De geschriften

advertisement
De wijsheidsliteratuur van de geschriften
De terugkeer
Jona
Psalmen
Job
Tobit
Hooglied
Ruth
Klaagliederen
Prediker
Esther
De terugkeer van Babylon naar Jeruzalem
Terugkeer gebeurde in 3 fases:

Onder Zerubabel:
→ Betekenis Zerubabel: Geboren in Babel
→ Kleinzoon van Jehoiachin: voorlaatste koning van Juda
→ Keerde terug uit de Babylonische ballingschap in 538 V.C.
→ Begon als een van de eersten de Tempel in Jeruzalem terug op te bouwen. Deze
tempel werd verwoest door de Babyloniërs in 587 V.C.
→ Perzen gaven de toestemming om terug te keren naar Jeruzalem → werd voorzien
door Daniël (“De ziener”), visioen: Het rijk zal vallen en worden overgenomen door de
Perzen.
→ Koning van Perzië: Cyrus (of Kores), leefde van 559 V.C. tot 528 V.C.,
afkomstig uit Anshan, wordt gezien als de stichter van het Perzische Rijk
→ Cyrus verovert Babylon in 539 V.C.
→ Edict van Cyrus: Joden mogen terugkeren naar Jeruzalem, einde van de
ballingschap van Israël, 2 versies van het edict: één Aramese en één
Hebreeuwse versie
→ Verovering van Babylonië: veel schatten en rijkdom voor de Perzen,
Babylon was grootste handelsstad en had enorm productieve
landbouwgebieden → enorme groei van het Perzische Rijk

Onder Esdras:
→ Variatie van de naam Ezra
→ Bij de terugkeer van de Joden naar Jeruzalem: Joden waren mensen zonder identiteit,
land was ondertussen al ingenomen door de Assyriërs. De Joden gaan hierdoor hun
identiteit versterken en hun huizen terug opbouwen→ Joodse identiteit werd
bedreigd door gemengde huwelijken tussen Joden en vreemdelingen. Esdras had
een grote kennis van de Thora en las de Wet voor aan het Joodse volk
→ Bouw van de tempel werd gestaakt: iedereen was bezig met zijn eigen welzijn. De
tempel wordt terug hernomen in de tijd van Darius
→ Darius de Grote: leefde van 522 V.C. tot 485 V.C., is koning van Perzië geweest en
beweerde familie te zijn van Koning Cyrus, gaf de Joden de toestemming en de middelen
om de tempel verder te bouwen, Darius de Grote zijn naam verscheen op tempels die hij
bouwde

Onder Nehemia:
→ Betekenis Nehemia: troost van God
→ Ziet dat het slecht gaat met het Joodse volk in Juda en vraagt toestemming aan de
koning om de stad Jeruzalem weer op te bouwen
→ Bouwt stadsmuur rond Jeruzalem
→Bouw van de tempel wordt voltooid in 515 V.C., onder Darius de Grote
→ Na de Perzen kwam Alexander de Grote aan de macht
→ Alexander de Grote:
-Leefde van 356 V.C. tot 323 V.C.,
-Stichtte een heel groot rijk = Macedonische Rijk (zie kaart:
http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/4/40/MacedonEmpire.jpg)
-Veroveringen werden beschouwd als barbaars
-Veroverde Palestina in 332 V.C.
-Wou heel de wereld veroveren, motivatie: wou alle Perzen verslagen, omdat deze de
aartsvijanden waren van de Grieken, wou dat er geen oorlogen meer waren tussen de
volken onderling
-Stierf in Babylon in het paleis van Nebukadnezar II
-Na zijn dood: Rijk wordt verdeeld onder zijn generaals (=Diadochen), deze waren
verdeeld in twee groepen: → Het rijk van Seleuciden: Klein-Azië
→ Het rijk van Ptolemaeën : Noord-Afrika

Vanaf 167 V.C.: Opstand van de Makkabeeën
→ Familie van de Makkabeeën (zie foto)
→ Mattathias was de leider van de Makkabese opstand, kwam op tegen de Seleuciden:
Huidige koning (Antiochius IV) beval om mensen op te offeren aan de God Zeus, en
plaatste afgodsbeelden in de tempel→ dit was tegenstrijdig met de Joodse Godsdienst.
Mattathias doodde de beambten van de koning die deze bevalen gaven en trok zich
terug met zijn familie in de woestijn, riep de Joden op om eerbiedig de Thora op te
volgen en de Joodse identiteit te verscherpen (begin van de opstand!)
