Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 Hoofdstuk 1 Wie ben jij? In dit hoofdstuk leert de leerling naar zichzelf te kijken. Ze leren kijken naar hoe ze er van binnen én van buiten uitzien. Daarnaast leren ze over hoe ze met elkaar omgaan en waarom. Sociale afspraken, sociaal en asociaal gedrag én normen en waarden komen aan de orde. Ook komt het maken en gebruiken van biologische beschrijvingen en tekeningen aan de orde. Daarnaast leren ze werken met de microscoop. Ten slotte wordt het maken van en werken met tabellen en grafieken aan de orde. Overzicht ICT De paragraaf 1.2 Je binnenste kan in plaats van uit het boek, volledig op ICT (i-clips) worden gemaakt. De Test jezelf op paragraaf niveau vindt u in het leerwerkboek. Daarnaast vindt u op i-clips een ICT-oefentoets over het complete hoofdstuk. Toelichting Practica 1.2 Je binnenste Practicum 1 Hoe merk je dat je huid een orgaan is? Dit practicum is een proef waarbij de leerlingen waarnemingen aan hun eigen lichaam doen. Daag daarbij de leerlingen uit om heel goed waar te nemen. Practicum 2 Gemiddelde berekenen Maak van te voren een taakverdeling. Motiveer de leerlingen om nauwkeurig te meten. Laat ze eventueel van te voren een schatting maken van de gemiddelde lichaamslengte en voetlengte. 1.4 Je omgeving onderzoeken Practicum 1 Microscopie Een standaardpracticum waar geleerd wordt om met de microscoop te werken. Ook het maken van tekeningen komt in dit practicum aan bod. Practicum 2 Pissebedden Zorg voor een ruime hoeveelheid pissebedden. Stimuleer de leerlingen om respectvol met deze kleine beestjes om te gaan Toelichting Do-it’s 1.1 Maken kleren de m/v? Het intro van deze Do-it, over voor het eerst ergens naartoe gaan en je daarom anders kleden, leent zich voor een klassengesprek. Zijn er leerlingen die zich nu anders kleden dan op hun eerste schooldag? Zo ja, waarom? Of waarom niet? Voor de modeshow zou u extra publiek kunnen regelen, bijvoorbeeld door de parallelklassen uit te nodigen. En een muziekinstallatie geeft het geheel extra elan. Zie ook de tip bij de Extra 'Fotomodel' van paragraaf 1.1 (hier onder). 1.2 Rommelt het ook in jouw lichaam? De leerlingen leren nauwkeurig te luisteren naar de geluiden van het lichaam. Laat de leerlingen eventueel eerst zelf bedenken waar ze mogelijk geluiden zullen horen. Laat de leerlingen vervolgens een relatie leggen tussen de geluiden die ze hoorden en de organen die ze opplakken. 2008 Noordhoff Uitgevers bv 1 Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 1.3 Hoe is jouw familie vertakt? De leerlingen maken in deze Do-it een stamboom van hun familie. Ter afwisseling zou u ze ook een stamboom kunnen laten maken van hun vriendenkring. U kunt ze foto's laten opplakken in de stamboom, om deze een aantrekkelijker uiterlijk te geven. Het kan overigens zijn dat deze Do-it veel losmaakt bij uw leerlingen. Verhalen uit gescheiden gezinnen zijn geen uitzondering. Het is daarom ook verstandig genoeg tijd te reserveren voor het bespreken van de resultaten. De meisjes op de foto zijn overigens echt zusjes! 1.4 Heb jij ooit een boom ontdekt? De leerlingen leren anders te kijken naar bomen in hun omgeving. Stimuleer de leerlingen om nauwkeurig waarnemingen te doen aan de boom. De leerlingen werken zowel met de loep als de microscoop. Laat ze de waarnemingen van beide eens vergelijken. Er kan eventueel een wedstrijdelement in gebracht worden wie het mooiste of origineelste paspoort maakt. 