op, versleep het slachtoffer
Rautek uit de auto
 Snijd de gordel door, terwijl je het slachtoffer ondersteunt
 Trek het slachtoffer uit de auto
! Kom niet tussen het stuur en het slachtoffer als de airbag nog
niet is uitgeklapt!
Stop hevig bloedverlies




Draag wegwerphandschoenen
Pak een doek of kompres en druk deze
op de wond
Oefen druk uit op de wond totdat de
bloeding stopt of je een
wonddrukverband kunt aanleggen
Bel 1-1-2 bij hevig bloedverlies
B. Reactie van het slachtoffer
 Benader het slachtoffer in zijn
gezichtsveld
 Spreek het slachtoffer aan,
schud voorzichtig aan de schouders
 Indien het slachtoffer niet reageert,
bel 1-1-2 en laat een AED halen
Brakend slachtoffer op de zij draaien
 Pak het slachtoffer bij schouder en heup
 Draai het slachtoffer naar je toe
Voorkom dat het hoofd naar achteren klapt
 Vang het slachtoffer op met je bovenbenen
Draai een brakend ongevalsslachtoffer voorzichtig op
de zij, er kan sprake zijn van nekwervelletsel
Buik-naar-rugligging
 Leg de dichtstbijzijnde arm langs het slachtoffer
 Leg de andere arm gestrekt langs het hoofd omhoog
 Pak het slachtoffer bij de schouder en duw hem van je af
 Vang het hoofd op tijdens het draaien
Controle van de ademhaling
 Vrijmaken van de luchtweg met de hoofd-kantel-kinliftmethode
 Kijk in de richting van de borstkas naar adembewegingen
 Luister naar ademgeluiden
Voel met je wang naar luchtstroom
Indien er sprake is van een ongeval, kantel
het hoofd dan niet naar achter
Controle van de ademhaling
 Indien er geen normale ademhaling is,
start met reanimatie en sluit de AED aan
zodra deze beschikbaar is
 Indien er wel een normale ademhaling
is, houd de luchtweg vrij en blijf de
ademhaling controleren
Stabiele zijligging
Indien je een bewusteloos slachtoffer alleen moet laten,
leg hem dan in de stabiele zijligging om de luchtweg vrij te houden
Indien er sprake is van een ongeval, je bent
alleen en je moet het slachtoffer alleen laten,
leg hem dan voorzichtig in de stabiele zijligging
Stabiele zijligging
 Leg de dichtstbijzijnde arm loodrecht ten opzichte van het
lichaam
 Pak de verst liggende hand
 Leg de hand met de handrug tegen de wang aan, blijf de hand
vasthouden
Stabiele zijligging
 Pak het verst liggende been beet en draai het slachtoffer naar je
toe
 Leg het been in een hoek van 90 graden ten opzichte van het
lichaam
 Kantel het hoofd iets achterover en richt de mond naar beneden
Indien er sprake is van een ongeval, kantel
het hoofd dan niet naar achter
Stabiele zijligging
 Controleer de ademhaling, voel met één hand op de buik-borst
overgang en één hand op de rug of er adembewegingen zijn
 Indien er geen ademhaling is of je twijfelt: draai het slachtoffer
terug op de rug
 Controleer de ademhaling met de hoofd-kantel-kinliftmethode
 Start zo nodig met reanimatie
C. Alarmeren van professionele hulpverlening
 Bel 1-1-2 en zet mobiele telefoon op de luidspreker
 Volg de vragen van de meldkamercentralist:
-
Locatie
-
Naam en telefoonnummer
-
Wat is er gebeurd?
-
Aantal slachtoffers
-
Leeftijd slachtoffers
-
Is er gevaar?
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
EERSTE HULP VERLENEN
Reanimatie met de AED
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudsopgave
A. Reanimatie
B. Reanimatie van een volwassene
C. Reanimatie van baby’s en kinderen
D. Niet-reanimeren en stoppen
A. Reanimatie
 Per week worden ongeveer 300 slachtoffers buiten het ziekenhuis
gereanimeerd
 Ongeveer 20 - 25% overleeft een reanimatie
 Indien bij schokbaar ritme binnen 6 minuten reanimatie met AED
wordt gestart is de kans op overleving 50 - 70%
 Hoe eerder begonnen wordt, des te groter de kans op overleving
Reanimatie van een volwassene
Bij een volwassene is de oorzaak van een adem- en circulatiestilstand
vaak een hartprobleem
Keten van overleving
Afbeelding: Nederlandse Reanimatie Raad
Reanimatie van een volwassene (alleen)
 Spreek het slachtoffer luid en duidelijk aan en schud voorzichtig
aan beide schouders
 Indien het slachtoffer niet reageert:
- bel 1-1-2 en zet de telefoon op de luidspreker
- laat een AED halen
 Maak de luchtweg vrij met de hoofd-kantel-kinlilftmethode en
controleer de ademhaling gedurende maximaal 10 seconden
Agonale ademhaling (gaspen)
 Luidruchtige, zware, moeizame ademhaling
 Treedt op kort nadat de bloedsomloop stopt
 Wordt gezien bij 40% van de gevallen
!
Géén normale ademhaling: teken van een circulatiestilstand!
Reanimatie van een volwassene (alleen)
 Indien het slachtoffer géén normale ademhaling heeft:
- Plaats twee handen midden op de borstkas
- Geef 30 borstcompressies
 Geef vervolgens twee beademingen:
- Maak de luchtweg vrij met de kinlift
- Knijp de neus dicht en blaas rustig één seconde lang een
normale ademteug in
 Wissel 30 borstcompressies (100 - 120x/min)
af met 2 beademingen
Als je alleen bent, haal dan alleen de AED
als deze direct beschikbaar is
Beademen
Indien beademen niet mogelijk is, bijvoorbeeld door bloed of braaksel
in de mond, geef dan ononderbroken borstcompressies in frequentie
van 100 – 120x per minuut
De Automatische Externe Defibrillator (AED)
 Aanzetten door deksel te openen of aan-knop in te drukken
 Volg altijd de instructies van de AED op
 AED’s met en zonder schok-knop
Reanimatie met de AED
 Zodra de AED beschikbaar is:
- Zet de AED aan en volg de gesproken instructies
 Verwijder de bovenkleding en ontbloot de borstkas
- Knip kleding zo nodig weg
- Maak eventueel de borstkas droog
 Plaats de elektroden zoals afgebeeld op de verpakking
- Eén elektrode onder het rechter sleutelbeen
Reanimatie met de AED
 Plaats de elektroden zoals afgebeeld op de verpakking
- De andere elektrode onder de linker oksel
 Raak het slachtoffer tijdens de analyse niet aan
 Indien een schok geadviseerd wordt, houd afstand en druk zo
nodig op de schok-knop
Reanimatie met de AED
 Ga na het toedienen van een schok of wanneer geen schok
geadviseerd is direct verder met het geven van
borstcompressies
 Wissel 30 borstcompressies af met twee beademingen
Reanimatie met de AED (samen)
B
A
 Hulpverlener A bedient de AED en luistert naar de gesproken
instructies
 Hulpverlener B geeft 30 borstcompressies afgewisseld met 2
beademingen
 Na 2 minuten, als de AED opnieuw gaat analyseren, wisselen de
hulpverleners van rol
Hulpmiddelen





Beademingsdoekje
Beademingsmasker
Kledingschaar
Scheermesje
Washandje
C. Reanimatie van baby’s en kinderen
Bij kinderen is de oorzaak van een adem- en circulatiestilstand vaak
een ademhalingsprobleem
Reanimatie van een baby
 Maak de luchtweg vrij met de kinlift
- Plaats één vinger onder de punt van de kin
- Hou het hoofd met het gezicht recht naar boven,
kantel het hoofd niet naar achter
 Indien er geen normale ademhaling is, geef dan 5
beademingen
 Reageert het kind niet, start dan met 15 borstcompressies
afgewisseld met 2 beademingen
Reanimatie van een baby
 Plaats twee vingers midden op de borstkas
 Druk de borstkas 1/3 in
 Wissel 15 borstcompressies af met 2 beademingen
 Sluit de AED aan zodra deze beschikbaar is en volg de gesproken
instructies
Reanimatie van een kind
 Maak de luchtweg vrij met de hoofd-kantel-kinliftmethode
 Controleer de ademhaling
 Indien er geen normale ademhaling is, geef dan 5 beademingen
 Reageert het kind niet, start dan met 15 borstcompressies
afgewisseld met 2 beademingen
Reanimatie van een kind
 Plaats één hand midden op de borstkas
 Duw borstkas 1/3 in
 Geef 15 compressies
 Maak luchtweg vrij met de hoofd-kantel-kinliftmethode
 Knijp de neus dicht en geef 2 beademingen
 Wissel 15 borstcompressies af met 2 beademingen
 Sluit de AED aan zodra deze beschikbaar is en volg de gesproken
instructies
AED bij kinderen
 Speciale kinderelektroden beschikbaar
 Indien niet beschikbaar, dan volwassene elektroden gebruiken,
ook bij baby’s
 Elektroden mogen niet overlappen, plaats dan op voor- en
achterzijde borstkas
Reanimatie van een kind met de AED
 Plaats één elektrode aan de voorzijde van de borstkas
 Plaats de andere elektrode op de rug, tussen de schouderbladen
 Indien het kind weer een normale ademhaling heeft, leg hem
dan in de stabiele zijligging en controleer iedere minuut de
ademhaling
Reanimatie in bijzondere situaties
 Drenkelingen en verdrinking
 Pacemaker
D. Stoppen met de reanimatie
Je mag de reanimatie stoppen als:
 Professionele hulpverleners het overnemen
 Je uitgeput bent geraakt
Niet-reanimerenpenning