→ Mattathias werd opgevolgd door zijn zoon Judas: veroverde opnieuw de Joodse
tempel, wijdde hem terug in. Deze gebeurtenis wordt nog steeds herdacht tijdens het
Chanoeka-feest
→ Judas en zijn broers sneuvelden in de strijd, de enig overgebleven broer was Simon:
stichtte een zelfstandige staat (→ onafhankelijk rijk van de Hasmoneeën: breidde zich
later uit tot het grote Israël)
Familie van de Makkabeeën

Hierna kwamen de Romeinen:
→Nieuwe wereldheersers
→Vechten tegen de Seleuciden
→Nemen Jeruzalem in
→ 63 V.C.: generaal Pompeius: bereikt tempel in Jeruzalem, Palestina wordt een
Romeins protectoraat: Joden behouden hun godsdienstvrijheid en hun eigenheid, maar
staan onder het bewind van de Romeinen (deze hadden alle politieke macht)
→ Tempel wordt eerst herbouwd door Herodes, maar uiteindelijk verwoest in 70 N.C.
door de Romeinen
→ Er bleven enkel de Westelijke muur en de toegangstrappen van de tempel over, deze
muur wordt ook wel de Klaagmuur genoemd. De Joden komen hier nog bidden en
treuren over het verlies van hun tempel
De geschriften
Jona
= één van de twaalf kleine profeten
→Betekenis Jona: Duif
→Boek wordt gelezen in de synagoge op de grote verzoendag (=Jom Kippoer)
→Centrale thema’s: verzoening, berouw, trouw aan God, genade van God die ons de kans geeft om
ons te bekeren
→Verhaal van Jona: Jona kreeg de opdracht om het volk van Ninevé te bekeren (van het Assyrische
Rijk). Jona zag dit niet zitten, wou het niet doen en gaat slapen in de boot. Er volgt een zware storm
op zee en de mensen op het schip worden ziek (door Jona). De mensen gooien Jona overboord en hij
belandt in de buik van een Walvis. Jona blijft drie dagen en nachten in de buik van de walvis en komt
dan tot inkeer. Na drie dagen spuwt de walvis Jona terug uit op het vasteland. God beveelt hem weer
om het volk te gaan bekeren, en deze keer weigert hij niet.
→Joodse versie van het verhaal: Jona blijft in de buik van de vis en wil het volk nog steeds niet
bekeren. Jona wordt uitgespuwd in het water en komt in een andere vis terecht. De eerste vis was
een mannelijk vis: Jona had er veel ruimte, de tweede vis was een vrouwelijke: deze was zwanger en
Jona had hier niet veel ruimte. Jona wil uit de vis en wil doen wat God van zich vraagt: Ninevé
bekeren. Ninevé bekeert zich maar Jona wordt kwaad op God, gaat treuren onder een boom: of ik
Ninevé ging bekeren of niet, god=barmhartig, Hij zou de mensen sowieso besparen. Jona wil dat God
Ninevé verwoest (heeft stille hoop). God laat een boom verdorren, gesprek met God: Jona zegt dat
hij twijfelt aan zijn zending, God zegt: waarom treur jij over jou boom die vergaard, mag ik dan niet
bezorgd zijn om mijn volk.
→Verwijzing Jona in het nieuwe testament (Jezus): Matteus 12: 39-42
Confrontatie met farizeeën en schriftgeleerden
22 Toen bracht men een blinde bij hem die bezeten was en niet kon spreken, en hij genas hem, zodat
hij weer kon spreken en zien. 23 Alle omstanders stonden versteld en zeiden: ‘Zou híj de Zoon van
David zijn?’ 24 Maar de farizeeën die dit hoorden, zeiden tegen elkaar: ‘Hij kan die demonen alleen
maar uitdrijven dankzij Beëlzebul, de vorst der demonen.’ 25 Jezus wist wat ze dachten en zei tegen
hen: ‘Elk koninkrijk dat innerlijk verdeeld is wordt verwoest, en geen enkele stad of gemeenschap die
innerlijk verdeeld is zal standhouden. 26 Als Satan Satan uitdrijft, keert hij zich tegen zichzelf. Hoe
kan zijn koninkrijk dan standhouden? 27 En als ik inderdaad door Beëlzebul demonen uitdrijf, door
wie drijven uw eigen mensen ze dan uit? Zij zullen dan ook uw rechters zijn! 28 Maar als ik door de
Geest van God demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God bij jullie gekomen. 29 Trouwens, hoe
kan iemand het huis van een sterkere binnengaan en zijn inboedel roven, als hij die sterkere niet
eerst heeft vastgebonden? Pas dan zal hij zijn huis kunnen leegroven. 30 Wie niet met mij is, is tegen
mij, en wie niet met mij samenbrengt, drijft uiteen. 31 Daarom zeg ik u: elke zonde en elke
godslastering kan de mensen worden vergeven, maar wie de Geest lastert kan niet worden vergeven.