1.5 Wie past die schoen? Bij deze Do-it gaan de leerlingen aan de slag met het verwerken van gegevens in zowel een staafdiagram als een lijngrafiek. Om ze hiermee te laten oefenen, kunt u ze ter voorbereiding de opdrachten bij de kernvraag 'Hoe noteer je aantallen?' laten maken. Om de schoenafdrukken te maken kan ook gebruik gemaakt worden van zacht potlood, waterverf (niet te dik!) etc. Gebruik natuurlijk geen permanente kleurstoffen. Verrassend als demo: een schoenafdruk maken van fluorescerende stiften of verf op donker papier. Bij gewoon licht niet te zien, de afdruk wordt pas zichtbaar bij beschijning met UV-licht. Heeft u veel parallelgroepen, dan kan in geval van tijdnood gebruik gemaakt worden van gegevens van één groep. Bewaar dan de voetafdrukken op papier en de gegevens van de tabel. Leerlingen kunnen dan met deze gegevens aan de slag. Antwoorden Pulsjes 1.1 Hoe zie jij eruit? Het pulsje bij deze paragraaf is een meningsvraag, en biedt ruim gelegenheid voor klassikale discussie. Want voor ieder antwoord valt wat te zeggen. Hoe denken uw leerlingen over de verschillende antwoordmogelijkheden? En waarom? 1.2 Je binnenste Juist antwoord: B je hart en je maag A is niet goed, want je oog maakt geen geluiden. C is niet goed. Je lever maakt geen geluid. 1.3 Samen leven Juist antwoord: B Waarden en normen veranderen met de maatschappij mee: omgangsvormen zijn veranderd en bijvoorbeeld tutoyeren is tegenwoordig gangbaar. Hierdoor ontstaat het beeld dat jongeren, en ouderen, minder beleefd zijn. Ook over dit antwoord kunt u discussiëren met uw leerlingen. 2008 Noordhoff Uitgevers bv 2 Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 1.4 Je omgeving onderzoeken Juiste antwoord: C 1400. Toelichting: de leerlingen doen een schatting naar de orde van grootte van het aantal plantensoorten. 1400 komt hier het dichtst bij, al is het werkelijke aantal natuurlijk nog groter. A en B zijn onjuist, veel te kleine aantallen. 1.5 Gegevens noteren Juiste antwoord: C de lichaamslengte Toelichting: Lichaamslengte is een opvallend kenmerk en ook van afstand redelijk te schatten. A de kleur van de ogen is alleen van dichtbij goed te zien, maar als je de gelegenheid hebt om de dader goed te bekijken kan dit ook een opvallend kenmerk zijn. C tatoeages onder de kleding zijn niet te zien, dus niet handig om hier op te letten. Tips 1.1 Hoe zie jij eruit? Extra Fotomodel Het is misschien niet altijd mogelijk om uw leerlingen er op uit te sturen voor de fotoreportage. In plaats daarvan kunt u ze bij Do-it 1.1 Maken kleren de m/v? foto's laten maken, van andere leerlingen die voor die opdracht kleding hebben gemaakt. Voor een aantal jongens zal dat deze Do-it zeker interessanter maken. 1.2 Je binnenste Ga met de leerlingen eens kijken naar filmpjes op www.beeldbank.schooltv.nl. Op deze filmpjes kunnen de leerlingen de organen in hun binnenste aan het werk zien. Kies Biologie, dan het Menselijk lichaam en vervolgens een orgaanstelsel. Bij deze paragraaf is het aan te raden om zowel de theorie als de do-it en practica te doen. Leerlingen en u als docent krijgen zo een goede indruk van de opbouw van een paragraaf, en de kenmerken van de verschillende onderdelen daarvan. 1.3 Samen leven Extra Peuterspeelzaalleider Het zou heel leuk en leerzaam zijn als de leerling een dagdeel in een peuterspeelzaal kan meedraaien. 1.4 Je omgeving onderzoeken Parallel aan of aansluitend op dit hoofdstuk kunt u de Explore-it ‘forensisch lab’, of gedeelten daarvan, doen. Dit is een vakoverstijgend project (nask/bio/verzorging) waarin leerlingen veel basisonderzoeksvaardigheden toepassen in een uitdagende context. 1.5 Gegevens noteren Ga met de leerlingen eens kijken naar Biobits Onderbouw. In deze serie gaan Blok 13 en 14 over Tekenen, waarnemingen doen en met de microscoop werken. 2008 Noordhoff Uitgevers bv 3 Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 Hoofdstuk 2 Circus en Dans In dit hoofdstuk leren uw leerlingen over hoe ze hun eigen lichaam kunnen verzorgen. Ze leren over de functie en werking van botten en spieren. De leerling leert uit welke botten het skelet bestaat. En wat de taak is van het skelet. De leerling onderzoekt ook hoe de botten aan elkaar vast zitten en hoe een gewricht werkt. Tot slot leert de leerling over wat genotmiddelen zijn, en welke gevaren het gebruik ervan met zich mee brengen. Overzicht ICT Geen ICT paragraaf Toelichting Practica 2.2 Botten Practicum 1 Wat zit er in botten? Dit practicum is een proef waarbij de leerlingen waarnemingen met hun eigen zintuigen doen, voelen, ruiken, zien. Hieruit moeten ze dan conclusies trekken over lijmstof en kalk in de botten. Practicum 2 Stevige botten? De leerling maakt zelf een model van botten en voert hiermee een eenvoudig proefje uit. Hieruit trekt de leerling conclusies over de stevigheid van platte en ronde botten. 