Rechtsgeldige verklaring

Indien aangetroffen voor start
reanimatie dan begin je niet

Indien aangetroffen tijdens reanimatie,
dan mag je stoppen, maar ook
doorgaan tot professionele
hulpverlening aanwezig
Reanimatie oproepnetwerken
Afbeelding: Hartstichting
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
EERSTE HULP VERLENEN
Belemmering van de luchtweg, nekletsel
en problemen met de ademhaling
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudsopgave
A. Normale anatomie
B. Luchtwegbelemmering
C. Nekwervelletsel bij ongevallen
D. Stoornissen in de ademhaling
Bouw van de luchtwegen
Bovenste luchtwegen:
Mond-, neus- en keelholte tot aan het
strottenhoofd
Onderste luchtwegen:
Luchtpijp, bronchiën en longen
Functie van de luchtwegen
Ademen
Slikken
A. Luchtwegbelemmering
 Verslikking
 Bedreigde of geblokkeerde luchtweg
Luchtwegbelemmering door verslikking


Milde luchtwegbelemmering
-
Hoorbaar hoesten, andere geluide
-
Paniek
-
Blauw-paarse verkleuring gezicht
Ernstige luchtwegbelemmering
-
Hoesten zonder geluid
-
Geen hoorbare of voelbare ademhaling
-
In een later stadium bewusteloosheid
-
Blauw-paarse verkleuring gezicht
Eerste hulp bij verslikking
 Spoor aan tot hoesten
 Bij niet overgaan van de klachten, bel 1-1-2
 Bij een ernstige luchtwegbelemmering, bel 1-1-2
 Geef 5 slagen op de rug, tussen de schouderbladen
 Hebben de rugslagen geen effect, geef daarna 5 buikstoten
 Wissel zo nodig rugslagen en buikstoten af
Buikstoten





!
Ga achter het slachtoffer staan
Sla je armen om het bovenste gedeelte van
de buik
Laat het slachtoffer iets naar voren leunen
Plaats een vuist in het bovenste deel van de
buik
Plaats je andere hand over de vuist en trek
je handen met een snelle beweging naar je
toe en naar boven, doe dit 5 keer
Start reanimatie als het slachtoffer
bewusteloos raakt en alarmeer 1-1-2
Verslikking bij baby
 Leg de baby op zijn buik op je onderarm en steun op je
bovenbeen
 Sla met de muis van je hand 5x tussen de schouderbladen
 Als de obstructie nog aanwezig is, draai de baby dan op zijn rug
 Zet 2 vingertoppen in het midden van de borstkas en geef 5
krachtige stoten
 Herhaal deze handeling tot de obstructie los komt en controleer
na elke handeling de mond
! Start reanimatie als de baby bewusteloos raakt
en alarmeer 1-1-2
Oorzaken van bedreigde of belemmerde luchtweg
 Verslikking
 Braaksel
 Bloed
 Verbranding door gassen en dampen
 Zwelling door allergische reactie
Bedreigde of geblokkeerde luchtweg
Bedreigd
 Luidruchtig
 Heesheid
 Moeite met ademen
 Benauwdheid
 Paniek
 Blauwe kleur lippen
 Rood aangelopen gezicht
Geblokkeerd
 Niet kunnen praten of hoesten
 Geen luchtstroom bij de mond
 Paniek
 Blauwe kleur lippen
 Rood aangelopen gezicht
Eerste hulp bij volledige obstructie

Probeer de belemmering op te heffen
door de mond te openen en de
obstructie te verwijderen

Bij bewusteloosheid, start reanimatie
met 30 borstcompressies

Ademt het slachtoffer weer normaal en
is hij nog bewusteloos, leg hem dan in
de stabiele zijligging
Manuele mondinspectie wordt alleen
uitgevoerd bij bewusteloze slachtoffers
Nekwervelletsel bij ongevallen
Functie van de wervelkolom
 Bescherming geven aan het
ruggenmerg, de hersenstam en
bloedvaten
 Steun geven
 Bewegingen van het hoofd
mogelijk maken
Teken van nekwervelletsel
 Pijn in de nek
 De nek niet willen of kunnen bewegen
 Het hoofd ondersteunen
 Verminderd gevoel of tintelingen in armen of benen
 Bewusteloosheid, soms met ademstilstand
 Onrustig en willen bewegen
 Geheugenverlies
 In de war zijn, of slaperig en suf
Eerste hulp bij nekwervelletsel

Ga na wat er is gebeurd en of er sprake
kan zijn van nekwervelletsel

(Laat) 1-1-2 bellen

Zeg het slachtoffer zich niet te bewegen
en vertel hem wat je gaat doen

Stabiliseer het hoofd met beide handen
Stabilisatie van het hoofd




Ga in een stabiele houding zitten achter
het hoofd van het slachtoffer met je
ellebogen op je knieën
Plaats beide handen met gespreide
vingers aan weerszijden van het
achterhoofd van het slachtoffer, met
beide duimen op het voorhoofd
Zorg dat de oren niet bedekt worden
door je handen en dat het hoofd niet
meer kan bewegen
Vraag hierna pas naar de klachten van
het slachtoffer
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
EERSTE HULP VERLENEN
Stoornissen in de ademhaling
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudsopgave
A. Paniekaanval met snelle ademhaling
B. Astma en COPD/benauwdheid bij een longaandoening
C. Letsel van de borstkas
A. Ademhalingsstoornissen

Ademhalingsmoeilijkheden

Afwijkingen van de
ademhalingsfrequentie

Afwijkingen in diepte en regelmaat
!
Stoornissen in de ademhaling leiden al
snel tot zuurstoftekort
Oorzaken van stoornissen in de ademhaling
 Vernauwing luchtwegen door astma, COPD
 Allergische reactie
 Ontstoken longweefsel door longontsteking
 Bewusteloosheid als gevolg van o.a. vergiftiging of hersenletsel
 Beschadiging ruggenmerg en zenuwen
 Stoornissen van de circulatie en/of het bewustzijn
Tekenen van stoornissen in de ademhaling
 Benauwdheid of kortademigheid
 Blauw-paarse verkleuring van het gezicht, lippen en
slijmvliezen
 Verwardheid, onrust
 Paniek
 Moeite met ademhaling
 Te snel of te langzaam ademen
Paniekaanval met snelle ademhaling
 Meestal ten gevolge van psychische prikkel (stress, angst of schrik)
 Klachten als duizeligheid, misselijkheid, stekende pijn op de borst
en tintelingen rond de mond en in de vingers
 Hyperventilatie is een symptoom van een onderliggende
aandoening, zoals suikerziekte
Eerste hulp bij paniekaanval met snelle ademhaling
 Zorg voor een rustige omgeving
 Ga na wat de oorzaak is, probeer de oorzaak weg te nemen
 Probeer samen de ademhaling onder controle te krijgen
- Laat het slachtoffer voorover zitten
- Tel samen mee met de ademhaling
Bij enige twijfel over de oorzaak of klachten >5 min,
bel dan altijd 1-1-2
Aastma en COPD/benauwdheid bij longaandoening
 Astma is een chronische ontstekingsziekte van de longen
-
Door prikkeling van de luchtwegen
-
Aanvallen van benauwdheid en piepen
 COPD is een beschadiging van de longen
-
Door erfelijke aanleg, langdurig inademen van schadelijke
stoffen (rook), luchtvervuiling, astma en andere longziekten
-
Littekens maken de wand dikker, zodat er minder lucht in kan
Astma en COPD
Astma
COPD





 Chronische benauwdheid
 Kortademigheid
 Continu hoesten en veel
slijm opgeven
 Piepende ademhaling, met
name bij het uitademen
Benauwdheid
Kortademigheid
Hoesten
Slijm opgeven
Piepende ademhaling, met
name bij uitademen
Eerste hulp bij astma en COPD

Laat het slachtoffer zitten in de houding
die hij zelf aangeeft

Controleer de vitale functies
Maak knellende kleding los


Help, indien je instructie hebt gehad,
het slachtoffer met innemen van zijn
medicatie

Bel 1-1-2 bij ernstige benauwdheid,
tekenen van zuurstoftekort of sufheid
Letsels van de borstkas
 Door een stomp letsel (val of aanrijding, stuur tegen de borstkas)
-
Dit kan leiden tot gekneusde of gebroken ribben, kneuzing van
hart of longen of een klaplong
-
Pijn bij de ademhaling, ademhalingsproblemen of shock
 Door een scherp voorwerp (mes, schotwond)
-
Dit kan leiden tot hevig (inwendig) bloedverlies of een klaplong
met een zuigende borstwond
Symptomen en eerste hulp
Symptomen
 Benauwdheid en kortademigheid
 Niet goed kunnen doorzuchten
 Pijn bij de ademhaling
 Zuigende borstwond
Eerste Hulp
 Bel 1-1-2 bij een ongeval
 Laat het slachtoffer zitten zoals hij wil, behalve bij de
mogelijkheid van nekwervelletsel
 Bedek een borstwond met een steriel kompres en vervang deze
als hij vol bloed zit
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
EERSTE HULP VERLENEN
Stoornissen in de Circulatie
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudhoudsopgave
A. Hevige bloedingen
B. Shock
C. Ernstige allergische reactie
D. Pijn op de borst
Bouw van de bloedsomloop
 Hart
 Bloedvaten
-
Slagaders (zuurstofrijk)
-
Aders (zuurstofarm)
-
Haarvaten (uitwisseling)
 Bloedcellen
-
Rode bloedcellen (zuurstoftransport)
-
Witte bloedcellen (afweer)
-
Bloedplaatjes (stolling)
Tekenen van stoornis in de circulatie
 Hevig bloedende wonden
 Het slachtoffer voelt zich
ziek
 De huid is bleek of grauw
 De huid is koel of klam
 Foetushouding bij inwendig
bloedverlies
 Pijn op de borst, eventueel
met uitstraling naar de
armen, kaken of
schouderbladen
A. Hevig bloedverlies



