Hoofdstuk 1 Wie ben jij

advertisement
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
Hoofdstuk 1 Wie ben jij?
In dit hoofdstuk leert de leerling naar zichzelf te kijken. Ze leren kijken naar hoe
ze er van binnen én van buiten uitzien. Daarnaast leren ze over hoe ze met
elkaar omgaan en waarom. Sociale afspraken, sociaal en asociaal gedrag én
normen en waarden komen aan de orde. Ook komt het maken en gebruiken
van biologische beschrijvingen en tekeningen aan de orde. Daarnaast leren ze
werken met de microscoop. Ten slotte wordt het maken van en werken met
tabellen en grafieken aan de orde.
Overzicht ICT
De paragraaf 1.2 Je binnenste kan in plaats van uit het boek, volledig op ICT
(i-clips) worden gemaakt.
De Test jezelf op paragraaf niveau vindt u in het leerwerkboek.
Daarnaast vindt u op i-clips een ICT-oefentoets over het complete hoofdstuk.
Toelichting Practica
1.4 Je omgeving onderzoeken
Practicum 1 Een dier waarnemen
 Zorg voor een ruime hoeveelheid pissebedden.
 Stimuleer de leerlingen om respectvol met deze kleine beestjes om te
gaan.
Practicum 2 Een kijkje door de microscoop
 Een standaardpracticum waar geleerd wordt om met de microscoop te
werken.
 Ook het maken van tekeningen komt in dit practicum aan bod.
Toelichting Do-it’s
1.1 Maken kleren de m/v?
Het intro van deze Do-it, over voor het eerst ergens naartoe gaan en je daarom
anders kleden, leent zich voor een klassengesprek. Zijn er leerlingen die zich
nu anders kleden dan op hun eerste schooldag? Zo ja, waarom? Of waarom
niet?
Voor de modeshow zou u extra publiek kunnen regelen, bijvoorbeeld door de
parallelklassen uit te nodigen. En een muziekinstallatie geeft het geheel extra
elan. Zie ook de tip bij de Extra 'Fotomodel' van paragraaf 1.1 (hier onder).
1.2 Borrel jij ook zo?
De leerlingen leren nauwkeurig te luisteren naar de geluiden van het lichaam.
Laat de leerlingen eventueel eerst zelf bedenken waar ze mogelijk geluiden
zullen horen.
Laat de leerlingen vervolgens een relatie leggen tussen de geluiden die ze
hoorden en de organen die ze opplakken.
1.3 Hoe is jouw familie vertakt?
De leerlingen maken in deze Do-it een stamboom van hun familie. Ter
afwisseling zou u ze ook een stamboom kunnen laten maken van hun
vriendenkring. U kunt ze foto's laten opplakken in de stamboom, om deze een
aantrekkelijker uiterlijk te geven.
Het kan overigens zijn dat deze Do-it veel losmaakt bij uw leerlingen. Verhalen
uit gescheiden gezinnen zijn geen uitzondering. Het is daarom ook verstandig
genoeg tijd te reserveren voor het bespreken van de resultaten.
De meisjes op de foto zijn overigens echt zusjes!
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
1
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
1.4 Wie is de dader?
De leerlingen zijn bezig met het doen van waarnemingen en de verwerking
ervan in een tekening.
Motiveer de leerlingen om creatief met het politiedossier om te gaan.
1.5 Wie past die schoen?
Bij deze Do-it gaan de leerlingen aan de slag met het verwerken van gegevens
in zowel een staafdiagram als een lijngrafiek. Om ze hiermee te laten oefenen,
kunt u ze ter voorbereiding opdracht 7 en 8 (staafdiagrammen) en/of opdracht
10 en 11 (lijndiagrammen) kunnen laten maken.
 Om de schoenafdrukken te maken kan ook gebruik gemaakt worden
van zacht potlood, waterverf (niet te dik!) etc. Gebruik natuurlijk geen
permanente kleurstoffen.
 Verrassend als demo: een schoenafdruk maken van fluorescerende
stiften of verf op donker papier. Bij gewoon licht niet te zien, de afdruk
wordt pas zichtbaar bij beschijning met UV-licht.
 Heeft u veel parallelgroepen, dan kan in geval van tijdnood gebruik
gemaakt worden van gegevens van één groep. Bewaar dan de
voetafdrukken op papier en de gegevens van de tabel. Leerlingen
kunnen dan met deze gegevens aan de slag.
Antwoorden Pulsjes
1.1 Hoe zie jij eruit?
Het pulsje bij deze paragraaf is een meningsvraag, en biedt ruim gelegenheid
voor klassikale discussie. Want voor ieder antwoord valt wat te zeggen. Hoe
denken uw leerlingen over de verschillende antwoordmogelijkheden? En
waarom?
1.2 Je binnenste
Juist antwoord: A je hart en je longen
B en C zijn niet goed. De dokter luistert via de rug of borst naar hart en longen
om te controleren of ze normaal werken.