2.4 Spieren Practicum 1 De dikte van je armbuigspier Een practicum waarbij de leerling metingen doet bij een proefpersoon. Het gaat om nauwkeurig meten en het verklaren van de verschillen tussen de proefpersonen. Practicum 2 Welke arm is het sterkst? Zorg voor een ruime hoeveelheid voorwerpen (zware en minder zware) die in de emmers gelegd kunnen worden. Stimuleer de leerlingen om zorgvuldig met de proefpersonen om te gaan en nauwkeurig de tijd op te meten. Toelichting Do-it’s 2.1 Wie maakt jou nog mooier? Het is de bedoeling dat uw leerlingen mensen in allerlei verschillende beroepen gaan interviewen. Het kan handig zijn als u van tevoren al geschikte mensen in uw omgeving, of de omgeving van de school, benadert. U kunt er natuurlijk ook voor kiezen de leerlingen het zelf te laten regelen, maar dat kost misschien te veel tijd. De Checklist interviewen vindt u op i-clips. Deze opdracht is overigens heel geschikt om voor de open dagen van uw school te laten maken. 2.2 Hebben meisjes een ander skelet dan jongens? Bij de afronding van deze Do-it kunt u de volgende aspecten aan de orde laten komen: - Zien de leerlingen verschillen tussen jongens en meisjes, die veroorzaakt worden door een verschillend skelet? Zo ja, welke? -Misschien vind je nu nog geen verschillen, maar hoe zit dat op latere leeftijd? Wat verandert er tijdens de groei, welke verschillen in bouw vertonen volwassen mannen en vrouwen? Bij welke delen van het skelet verwacht je wel verschillen, en bij welke niet? (bijv. kaken, bekken, ....) 2008 Noordhoff Uitgevers bv 4 Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 2.3 Hoe soepel bewegen streetdancers? Het werkt uiteraard heel stimulerend als je de bewegingen van jezelf of van je groepsgenoten mag analyseren. Ook een foto van jezelf of een klasgenoot met daarbij de namen van je gewrichten geschreven, is natuurlijk leuker dan van een anoniem figuur. Afhankelijk van de tijd binnen een les, kunt u de fotoopdracht ook als huiswerk opgeven. U kunt deze do-it ook uitstekend in het computerlokaal uit laten voeren. In dat geval maken de leerlingen gebruik van foto’s van ‘échte’ streetdancers. Afbeeldingen met zoekwoord ‘streetdance’, levert al een schat aan bruikbare foto’s en videofragmenten, bijvoorbeeld de site http://www.digischool.nl/ckv1/dans/STREETDANCE.htm In plaats van de foto’s uit te laten printen en in het werkboek te plakken, kunt u de leerlingen de opdracht ook volledig digitaal laten maken. Ze kunnen dan de foto(‘s) in paint of ander tekenprogramma plakken, en de tekening dan voorzien van bijschriften, en, nog mooier, plaatjes van de diverse gewrichten. 2.4 Hoe zet je kracht met je arm? De leerlingen doen waarnemingen aan hun armspieren tijdens het uitvoeren van bewegingen. Daarbij denken ze na over het verloop van de armbeweging tijdens het kogelstoten. Motiveer de leerlingen om zorg te besteden aan het maken van het model. Laat de leerlingen de modellen onderling vergelijken. 2.5 Eén pilsje moet toch kunnen? LET OP: bij het onderzoeken van genotmiddelen is het nadrukkelijk niet de bedoeling dat leerlingen hier daadwerkelijk mee in aanraking komen! Ook wordt deze suggestie misschien gewekt in het lijstje 'benodigdheden', er wordt bedoeld dat informatie hierover op bijvoorbeeld internet moet worden gezocht. Als u er voor kiest om de leerlingen wel concreet iets te laten onderzoeken, kunt u hier natuurlijk koffie, chocola enzovoort voor gebruiken. Antwoorden Pulsjes 2.1 Jezelf verzorgen Juiste antwoord: B computergames, chatten en internetten Jongeren besteden minder tijd aan A sport, gym en dans en C make-up, kleding en naar de kapper gaan. 2.2 Botten Juiste antwoord: C meer dan 25 botjes in een hand. Toelichting: A en B zijn onjuist, er zitten 27 botjes in de hand. 2.3 Botten bewegen Juiste antwoord: C vingers en tenen Toelichting: veel bewegingen mogelijk door het grote aantal botjes en gewrichtjes. A en B hebben minder mogelijkheden tot beweging. 