Veel bloedverlies in korte tijd
Gestaag bloedverlies
Stoppen van bloedverlies heeft
prioriteit
Bloed dat het lichaam heeft verlaten kan
niet meer teruggegeven worden
Ook een kleine actieve bloeding kan
leiden tot veel bloedverlies
Stoppen van hevige bloeding





Draag wegwerphandschoenen
Laat het slachtoffer liggen
Geef druk rechtstreeks op de wond
Bel 1-1-2 bij hevig bloedverlies
Leg een wonddrukverband aan
Bij veel bloedverlies kan het slachtoffer in
shock raken
Stoppen van hevig bloedverlies
 Wonddrukverband
- Steriel kompres
- Elastische (ideaal) zwachtel
 Traumazwachtel
 Extra druk op de wond
Aanleggen wonddrukverband
 Bedek de wond met een kompres of een dekverband
 Leg daar overheen een ideaalzwachtel of cohesieve zwachtel
 Leg de zwachtel aan onder rek, zodat druk wordt uitgeoefend
 Leg de zwachtel vast met een stukje kleefpleister
Aanleggen traumazwachtel
 Leg het kompres op de wond
 Houd het kompres vast en leg één slag door de clip
 Sla de zwachtel terug, zodat de clip omklapt
 Leg de zwachtel vast met een aantal slagen rondom het
lichaamsdeel en bedek de randen van de zwachtel
 Sluit met de clip aan het einde van de zwachtel het verband
B. Shock
Shock is een teken van ernstig zuurstoftekort in
de weefsels en organen, veroorzaakt door een
tekort aan circulerend volume
Oorzaken van shock:
 Hevig bloedverlies
 Vaatverwijding
 Belemmering bloedsomloop
 Onvoldoende pompfunctie hart
Shock is een teken van een
levensbedreigende situatie
Shock
Gecompenseerde shock
- bij bloedverlies < 1 liter
- het lichaam kan dit bloedverlies opvangen
Gedecompenseerde shock
- bij bloedverlies > 1 liter
- het lichaam niet meer compenseren
- de bloedsomloop is niet meer efficiënt
- het lichaam neemt maatregelen door
organen van minder bloed te voorzien
Shock is geen ziekte, maar een symptoom van
een levensbedreigende aandoening
Verschijnselen bij Shock
 Snelle ademhaling
 Snelle hartslag
 Bleke, klamme huid
 Zweten
 Onrust
 Verwardheid
 Angst
 Bewustzijnsdaling
 Bewusteloosheid
 Dorst
 Misselijkheid/braken
Eerste Hulp bij Shock
 Stelp hevig bloedende wonden
 Bel 1-1-2
 Voorkom afkoeling, warm niet actief op
 Laat het slachtoffer liggen en zo min mogelijk bewegen
 Leg zo nodig in stabiele zijligging
 Geef niets te eten of te drinken
 Start indien nodig reanimatie
C. Ernstige allergische reactie
 Een allergische reactie is een abnormale reactie van het lichaam
op lichaamsvreemde, maar soms ook lichaamseigen stoffen
 Door de allergische reactie gaan de haarvaten in de huid open
staan, waardoor de huid rood en warm wordt
 Vaak is er ook zwelling en benauwdheid
!
Dit is een anafylactische shock en kan levensbedreigend zijn
Eerste Hulp bij een ernstige
allergische reactie




Bel 1-1-2
Leg het slachtoffer neer, maar laat het
slachtoffer bij benauwdheid zitten
Blijf de vitale functies controleren
Help het slachtoffer eventueel bij het
gebruiken van zijn eigen Epipen
D. Pijn op de borst
Zuurstoftekort in de hartspier, bijvoorbeeld
door een afsluiting in de kransslagader
(hartinfarct), leidt tot pijn op de borst
Andere oorzaken van pijn op de borst:
 Paniekaanval
 Maagklachten
 Longontsteking
 Scheur in de lichaamsslagader (aorta)
Pijn op de borst is een hartinfarct
totdat het tegendeel bewezen is
Verschijnselen bij pijn op de borst
 Drukkende pijn midden op de borst
- Uitstraling naar linker arm, hals, kaken of schouderbladen
- Uitstraling naar de bovenbuik of bandgevoel om de borst
 Benauwdheid
 Bleke, klamme, grauwe huid, fors zweten
 Misselijkheid, braken
 Angst, onrust
Bij vrouwen kan een hartinfarct zich soms
anders presenteren dan bij mannen
Eerste Hulp bij pijn op de borst




Bel 1-1-2
Laat het slachtoffer in een voor hem
comfortabele houding zitten
Stel het slachtoffer gerust
Help hem eventueel met innemen van
zijn eigen medicatie
Indien het slachtoffer het bewustzijn
verliest en er is geen normale ademhaling:
start reanimatie!
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
EERSTE HULP VERLENEN
Stoornissen in het bewustzijn
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudsopgave
A. Flauwte/kortdurend bewustzijnsverlies
B. Beroerte
C. Epilepsie
D. Suikerziekte
E. Hoofd- en hersenletsel
F. Hersenvliesontsteking
A. Flauwte of kortdurend bewustzijnsverlies
 Meestal het gevolg van een tijdelijk tekort aan zuurstofrijk bloed in
de hersenen
 Kan optreden na lang in dezelfde houding staan, reactie op hevige
schrik of emotie
 Het slachtoffer wordt slap, verliest het bewustzijn en zakt in elkaar
 Het slachtoffer voelt het vaak aankomen
 Meestal komt het slachtoffer bij als hij op de grond ligt
Bij enige twijfel over de oorzaak, bel 1-1-2
Symptomen van (dreigende) flauwte








Het slachtoffer ziet bleek, heeft een
klamme en bezwete huid
Geeuwen
Zoeken van steun
Zwarte vlekken voor de ogen
Duizeligheid of licht gevoel in het hoofd
Misselijkheid
Wazig zien
Bewustzijnsverlies (wegraken)
Eerste Hulp bij een (dreigende) flauwte
 Zorg voor frisse lucht
 Laat het slachtoffer zitten of liggen
 Maak knellende kleding bij de hals los
Eerste Hulp bij een flauwte

Laat het slachtoffer tenminste 10 minuten liggen,
eventueel met de benen omhoog

Laat het slachtoffer daarna voorzichtig overeind komen

Geef iets te drinken, mits hij de beker zelf vast kan houden

Bel 1-1-2 indien
-
Er > 2 min bewustzijnsverlies is
-
Het slachtoffer jonger dan 6 of ouder dan 40 jaar is
-
Als er ook sprake is van pijn op de borst, hartkloppingen, pijn in de
buik of rug, of het optreedt na een ongeval
B. Beroerte
 Er is zuurstoftekort in een klein deel van de hersenen
 Herseninfarct of hersenbloeding
 Er is sprake van een levensbedreigende
situatie bij
-
Hevige hoofdpijn
-
Braken
-
Bewustzijnsverlies
Symptomen van een beroerte







Verwardheid, spraakstoornissen of niet
begrijpen wat er gezegd wordt
Uitvalsverschijnselen van armen of
benen
Afhangende mondhoek
Hoofdpijn, Misselijkheid of braken
Onvermogen een oog te kunnen sluiten,
afhangend ooglid
Dubbel zien, verstoord beeld hebben
Bewustzijnsstoornissen (ernstig!)
Mond, spraak, armtest
 Vraag het slachtoffer de tanden te laten zien
 Kijk of er sprake is van een afhangende mondhoek of asymmetrie
van het gezicht
 Kijk of er spraakstoornissen zijn
 Laat het slachtoffer met gesloten ogen beide armen met de
handpalm naar boven omhoog houden
 Kijk of een van de armen afzakt
Noteer de tijd dat de klachten zijn begonnen
Eerste Hulp bij een beroerte
 Onderken het probleem door de mond, spraak, arm-test toe te
passen
 Bel direct 1-1-2 indien er bij deze test een afwijking is of wanneer
er sprake is van een stoornis in het bewustzijn in combinatie met
hevige hoofdpijn, misselijkheid en braken
 Laat de test geen duidelijke afwijkingen zien, bel dan het
spoednummer van de huisarts of de huisartsenpost
 Blijf bij het slachtoffer en controleer continu de vitale functies
C. Epilepsie
 Epilepsie is hersenaandoening
 Bij deze aandoening treedt een tijdelijke storing van de
hersenfunctie op die zich uit in aanvallen
 Absences, grand mal
 Tijdens een aanval reageert het slachtoffer niet op zijn omgeving
Koortsstuipen lijken vaak op epileptische aanvallen.
Bel 1-1-2 en laat epilepsie uitsluiten.
Epilepsie
 In ongeveer 70% van de gevallen is er geen duidelijke oorzaak
 Oorzaken kunnen zijn
-
Erfelijke aanleg
-
Hersenletsel (door de geboorte of een trauma)
-
Infecties
-
Overmatig alcohol- en/of drugsgebruik
-
Vergiftiging
-
Gebruik van sommige medicijnen
Symptomen van een epileptische
aanval