1.3 Samen leven
Juist antwoord: B Waarden en normen veranderen met de maatschappij mee:
omgangsvormen zijn veranderd en bijvoorbeeld tutoyeren is tegenwoordig
gangbaar. Hierdoor ontstaat het beeld dat jongeren, en ouderen, minder
beleefd zijn. Ook over dit antwoord kunt u discussiëren met uw leerlingen.
1.4 Je omgeving onderzoeken
Juiste antwoord: C de lichaamslengte
Toelichting: Lichaamslengte is een opvallend kenmerk en niet te veranderen
door de dader.
A en B de kleur en lengte van het haar kan de dader gemakkelijk veranderen.
1.5 Gegevens
Juiste antwoord: C Ze klimmen met touwen in de bomen.
Toelichting: Je kunt een plant het best onderzoeken als je hem van dichtbij
kunt waarnemen en eventueel kunt meenemen om verder te onderzoeken.
A en B zijn onjuist, op deze manier kun je alleen maar oppervlakkige
waarnemingen doen.
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
2
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
Tips
1.1 Hoe zie jij eruit?
Extra Fotomodel
Het is misschien niet altijd mogelijk om uw leerlingen er op uit te sturen voor de
fotoreportage. In plaats daarvan kunt u ze bij Do-it 1.1 Maken kleren de m/v?
foto's laten maken, van andere leerlingen die voor die opdracht kleding hebben
gemaakt.
Voor een aantal jongens zal dat deze Do-it zeker interessanter maken.
1.2 Je binnenste
 Ga met de leerlingen eens kijken naar filmpjes op
www.beeldbank.schooltv.nl. Op deze filmpjes kunnen de leerlingen de
organen in hun binnenste aan het werk zien. Kies Biologie, dan het
Menselijk lichaam en vervolgens een orgaanstelsel.
 Bij deze paragraaf is het aan te raden om zowel de theorie als de do-it
en practica te doen. Leerlingen en u als docent krijgen zo een goede
indruk van de opbouw van een paragraaf, en de kenmerken van de
verschillende onderdelen daarvan.
 Vanaf de eerste les, voor de duur van hoofdstuk 1, behangt u de wand
van het klaslokaal met de wandplaten die u voorradig hebt over de
anatomie van de mens (verschillende orgaanstelsels, skelet). Ook zet u
bijvoorbeeld een torso neer en plastic modellen van onderdelen van het
menselijk lichaam. Doel: de leerlingen krijgen een indruk van de
verschillende manieren waarop de biologie naar het menselijk lichaam
kijkt.
1.3 Samen leven
Extra Peuterspeelzaalleider
Het zou heel leuk en leerzaam zijn als de leerling een dagdeel in een
peuterspeelzaal kan meedraaien.
1.4 Je omgeving onderzoeken
Parallel aan of aansluitend op dit hoofdstuk kunt u de Explore-it ‘forensisch
lab’, of gedeelten daarvan, doen. Dit is een vakoverstijgend project
(nask/bio/verzorging) waarin leerlingen veel basis onderzoeksvaardigheden
toepassen in een uitdagende context.
1.5 Gegevens
 Ga met de leerlingen eens kijken naar Biobits Onderbouw. In deze
serie gaan Blok 13 en 14 over Tekenen, waarnemingen doen en met
de microscoop werken.
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
3
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
Hoofdstuk 2 Circus en Dans
In dit hoofdstuk leren uw leerlingen over hoe ze hun eigen lichaam kunnen
verzorgen. Ze leren over de functie en werking van botten en spieren. De
leerling leert uit welke botten het skelet bestaat. En wat de taak is van het
skelet. De leerling onderzoekt ook hoe de botten aan elkaar vast zitten en hoe
een gewricht werkt. Tot slot leert de leerling over wat genotmiddelen zijn, en
welke gevaren het gebruik ervan met zich mee brengen.
Overzicht ICT
Geen ICT paragraaf
Toelichting Practica
2.2 Botten
Practicum 1 Wat zit er in botten?
 Dit practicum is een proef waarbij de leerlingen waarnemingen met hun
eigen zintuigen doen, voelen, ruiken, zien. Hieruit moeten ze dan
conclusies trekken over lijmstof en kalk in de botten.
Practicum 2 Stevige botten?
 De leerling maakt zelf een model van botten en voert hiermee een
eenvoudig proefje uit.
 Hieruit trekt de leerling conclusies over de stevigheid van platte en
ronde botten.
2.4 Spieren
Practicum 1 De dikte van je armbuigspier
 Een practicum waarbij de leerling metingen doet bij een proefpersoon.
 Het gaat om nauwkeurig meten en het verklaren van de verschillen
tussen de proefpersonen.
Practicum 2 Welke arm is het sterkst?