2.4 Spieren Juiste antwoord: B je bilspieren Toelichting: deze zijn groter en zwaarder dan A en C. 2.5 Genotmiddelen Juiste antwoord: C In een cocktail zit meestal minstens even veel alcohol als in een glas bier of wijn. 2008 Noordhoff Uitgevers bv 5 Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 Tips 2.1 Jezelf verzorgen Vraag bijvoorbeeld als gastdocent een tandarts(assistent(e)), schoonheidsspecialist(e) of iemand met een vergelijkbaar beroep. Zij/hij kan dan ook iets over haar beroep vertellen. Natuurlijk laat u uw leerlingen van tevoren vragen bedenken. 2.2 Botten Ga met de leerlingen eens kijken naar Biobits Onderbouw. In deze serie gaat Blok 57 over het geraamte. Laat de leerlingen kijken naar korte filmpjes over het skelet op www.beeldbank.schooltv.nl (menselijk lichaam, geraamte – bouw). Doe samen met uw leerlingen deze paragraaf op de computer. 2.3 Botten bewegen Laat de leerlingen kijken naar korte filmpjes over het skelet op www.beeldbank.schooltv.nl (menselijk lichaam, geraamte – werking). Gewrichten worden ook in machines gebruikt. Laat de leerlingen de toepassingen van gewrichten bij machines en gereedschappen zien. Leerlingen zien technische toepassingen van gewrichten in het dagelijks leven. 2.4 Spieren Bekijk met de leerlingen ook eens spieren bij dieren. Bijvoorbeeld spieren en pezen in kippenvleugeltjes of ledematen van andere dieren. Laat de leerlingen op internet opzoeken welke spiergroepen je allemaal kunt trainen. Op fitness-island.com zijn allerlei trainingsoefeningen en schema’s te vinden. Ook de anatomie is te zien waarbij de verschillende spierbundels oplichten als de muis erover heen gaat. 2.5 Genotmiddelen LET OP: bij het onderzoeken van genotmiddelen is het niet de bedoeling dat leerlingen hier daadwerkelijk mee in aanraking komen! Als u er voor kiest om de leerlingen wel concreet iets te laten onderzoeken, kunt u hier natuurlijk koffie, chocola enzovoorts voor gebruiken. Bij het Trimbos-instituut kunt u talloze voorlichtingsfilms en –boeken over gok-, drugs- en alcoholverslaving aanvragen, die speciaal ontwikkeld zijn voor jongeren. De videobanden maken deel uit van het project ‘De Gezonde School en Genotmiddelen’ van het Trimbos-instituut (o.a. i.s.m. de GGD) voor het voortgezet onderwijs en het project 'Weet wat je doet' van het CAD Drenthe voor de preventie van verslaving in de jeugdhulpverlening. Kijk voor meer informatie op: www.trimbos.nl en www.dgsg.nl. Bij Stichting Drugsinformatie en Preventie voor Jongeren kunt u terecht voor meer informatie over drugsverslaving onder jongeren. Ook zijn hier talloze films verkrijgbaar. Kijk voor meer informatie op: www.stichtingdpj.nl. Voor meer informatie over roken, kunt u terecht op www.stoppenmetroken.nu en www.stivoro.nl. Het is interessant om hier een gastdocent voor uit te nodigen. U kunt er ook voor kiezen om de leerlingen (evt. anoniem) een vragenlijst in te laten vullen over drugsgebruik. Verdieping Je lijf in evenwicht Laat de leerlingen attributen meenemen die ze bij hun sport gebruiken. Deze kunnen ze in de klas laten zien en er over vertellen. 2008 Noordhoff Uitgevers bv 6 Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 Hoofdstuk 3 Ik maak contact! Je maakt op allerlei manieren contact met je omgeving. Daarvoor gebruik je je zintuigen. In dit hoofdstuk leren de leerlingen welke zintuigen ze hebben, hoe ogen en oren werken, en hoe contact te maken met mensen in de omgeving. Overzicht ICT De paragraaf 3.1 Waarnemen kan in plaats van uit het boek, volledig op ICT (i-clips) worden gemaakt. De Test jezelf op paragraaf niveau vindt u in het leerwerkboek. Daarnaast vindt u op i-clips een ICT-oefentoets over het complete hoofdstuk. Toelichting Practica Geen Toelichting Practica Toelichting Do-it’s Do-it 3.1 Hoe goed voel je met je handen? In