Ritmische trekkingen van armen of
benen
Tongbeet, bloed in de mond
Gestoord bewustzijn
Urineverlies
Eerste Hulp bij een epilepsie
 Bel direct 1-1-2 bij een grote epileptische aanval
 Tijdens de aanval:
-
Maak ruimte rondom het slachtoffer en voorkom dat hij zich
bezeert
-
Houdt de bewegingen niet tegen, dit kan leiden tot letsel
Eerste Hulp bij epilepsie
 Na de aanval:
-
Controleer het bewustzijn, maak de ademweg vrij en
controleer de ademhaling
-
Indien er een normale ademhaling is, leg het slachtoffer in de
stabiele zijligging
-
Bescherm het slachtoffer tegen afkoelen
D. Suikerziekte
 Suikerziekte, diabetes mellitus, is een stofwisselingsziekte
 Het lichaam is niet in staat het bloedsuikergehalte te reguleren
 Suiker wordt niet opgenomen uit het bloed, waardoor
bloedsuikergehalte stijgt (hyperglycaemie)
 Oorzaak: tekort aan hormoon insuline of verminderde
gevoeligheid voor insuline
Suikerziekte
 Type 1 (vanaf kinderleeftijd)
-
Er is een tekort aan het hormoon insuline
 Type 2 (bij ouderen of mensen met overgewicht)
-
Er is een verminderde gevoeligheid van de cellen voor insuline
 Hypoglycaemie: een te laag bloedsuikergehalte
 Hyperglycaemie: een te hoog bloedsuikergehalte
Symptomen van suikerziekte
Eerste Hulp bij suikerziekte
 Hypoglycaemie (te laag bloedsuikergehalte)
-
Indien aanspreekbaar: geef wat zoets te eten en een boterham
-
Indien verminderd bewustzijn: bel 1-1-2, leg het slachtoffer in
de stabiele zijligging en smeer voorzichtig wat honing of stroop
in de wangzak
 Hyperglycaemie (te hoog bloedsuikergehalte)
-
Indien aanspreekbaar: bel de huisarts
-
Indien bewusteloos: bel 1-1-2 en leg het slachtoffer in de
stabiele zijligging
Geef bij twijfel over hypo of hyper toch wat zoets te eten.
Knapt het slachtoffer niet snel op bel dan 1-1-2.
E. Hoofd- en hersenletsel
 Alle verwondingen aan hoofd, hersenen en schedel
 Oorzaken
-
Val (van grote hoogte)
-
Val op het hoofd
-
Verkeersongeval
-
Geweld
Hoofd- en hersenletsel
 Verschijnselen zijn zeer divers
 Vaak is de ernst van het letsel moeilijk in te schatten
 Hersenschudding is de lichtste vorm
-
Vaak kortdurend bewustzijnsverlies en vergeten van wat er is
gebeurd
-
Dingen niet goed kunnen onthouden
 Bij een hersenkneuzing duurt het bewustzijnsverlies langer
Denk bij hoofd- en hersenletsel aan nekwervelletsel
Hoofd- en hersenletsel
Hersenschudding
Hersenkneuzing
 Kortdurend
bewustzijnsverlies
 Enige verwardheid
 Het slachtoffer kan dingen
moeilijk onthouden
 Langer bewustzijnsverlies
 Licht tot ernstige
beschadiging van de
hersenen
Wees bedacht op nekwervelletsel
Symptomen van hoofd- en hersenletsel
 Bewustzijnsstoornissen
 Sufheid, verwardheid en concentratieverlies
 Trage reactie
 Geheugenverlies
 Onrust
 Snel geïrriteerd zijn
 Overgevoeligheid voor licht en geluid
 Een doof gevoel, tintelingen
Symptomen van ernstig hoofd- en
hersenletsel







Verschil in pupilgrootte
Een blauwe verkleuring achter het oor
(Battle-sign)
Brilhematoom
Vocht uit neus of oor
Uitvalsverschijnselen
Bewusteloosheid
Ademhalingsstoornissen
Eerste hulp bij hersenletsel
 Controleer de vitale functies
 Stelp eventueel bloedverlies
 Zorg voor professionele hulp
 Bel 1-1-2 bij bewustzijnsstoornissen direct of enige tijd na het
ongeval
!
Immobiliseer hoofd en nek indien het slachtoffer bewusteloos is
F. Hersenvliesontsteking
 Hersenvliesontsteking kan ontstaan door een infectie met een
virus, bacterie of schimmel
 Het slachtoffer kan snel ziek worden
 Kan levensbedreigend zijn
Bel 1-1-2 als er sprake is van bewustzijnsstoornissen
Bel de huisarts, ook als slachtoffer bij bewustzijn is,
bij verdenking hersenvliesontsteking
F. Hersenvliesontsteking, symptomen

Hoofdpijn, nekpijn/nekstijfheid

Hoge koorts, koude rillingen

Misselijkheid, braken

Sufheid, verminderd bewustzijn

Veranderd gedrag, verwardheid

Overgevoeligheid voor licht

Bleke of grauwe huid

Rood-paarsje vlekjes

Epileptische aanvallen of koortsstuipen
Eerste Hulp bij Hersenvliesontsteking
 Controleer vitale functies
 Stelp eventueel bloedverlies
 Zorg voor professionele hulp
 Bel 1-1-2 bij bewustzijnsstoornissen
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
EERSTE HULP VERLENEN
Stoornissen in de lichaamstemperatuur
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudsopgave
A. Oververhitting
B. Onderkoeling
Lichaamstemperatuur
 Normale lichaamstemperatuur is circa 37° Celsius
 De oppervlaktetemperatuur van het lichaam wisselt als reactie op
de omgeving
 De kerntemperatuur is de temperatuur van de dieper liggende
weefsels en blijft onder normale omstandigheden constant
A. Oververhitting
De lichaamstemperatuur stijgt door:
 Overmatige warmteproductie
 Onvoldoende warmteafgifte
We onderscheiden 3 soorten
oververhitting:
 Hittekramp
 Hitte-uitputting en hittestuwing
 Hitteberoerte
Hittekramp
 Ontstaat tijdens of na inspanning bij warm weer
 Door onvoldoende vocht- en zoutinname
 Symptomen:
-
Spierkrampen
-
De spieren zijn gevoelig of pijnlijk bij aanraking
-
De spieren kunnen harder zijn dan normaal
-
Het slachtoffer kan misselijk en duizelig zijn en zich onwel
voelen
Eerste hulp bij hittekramp
 Laat het slachtoffer direct stoppen met sporten of bezigheden
 Breng hem naar een koele ruimte of zorg voor schaduw
 Geef het slachtoffer iets zoets te drinken en iets zouts te eten
 Laat hem de spieren ontspannen en aanspannen (stretchen)
 Rust en afkoeling zijn belangrijk
Hitte-uitputting en hittestuwing
 Ontstaat bij zeer warm weer of zware inspanning en te warm
gekleed zijn
 Door veel zweten en onvoldoende vocht- en zoutinname ontstaat
een tekort aan vocht en zouten
 Lichaamstemperatuur < 40 ° Celsius
Hitte-uitputting en hittestuwing
Hitte-uitputting

Griepachtig beeld, onwel

Lichaamstemperatuur niet
hoger dan 40 oC

Veel dorst

Hoofdpijn

Zwakte en vermoeidheid

Misselijkheid en braken

Veel zweten

Koele, klamme huid
Hittestuwing
 Rode, warme huid
 Verminderde of normale
zweetproductie
 In een koele omgeving
neemt zweetproductie
toe
 Hoofdpijn
 Misselijkheid en braken
 Vermoeidheid
Eerste hulp bij hitte-uitputting en hittestuwing
 Breng het slachtoffer naar een koele ruimte
 Trek te warme kleding uit
 Laat het slachtoffer liggen
 Vul vocht- en zouttekort aan
 Blijf de vitale functies controleren
 Koel het slachtoffer voorzichtig af, pas op voor onderkoeling
 Knapt het slachtoffer niet snel op, of zijn er stoornissen in het
bewustzijn, bel dan 1-1-2
Hitteberoerte
 Lichaamstemperatuur is opgelopen tot > 40° Celsius
 Rode, droge, warme huid
 Snelle hartslag en ademhaling
 Bewustzijnsdaling, verwardheid, bizar gedrag
!
Dit is een levensbedreigende situatie
Indien niet snel wordt ingegrepen zal het slachtoffer overlijden
Hitteberoerte
 Bel direct 1-1-2
 Zorg voor een koele omgeving
 Verwijder overtollige kleding
 Start met het actief afkoelen van het slachtoffer
 Besprenkel het slachtoffer met water
 Leg coldpacks onder de oksels en
in de liezen
B. Onderkoeling
De lichaamstemperatuur daalt door:


Onvoldoende warmteproductie
Overmatig warmteverlies
Onderkoeling
 De lichaamstemperatuur is < 35 ° Celsius
 Oorzaken:
-
Verdrinking
-
Verblijf in een koude omgeving zonder bescherming
-
Jonge kinderen en ouderen zijn kwetsbaar
-
Alcohol- en drugsgebruik (vaatverwijding)
Symptomen van onderkoeling
 34 - 35°C Rillen, bleke en koude huid
 < 34°C
Rillen is gestopt, onregelmatige hartslag en ademhaling
 < 30°C
Verlaagd bewustzijn
 < 28°C
Meestal dodelijk, kamerfibrilleren
Onderkoeling
 Lichte onderkoeling
-
Koud gevoel en klappertanden
-
Bleke en koude huid, soms met blauwe vlekken
-
Blauwe verkleuring rondom de mond
Onderkoeling
 Ernstige onderkoeling
-
Koud gevoel, geen klappertanden
-
Bleke en koude huid, soms met blauwe vlekken
-
Extremiteiten, oren, lippen kunnen blauw zijn
-
Bewegingen zijn moeizaam
-
Toenemend slaperig of suf, gestoorde vitale functies
-
Bewustzijnsstoornissen
Eerste Hulp bij lichte onderkoeling
 Droge kleding? Wikkel het slachtoffer in een reddingsdeken
 Natte kleding? Verwijder kleding
 Wikkel een nat hoofd eerst in een gewone deken
 Wikkel het hoofd daarna in een reddingsdeken
 Breng het slachtoffer naar een warme omgeving
 Warm het slachtoffer op met huid/huid contact
 Geef het slachtoffer iets warms met suiker te drinken
Geef geen alcoholhoudende dranken
Eerste Hulp bij ernstige onderkoeling
 Bel direct 1-1-2
 Breng het slachtoffer indien mogelijk in een warme omgeving
 Knip natte kleding weg, beweeg het slachtoffer zo min mogelijk
 Pak na natte kleding verwijderd te hebben het slachtoffer in
 Pak het hoofd, armen en benen apart in
 Warm het slachtoffer niet actief op
 Geef het slachtoffer niets te drinken
 Check regelmatig de vitale functies en start zo nodig de reanimatie
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
EERSTE HULP VERLENEN
Verwondingen
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudsopgave
A. Eenvoudige wonden
B. Ernstige wonden
C. Brandwonden
D. Bevriezingen
E. Verbanden en verbandmiddelen
Bouw en normale functie



Opperhuid
- Laag dode cellen
- Bescherming tegen vreemde stoffen en
zonlicht
Lederhuid
- Dicht bindweefsel, haarvaten, talg- en
zweetklieren, haarwortels en zenuwen
- Rol in de warmteregulatie
(kippenvel, zweetproductie)
Onderhuids bindweefsel
- Vetlaag
- Bescherming tegen schokken en stoten
A. Eenvoudige wonden
 Snijwonden
-
Niet dieper en langer dan 1 cm
 Schaafwonden
-
Oppervlakkig en nauwelijks bloedend
 Splinterverwondingen
 Nagelletsel
Eerste hulp bij eenvoudige wonden





Spoel de wond schoon met water
Ontsmet niet de wond zelf maar de huid
rondom de wond
Dek de wond zo mogelijk steriel af,
eventueel met niet-verklevend verband
Een rechte wond kan worden gesloten
met hechtstrips
Duw een vishaakje door, in verband met
de weerhaakjes
B. Ernstige wonden
 Diepe snijwonden
-
Wijkende wondranden en wonden dieper dan 1 cm
 Splinterverwondingen
-
Metaal of glas dat niet verwijderd kan worden, oogsplinters
 Vuile wonden
 Doordringende wonden
 Scheurwonden
 Crushwonden
Eerste hulp bij ernstige wonden
 Spoel eventueel de wond schoon, dek steriel af
 Laat de (huis)arts beoordelen
 Voorkom verder bloedverlies bij hevige bloedingen
 Bel 1-1-2 bij hevig bloedverlies, voorwerpen in de wond,
steekwonden, schotwonden, wonden bij botbreuken, mogelijke
shock en amputaties
 Leg een geamputeerd lichaamsdeel in een plastic zak en zet deze
zak in een zak met smeltend ijs
 Fixeer een voorwerp dat in de wond zit
C. Brandwonden

Ernst van de brandwond wordt o.a. bepaald door:
- Temperatuur, inwerkingsduur, grootte brandwond
- Waardoor veroorzaakt, vloeistof, gas, heet voorwerp etc.
- Leeftijd van het slachtoffer, jongeren/ouderen

Door beschadiging van de huid ontstaat warmte- en vochtverlies, met
daarnaast infectiegevaar

Inwendige brandwonden ontstaan door het inademen van hete of
bijtende gassen. Let op verbrandingen in het gezicht of verbrandingen
van wenkbrauwen/neusharen
Brandwonden, symptomen



1e graads
-
Opperhuid is beschadigd
-
Pijnlijk, rood en gezwollen
2e graads
-
Opperhuid en lederhuid is beschadigd
-
Pijnlijk, glanzend rood/roze, gezwollen, huid voelt soepel
-
Blaren
3e graads
-
Opperhuid, lederhuid en onderhuids bindweefsel zijn beschadigd
-
Wit/beige/zwart, droog en leerachtig
-
Niet pijnlijk
-
Rondom 3e graads: 1e en 2e graads verbrandingen
Eerste hulp bij brandwonden
 Eerst water, de rest komt later!
 Koel 10 - 20 minuten met lauw, zacht stromend water
 Verwijder (eventueel) sieraden in de buurt van de wond
 Dek de wond steriel met niet-verklevend gaas af
 Blus kleding of druk vlammen uit; niet hollen maar rollen!
 Laat vastzittende kleding zitten en houd kleding nat
 Laat blaren heel
Professionele hulp bij brandwonden


Bel altijd 1-1-2 bij
-
Grote 2e en 3e graads brandwonden
-
Als de huid > 2-3% verbrand is (2e en 3e graads)
-
Luchtwegverbranding en inhalatietrauma
-
Verbranding door elektriciteit of chemische middelen
-
Brandwonden in het gezicht, op gewrichten of geslachtsdelen
-
Brandwonden bij kinderen en ouderen
Bel de huisarts of huisartsenpost bij
-
Kleine 2e of 3e graads verbrandingen
-
1e graads verbranding en ziekteverschijnselen
D. Bevriezingen
1e graads
 Pijnlijk, stekende pijn
2e graads
 Pijnlijk, witte blaren met helder vocht of
bloed
3e graads
 Spierwitte, gevoelloze, stugge huid
 Blaren en zwart verkleurde plekken
 Rondom de 3e graads bevriezing, ook 1e en
2e graads bevriezing
Eerste hulp bij bevriezing
 Warm een 1e graads bevriezing op met lichaamswarmte, niet
wrijven
 Warm bevroren lichaamsdelen 20 - 30 minuten op met (maximaal
40 oC) warm water
 Laat blaren heel en dek wonden losjes steriel af
 Neem bij 2e en 3e graads bevriezing contact op met de huisarts
 Het ontdooien van een lichaamsdeel is zeer pijnlijk
Bij bevriezingen heeft het slachtoffer een
gestoord gevoel van temperatuur
E. Verbanden en verbandmiddelen
 Wonddekverband
 Wonddrukverband
 Traumazwachtel
 Steunverband
Verbandmaterialen
 Steriel kompres
 Steriel niet-verklevend kompres
 Brandwondenkompres met hydrogel
 Hydrocolloïde pleister
Verbandmaterialen
 Hydrofiele zwachtel
 Ideaalzwachtel (elastische zwachtel)
 Cohesieve zwachtel of zelfklevende zwachtel
 Snelverband
 Kleefpleister
 Wondpleister
 Vingerbob
 Hechtstrips
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
EERSTE HULP VERLENEN
Kleine letsels
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudsopgave
A. Steken en beten
B. Oren, ogen, neus en tanden
C. Kleine verwondingen
A. Steken en beten van insecten
 Injectie van (gif)stoffen in de huid
-
Bij, wesp, horzel
-
Mier, vlo
-
Pieterman, kwallen
-
Slang
 Overdracht van bacteriën, virussen of parasieten
-
Muggen (malaria, gele koorts, dengue, zika)
-
Teken (Lyme, tick borne encephalitis)
-
Hond, vleermuis (hondsdolheid)
Steek van een wesp
 Pijnlijk en brandend gevoel, roodheid, zwelling
 Eerste hulp bij een wespensteek:
-
Verwijder zo nodig de angel
-
Breng zo nodig een jeukstillende crème aan
Na een wespensteek kan een levensbedreigende
allergische reactie ontstaan: anafylaxie
Steek van een bij of hommel
 Pijnlijk en brandend gevoel, roodheid, zwelling
 Vaak blijft de angel aanwezig en sterft de bij
 Eerste hulp bij een bijen- of hommelsteek:
-
Verwijder zo nodig de angel, knijp niet in het gifzakje
-
Breng zo nodig een jeukstillende crème aan
Na een bijensteek kan een levensbedreigende
allergische reactie ontstaan: anafylaxie
Steek van een mug
 Jeukende, rode zwelling
 Eerste hulp bij een muggensteek:
-
Voorkom krabben, hierdoor neemt jeuk toe
-
Breng zo nodig een jeukstillende crème aan
 Voorkomen is beter dan genezen
-
Gebruik in een risicogebied anti-malariatabletten
-
Draag bedekkende kleding en smeer DEET
Beet van een teek
 Teek bijt zich vast in de huid en zuigt bloed
 Eerste hulp bij een tekenbeet:
-
Verwijder de teek zo snel mogelijk met een scherpe pincet of
speciale tekenpincet
-
Gebruik géén alcohol of andere middelen voordat de teek
verwijderd is
-
Knijp niet in het lijfje van de teek, hierbij kunnen bacteriën en
of virussen worden overgedragen
-
Noteer de datum van de tekenbeet
Beet van een teek, ziekte van Lyme
 Ronde rode kring met witte kern (erythema migrans)
-
Hoeft niet op de beetplaats te zitten
 Ziekteverschijnselen
-
Hoofdpijn, moeheid
-
Gewrichtsklachten
-
Verlamming
 Neem contact op met de huisarts
Wanneer professionele hulp bij een insectensteek/beet?
 Bij een steek in mond, tong, keel of hals
 Bij een ernstige allergische reactie
-
Jeuk en rode uitslag over het hele lichaam
-
Zwelling van gelaat, lippen, mond, tong of hals
-
Ademhalingsproblemen of hartklachten
 Koorts of ontstekingsverschijnselen na een steek of beet
Een ernstige allergische reactie is
levensbedreigend, bel direct 1-1-2
Steken en beten van dieren
 Steken van dieren
- Pieterman
- Kwal
- Spinnen en schorpioenen
 Beten van dieren
- Hond, kat, knaagdieren
- Slangen
Steek van een Pieterman
 Zandkleurige zoutwater vis, in ondiep water
 Steekt met rugvinnen die net boven het zand uitsteken
 Pijnlijk, maar niet dodelijk
 Eerste Hulp bij steek van de Pieterman
-
Dompel aangedane lichaamsdeel 20 – 30 minuten in
zo heet mogelijk water
-
Ga bij aanhoudende pijn naar de huisarts
Steek van een kwal
 Steekt met tentakels die netelcellen bevatten
 Gif Nederlandse kwallen in principe niet dodelijk
 Jeuk, brandende pijn, roodheid en soms blaren
 Eerste Hulp bij kwallensteek
-
Spoel de steekplaats met zeewater
-
Verwijder netelcellen met met een pincet of botte kant van mes
-
Spoel 20 – 30 minuten met zo heet mogelijk water
-
Gebruik eventueel iets tegen de jeuk
Een steek van een tropische kwal kan dodelijk zijn
Beet van een spin of schorpioen
 Hevige pijn, roodheid, zwelling
 Nederlandse spinnen niet giftig
 Uitheemse spinnen kunnen wel giftig en dodelijk zijn
 Neem contact op met de huisarts of met 1-1-2 bij een beet van
een mogelijk giftige spin of steek van een schorpioen
Beet van een slang
 Pijnlijk, meestal twee prikgaatjes
 Indien beet van giftige slang, tekenen van vergiftiging
-
Stoornissen vitale functies
-
Misselijkheid, braken
-
Spierkrampen
 Eerste Hulp bij slangenbeet
-
Ga na om welke slang het gaat (let op eigen veiligheid)
-
Bel 1-1-2 en volg aanwijzingen centralist
-
Houd aangedane lichaamsdeel laag en voorkom beweging
Beet of krab van een hond of kat
 Soms ernstige en diepe verwondingen
 Per definitie besmette wond, risico op infectie
 Eerste Hulp bij beet of krab van hond of kat
-
Spoel de wond met lauw water
-
Leg een dekverband aan
-
Neem contact op met de huisarts
Eikenprocessierups
 Brandharen zorgen voor jeukende rode huiduitslag
 Eerste Hulp bij contact eikenprocessierups
-
Douchen
-
Kleding wassen
-
Jeukstillende crème
Giftige planten