32 En iedereen die iets ten nadele van de Mensenzoon zegt, zal worden vergeven. Maar wie
kwaadspreekt van de heilige Geest zal niet worden vergeven, noch in deze wereld, noch in de
komende.
33 Wanneer een boom goed is, dan zijn ook zijn vruchten goed. Is een boom daarentegen slecht,
dan zijn ook zijn vruchten slecht. Want aan de vruchten herkent men de boom. 34 Addergebroed!
Hoe kunt u iets goeds zeggen terwijl u zelf slecht bent? Waar het hart vol van is, daar loopt de mond
van over. 35 Een goed mens haalt uit zijn schatkamer met goede dingen het goede tevoorschijn,
terwijl een slecht mens uit zijn schatkamer met slechte dingen het slechte tevoorschijn haalt. 36 Ik
zeg u: van elk nutteloos woord dat mensen spreken, zullen ze op de dag van het oordeel rekenschap
moeten afleggen. 37 Want op grond van je woorden zul je worden vrijgesproken, en op grond van je
woorden zul je worden veroordeeld.’
38 Daarop reageerden enkele schriftgeleerden en farizeeën met een vraag: ‘Meester, we zouden
graag een teken van u zien.’ 39 Hij antwoordde: ‘Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze
verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van de profeet Jona. 40 Want zoals
Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen
en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven. 41 Op de dag van het oordeel zullen de
Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd
na de prediking van Jona, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona! 42 Op de dag van het oordeel
zal de koningin van het Zuiden samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij was
van het uiteinde van de aarde gekomen om te luisteren naar de wijsheid van Salomo, en hier ziet u
iemand die meer is dan Salomo!
43 Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden op zoek naar een
rustplaats. Maar als hij die niet vindt, 44 zegt hij: “Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten
heb.” En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het leegstaat, schoongemaakt is en op orde gebracht.
45 Dan gaat hij weg en haalt er zeven andere demonen bij, die slechter zijn dan hijzelf, en zij allen
nemen daar blijvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er ten slotte veel slechter
aan toe dan voorheen. Zo zal het ook gaan met deze verdorven generatie.’
46 Terwijl hij nog met de mensen in gesprek was, dienden zich buiten zijn moeder en zijn broers
aan. Ze vroegen hem dringend te spreken. 47 Iemand zei tegen hem: ‘Uw moeder en uw broers staan
buiten, ze willen u spreken.’ 48 Hij antwoordde: ‘Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?’ 49 Hij
maakte een gebaar naar zijn leerlingen en zei: ‘Zij zijn mijn moeder en mijn broers. 50 Want ieder die
de wil van mijn Vader in de hemel doet, is mijn broer en zuster en moeder.’
Psalmen
=lied waarin al onze menselijke gevoelens tot uitdrukking worden gebracht (=bijbelpoezië!)
→Taal: Hebreeuws
→150 psalmen →Gericht aan God
→Groot deel toegeschreven aan David
→Veel Joden kennen deze vanbuiten en zeggen deze op als gebed bij de klaagmuur(spreekgezang)
→Jezus aan het kruis: “God, waarom heeft u mij verlaten?”
= Psalm 22
→ Bekende Psalmen:
psalm 1
1 Gelukkig de mens
die niet meegaat met wie kwaad doen,
die de weg van zondaars niet betreedt,
bij spotters niet aan tafel zit,
2 maar vreugde vindt in de wet van de H E E R
en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht.
3 Hij zal zijn als een boom,
geplant aan stromend water.
Op tijd draagt hij vrucht,
zijn bladeren verdorren niet.
Alles wat hij doet komt tot bloei.
4 Zo niet de wettelozen!
Zij zijn als kaf
dat verwaait in de wind.