 Zorg voor een ruime hoeveelheid voorwerpen (zware en minder zware)
die in de emmers gelegd kunnen worden.
 Stimuleer de leerlingen om zorgvuldig met de proefpersonen om te
gaan en nauwkeurig de tijd op te meten.
Toelichting Do-it’s
2.1 Wie maakt jou nog mooier?
Het is de bedoeling dat uw leerlingen mensen in allerlei verschillende beroepen
gaan interviewen. Het kan handig zijn als u van tevoren al geschikte mensen in
uw omgeving, of de omgeving van de school, benadert. U kunt er natuurlijk ook
voor kiezen de leerlingen het zelf te laten regelen, maar dat kost misschien te
veel tijd.
De Checklist interviewen vindt u op i-clips.
Deze opdracht is overigens heel geschikt om voor de open dagen van uw
school te laten maken.
2.2 Hebben meisjes een ander skelet dan jongens?
Bij deze groepsopdracht is het zinvol een duidelijke rolverdeling binnen de
groep aan te brengen. De groepsgrootte (zes leerlingen) is dusdanig groot, dat
het gevaar van enkele leerlingen die alles doen, en enkele die erbij staan te
niksen, op de loer ligt. De tijd die u investeert in de rolverdeling binnen de
groep, verdient u dubbel en dwars terug tijdens de uitvoering. Als u vaker met
dat soort rolverdelingen binnen een groep werkt, kunt u die uiteraard
(eventueel aangepast) aanhouden.
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
4
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
 Een suggestie voor deze opdracht:
-een ‘captain’ ziet erop toe dat de anderen hun taak zo goed mogelijk
uitvoeren. Hij of zij levert ook het eindresultaat in op de afgesproken tijd, en
ziet erop toe dat alle groepsleden de opdrachten in het werkboek maken.
-één vrouwelijk ‘proefpersoon’, waarvan de maten worden opgemeten.
-één mannelijk ‘proefpersoon’ waarvan de maten worden opgemeten.
-een ‘schoolarts’ (spannend met witte labjas...) meet de maten op.
-een notulist noteert de gegevens in de tabel, en leest ze later weer op voor de
tekenaars.
- een ‘chef tekenaar’ maakt de tekening van de botten op ware grootte. Hij of zij
krijgt hulp van de proefpersonen en de schoolarts.

Het onderzoek levert hoogstwaarschijnlijk geen éénduidig antwoord op
de onderzoeksvraag, maar dat is ook niet echt noodzakelijk. Bij de
afronding van het onderzoek kunt u bijvoorbeeld de volgende aspecten
aan de orde laten komen:
-Hoe komt het dat je geen verschil vindt: ligt dat aan de tekening van het
skelet, of zijn er echt geen verschillen?
-Het belang van vergelijking van een even grote jongen en meisje.
-Misschien vind je nu nog geen verschillen, maar hoe zit dat op latere leeftijd?
Wat verandert er tijdens de groei, welke verschillen in bouw vertonen
volwassen mannen en vrouwen? Bij welke delen van het skelet verwacht je wel
verschillen, en bij welke niet? (bijv. kaken, bekken, ....)
2.3 Hoe soepel bewegen streetdancers?


Het werkt uiteraard heel stimulerend als je de bewegingen van jezelf of
van je groepsgenoten mag analyseren. Ook een foto van jezelf of een
klasgenoot met daarbij de namen van je gewrichten geschreven, is
natuurlijk leuker dan van een anoniem figuur. Afhankelijk van de tijd
binnen een les, kunt u de foto- of filmopdracht ook als huiswerk
opgeven.
U kunt deze do-it ook uitstekend in het computerlokaal uit laten voeren.
In dat geval maken de leerlingen gebruik van foto’s en video’s van
‘échte’ streetdancers. Afbeeldingen met zoekwoord ‘streetdance’ ,
levert al een schat aan bruikbare foto’s en videofragmenten,
bijvoorbeeld de site
http://www.digischool.nl/ckv1/dans/STREETDANCE.htm
In plaats van de foto’s uit te laten printen en in het werkboek te
plakken, kunt u de leerlingen de opdracht ook volledig digitaal laten
maken. Ze kunnen dan de foto(‘s) in paint of ander tekenprogramma
plakken, en de tekening dan voorzien van bijschriften, en, nog mooier,
plaatjes van de diverse gewrichten.
2.4 Hoe zet je kracht met je arm?
De leerlingen doen waarnemingen aan hun armspieren tijdens het uitvoeren
van bewegingen. Daarbij denken ze na over het verloop van de armbeweging
tijdens het kogelstoten.
Motiveer de leerlingen om zorg te besteden aan het maken van het model.
Laat de leerlingen de modellen onderling vergelijken.