deze Do-it maakt de leerling kennis met het tastzintuig. De leerling gaat met zijn hand in een black box en probeert op de tast na te gaan welke voorwerpen er in zitten. Vervolgens maakt de leerling een poster met de gevoelde voorwerpen. Als afwisseling voor de black box kunt u de leerlingen braille laten voelen, en ze vervolgens het woord laten lezen dat er bij hoort. Daarna geeft u ze een nieuw braille woord en de bijbehorende betekenis. Nu kunnen de leerlingen proberen of ze op de tast de twee verschillende woorden herkennen. Do-it 3.2 Kun jij je oog namaken? In deze Do-it maakt de leerling een tekening en een model van het oog, en leert op deze wijze hoe het oog werkt en hoe het er van binnen uit ziet. Eerst wordt, met behulp van een spiegel, een tekening van het eigen oog gemaakt. Vervolgens wordt met een ping-pong balletje een model van het oog gemaakt. Om wat dieper in te gaan op hoe het oog op prikkels reageert, kunt u de leerlingen (in tweetallen) naar elkaars ogen laten kijken in verschillende (licht/donker) situaties. Op deze manier kunnen ze zien hoe de lens van grootte verandert wanneer er meer of minder licht in valt. Do-it 3.3 Hoe krijg je piepende oren? Bij deze Do-it maakt de leerling een poster met de onderdelen van het oor in de juiste volgorde. Op deze manier krijgt de leerling inzicht in de werking van het oor en de weg dat geluid aflegt zodra het het oor heeft bereikt. Ook kunt u de leerling zelf oorbeschermers laten maken. Do-it 3.4 Spreekt jouw lichaam? In het 'Hints'-spel in deze Do-it moeten de leerlingen een aantal bekende spreekwoorden en uitdrukkingen uitbeelden. U kunt ze er zelf extra spreekwoorden bij laten bedenken. En hoe zit het met kinderen met een andere culturele achtergrond? Kennen zij deze uitdrukkingen, en hebben zij misschien andere die Nederlandse kinderen niet kennen? Antwoorden Pulsjes 3.1 Waarnemen Juiste antwoord: B Ze hebben de armen om zich heen geslagen 3.2 Oog Juiste antwoord: B Door je oogspieren 2008 Noordhoff Uitgevers bv 7 Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 3.3 Oor Juiste antwoord: C Door een bepaalde dans te vliegen 3.4 Omgaan met elkaar Juiste antwoord: B Woorden, gezichtsuitdrukkingen en lichaamshouding. Tips 3.4 Omgaan met elkaar Contact via internet is tegenwoordig heel gewoon. Een aantal opdrachten uit paragraaf 3.4 gaan hierover. Informatie over veilig internetgebruik vindt u op: www.veiliginternet.metlinks.nl www.digibewust.nl www.clicksafe.be Pesten Ouders en school kunnen een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van en reageren op pesten. Pesten is echter vaak moeilijk op te lossen en soms kan er zelfs nog meer schade worden aangericht. Het is belangrijk om (ook tijdens andere lessen!) aandacht te besteden aan verschillen tussen mensen en de nadruk te leggen op het respecteren van de ander. Als u in uw klas signaleert dat er gepest wordt, kunt u er bijvoorbeeld rekening mee houden als de groepen voor rollenspellen, presentaties en groepsopdrachten (bijv. practicum 1.1) worden ingedeeld. Voor meer informatie over bijvoorbeeld digitaal pesten, kunt u kijken op de campagnesite van SIRE: www.stopdigitaalpesten.nl. 2008 Noordhoff Uitgevers bv 8 Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 Hoofdstuk 4 Dieren verzorgen Waar planten zijn, zijn dieren. Maar hoe gedragen die dieren zich? Wat is gedrag eigenlijk? En wat eten dieren? In dit hoofdstuk leert de leerling leert wat een voedselweb, voedselketens en een voedselkringloop zijn, en hoe dieren en mensen leren en communiceren. De leerling leert wat gedrag is en hoe het ontstaat. Niet alleen menselijk gedrag, maar ook gedrag bij dieren wordt behandeld. Overzicht ICT De paragrafen 4.1 Eten of gegeten en 4.4 Leren kunnen in plaats van uit het boek, volledig op ICT (i-clips) worden gemaakt. De Test jezelf op paragraaf niveau vindt u in het leerwerkboek. Daarnaast vindt u op i-clips een ICT-oefentoets over het complete hoofdstuk. Toelichting Practica Geen Toelichting Practica Toelichting