Hypoglycemia unawareness: oordeel bewust over rijvaardigheid

advertisement
Pro-contra
Alexander D.M. Stork
O PI NI E
Hypoglycemia unawareness: oordeel bewust over
rijvaardigheid
Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3807
Bij patiënten met diabetes mellitus kunnen diverse factoren de rijvaardigheid verminderen. De belangrijkste – en
minst voorspelbare – factor is een hypoglykemie, die
gepaard kan gaan met diverse symptomen, waaronder
cognitieve dysfunctie. Het lijkt logisch dat mensen met
diabetes die het hoogste risico hebben op hypoglykemieën, ook het hoogste risico hebben op auto-ongevallen.
De wetgeving gaat hier dan ook vanuit en ontzegt het
rijbewijs aan diabetespatiënten met ‘hypoglycemia unawareness’, die hypoglykemieën niet goed aan voelen
komen.
Het gebruik van de auto is echter diep ingebed in de
samenleving en voor veel mensen van groot sociaal en
maatschappelijk belang. Daarom moet de beslissing om
iemand ongeschikt te verklaren voor het rijbewijs goed
gefundeerd zijn en met terughoudendheid worden genomen. Daar staat tegenover dat ook voldoende rekening
gehouden moet worden met de veiligheid van het individu en overige weggebruikers.
Niet gestaafd door onderzoek
In de praktijk komen ongevallen door hypoglykemieën
slechts zelden voor (0,01-0,49 keer per 100.000 km),1 hoewel in een recent Amerikaans onderzoek een hogere frequentie werd gevonden.2 Bovendien lijkt in diverse
onderzoeken slechts een kleine subgroep verantwoordelijk te zijn voor het licht verhoogde ongevalsrisico bij
mensen met diabetes (geschatte oddsratio 1,2-1,3).1
Opvallend genoeg zijn dit niet de patiënten met een ver-
St. Anna Ziekenhuis,
afd. Interne Geneeskunde, Eindhoven.
Dr. A.D.M.. Stork, internist ([email protected]).
minderde hypoglycemia awareness. Amerikaans onderzoek suggereert dat het eerder hebben veroorzaakt van
een ongeval door een hypoglykemie wél een voorspellende factor is voor nieuwe ongevallen.3 Het lijkt erop dat
bij deze mensen het werkgeheugen, benodigd om informatie op te slaan en te bewerken, is verminderd. Opmerkelijk is bovendien dat het cognitief herstel bij mensen
met verminderde hypoglycemia awareness niet is vertraagd, in tegenstelling tot bij mensen met een goede
awareness.4 Veelal is overigens met name educatie over
diabetes en autorijden en over het nemen van de beslissing niet te rijden of te stoppen bij een (dreigende) hypoglykemie, van groot belang.5
Dus hoewel het boerenverstand dicteert dat hypoglycemia unawareness een belangrijke risicofactor is voor het
veroorzaken van ongevallen, wordt dit niet ondersteund
door onderzoek. Bij een rijbewijskeuring lijkt rekening
houden met hypoglycemia unawareness momenteel wellicht de beste methode, maar dit doet geen recht aan de
beschikbare onderzoeksresultaten en is dus niet geheel
eerlijk. Bovendien zou dit betekenen dat ongeveer 25%
van de mensen met diabetes mellitus type 1 en 2,5% van
de mensen met diabetes mellitus type 2 uitgesloten zouden worden van het rijbewijs. Dit is reden om de tekst van
de wet niet te streng toe te passen, en vooral die patiënten
ongeschikt te verklaren voor het rijbewijs die onverwachte bewustzijnsdalingen hebben gehad of die hulp
van buitenaf nodig hadden vanwege een hypoglykemie.
Risico verlagen
In de toekomst hopen we beter in staat te zijn de diabetespatiënten met het hoogste ongevalsrisico te identificeren. Bovendien zouden we dit risico moeten kunnen verlagen door het gebruik van medicatie die geen
hypoglykemie veroorzaakt, door educatie en wellicht ook
door het toepassen van technische hulpmiddelen, zoals
bijvoorbeeld het gebruik van continue glucosemeting,
alhoewel dit laatste volgens het Centraal Bureau Rijvaardigheid niet lijkt te passen binnen de huidige wetgeving
(R.A. Bredewoud, schriftelijke mededeling, 2011). Tot die
tijd moeten we terughoudend zijn met het ‘veroordelen’
van mensen waarvan we eigenlijk weten dat ze niet
‘schuldig’ zijn.
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2011;155:A4144
1
Belangenconflict: dr. A. Stork ontving vergoeding voor consultancies voor
Aanvaard op 28 september 2011
O PI NI E
MSD en Novartis betreffende antihypertensiva en lipidenverlagende medicatie, zonder relatie met diabetes, voor bijdragen aan diverse farmacotherapieoverleggen bij verschillende huisartsengroepen en hij kreeg financiële
ondersteuning voor diverse congresreizen. Financiële ondersteuning voor dit
artikel: geen gemeld.
Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A4144
>Meer op www.ntvg.nl/opinie
●
Literatuur
1
Stork AD, Van Haeften TW, Veneman TF. Diabetes and driving: desired
4
2008;57:732-6.
research. Diabetes Care. 2006;29:1942-9.
2
3
Zammitt NN, Warren RE, Deary IJ, et al. Delayed recovery of cognitive
function following hypoglycemia in adults with type 1 diabetes. Diabetes.
data, research methods and their pitfalls, current knowledge, and future
Cox DJ, Ford D, Gonder-Frederick LA, et al. Driving mishaps among
5
Stork AD, Van Haeften TW, Veneman TF. The decision not to drive
individuals with type 1 diabetes. Diabetes Care. 2009;32:2177-80.
during hypoglycemia in patients with type 1 and type 2 diabetes,
Cox DJ, Kovatchev BP, Anderson SM, et al. Type 1 diabetic drivers with
according to hypoglycemia awareness. Diabetes Care. 2007;30:2822-6.
and without a history of recurrent hypoglycemia-related driving mishaps.
Diabetes Care. 2010;33:2430-5.
2
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2011;155:A4144
Download