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
5
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
2.5 Eén pilsje moet toch kunnen?
LET OP: bij het onderzoeken van genotmiddelen is het nadrukkelijk niet de
bedoeling dat leerlingen hier daadwerkelijk mee in aanraking komen! Ook
wordt deze suggestie misschien gewekt in het lijstje 'benodigdheden', er wordt
bedoeld dat informatie hierover op bijvoorbeeld internet moet worden gezocht.
Als u er voor kiest om de leerlingen wel concreet iets te laten onderzoeken,
kunt u hier natuurlijk koffie, chocola enzovoort voor gebruiken.
Antwoorden Pulsjes
2.1 Jezelf verzorgen
Juiste antwoord: B computergames, chatten en internetten
Jongeren besteden minder tijd aan A sport, gym en dans en C make-up,
kleding en naar de kapper gaan.
2.2 Botten
Juiste antwoord: C meer dan 25 botjes in een hand.
Toelichting: A en B zijn onjuist, er zitten 27 botjes in de hand.
2.3 Botten bewegen
Juiste antwoord: C vingers en tenen
Toelichting: veel bewegingen mogelijk door het grote aantal botjes en
gewrichtjes.
A en B hebben minder mogelijkheden tot beweging.
2.4 Spieren
Juiste antwoord: C je bilspieren
Toelichting: deze zijn groter en zwaarder dan A en C.
2.5 Genotmiddelen
Juiste antwoord: C In een cocktail zit meestal minstens even veel alcohol als in
een glas bier of wijn.
Tips
2.1 Jezelf verzorgen
Vraag bijvoorbeeld als gastdocent een tandarts(assistent(e)),
schoonheidsspecialist(e) of iemand met een vergelijkbaar beroep. Zij/hij kan
dan ook iets over haar beroep vertellen. Natuurlijk laat u uw leerlingen van
tevoren vragen bedenken.
2.2 Botten
 Ga met de leerlingen eens kijken naar Biobits Onderbouw. In deze
serie gaat Blok 57 over het geraamte.
 Laat de leerlingen kijken naar korte filmpjes over het skelet op
www.beeldbank.schooltv.nl (menselijk lichaam, geraamte – bouw).
 Begin het hoofdstuk met de Do-it of anders met practicum 2.1. De
leerlingen gaan dan direct zelf aan de slag.
2.3 Botten bewegen
 Laat de leerlingen kijken naar korte filmpjes over het skelet op
www.beeldbank.schooltv.nl (menselijk lichaam, geraamte – werking).
Gewrichten worden ook in machines gebruikt. Laat de leerlingen de
toepassingen van gewrichten bij machines en gereedschappen zien.
Leerlingen zien technische toepassingen van gewrichten in het dagelijks leven.
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
6
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
2.4 Spieren
 Bekijk met de leerlingen ook eens spieren bij dieren. Bijvoorbeeld
spieren en pezen in kippenvleugeltjes of ledematen van andere dieren.
 Laat de leerlingen op internet opzoeken welke spiergroepen je allemaal
kunt trainen. Op fitness-island.com zijn allerlei trainingsoefeningen en
schema’s te vinden. Ook de anatomie is te zien waarbij de
verschillende spierbundels oplichten als de muis erover heen gaat.
2.5 Genotmiddelen
LET OP: bij het onderzoeken van genotmiddelen is het niet de bedoeling dat
leerlingen hier daadwerkelijk mee in aanraking komen! Als u er voor kiest om
de leerlingen wel concreet iets te laten onderzoeken, kunt u hier natuurlijk
koffie, chocola enzovoorts voor gebruiken.
Bij het Trimbos-instituut kunt u talloze voorlichtingsfilms en –boeken over gok-,
drugs- en alcoholverslaving aanvragen, die speciaal ontwikkeld zijn voor
jongeren. De videobanden maken deel uit van het project ‘De Gezonde School
en Genotmiddelen’ van het Trimbos-instituut (o.a. i.s.m. de GGD) voor het
voortgezet onderwijs en het project 'Weet wat je doet' van het CAD Drenthe
voor de preventie van verslaving in de jeugdhulpverlening. Kijk voor meer
informatie op: www.trimbos.nl en www.dgsg.nl.
Bij Stichting Drugsinformatie en Preventie voor Jongeren kunt u terecht voor
meer informatie over drugsverslaving onder jongeren. Ook zijn hier talloze films
verkrijgbaar. Kijk voor meer informatie op: www.stichtingdpj.nl.
Voor meer informatie over roken, kunt u terecht op
www.stoppenmetroken.nu en www.stivoro.nl.
Het is interessant om hier een gastdocent voor uit te nodigen. U kunt er ook
voor kiezen om de leerlingen (evt. anoniem) een vragenlijst in te laten vullen
over drugsgebruik.
Verdieping Je lijf in evenwicht
Laat de leerlingen attributen meenemen die ze bij hun sport gebruiken. Deze
kunnen ze in de klas laten zien en er over vertellen.
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
7
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
Hoofdstuk 3 Ik maak contact!