Do-it’s Do-it 4.1 Wie eet wie? Bij deze Do-it maakt de leerling kaarten met daarop de eetgewoontes van dieren. De leerling maakt kennis met de voedselketen en leert hoe planten en dieren aan hun voedsel komen. U kunt de leerlingen vragen of er in de dierenwereld ook vegetariërs zijn. Kunnen ze voorbeelden geven? Moeten deze dieren dan ook vervangend voedsel eten, of is dat niet nodig? En is het goed dat er ook vlees etende dieren zijn? Waarom? Do-it 4.2 Hoe laat je afval verdwijnen? Deze Do-it bestaat uit twee delen: een test en een folder maken. In de test wordt de afbraak van groente en schillen onderzocht. Vervolgens wordt hiervan een folder gemaakt. De leerling krijgt inzicht in hoe in de natuur afval afgebroken wordt. Als aanvulling op deze Do-it kunt u de leerling ook laten onderzoeken of “menselijk” afval afgebroken wordt. Denk hierbij aan plastic, papier, blikjes, etc. Wat gebeurt er met deze producten in de natuur? Waarom is het onverstandig om zo maar alle afval in de natuur achter te laten? Do-it 4.3 Hoe reageer jij? In deze Do-it voeren de leerlingen een toneelstukje op. In de toneelstukjes komen verschillende vormen van gedrag aan de orde. Gedrag is vaak een reactie op een prikkel. De leerling krijg inzicht in prikkels en het daaruit voortkomend gedrag. Er kunnen verschillende situaties aan bod komen. Ook kunt u de leerlingen eerst laten spelen hoe ze zelf op bepaalde situaties (prikkels) zouden reageren, en vervolgens de leerlingen op dezelfde situatie anders laten reageren. Hierdoor wordt de leerling zich bewust van zijn of haar gedrag, en leert nadenken over andere gedragsvormen. Do-it 4.4 Aapt een aap echt na? Bij deze Do-it analyseren leerlingen het gedrag van een aap, aan de hand van een film over apen. Het gaat hier om het leerproces van apen, wat hebben ze geleerd en hoe (door beloning, straf, inzicht, etc) en wat is aangeboren gedrag? Vervolgens gaan de leerlingen voor zichzelf na wat ze hebben aangeleerd, en wat is aangeboren. Hoe hebben ouders de leerlingen bepaalde dingen bijgebracht, (door middel van straf of beloning?), en hoe hebben leerlingen zichzelf dingen aan geleerd? 2008 Noordhoff Uitgevers bv 9 Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 Do-it 4.5 Hoe praten dieren? In deze Do-it maken de leerlingen een kwartetspel over lichaamstaal van dieren. Wat zeggen verschillende houdingen over de dieren? Aan de hand van het kwartetspel lezen de leerlingen de lichaamstaal van dieren. Communiceren mensen eigenlijk ook door middel van lichaamstaal? U kunt de leerlingen laten raden hoe iemand zich voelt door naar de lichaamstaal te kijken. Om de beurt beelden leerlingen een bepaald gevoel uit, en mogen de andere leerlingen raden om welk gevoel het gaat Do-it 4.6 Hoe leven dieren samen in een groep? Voor deze Do-it maken de leerlingen een muurkrant over het gedrag van groepsdieren, en houden daar een korte presentatie bij. Hierbij komen aspecten als rangorde, leider, dreiggedrag e.d. aan de orde. De leerlingen krijgen inzicht in samenwerking. Ze leren dat een taakverdeling belangrijk is voor een goede samenwerking. Als aanvulling op de Do-it kunt u de leerlingen vragen welke rol ze bij zichzelf vinden passen, en waarom. Waarom is iemand bijvoorbeeld een leider, en welke eigenschappen horen daarbij? Daarnaast kunt u de leerlingen vragen welk rol ze hadden bij het maken van de muurkrant, en of de andere leerlingen dat ook zo zien. Antwoorden Pulsjes 4.1 Eten of gegeten worden? Juiste antwoord: B Schildpadden 4.2 De voedselkringloop Juiste antwoord: C 100 kilo 4.3 Gedrag Juiste antwoord: D 36000 4.4 Leren Juiste antwoord: C Hij komt een visje opeten 4.5 Lichaamstaal Juiste antwoord: C Haar schouders hangen naar beneden. 