Berenklauw
Brandnetel
Berenklauw
 Rode huid, zwelt bij blootstelling zon
 Ernstige brandblaren
 Eerste Hulp bij contact berenklauw
-
Behandel de wond als een brandwond
-
Jeukstillende crème
Brandnetel
 Steken door brandharen, blijven in huid zitten
 Pijn, jeuk en branderig gevoel
 Eerste Hulp bij contact brandnetel
-
Maak de plek schoon met water en zeep
-
Gebruik jeukstillende crème (Tea Tree)
B. Oren, ogen, neus en tanden




Voorwerp in oor, oorpijn
Oogletsel
Voorwerp in neus, bloedneus
Tand door lip, uitgeslagen tand
Voorwerp in oor, oorpijn
 Laat een voorwerp in het oor door de huisarts verwijderen
 Druppel bij een insect in het oor lauw water in oor
 Oorpijn komt vooral bij kinderen voor
 Paracetamol, geen verbetering huisarts
 Oorpijn tijdens vliegen en zwemmen door drukverschillen
 “Klaar” de neus door deze dicht te knijpen en voorzichtig
door de neus uit te blazen
Vuiltje in het oog, doordringend oogletsel, lasoog,
stomp oogletsel

Verwijder vuiltjes alleen van het wit van het oog
-


Laat metaal- of glassplinters door een arts verwijderen
UV straling of fel licht (lasoog)
-
Stekende pijn
-
Hevig tranen
-
Oogarts
Stomp oogletsel
-
Koel de omgeving van het oog
-
Bij zichtproblemen, dubbelzien,
hevige pijn professionele hulp
Chemische stof in het oog
 Pijn, roodheid, tranen, zichtstoornissen
 Bel 1-1-2
 Spoel overvloedig minimaal 30 minuten met water
 Gebruik eventueel een oogspoelfles
Bloedneus, overig neusletsel
Bloedneus
 Laat de neus snuiten, druk de neus
boven de neusvleugels 5 minuten dicht




Voorwerp in de neus
Komt vaker voor bij kinderen
Laat het vrije neusgat dichtdrukken,
door de mond inademen en proberen te
snuiten
Lukt het niet, huisarts
Uitgeslagen tand, tand door de lip
 Uitgeslagen tand
-
Spoel de tand met volle melk en zet terug, tandarts
-
Lukt dit niet dan tand meenemen in volle melk, tandarts
 Tand door de lip
-
Druk met een steriel gaas de wond dicht
-
Breng een koud kompres aan om pijn en bloeden te verminderen
C. Kleine verwondingen


Blaren
Splinters
Blaren
 Wrijvingsblaren
-
Laat in principe een wrijvingsblaar heel
-
Als een wrijvingsblaar hindert prik hem door
-
Werk steriel met een bloedlancet
-
Dek de wond af met niet-verklevend materiaal
 Bloedblaren, brand- en bevriezingsblaren
-
Prik bloedblaren en brand- en bevriezingsblaren nooit door
-
Bij grote brand- en bevriezingsblaren, arts
Splinters
 Haal eenvoudige splinters met een pincet uit de huid
 Is de splinter niet te verwijderen, huisarts
 Laat staal- of glassplinters door een arts verwijderen
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
EERSTE HULP VERLENEN
Letsel van het bewegingsapparaat
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudsopgave
A.
Kneuzingen en verstuikingen
B.
Ontwrichtingen
C.
Botbreuken
D.
Spierscheuring
Bouw en functie
Het bewegingsapparaat bestaat uit:
 Botten
 Banden
 Spieren en pezen
 Gewrichten, kraakbeen en gewrichtskapsels
A. Kneuzingen en verstuikingen

Een kneuzing is een beschadiging van
weefsel zonder huidbeschadiging

Een verstuiking is een kneuzing ter
hoogte van een gewricht waarbij de
gewrichtsbanden uitgerekt zijn
Kneuzing of verstuiking, symptomen
 Pijn in rust en bij beweging
 Later optredende zwelling
 Bloeduitstorting
 Bij een verstuiking kan er sprake zijn van functieverlies
Eerste Hulp bij kneuzingen en verstuikingen
 Staak de activiteit
 Koel het aangedane lichaamsdeel 10 – 20 minuten met een
coldpack
- Leg een doek tussen de coldpack en de huid
 Leg een steunverband aan
 Houd rust
Steunverband om de enkel
 Begin bij het aanleggen van een steunverband bij de tenen
 Kijk in de rol bij het zwachtelen
 Pak de hiel mee in door slagen over, boven en onder de hiel
 Eindig met het steunverband boven de enkel
Steunverband om de pols
 Begin bij het aanleggen van een steunverband bij de vingers
 Kijk in de rol bij het zwachtelen
 Zwachtel boven en onder de duim met schuine slagen
 Eindig met het steunverband bij de pols
Steunverband om de elleboog of knie
 Zet de knie of elleboog in een licht gebogen houding
 Zwachtel zo dat de slag aan de buigzijde meer overlapt dan aan
de strekzijde
 Leg het verband vast met een kleefpleister
Ontwrichtingen, symptomen
 Hevige pijn
 Abnormale stand van het gewricht
 Het slachtoffer kan het getroffen lichaamsdeel niet goed
gebruiken
 Soms zwelling en verkleuring
Ontwrichtingen, eerste hulp




Bij twijfel tussen ontwrichting of breuk
ga uit van het ergste
Laat het slachtoffer het getroffen
lichaamsdeel ondersteunen
Geef het slachtoffer niet te drinken of te
eten
Zorg voor professionele hulp
Botbreuken





Pijn
Het slachtoffer kan doorgaans het
getroffen lichaamsdeel niet gebruiken
Zwelling
Soms een abnormale stand
Bij een open botbreuk een wond ter
hoogte van de breuk
Botbreuken, eerste hulp
 Houd het getroffen lichaamsdeel onbeweeglijk
 Ondersteun het getroffen lichaamsdeel
 Verwijder sieraden in de buurt van de breuk
 Dek de wond bij een open botbreuk voorzichtig af
 Schakel professionele hulp in
Specifieke botbreuken
 Gebroken ribben of borstbeen
 Gebroken nek of wervels van de wervelkolom
 Gebroken heup of bekken
 Gebroken bovenbeen
Gebroken ribben of borstbeen
 Oorzaak: ongeval
 Klachten kneuzing en breuk zijn hetzelfde
-
Pijn bij inspanning, lachten, hoesten, bewegen, ademhalen
 Risico: klaplong, bloed in de longen
 Pijn bij breuk borstbeen is heel plaatselijk
 Zorg voor professionele hulp
Gebroken nek of wervels van de wervelkolom
 Oorzaken: verkeersongevallen, vallen van hoogte, ongevallen bij
sporten