Om iets waar te nemen heb je zintuigen nodig. Iedere zintuig reageert op iets
anders en tezamen geven ze informatie over je omgeving door aan je
hersenen. In dit hoofdstuk leert de leerling welke zintuigen in het lichaam zitten
en hoe informatie wordt doorgegeven aan de hersenen. Ook krijgt de leerling
inzicht in hoe ogen en oren in elkaar zitten en hoe contact te maken met
mensen in de omgeving.
Overzicht ICT
De paragraaf 3.1 Prikkels kan in plaats van uit het boek, volledig op ICT
(i-clips) worden gemaakt.
De Test jezelf op paragraaf niveau vindt u in het leerwerkboek.
Daarnaast vindt u op i-clips een ICT-oefentoets over het complete hoofdstuk.
Toelichting Practica
Geen toelichting practica
Toelichting Do-it’s
Do-it 3.1 Hoe kan een blinde lezen?
Deze Do-it bestaat uit twee opdrachten: het vertalen en lezen van braille, en
het maken van een stripverhaal over het zenuwstelsel. De leerling leert eerst
braille lezen, door middel van het tastzintuig, en vervolgens krijg de leerling
inzicht in hoe deze informatie van de vingers naar het hoofd gaan.
Maken dieren eigenlijk ook gebruik van tastzintuigen? Laat de leerling enkele
voorbeelden geven (denk aan bijvoorbeeld snorharen).
Do-it 3.2 Hoe werkt je oog?
In deze Do-it maakt de leerling een tekening en een model van het oog, en
leert op deze wijze hoe het oog werkt en hoe het er van binnen uit ziet. Eerst
wordt, met behulp van een spiegel, een tekening van het eigen oog gemaakt.
Vervolgens wordt een model van het oog gemaakt. Om wat verder in te gaan
op hoe het oog op prikkels reageert, kunt u de leerlingen (in tweetallen) naar
elkaars ogen laten kijken in verschillende (licht/donker) situaties. Op deze
manier kunnen ze zien hoe de lens van grootte verandert wanneer er meer of
minder licht in valt.
Do-it 3.3 Hoe krijg je piepende oren?
Bij deze Do-it wordt een overzicht gemaakt van hoe het oor werkt en krijgt de
leerling inzicht in gehoorbeschadiging. Hoe kan hard geluid het gehoor
beschadigen? Welk onderdeel raakt beschadigd door hard geluid? Wat voor
verschillende gehoorbeschermers zijn er? Als aanvulling kunt u de leerlingen
(bijvoorbeeld middels internet) laten onderzoeken of gehoorbeschadiging door
lawaai (lawaaidoofheid) te vergelijken is met doofheid bij ouderen.
Do-it 3.4 Spreekt jouw lichaam?
In het 'Hints'-spel in deze Do-it moeten de leerlingen een aantal bekende
spreekwoorden en uitdrukkingen uitbeelden. U kunt ze er zelf extra
spreekwoorden bij laten bedenken. En hoe zit het met kinderen met een
andere culturele achtergrond? Kennen zij deze uitdrukkingen, en hebben zij
misschien andere die Nederlandse kinderen niet kennen?
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
8
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
Do-it 3.5 Kun je alles onthouden?
Voor deze Do-it maakt de leerling een poster waarop uitgelegd wordt hoe de
hersenen en het geheugen werkt. Daarnaast geeft de leerling 3 tips om beter
te kunnen leren. Als aanvulling kunt u leerlingen op het internet laten zoeken
naar tips om te onthouden. Vervolgens kunt u een getallenreeks (of serie
plaatjes, tekeningen, etc.) op het bord zetten die de leerlingen dan moeten
reproduceren.
Antwoorden Pulsjes
3.1 Prikkels
Juiste antwoord: C in je huid
3.2 Ogen
Juiste antwoord: B 12
3.3 Oren
Juiste antwoord: C Door een dans te vliegen
3.4 Omgaan met elkaar
Juiste antwoord: B Woorden, gezichtsuitdrukkingen en lichaamshouding.
3.5 Hersenen
Juiste antwoord: C 20%
Tips
3.4 Omgaan met elkaar
Contact via internet is tegenwoordig heel gewoon. Een aantal opdrachten uit
paragraaf 3.4 gaan hierover.
Informatie over veilig internetgebruik vindt u op:
www.veiliginternet.metlinks.nl
www.digibewust.nl
www.clicksafe.be
Pesten
Ouders en school kunnen een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van en
reageren op pesten. Pesten is echter vaak moeilijk op te lossen en soms kan
er zelfs nog meer schade worden aangericht. Het is belangrijk om (ook tijdens
andere lessen!) aandacht te besteden aan verschillen tussen mensen en de
nadruk te leggen op het respecteren van de ander. Als u in uw klas signaleert
dat er gepest wordt, kunt u er bijvoorbeeld rekening mee houden als de
groepen voor rollenspellen, presentaties en groepsopdrachten (bijv. practicum
1.1) worden ingedeeld.