4.6 Samenwerken Juiste antwoord: C Hij staat buitenspel 2008 Noordhoff Uitgevers bv 10 Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 Hoofdstuk 5 Keuzemenu In dit hoofdstuk leer je over eten en proeven. Wat is gezonde voeding? Wat zijn voedingsmiddelen, bouwstoffen en voedingsvezels? De Schijf van Vijf van het Voedingscentrum wordt besproken. Ook wordt uitgelegd hoe mensen proeven en ruiken. En bij dat alles komen ook nog eens de verschillen tussen verschillende (eet)culturen aan bod. Overzicht ICT De paragraaf 5.5 Genoeg, te veel, te weinig kan in plaats van uit het boek, volledig op ICT (i-clips) worden gemaakt. De Test jezelf op paragraaf niveau vindt u in het leerwerkboek. Daarnaast vindt u op i-clips een ICT-oefentoets over het complete hoofdstuk. Toelichting Practica Geen Toelichting Practica Toelichting Do-it’s Do-it 5.1 Bloemkool als ontbijt? Ook deze Do-it levert een mooi eindproduct wat u bij een open dag van uw school kunt laten zien. En u kunt een prijs uitloven voor het slimste ontwerp: met de vlag van Japan als placemat zijn uw leerlingen zo klaar... Mocht het plastificeren van alle placemats niet gaan met uw budget, dan kunt u er een prijsvraag van maken: alleen de mooiste placemat wordt geplastificeerd. Do-it 5.2 Waardoor proef je weinig met je neus dicht? In deze Do-it wordt onderzocht of het dichtknijpen van de neus invloed heeft op het proeven van smaken. De leerlingen maken een schema met drankjes en voedingsmiddelen die ze wel of niet proeven met hun neus dicht. Om verder in te gaan op het ervaren van smaken kunt u de leerling iets zoets, zouts, zuurs, en bitters laten proeven. Vervolgens kunt u vragen of de leerlingen konden merken met welke delen van de tong welke smaken werden geproefd. Do-it 5.3 Doen we het menu in de koffer? De leerlingen maken een menu met behulp van de Schijf van Vijf. Daarnaast vullen ze een menu in voor een vegetariër. Maar lukt het ook voor iemand met een voedselallergie, bijvoorbeeld voor lactose of gluten? Of misschien heeft een van uw leerlingen een bijzondere voedselbehoefte of gewoonte waarvoor de klas een menu kan ontwerpen. Do-it 5.4 Waar groeien vegetariërs van? Voor deze Do-it gaat de leerling een folder maken over bouwstoffen in voedsel. Er wordt extra aandacht gegeven aan de voeding van een vegetariër. Laat de leerling onderzoeken welke bouwstoffen in welk voedsel zitten. Bij deze opdracht wordt er extra aandacht geschonken aan de vegetariër; welke producten kan een vegetariër eten om voldoende bouwstoffen binnen te krijgen? Ook kunt u de leerlingen laten focussen op mensen met een tekort aan bepaalde bouwstoffen, bijvoorbeeld: wat voor voeding moeten mensen met bloedarmoede, of lactose- of gluten allergie eten? Do-it 5.5 Waar en wat eet een ander? Uw leerlingen maken een poster om gezonde eetgewoonten in een voor hun vreemde cultuur te stimuleren. Welke culturen zijn vertegenwoordigd in uw klas? Misschien kunnen uw leerlingen elkaar verder helpen! 2008 Noordhoff Uitgevers bv 11 Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 Antwoorden Pulsjes 5.1 Eetgewoonten Juiste antwoord: C Gezond en gevarieerd eten is tijdens de groei en bij ziekten belangrijk. 5.2. Proeven en ruiken Juiste antwoord: Eigen antwoord 5.3 Voedingsstoffen Juiste antwoord: A Afvalstoffen goed wegspoelen en je zo minder spierpijn krijgt. 5.4 Bouwen Juiste antwoord: A 1000 kilo 5.5 Genoeg, te veel, te weinig Juiste antwoord: B Ontbijten is belangrijk. Je hebt zeker 12 uur niets gegeten en zo krijg je energie. Tips Handige folders/brochures voor dit hoofdstuk zijn verkrijgbaar bij het Voedingscentrum. Kijk voor meer informatie op www.voedingscentrum.nl. Op deze website vindt u ook links naar verschillende sites van overheidsinstellingen, consumenten- en non-profitorganisaties. Op bijvoorbeeld de site van de Nederlandse hartstichting (www.hartstichting.nl) is ook informatie te vinden over gezonde voeding. Ook kunnen leerlingen hier zelf hun BMI (Body Mass Index) bepalen. 5.5 Genoeg, te veel, te weinig Wat zijn eetstoornissen? Voor brochures en folders over dit onderwerp kunt u zich wenden tot Stichting Anorexia en Boulimia Nervosa. Voor meer informatie zie: www.sabn.nl. Hier zijn ook adressen van zelfhulpgroepen en dergelijke te vinden. 