Nekwervelkolombreuk > 50% van de wervelkolombreuken
(Tijdelijke) gedeeltelijke of gehele verlamming
Door dikker beenvlies komt dit bij kinderen minder voor
Bij kinderen wel mogelijk ernstig letsel ruggenmerg
Onbeweeglijk houden en professionele hulp
Gebroken heup of bekken
 Komt voornamelijk voor bij ouderen en bij botontkalking
 Ontstaat door val of verkeersongeval
 Heupbreuk: aangedane been is verkort en voet ligt naar buiten
 Bekkenbreuk: benen liggen naar buiten gedraaid
 Risico: inwendige bloedingen, shock
 Onbeweeglijk houden en professionele hulp
Gebroken bovenbeen
 Dijbeenbreuk
 Oorzaak: ongeval met veel kracht, botontkalking
 Risico: veel bloedverlies, shock
 Continu vitale functies controleren, professionele hulp
D. Spierscheuring (zweepslag)
 Oorzaak: plotselinge overbelasting, overrekking op klap op spier,
vaak door onvoldoende warming up of heftige beweging
Symptomen
 Pijn in aangedane spier
 Kuiltje op plaats spierscheur
 Zwelling en bloeduitstorting
Eerste Hulp
 Stop inspanning en koel 10 – 20 minuten
 Steunverband
 Huisarts
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
EERSTE HULP VERLENEN
Vergiftigingen
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudsopgave
A. Vergiftigingen via het spijsverteringskanaal
B. Vergiftiging via de luchtwegen
C. Vergiftiging via de huid of ogen
D. Vergiftiging door inspuiting direct in de bloedvaten (parenteraal)
E. Alcohol en drugs
Bouw en normale functie
 Gevolg vergiftiging van ongemak tot levensgevaar
 Schade is afhankelijk van soort, hoeveelheid, sterkte, uitwerking
 Schade is ook afhankelijk van slachtoffer:
leeftijd, conditie, geslacht en lichaamsgewicht
A. Vergiftiging via het spijsverteringsstelsel
 Mogelijk letsel
-
Chemische verbrandingen mond en slokdarm
-
Stoornissen vitale functies na opname in bloed
 Soorten vergif
-
Petroleumproducten: lampolie, wasbenzine
-
Bijtende stoffen: ontstoppers, ovenreinigers, koelvloeistof
-
Algemene stoffen: planten, besjes, medicijn, alcohol, drugs
Vergiftiging via het spijsverteringsstelsel
 Symptomen petroleumproducten
 Misselijkheid en overgeven
 Irritatie slijmvliezen
 Gezwollen buik
 Bewustzijnsstoornissen
 Beginnende chemische longontsteking (later)
Vergiftiging via het spijsverteringsstelsel
Symptomen bijtende stoffen
 Chemische verbranding mond en/of slokdarm
 Pijn bij het slikken
 Misselijk
 Vergrote of verkleinde pupillen
 Buikkrampen
 Afwijkende huidskleur
 Bewustzijns- en ademhalingsstoornissen
Vergiftiging via het spijsverteringsstelsel
Symptomen algemene stoffen (niet bijtend)
 Stoornissen van het zenuwstelsel, epileptische aanvallen
 Neusbloedingen
 Bloed ophoesten
 Misselijkheid en braken
 Bewustzijns- en ademhalingsstoornissen
Kinderen zijn vaak slachtoffer van vergiftiging.
Let op veiligheid!
Vergiftiging via het spijsverteringsstelsel
Eerste Hulp
 Let op eigen veiligheid
 Controleer vitale functies slachtoffer
 Bel 1-1-2 bij stoornissen vitale functies
 Overleg in andere gevallen met de huisarts
 Laat het slachtoffer niet drinken en niet braken
 Laat het slachtoffer bij inname bijtende stoffen de mond
spoelen
B. Vergiftiging via de luchtwegen
Oorzaken
 Inademen gassen bij brand
 Inademen dampen mengen schoonmaakmiddelen
 Inademen gierputdampen
 Inademen chloordampen zwembad
Vergiftiging via de luchtwegen
Symptomen
 Tranende ogen
 Irritatie en/of zwelling slijmvliezen mond, neus, keel
 Overmatige slijmvorming
 Keelpijn, hoesten
 Beschadiging bovenste luchtwegen
 Benauwdheid
 Verstoring vitale functies
Vergiftiging via de luchtwegen
Eerste Hulp
 Let op gevaar
 Haal slachtoffer uit gevaarlijke omgeving, zorg voor frisse lucht
 Laat slachtoffer in comfortabele houding zitten
 Controleer continu vitale functies
 Bel 1-1-2 bij stoornissen vitale functies
 Bij eventuele reanimatie géén beademing als slachtoffer
cyanide, zwavelwaterstof of fosforzuur heeft ingeademd
C. Vergiftiging via de huid of de ogen
Oorzaken en gevolgen
 Contact van giftige stoffen met huid of ogen
 Gifstoffen kunnen door de huid worden opgenomen of
op de huid inwerken
 Directe gevolgen of soms na dagen
 Soms pas effecten na meerdere keren contact
Vergiftiging via de huid of de ogen
 Symptomen huid
-
Rode, grauwe of witte huid
-
Pijn of jeuk
-
Zwelling en/of blaarvorming
 Symptomen ogen
-
Pijn, roodheid, tranen, gevoel dat er iets in het oog zit
-
Zichtstoornissen
-
Trekkingen van de oogspieren
Vergiftiging via de huid of de ogen
Eerste Hulp
 Bel 1-1-2
 Let op gevaar voor jezelf
 Controleer vitale functies slachtoffer
 Verwijder kleding als gifstof in kleding zit
 Niet over de huid wrijven
 Spoel minimaal 30 minuten met water
 Gebruik eventueel een oogdouche
 Indien mogelijk verwijder contactlenzen
D. Vergiftiging door inspuiting direct in de bloedvaten
 Injectie van medicijn
 Prikaccidenten met besmette naalden
 Steken en beten van vissen, slangen, schorpioenen, spinnen
 Effecten zijn plaatselijk en/of betreffen het hele lichaam
Vergiftiging door inspuiting direct in de bloedvaten
 Symptomen plaatselijk
-
Pijn, zwelling, ontstekingen, bloedblaren
-
Stollingsstoornissen
-
Afstervend weefsel
 Symptomen systematisch
-
Hoofdpijn, misselijkheid, braken
-
Duizeligheid, flauwtes, stuipen
-
Buikpijn, diarree
Vergiftiging door inspuiting direct in de bloedvaten
Eerste Hulp
 Let op eigen veiligheid
 Behandel symptomen met een coldpack
 Verzorg wonden
 Laat het slachtoffer niet te veel bewegen
 Laat zijn extremiteiten rusten
 Bel 1-1-2
E. Alcohol en Drugs
 Veel verschillende middelen
 Veel verschillende gewenste en ongewenste effecten
Alcohol
Het effect van het gebruik is onder andere afhankelijk van:
 Het geslacht, man of vrouw
 Lichaamsgewicht, hersenvolume
 Ervaring met drank
 Conditie
 Snelheid van drinken
 Lege of volle maag
Symptomen alcohol








Adem ruikt naar alcohol
Onderdrukking pijngewaarwording
Ontspanning, opgewektheid, minder remmingen
Overschatting, toegenomen zelfvertrouwen
Misselijkheid, braken, hoofdpijn
Onvaste gang, zwalken
Gestoorde spraak
Bloeddoorlopen ogen
Symptomen bij overmatig alcoholgebruik




Blackouts, verwardheid
Geheugenverlies
Concentratieproblemen
Vermoeidheid
 Bij alcoholvergiftiging
- Bewusteloosheid
- Ademhalingsstoornissen
- Onderkoeling
Eerste hulp bij alcohol
 Controleer vitale functies
 Bel zo nodig 1-1-2
 Zorg voor een rustige omgeving
 Stel het slachtoffer gerust
 Geef het slachtoffer als hij bij bewustzijn is water te drinken
Diabetes patiënten kunnen bij een
hypoglycaemie dronken gedrag vertonen
zonder dat ze alcohol gedronken hebben.
Drugs
De lichamelijke en geestelijke effecten zijn onder andere:
 Verdovend – heroïne, GHB
 Stimulerend – cocaïne, speed, XTC
 Waarnemingsveranderend – LSD, paddo’s
 Verslavend
Verdovende middelen
Symptomen bij gebruik verdovende middelen:





Slaperig, verlies van bewustzijn
Desoriëntatie
Ademhalingsproblemen
Droge mond, kleine pupillen
Lage bloeddruk, blauwige nagels en lippen
Stimulerende middelen
Symptomen bij gebruik stimulerende middelen:





Agressief gedrag
Paniekaanvallen, paranoia
Duizeligheid, misselijkheid
Hoofdpijn, pijn op de borst
Hoge bloeddruk
Waarnemingsveranderende middelen
Symptomen bij gebruik waarneming veranderende
middelen:





Psychose, (pseudo)hallucinaties
Extreme depressie
Angstgedachtes
Synesthesie (horen van kleuren, zien van geuren)
Onvoorspelbare emoties
Eerste hulp bij drugsgebruik
Eerste Hulp bij drugsgebruik
 Let op eigen veiligheid, voorkom escalatie situatie
 Controleer vitale functies
 Bel 1-1-2 bij stoornissen vitale functies
 Zorg voor een rustige omgeving
 Stel het slachtoffer gerust
 Leg bewusteloze slachtoffers in de stabiele zijligging
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
EERSTE HULP VERLENEN
Elektriciteitsletsel
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudsopgave
A. Oorzaken en mechanisme
B. Symptomen
Elektriciteit
 Elektriciteit zoekt de weg van de minste weerstand
 Ingangswond op contactplaats met stroombron
 Uitgangswond, meestal dicht bij de aarde
Elektriciteit
 Weg die stroom door het lichaam aflegt bepaalt type letsels
 Stroomsterkte bepaalt ernst van de letsels
 Door weerstand ontstaat warmteproductie: brandwonden
 Samentrekking spieren leidt tot verscheuring en botbreuken
 Stroom kan hartritme verstoren
Hoogspanning