Voor meer informatie over bijvoorbeeld digitaal pesten, kunt u kijken op de
campagnesite van SIRE: www.stopdigitaalpesten.nl.
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
9
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
Hoofdstuk 4 Dieren verzorgen
Waar planten zijn, zijn dieren. Maar hoe gedragen die dieren zich? Wat is
gedrag eigenlijk? En wat eten dieren? In dit hoofdstuk leert de leerling leert wat
een voedselweb, voedselketens en een voedselkringloop zijn, en hoe dieren en
mensen leren en communiceren. De leerling leert wat gedrag is en hoe het
ontstaat. Niet alleen menselijk gedrag, maar ook gedrag bij dieren wordt
behandeld.
Overzicht ICT
De paragrafen 4.1 Eten of gegeten en 4.4 Leren
kunnen in plaats van uit het boek, volledig op ICT
(i-clips) worden gemaakt.
De Test jezelf op paragraaf niveau vindt u in het leerwerkboek.
Daarnaast vindt u op i-clips een ICT-oefentoets over het complete hoofdstuk.
Toelichting Practica
Geen toelichting practica
Toelichting Do-it’s
Do-it 4.1 Wie eet wie?
Bij deze Do-it maakt de leerling kaarten met daarop de eetgewoontes van
tuinorganismen. Op elke kaart komt “wie ze eten” en “door wie ze gegeten
worden”. Vervolgens neemt elke leerling een kaart, en vormt met de
bijbehorende leerlingen een voedselketen. Op deze wijze wordt op praktische
wijze kennisgemaakt met een voedselweb van tuinorganismen. Welke plaats
neemt de mens eigenlijk in in dit web?
Do-it 4.2 Hoe laat je afval verdwijnen?
Deze Do-it bestaat uit twee delen: een test en een folder maken. In de test
wordt de afbraak van bananenschillen onderzocht. Vervolgens wordt een folder
gemaakt. De leerling krijgt inzicht in hoe in de natuur afval afgebroken wordt.
Als aanvulling op deze Do-it kunt u de leerling ook laten onderzoeken of
“menselijk” afval afgebroken wordt. Denk hierbij aan plastic, papier, blikjes, etc.
Wat gebeurt er met deze producten in de natuur? Waarom is het onverstandig
om zo maar alle afval in de natuur achter te laten?
Do-it 4.3 Hoe gedragen je klasgenoten zich?
In deze Do-it maken de leerlingen een ethogram van het gedrag van twee
klasgenoten. Als aanvulling kunt u de kinderen een ethogram naar keuze laten
maken. Bijvoorbeeld van winkelende mensen in een winkelcentrum, mensen in
een supermarkt, mensen in het verkeer, ouders, broertjes en zusjes, etc. Wat
zijn de prikkels, hoe gedragen mensen zich? Ook kunt u in een rollenspel
kinderen laten spelen hoe ze zelf op bepaalde situaties (prikkels) zouden
reageren. Vervolgens laat u de leerlingen op dezelfde situatie anders laten
reageren. De andere leerlingen houden het gespeelde gedrag in een ethogram
bij. De leerlingen worden zich bewust van hun gedrag, en leren nadenken over
andere gedragsvormen.
Do-it 4.4 Aapt een aap echt na?
Bij deze Do-it analyseren leerlingen het gedrag van een aap, aan de hand van
een film over apen. Het gaat hier om het leerproces van apen, wat hebben ze
geleerd en hoe (door beloning, straf, inzicht, etc) en wat is aangeboren
gedrag? Vervolgens gaan de leerlingen voor zichzelf na wat ze hebben
aangeleerd, en wat is aangeboren. Hoe hebben ouders de leerlingen bepaalde
dingen bijgebracht, (door middel van straf of beloning?), en hoe hebben
leerlingen zichzelf dingen aan geleerd?
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
10
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
Do-it 4.5 Hoe praten dieren?
In deze Do-it maken de leerlingen een kwartetspel over lichaamstaal van
dieren. Wat zeggen verschillende houdingen over de dieren? Aan de hand van
het kwartetspel lezen de leerlingen de lichaamstaal van dieren. Communiceren
mensen eigenlijk ook door middel van lichaamstaal? U kunt de leerlingen laten
raden hoe iemand zich voelt door naar de lichaamstaal te kijken. Om de beurt
beelden leerlingen een bepaald gevoel uit, en mogen de andere leerlingen
raden om welk gevoel het gaat.
Do-it 4.6 Hoe leven dieren samen in een groep?