5 Wettelozen houden niet stand waar recht heerst,
zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen.
6 De H E ER beschermt de weg van de rechtvaardigen,
de weg van de wettelozen loopt dood.
Psalm 23
De H EE R is mijn herder,
het ontbreekt mij aan niets.
2 Hij laat mij rusten in groene
weiden
en voert mij naar vredig water,
3 hij geeft mij nieuwe kracht
en leidt mij langs veilige paden
tot eer van zijn naam.
4 Al gaat mijn weg
door een donker dal,
ik vrees geen gevaar,
want u bent bij mij,
uw stok en uw staf,
zij geven mij moed.
5 U nodigt mij aan tafel
voor het oog van de vijand,
u zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
6 Geluk en genade volgen mij
alle dagen van mijn leven,
ik keer terug in het huis van de H E E R
tot in lengte van dagen.
Job
=God en het lijden, “vecht met God”
→Betekenis Job: Hij die weent
→Verhaal van Job: Job was een zeer gelovige man die alles had wat hij wou. Hij had veel zonen en
dochters, had veel vee en een groot huis. Op een dag spreekt God met Satan. God is trots op Job
omdat hij zo oprecht in hem gelooft, maar Satan zegt dat hij enkel gelooft omdat hij alles heeft en
niets tekort komt. Volgens de duivel zal Job God vervloeken als hem alles wordt ontnomen. God staat
Satan toe om Job te beproeven zodat hij zijn liefde voor God kon bewijzen. Job verliest alles wat hij
heeft, zijn kinderen komen om in een storm, zijn vee wordt geslacht en zijn knechten worden
vermoord. Na een tijd kreeg hij ook pijnlijke zweren over heel zijn lichaam en zijn vrouw zei tegen
hem dat hij zijn God moest vervloeken. Job scheurde zijn kleren en zei: “Naakt ben ik uit de schoot
van mijn moeder gekomen en naakt zal ik in haar schoot terugkeren. De Heer heeft gegeven, de Heer
heeft genomen, de naam van de Heer zij geprezen.” Ondanks alle tegenslagen bleef hij trouw aan
God. Toen Job’s vrienden langskwamen en hem zo zagen zeiden zij: “Gij zult wel gezondigd hebben”.
→Job’s lijden worden in verband gebracht met zondigen→ zijn vrienden krijgen slecht beeld over
God
→Job blijft trouw aan God, hoe onrechtvaardig hij ook wordt behandeld, hij komt er sterker uit dan
voorheen
Tobit
= Apocrief boek, ook bekend als Tobias, geschreven rond ong. 200 V.C.
→Betekenis Tobit: Mijn God is Jahwe
→Verhaal van Tobit: Een vader begroef mannelijke lijken van mannen die door de vijand waren
gedood. Deze vijand, Koning Sanherib was koning van Assyrië en woonde in Ninevé , waar ook Tobit
woonde. Tobit was de zoon van de man die de lijken begroef, en was getrouwd met Anna. Tobit en
Anna hadden ook een zoon, Tobias. Koning Sanherib straft Tobit, die ondertussen al oud en blind
was, door al zijn bezittingen te plunderen. Tobit stuurt zijn zoon Tobias op pad om ergens geld te
gaan zoeken. Tobit had namelijk ooit een schat verstopt, ergens in Medië. Tobias gaat dan samen
met zijn metgezel Azarias op zoek naar deze schat. Wat Tobit echter niet weet is dat Azarias een
engel is (= de aartsengel Rafaël). Deze aartsengel was gestuurd door de gebeden van Sarah. Sarah
was een vrouw die zevenmaal op het punt stond te trouwen. Telkens werden haar aanstaanden in de
nacht voor het huwelijk verslonden door een demon (Amodaij). Sara bad tot God om een nieuwe
man die niet verslonden zou worden door Amodaij. Met behulp van Rafaël verslaat Tobias deze
demon en vindt hij Sarah. Hij vindt ook de schat van zijn vader en brengt Sarah en het geld mee naar
huis, waar ondertussen de ouders van Tobit alle hoop al kwijt waren. Tobias geneest zijn vader’s
blindheid met de gal van een vis, die hij onderweg had gevangen en geeft een deel van het geld weg
als aalmoes voor de armen. Voor Tobit sterft voorspelt hij dat Ninevé verwoest zal worden en zegt
tegen Tobias dat ze moeten vertrekken. Ze verlaten Ninevé en zijn voorspelling komt uit.