Hoogspanning is zeer gevaarlijk

Vonken/vlammen kunnen over grote
afstand overspringen

Houd tenminste 10 meter afstand
Verschijnselen bij elektriciteitsletsel
 Brandwonden (ingangs- én uitgangswond)
 Spierkrampen
 Botbreuken
 Beschadiging zenuwen, bloedvaten, weefsels
 Hartritmestoornissen (kamerfibrilleren)
 Adem- en circulatiestilstand
 Bewusteloosheid
Eerste Hulp bij elektriciteitsletsel




Denk aan eigen veiligheid!
Probeer stroombron uit te schakelen of
contact met stroombron te
onderbreken
Controleer de vitale functies, start bij
niet-normale ademhaling reanimatie
Bel 1-1-2
Blikseminslag
 Zeer hoge ontlading, zeer hoge temperatuur
 Zeer ernstige inwendige schade
 Grote kans op ademhalings- en circulatiestilstand
 Ook letsels door schokgolf mogelijk
-
Trommelvliezen, klaplong, oogletsel
-
Letsel door wegslingeren
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
EERSTE HULP VERLENEN
Algemene ziekteverschijnselen
Terug naar inhoudsopgave
Inhoudsopgave
A. Koorts
B. Hoofdpijn
C. Maagdarmklachten
D. Kinderziekten
A. Koorts
 Normale reactie van het lichaam bij ziekte of ontsteking
 Normale lichaamstemperatuur 37° Celcius
 Koorts bij temperatuur > 38° Celcius
 Hoge koorts > 40° Celcius
Verschijnselen bij koorts
 Koude rillingen
 Klappertanden
 Zweten
 Onwel
 Verschijnselen van de onderliggende oorzaak
Eerste Hulp bij koorts
 Rust
 Voldoende eten en drinken
 Ondersteunen, nat washandje
 Paracetamol volgens bijsluiter
 Neem contact op met huisarts indien koorts met:
-
Temperatuur > 40°C
-
Sufheid, ernstige hoofdpijn
-
Benauwdheid
-
Aanhoudend braken of diarree
Koorts bij kinderen



Normale temperatuur 36,5 - 37,5°C
Vaak koorts zonder duidelijke oorzaak
Indien niet na 3 dagen over, neem
contact op met de huisarts
Koorts bij kinderen
Contact met huisarts indien koorts samen
gaat met:




Steeds zieker worden
Sufheid
Rood-paarse vlekjes
Aanhoudend braken of diarree
B. Hoofdpijn
 Komt vaak voor, meestal onschuldig
 Veel verschillende oorzaken
 Bonzend
 Stekend
 Zeurend
Eerste Hulp bij hoofdpijn
 Geef het slachtoffer rust
 Geef paracetamol volgens de bijsluiter
 Laat het slachtoffer voldoende drinken
 Bel 1-1-2 indien plotselinge hoofdpijn met misselijkheid, braken
en/of bewustzijnsstoornissen
 Bel huisarts indien hoofdpijn met hoge koorts, slecht zien, stijve
nek of langer dan 1 dag hoofdpijn
C. Maagdarmklachten
 Uitdroging
 Voedselvergiftiging
Voedselvergiftiging
 Door een virus, bacterie of parasiet
 Reizigersdiarree: onvoldoende verhit voedsel, ongewassen salade
of gewassen met besmet water
 Voorkomen door goede handhygiëne en goed verhitten van
voedsel
Verschijnselen bij voedselvergiftiging
 Misselijkheid en braken
 Buikpijn of buikkramp
 (Waterdunne) diarree
 Bloed bij de ontlasting
 Koorts
 Hoofdpijn
Uitdroging
 Ontstaat door vochtverlies in combinatie met weinig eten en
drinken
 Aanhoudend braken
 Aanhoudende diarree
 Met name baby’s, jonge kinderen en ouderen erg gevoelig
Verschijnselen bij uitdroging
 Dorst
 Droge slijmvliezen
 Slappe, gerimpelde huid
 Lusteloosheid, slapheid
 Sufheid
 Huilen zonder tranen
 Diepliggende ogen of ingezonken fontanel
Eerste Hulp bij voedselvergiftiging en uitdroging
 Zorg voor voldoende vochtinname
-
Geef Oral Rehydration Solution of kokoswater
 Geef rust en ondersteuning
 Bel 1-1-2 indien er sprake is van:
-
Hevige buikpijn in combinatie met rugpijn
-
Bleke, klamme huid, verschijnselen van shock
 Bel de huisarts indien er sprake is van:
-
Hoge koorts
-
Aanhoudende diarree, braken of bloed bij de ontlasting
D. Kinderziekten
 Vijfde ziekte
 Hand-voet-mondziekte
 Zesde ziekte
 Waterpokken
 Roodvonk
 Koortslip
 Mazelen
 Krentenbaard
 Rode Hond
Vijfde ziekte
 Veroorzaker: virus
 Leeftijd: 4 - 10 jaar
 Verschijnselen:
-
Rode wangen
-
Roze rode onregelmatige vlekjes op borstkas, billen, armen,
benen
-
Soms koorts en jeuk, meestal mild
Zesde ziekte
 Veroorzaker: virus
 Leeftijd: 6 maanden tot 3 jaar
 Verschijnselen
-
Hoge koorts, verdwijnt na 3 - 5 dagen
-
Opgezette lymfeklieren hals en achter de oren
-
Na verdwijnen koorts lichtrode vlekjes gezicht, borstkas, billen
 Zo nodig paracetamol volgens bijsluiter
Roodvonk (scarlatina)
 Veroorzaker: streptococcen bacterie
 Leeftijd: 2 - 10 jaar
 Verschijnselen:
-
Begint met keelpijn en hoge koorts
-
Vervolgens felrode (ruwe) uitslag over hele lichaam en gelaat,
mond en neus blijven meestal vrij
-
Eerst witte tong, na 3 dagen felrood
 Zo nodig paracetamol en via huisarts antibiotica
Mazelen
 Leeftijd: 6 maanden - 4 jaar
 Zeer besmettelijk (vaccinatie), kans op ernstige complicaties
 Verschijnselen:
-
Hoge koorts en griepachtige verschijnselen
-
Na 3 - 4 dagen rode vlekjes, beginnend op hoofd en uitbreidend
naar rest van het lichaam
-
Complicaties: hersenvliesontsteking, longontsteking,
oorontsteking
 Contact met huisarts
Rode hond (rubella)
 Veroorzaker: virus
 Verschijnselen:
-
Begint met verkoudheid
-
Rode vlekjes over gehele lichaam
-
Soms koorts
-
Soms gezwollen klieren
 Gevaarlijk voor zwangeren en op volwassen leeftijd
Hand-voet-mondziekte
 Veroorzaker: virus
 Verschijnselen
-
Blaasjes in de mond, op handen en voeten
-
Drinken erg pijnlijk
-
Genezen binnen 1 - 2 weken
 Zo nodig paracetamol volgens bijsluiter
 Gevaarlijk voor zwangeren en ongeboren kind
Waterpokken
 Veroorzaker: varicella virus
 Verspreiding via druppeltjes in de lucht
 Verschijnselen:
-
Over gehele lichaam jeukende bultjes,
blaasjes en korstjes
-
Meestal binnen 10 dagen verdwenen
 Koelen met washandje, zo nodig jeukstillende
crème
 Gevaarlijk voor zwangere indien waterpokken
niet doorgemaakt
Koortslip
 Veroorzaker: herpes simplex virus
 Verschijnselen
-
Kleine gele blaasjes op rode ondergrond
-
Meestal rond lippen of in gelaat, soms rond oog
 Zeer besmettelijk, gevaarlijk voor baby's
 Indien bij oog contact opnemen met
de huisarts
Krentenbaard
 Veroorzaker: bacterie
 Verschijnselen:
-
Geel-bruine korstjes op ontstoken ondergrond
-
Meestal in gelaat, kan overal
 Zeer besmettelijk
 Antibioticazalf via huisarts
Wanneer de huisarts bellen?
 Hoge koorts (> 40 graden)
 Koorts of vlekjesziekten bij baby's < 3 maanden
 Sufheid
 Aanhoudend braken of diarree
 Gierende ademhaling of aanhoudend kwijlen
 Kind dat alleen maar zieker wordt
 Kind dat niet meer kan eten of drinken, of niet meer plast
Wanneer 1-1-2 bellen?
 Bewustzijnsstoornissen
 Blauw-paarse verkleuring van lippen of gelaat
 Koortsstuipen
 Hoge koorts
 Rood-paarse vlekjes/puntjes die niet
weg te drukken zijn
Vragen?
Terug naar inhoudsopgave
Deze presentatie is onderdeel van het lesmateriaal bij EERSTE HULP VERLENEN
Het is toegestaan om deze presentatie te bewerken ten behoeve van het
onderwijs in het verlenen van Eerste Hulp.
Het is niet toegestaan om de inhoud van de presentaties (tekst, afbeeldingen, logo's)
openbaar te maken in welke vorm dan ook zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de uitgever.
Houd de website en facebook pagina in de gaten voor updates
van deze presentatie en andere lesmaterialen.
www.eerstehulpverlenen.nl
https://www.facebook.com/eerstehulpverlenen/
EERSTE HULP VERLENEN
Marion van den Hurk-Dittmar en Pim de Ruijter
ISBN 978-94-91838-40-8
EduPlaza 2016
www.eerstehulpverlenen.nl
[email protected]
Download
Study collections