Voor deze Do-it maken de leerlingen een muurkrant over het gedrag van
groepsdieren, en houden daar een korte presentatie bij. Hierbij komen
aspecten als rangorde, leider, dreiggedrag e.d. aan de orde. De leerlingen
krijgen inzicht in samenwerking. Ze leren dat een taakverdeling belangrijk is
voor een goede samenwerking. Als aanvulling op de Do-it kunt u de leerlingen
vragen welke rol ze bij zichzelf vinden passen, en waarom. Waarom is iemand
bijvoorbeeld een leider, en welke eigenschappen horen daarbij? Daarnaast
kunt u de leerlingen vragen welk rol ze hadden bij het maken van de
muurkrant, en of de andere leerlingen dat ook zo zien.
Antwoorden Pulsjes
4.1 Eten of gegeten?
Juiste antwoord: B Schildpadden
4.2 Een kringloop
Juiste antwoord: C 100 kilo
4.3 Geprikkeld
Juiste antwoord: D 38000
4.4 Leren
Juiste antwoord: B Makaken vinden de aardappels zo lekkerder.
4.5 Praten met je lijf
Juiste antwoord: In onze cultuur is het antwoord A, duim omhoog. In andere
culturen kan het echter iets anders betekenen (in Iran en Somalië is het
bijvoorbeeld een obsceen gebaar).
4.6 Samen leven
Juiste antwoord: B Kolonie
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
11
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
Hoofdstuk 5 Keuzemenu
In dit hoofdstuk leer je over eten en proeven. Wat is gezonde voeding? Wat
zijn voedingsmiddelen, bouwstoffen en voedingsvezels? De Schijf van Vijf van
het Voedingscentrum wordt besproken. Ook wordt uitgelegd hoe mensen
proeven en ruiken. En bij dat alles komen ook nog eens de verschillen tussen
verschillende (eet)culturen aan bod.
Overzicht ICT
De paragraaf 5.5 Genoeg, te veel, te weinig kan in plaats van uit het boek,
volledig op ICT (i-clips) worden gemaakt.
De Test jezelf op paragraaf niveau vindt u in het leerwerkboek.
Daarnaast vindt u op i-clips een ICT-oefentoets over het complete hoofdstuk.
Toelichting Practica
Geen toelichting practica
Toelichting Do-it’s
Do-it 5.1 Bloemkool als ontbijt?
Deze Do-it levert een mooi eindproduct wat u bij een open dag van uw school
kunt laten zien. En u kunt een prijs uitloven voor het slimste ontwerp: met de
vlag van Japan als placemat zijn uw leerlingen zo klaar...
Mocht het plastificeren van alle placemats niet gaan met uw budget, dan kunt u
er een prijsvraag van maken: alleen de mooiste placemat wordt geplastificeerd.
Do-it 5.2 Waarom proef je niets met je neus dicht?
In deze Do-it wordt onderzocht of het dichtknijpen van de neus invloed heeft op
het proeven van smaken. De leerlingen maken een schema met drankjes die
ze wel of niet proeven met hun neus dicht. Ook maken de leerlingen een
plattegrond van de tong, met de smaakgebieden daarop aangegeven. Om
verder in te gaan op het ervaren van smaken kunt u de leerling iets zoets,
zouts, zuurs, en bitters laten proeven. Vervolgens kunt u vragen of de
leerlingen konden merken met welke delen van de tong welke smaken werden
geproefd.
Do-it 5.3 Doen we het menu in de koffer?
De leerlingen maken een menu met behulp van de Schijf van Vijf. Daarnaast
vullen ze een menu in voor een vegetariër. Maar lukt het ook voor iemand met
een voedselallergie, bijvoorbeeld voor lactose of gluten? Of misschien heeft
een van uw leerlingen een bijzondere voedselbehoefte of gewoonte waarvoor
de klas een menu kan ontwerpen.
Do-it 5.4 Waar groeien vegetariërs van?
Voor deze Do-it gaat de leerling een folder maken over bouwstoffen in voedsel.
Er wordt extra aandacht gegeven aan de voeding van een vegetariër. Laat de
leerling onderzoeken welke bouwstoffen in welk voedsel zitten. Bij deze
opdracht wordt er extra aandacht geschonken aan de vegetariër; welke
producten kan een vegetariër eten om voldoende bouwstoffen binnen te
krijgen?
Ook kunt u de leerlingen laten focussen op mensen met een tekort aan
bepaalde bouwstoffen, bijvoorbeeld: wat voor voeding moeten mensen met
bloedarmoede, of lactose- of gluten allergie eten?
Do-it 5.5 Waar en wat eet een ander?
Uw leerlingen maken een poster om gezonde eetgewoonten in een voor hun
vreemde cultuur te stimuleren. Welke culturen zijn vertegenwoordigd in uw
klas? Misschien kunnen uw leerlingen elkaar verder helpen!
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
12
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
Antwoorden Pulsjes
5.1 Eetgewoonten
Juiste antwoord: C Gezond en gevarieerd eten is tijdens de groei en bij ziekten
belangrijk.
