Intentieverklaring consortium Ehealth

advertisement
Een manifest
Opschaling marktwerking en toepassing e-health
De maatschappelijke opgaven in de zorg die de komende jaren op ons afkomen zijn
groot. Een stijging van het aantal chronisch zieken en ouderen met
gezondheidsproblemen, schaarste op de arbeidsmarkt en oplopende zorgkosten. Dit
betekent niet dat deze problemen onoverkoombaar zijn. De goede uitgangspositie
van Nederland biedt kansen voor innovatieve oplossingen. De gezondheidszorg en
wetenschappelijk onderzoek zijn van goede kwaliteit en de infrastructuur voor
technologische en ICT innovaties is uitstekend.
Innovatie is noodzakelijk om in de toekomst de kwaliteit, toegankelijkheid en
betaalbaarheid van zorg te kunnen behouden. Op dit moment kan nog veel
vooruitgang worden geboekt door huidige zorgprocessen te optimaliseren en
daarnaast nieuwe innovatieve producten en diensten te implementeren. In de zorg
moet het innovatief vermogen beter, ondanks de vele activiteiten en projecten.
Oorzaken hiervoor zijn het gebrek aan leiderschap op het gebied van innovatie,
weerstand tegen vernieuwing en problemen in de (structurele) financiering en
organisatie van zorg.
Aan zorginnovatie-initiatieven in het veld lijkt het niet te ontbreken gezien de grote
aantallen projecten op dit terrein. Het gebrek aan snelheid waarmee de succesvolle
innovaties hun weg vinden naar de reguliere zorg past echter geheel niet bij de
urgentie van de problemen in de zorg. Vaak blijven vernieuwingen steken na de
pilotfase. In de afgelopen jaren hebben ook verschillende samenwerkingsverbanden
van verzekeraars en industrie aangegeven dat men onvoldoende massa heeft
kunnen maken om technologie goed in de zorgprocessen gebruikt te krijgen.
Menzis, Achmea, Rabobank en KPN hebben TNO opdracht gegeven om te
onderzoeken hoe e-health diensten o.a. ter ondersteuning van zelfmanagement
makkelijker en sneller na de pilotfase opgeschaald kunnen worden. Hieruit bleek dat
de landelijke uitrol van succesvolle e-health door een aantal barrières wordt tegen
gehouden. De volgende barrières kunnen worden onderscheiden:





Cultuur en draagvlak bij zorgvrager. Zorgvragers zijn onvoldoende op de
hoogte van de nieuwe mogelijkheden die zorginnovaties bieden en juist de
groeiende groep ouderen loopt achter in de adoptie van ICT die daarin een
belangrijke rol speelt.
Draagvlak medische professionals. Medische professionals hebben ook
vaak moeite met het toepassen van ICT omdat ze daarin niet opgeleid en
voldoende gefaciliteerd zijn. Werken met ICT wordt als iets heel anders
ervaren dan werken met mensen. Daarnaast moet men wennen aan de
veranderende verhoudingen en werken de financiële prikkels vaak nog
tegendraads.
Aanbod diensten en knowhow. De zorg is nog steeds sterk aanbod gericht.
De e-health diensten zullen dan ook vaak vanuit het (huidige) zorgaanbod
worden ontwikkeld.
Medical en economic evidence is beperkt of ontbreekt. Er zijn (in
Nederland) weinig (kosten)effectiviteitstudies voor e-health diensten. Reden
waarom ook verzekeraars terughoudend zijn bij de inkoop van e-health
diensten.
Uniformering en standaardisatie. De huidige technische ontwikkelingen op
het gebied van e-health diensten is te fragmentarisch en te weinig gebaseerd
op standaarden die landelijke opschaling en interoperabiliteit bevorderen.


Financiering. De financieringsstructuur bevat op het ogenblik een aantal
perverse prikkels die innovaties in de zorg remmen.
Wet- en regelgeving. Wet- en regelgeving is onvoldoende afgestemd op de
veranderende verhoudingen en verantwoordelijkheden tussen zorgverleners
onderling maar ook tussen zorgverlener en zorgvrager/mantelzorger als
gevolg van innovaties in de zorg.
Deze barrières zijn niet nieuw, ook de Algemene Rekenkamer heeft in haar recente
rapport “zorg op afstand, een innovatie in de langdurige zorg” met een focus op de
rol van de overheid een aantal van deze barrières genoemd.
KPN, Philips, TNO, Achmea, Menzis en de Rabobank zijn er van overtuigd dat in
Nederland een doorbraak nodig is en dat zoiets alleen kan worden bereikt door
gezamenlijk afspraken te maken en krachten te bundelen. Zij nemen een
gezamenlijke verantwoordelijkheid voor doorontwikkeling van e-health op regionaal
of landelijk niveau en kennisdeling. Bij gebleken medical en economic evidence en
financierbaarheid zullen de verzekeraars deze zorg contracteren. Daarvoor zijn
andere partijen naast de overheid nodig, zoals zorgconsumenten, zorgaanbieders en
kennisinstellingen om gezamenlijk precompetatieve afspraken te maken.
Het Zorginnovatieplatform (ZIP) heeft als missie het versnellen en aanjagen van
innovaties die bijdragen aan een duurzaam gezondheidssysteem en daarmee het
welzijn en de welvaart van de bevolking verhogen. De focus ligt daarbij op chronisch
zieken en ouderen. Het ZIP zal zich inzetten voor de volgende drie thema’s:
1. De mens meer centraal: verbeteren positie van de patiënten en professionals
2. Meer toepassen van de mogelijkheden van ICT en technologie
3. Slimmere organisatie en meer ondernemerschap in de zorg
Genoemde partijen zien - gezien de visie van het ZIP - een taak voor het ZIP om
hen te steunen bij het realiseren van een lange termijn publiek-private samenwerking
op het terrein e-health, waaronder een open platform om te komen tot gezamenlijke
afspraken. Van het ZIP verwachten zij een lange termijn visie cq een stip op de
horizon. Verder vragen zij steun bij agendering van de te maken gemeenschappelijke
afspraken zodat toekomstvaste toepassingen regionaal of landelijk ontwikkeld
kunnen worden en bij bewezen evidence –ook financieel- geborgd kunnen worden in
het zorgproces.
Marktinitiatief
Achmea, Menzis, KPN, Rabobank, Philips en TNO vragen het ZIP om gezamenlijk te
komen tot deze samenwerking en open platform e-health. Het open platform kan
vandaag starten. Overige partijen zijn nodig en welkom mits men bereid is een reële
inzet en commitment te tonen om de beoogde doorbraak te realiseren.
Partijen spreken af dat uiterlijk 1 oktober 2009 een agenda en de werkwijze van het
platform gereed zijn.
24 juni 2009
Download