Hooglied (Shir HaShirim)
“De hele wereld weegt niet op tegen de dag dat het Hooglied aan Israël werd gegeven. Alle
geschriften zijn heilig, maar het Lied der liederen is het heilige der heiligen.”
Rabbi Aqiba, Misjna tractaat Yadayim– einde eerste eeuw
→ Betekenis Shir HaShirim: lied der liederen: het hoogste,mooiste lied
→ Onderdeel van de megillot (= feestrol)
→ Bestaat uit 117 verzen, verdeeld onder acht hoofdstukken (hoogliederen) : één van de kleinste
boeken in het oude testament
→ De auteur is zogezegd Salomo, maar dit klopt niet, het is
wetenschappelijk bewezen dat Salomo niet de auteur kan zijn van
Hoogliederen:
Hooglied 1
1
2
3
4
5
6
7
Het Hooglied, hetwelk van Salomo is.
Hij kusse mij met de kussen Zijns monds; want Uw
uitnemende liefde is beter dan wijn.
Uw olien zijn goed tot reuk, Uw naam is een olie, die
uitgestort wordt; daarom hebben U de maagden lief.
Trek mij, wij zullen U nalopen! De Koning heeft mij
gebracht in Zijn binnenkameren; wij zullen ons verheugen
en in U verblijden; wij zullen Uw uitnemende liefde
vermelden, meer dan den wijn; de oprechten hebben U
lief.
Ik ben zwart, doch liefelijk (gij dochteren van Jeruzalem!),
gelijk de tenten van Kedar, gelijk de gordijnen van Salomo.
Ziet mij niet aan, dat ik zwartachtig ben, omdat mij de zon
heeft beschenen; de kinderen mijner moeder waren tegen
mij ontstoken, zij hebben mij gezet tot een hoederin der
wijngaarden. Mijn wijngaard, dien ik heb, heb ik niet
gehoed.
Zeg mij aan, Gij, Dien mijn ziel liefheeft, waar Gij weidt,
waar Gij de kudde legert in den middag; want waarom zou
ik zijn als een, die zich bedekt bij de kudden Uwer
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
metgezellen?
Indien gij het niet weet, o gij schoonste onder de
vrouwen! zo ga uit op de voetstappen der schapen, en
weid uw geiten bij de woningen der herderen.
Mijn vriendin! Ik vergelijk u bij de paarden aan de wagens
van Farao.
Uw wangen zijn liefelijk in de spangen, uw hals in de
parelsnoeren.
Wij zullen u gouden spangen maken, met zilveren stipjes.
Terwijl de Koning aan Zijn ronde tafel is, geeft mijn nardus
zijn reuk.
Mijn Liefste is mij een bundeltje mirre, dat tussen mijn
borsten vernacht.
Mijn Liefste is mij een tros van Cyprus, in de wijngaarden
van En-gedi.
Zie, gij zijt schoon, Mijn vriendin! Zie, gij zijt schoon; uw
ogen zijn duiven ogen.
Zie, gij zijt schoon, mijn Liefste, ja, liefelijk; ook groent
onze bedstede.
De balken onzer huizen zijn cederen, onze galerijen zijn
cypressen.
→ Zien eruit als liefdesliederen, vrij erotisch getint (werden vroeger misschien gebruikt bij
huwelijksfeesten)
→ Vertegenwoordigen de relatie tussen God en het uitverkoren volk (volk van Israël)
→ Worden voorgelezen in de synagoge tijdens Pesach
Ruth
→ Betekenis Ruth: vriendschap
→ Onderdeel van de megillot
→ Wordt gelezen op de tweede dag van het Sjawoet feest :
-Betekenis Sjawoet feest: Het wekenfeest
-Wordt 50 dagen na Pesach gevierd
-Op dit feest verzamelden de Joden zich aan de voet van de Sinaï berg, waar Mozes de 10 geboden
kreeg
-Traditie: de Joden hadden zich overslapen op de dag dat God hen de Tien geboden gaf, ter
compensatie bleven zij de hele nacht wakker aan de voet van de berg, en leerden zij uit de Thora
(centrale thema van het feest= leren).