5.2. Proeven
Juiste antwoord: Eigen antwoord
5.3 Voedingsstoffen
Juiste antwoord: A Afvalstoffen goed wegspoelen en je zo minder spierpijn
krijgt.
5.4 Bouwen
Juiste antwoord: A 1000 kilo
5.5 Genoeg, te veel, te weinig
Juiste antwoord: B Ontbijten is belangrijk. Je hebt zeker 12 uur niets gegeten
en zo krijg je energie.
Tips
Handige folders/brochures voor dit hoofdstuk zijn verkrijgbaar bij het
Voedingscentrum. Kijk voor meer informatie op www.voedingscentrum.nl. Op
deze website vindt u ook links naar verschillende sites van
overheidsinstellingen, consumenten- en non-profitorganisaties.
Op bijvoorbeeld de site van de Nederlandse hartstichting (www.hartstichting.nl)
is ook informatie te vinden over gezonde voeding. Ook kunnen leerlingen hier
zelf hun BMI (Body Mass Index) bepalen.
5.5 Genoeg, te veel, te weinig
Wat zijn eetstoornissen?
Voor brochures en folders over dit onderwerp kunt u zich wenden tot Stichting
Anorexia en Boulimia Nervosa. Voor meer informatie zie: www.sabn.nl. Hier
zijn ook adressen van zelfhulpgroepen en dergelijke te vinden.
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
13
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
Hoofdstuk 6 Planten
Overal om je heen zie je planten: groot, klein, felgekleurd, onopvallend. In dit
hoofdstuk leert de leerling over planten. Hoe zien planten er van binnen en
buiten uit, hoe groeien ze vanuit een zaadje, wat hebben ze nodig om te
groeien? Daarnaast komen ook bloemen, bestuiving en bevruchting aan bod.
Tenslotte leert de leerling hoe planten glucose maken en welke andere
voedingsstoffen ze maken.
Overzicht ICT
De paragraaf 6.3 Planten maken kan in plaats van uit het boek, volledig op ICT
(i-clips) worden gemaakt.
De Test jezelf op paragraaf niveau vindt u in het leerwerkboek.
Daarnaast vindt u op i-clips een ICT-oefentoets over het complete hoofdstuk.
Toelichting Practica
Geen toelichting practica
Toelichting Do-it’s
Do-it 6.1 Hoe zit een plantencel in elkaar?
In deze Do-it maakt de leerling een model en een tekening van een plantencel.
Vervolgens leert de leerling aan de hand van microscopisch onderzoek hoe
een plantencel werkt. De leerling krijgt inzicht in de plantencellen van
verschillende onderdelen van de plant. Als aanvulling kunt u witte en groene
planten onder de microscoop laten bekijken, en laten onderzoeken wat het
verschil is in de cellen. Waarom hebben sommige planten veel
bladgroenkorrels en andere minder?
Do-it 6.2 Hoe groeien zaadjes in de ruimte?
Bij deze Do-it onderzoekt de leerling verschillen tijdens het kiemen en groeien
bij plantjes. Er wordt antwoord gegeven op de vraag in welke richting worteltjes
van planten op aarde groeien. Ook kunt u wat verder ingaan op het project
Seeds in Space. Wat verwachten leerlingen dat er gebeurt met zaadjes in die
in de ruimte groeien, en waarom?
Do-it 6.3 Hoe komen er pitjes in een appel?
In deze Do-it maken de leerlingen een poster van de ontwikkeling van een
appel. Op deze manier krijgt de leerling inzicht in de groei van een appel.
Misschien kunt u, ter ondersteuning van de paragraaf ‘planten maken’ een
bloem meenemen, waarin de leerling de meeldraad, de stamper, het
kroonblad, etc kan zien. Daarnaast kunt u de leerlingen een vleesetende plant
laten zien en hierbij enkele vragen stellen: hoe werkt het, waarom komen de
vliegen naar de plant toe, wordt deze plant door insecten of door de wind
bestoven, etc.
Do-it 6.4 Kun je een plant vetmesten?
Bij deze Do-it onderzoekt de leerling wat er nodig is een groente goed te laten
groeien. Onder andere de invloed van lucht en licht wordt hierbij geanalyseerd.
Uiteindelijk leert de leerling waaruit het voedsel van een plant bestaat, waar ze
dit voedsel vandaan halen, en waarom een plant licht nodig heeft. Wederom
kan er vergeleken worden tussen witte en groene planten.
Antwoorden Pulsjes
6.1 Planten bekijken
Juiste antwoord: C De stengel; groeit onder de grond.
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
14
Explora biologie-verzorging 1 vmbo-kgt docentenhandleiding
6.2 Planten groeien
Juiste antwoord: A 3000 jaar
6.3 Planten maken
Juiste antwoord: C 100 centimeter
6.4 Planten eten
Juiste antwoord: B De plant heeft extra voedingsstoffen nodig
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv
15
Download