2008 Noordhoff Uitgevers bv 12 Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 Hoofdstuk 6 Planten Overal om je heen zie je planten: groot, klein, felgekleurd, onopvallend. In dit hoofdstuk leert de leerling over planten. Hoe zien planten er van binnen en buiten uit, hoe groeien ze vanuit een zaadje, wat hebben ze nodig om te groeien? Daarnaast komen ook bloemen, bestuiving en bevruchting aan bod. Overzicht ICT De paragraaf 6.3 Planten maken kan in plaats van uit het boek, volledig op ICT (i-clips) worden gemaakt. De Test jezelf op paragraaf niveau vindt u in het leerwerkboek. Daarnaast vindt u op i-clips een ICT-oefentoets over het complete hoofdstuk. Toelichting Practica Geen Toelichting Practica Toelichting Do-it’s Do-it 6.1 Welke kleuren hebben planten? In deze Do-it maken de leerlingen een kleurenwaaier van gekleurde plantenonderdelen, en bekijken ze plantencellen. Verschillende aspecten van het biologisch onderzoek komt hierbij aan bod: veldwerk (planten zoeken), tekenen, preparaten maken en bekijken onder de microscoop, en dit schematisch weergeven. De leerling krijgt inzicht in verschillende onderdelen en de kleuring van de plant. Daarnaast kunt u de leerling vragen waarom bijvoorbeeld asperges en witlof allebei wit zijn, en of er ook groene asperges of groenlof bestaan. Wat zijn de overeenkomsten tussen de groeiomstandigheden van deze planten? Misschien kunt u iemand uitnodigen die asperges en/of witlof verbouwt, en die het een en ander over de groei van deze planten uitlegt, of eventueel zelf met de leerlingen naar asperge/witlof kweker gaan. Do-it 6.2 Ontstaan grote bomen uit grote zaden? Bij deze Do-it maken de leerlingen een poster van zaden en de planten die eruit groeien. De leerling gaat daarbij onderzoeken of een grote plant ook uit een groter zaadje komt. Eerst gaat de leerling in de omgeving op zoek naar zaden, hiervan worden tekeningen gemaakt, en vervolgens wordt onderzocht hoe de bijbehorende volwassen plant eruit ziet. Ook kunt u de leerling op het internet laten zoeken naar de hoogste boom ter wereld. Hoe hoog is deze, en hoe groot is het zaadje waaruit de boom groeit? Do-it 6.3 Waardoor zitten er pitjes in een appel? In deze Do-it maken de leerlingen een poster van de ontwikkeling van een appel. Op deze manier krijgt de leerling inzicht in de groei van een appel. Misschien kunt u, ter ondersteuning van de paragraaf ‘planten maken’ een bloem meenemen, waarin de leerling de meeldraad, de stamper, het kroonblad, etc kan zien. Daarnaast kunt u de leerlingen een vleesetende plant laten zien en hierbij enkele vragen stellen: hoe werkt het, waarom komen de vliegen naar de plant toe, wordt deze plant door insecten of door de wind bestoven, etc. Do-it 6.4 Hoe eet en drinkt een plant? Bij deze Do-it gaan de leerlingen een informatiekaart maken voor een natuurmuseum. Op deze kaart laten de leerlingen zien hoe planten eten. Een plant wordt geanalyseerd en nagetekend. Hierdoor leert de leerling hoe planten eten en drinken. Net als bij de vorige Do-it, kunt u ook bij deze Do-it een vleesetende plant meenemen, en dieper ingaan op de reden waarom de plant vliegen eet, en hoe dat in zijn werking gaat. Ook kunt u de leerlingen laten nadenken over wat er gebeurt als een plant teveel water krijgt. 2008 Noordhoff Uitgevers bv 13 Explora biologie-verzorging 1 vmbo-basis Docentenhandleiding hoofdstuk 1-6 Do-it 6.5 Kun je een plant vetmesten? Voor deze Do-it gaan de leerlingen een gebruiksaanwijzing maken voor het kweken van planten. Ook maken ze een schema van plantensoorten en hun reservevoedsel. Uiteindelijk krijgt de leerling inzicht waaruit het voedsel van een plant bestaat, waar ze dit voedsel vandaan halen, en waarom een plant licht nodig heeft. Antwoorden Pulsjes 6.1 Planten bekijken Juiste antwoord: C De stengel; groeit onder de grond. 6.2 Planten groeien Juiste antwoord: B Doperwten 6.3 Planten maken Juiste antwoord: C Door de geur 6.4 Planten eten Juiste antwoord: B De plant heeft weinig voedingsstoffen 6.5 Suikerfabrieken Juiste antwoord: B Bladeren 2008 Noordhoff Uitgevers bv 14