-Op dit feest wordt er ook gezongen en gedanst, zie video:
http://www.youtube.com/watch?v=5N2UxrNtFFU&feature=player_embedded
→ Verhaal Ruth: Veel mensen in Israël vertrouwden God niet meer en aanbaden valse goden. Er was
toen veel hongersnood, en dieren en mensen stierven van de honger. Een man, Elimelek, kwam uit
Bethlehem (betekenis Bethlehem: land van het brood), en moest uitwijken naar Moab, samen met
zijn vrouw, Naomi. Deze hadden ook twee zonen, Chilion en Mahlon. De twee zonen huwden met
twee Moabititsche vrouwen, Orpah en Ruth. Het ging een tijdje niet goed met dit gezin, en Elimelek,
de vader van het gezin sterft. Een tijdje later sterven ook de twee zonen, en blijft Naomi achter met
Orpah en Ruth.
Naomi hoort dat God haar vaderland heeft gezegend, en dat er weer voedsel is in Bethlehem. Ze
besluit om terug te gaan naar Bethlehem, maar weet niet wat ze met Orpah en Ruth moet doen. Ze
adviseert hen om in Moab te blijven en om allebei een nieuwe man te zoeken. Orpah keert terug
naar haar familie, maar Ruth belooft om bij haar schoonmoeder te blijven (“uw God is mijn God”).
Ruth bekeert zich vanaf nu tot de God van Israël, en komt een man tegen. Deze man, Boaz, is
eigenaar van de grond waar Ruth op werkt, en wordt verliefd op haar. Ruth en Boaz trouwen, en
Naomi en haar schoondochter worden deel van de familie van Boaz. Hun eerste kindje wordt Obed
genoemd, die de grootvader van David wordt (“ de Grote koning van Israël”). Obed is hierdoor ook
voorouder van Jezus, wat betekent dat Jezus afstamde van een heidense vrouw (Ruth).
→ Gedichtje Ruth:
Samen met haar schoonmoeder
kwam zij ver hier vandaan.
Allebei weduwe, jong en oud
nu moesten zij, deze vrouwen
op eigen benen staan!
Moeilijk door de hongersnood
vele gezinnen leden gebrek.
Ook Ruth moest op daguur
aren zoeken, de gehele dag met kromme rug
en s`avonds had deze knappe vrouw
een zere nek!
De schoonheid was ook Boaz niet ontgaan
hij, de baas van het tarweveld.
Ontdaan van het zware werk
en Ruth`s armoe
hij werd erg verliefd en op haar gesteld.
Ruth, gekomen uit een ver land
met zorgen en verdriet
mocht weer gelukkig worden met hem.
Boaz en zij gingen trouwen
en gingen voortaan door `t leven
hand in hand.
(Bron: Van der Heide, M. (01/09/2009), Ruth, http://www.onlinegedichten.nl/liefdes/3424/ruth.html
(14/03/2011).
Klaagliederen
→ Wordt in het Joods Eichah genoemd, betekenis: “hoe”
→ “Hoe” is het beginwoord van een Klaaglied
→ Onderdeel van de megillot
→ Toegeschreven aan Jeremia
→ Beschrijft de vernietiging (zowel de eerste als de
tweede) van de Tempel in Jeruzalem, en de ballingschap van het Joodse volk. → Volgens Jeremia: te
wijten aan het gedrag van het Joodse volk: straf van God
→ Werd voor de vernietiging van de Tempel geschreven, als profetische waarschuwing
→ Worden gelezen in de tijd voor Pasen, tijdens de vastentijd
→ Worden ook gezongen bij de Klaagmuur in Jeruzalem
→ Klaaglied 1, 1-4:
1Ach, hoe eenzaam zit zij neer, de eens zo levendige stad.
Een weduwe is ze geworden, zij die groot was onder de volken,
de vorstin van de gewesten is tot slavernij vervallen.
2Heel de nacht weent zij, haar wangen zijn nat van tranen.
Er is niemand die haar troost, niemand van haar vele minnaars;
geen vriend bleef haar trouw, allen zijn haar vijandig gezind.
3Juda is verbannen na een tijd van nood en zware onderdrukking;
zij zit neer te midden van de volken, maar vindt geen rust:
haar vervolgers belagen haar, drijven haar in het nauw
Prediker
→ Wordt in het Hebreeuws “Kohelet” genoemd
→ Toegeschreven aan Salomo
→ Onderdeel van de megillot
→ Vrij cynisch boek: alles is ijdel, alles is vergankelijk (waarom
zoveel moeite doen om iets te bereiken?), alles is relatief (er is
dag, maar er is ook nacht, je kan iets opbouwen, maar ook afbreken,
er is blijdschap, maar ook verdriet,…) → niets is volledig, niets is absoluut, het leven is zinloos
→ God is wel absoluut, “Hou u aan zijn geboden, en het zal u goed gaan”
→ Salomo wijst erop dat materieel succes vergankelijk is, men moet kiezen voor de studie van de
Thora en het naleven van Gods geboden
→ Wordt gelezen op Sabbat, tijdens de tussendagen van de Soekot
→ Soekot:
- “Loofhuttenfeeest”
- Duurt zeven dagen lang
- Herdenking van de Israëlieten die 40 dagen lang in de woestijn
rondtrokken, onder bescherming van God → voorouders van de Joden
verbleven in tenten en hutten
- Eerste twee dagen van de Soekot wordt er niet gewerkt, men bouwt een hut in hun tuin van
natuurlijk materiaal en overnacht daarin
- Op de laatste, zevende dag, wordt er in de synagoge met een vruchtenbundel gezwaaid
(palmtakjes, citrusvruchten, mirtetakjes) → symbool: Men vraagt God om voor het groen te zorgen)
Esther
→ Onderdeel van de megillot
→ Verhaal van Esther:
Esther haar ouders stierven toen ze nog jong was. Ze werd grootgebracht door Mordechaï, één van
de dienaren van de koning van Perzië, Ahasveros. Op een dag vermoord deze koning zijn vrouw,
Vashti, in een dronken bui omdat ze niet wou luisteren. De koning kiest dus een andere vrouw uit, en
hij trouwt met Esther, zonder te weten dat ze Joods was. Haman, een groot man
uit Perzië en vriend van de koning, vertelde leugens over de Israëlieten tegen
Ahasveros. Dit omdat Mordechaï weigerde voor hem te buigen, aangezien hij
Haman een slecht mens vond. De koning weet niet dat zijn vrouw ook een
Israëliet is, dus hij beslist om alle Israëlieten op een bepaalde dag te doden.
Mordechaï komt achter Haman zijn slechte plan en vraagt hulp aan Esther. Esther
gaat naar de koning en zegt dat zij en haar volk gedood zullen worden. Als hij
achter het plan van Haman komt, beveelt hij om Haman te doden. Zo kon Hamans pan niet worden
uitgevoerd.
→ Wordt gelezen bij het Poerimfeest
→ Poerimfeest:
- Poer betekent “Lot” in het Hebreeuws, wordt ook wel het Lotenfeest genoemd
- Herdenking van de Joodse ballingschap in het Perzische Rijk, dat werd bevrijd en van een uitroeiing
werd gered in de 5e eeuw V.C.
- ’S ochtends en ’s avonds lezingen uit de megillot
- Er wordt ook geld gegeven aan armen
- Vreugdevol feest, men verkleedt zich en maakt speciale gerechten
- Sommigen drinken zoveel mogelijk alcohol → betekenis: men drinkt zodat men geen onderscheid
meer kan maken tussen de slechte Haman, en de gezegende Mordechai
Gebruikte bronnen:
Bert, Berts Geschiedenissite,
http://www.bertsgeschiedenissite.nl/ijzertijd/eeuw6bc/eeuw6medenperzen3.html, (09/03/2011).
Van der Bent,B., Dagboek Bas van der Bent, (29/10/2010),
http://www.bloggers.nl/BasvanderBent/70013/Inleiding+Bijbelwetenschappen (09/03/2011).
Auteur onbekend, World Lingo: Book of Ezra,
http://www.worldlingo.com/ma/enwiki/nl/Book_of_Ezra (09/03/2011).
Elliger, K., Willibrord Bijbel, (1997), http://www.willibrordbijbel.nl (09/03/2011).
Van der Gauw, J., Het licht des levens,
http://www.hetlichtdeslevens.nl/studies/studieslezen/jona.html (09/03/2011).
De haan, M., Museum Meermanno: Tobias, http://collecties.meermanno.nl/handschriften/tobias3
(09/03/2011).
Auteur onbekend, Wikipedia, (06/12/2010), http://nl.wikipedia.org/ (09/03/2011).
Vink, J., Sjavoet (wekenfeest), http://www.beleven.org/feest/sjavoeot_wekenfeest (14/03/2011).
Auteur onbekend, Een boek met bijbelverhalen: verhaal 82 (2004),
http://www.watchtower.org/o/my/article_82.htm (17/03/2011).
Download