Hoofdstuk 21 De voorraad Wat is de voorraad waard? Dat is

advertisement
www.JoopLengkeek.nl
Hoofdstuk 21
De voorraad
Wat is de voorraad waard?
Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het
gekocht is!
1
Hoofdstuk 21
De voorraad
Waarom is het belangrijk wat de voorraad waard is?
De winst wordt berekend door verkoopprijs min de
inkoopprijs.
Waardering op de balans.
2
Hoofdstuk 21
De voorraad
Waarom willen bedrijven weinig voorraad hebben?
•
•
•
•
Bederf
Diefstal
Prijsdaling
Op voorraad houden van producten kost geld.
Veel producten kan je niet op voorraad leggen.
3
Hoofdstuk 21
De voorraad
De technische voorraad
De technische voorraad is werkelijk aanwezig
De economische voorraad
De voorraad waar we eigenaar van zijn en dus risico over
lopen.
Voorbeeld 21.1
Voorraad in magazijn
: 3.000
+ Gekocht
: 2.000
- Al verkocht
: 1.500
= economische voorraad: 3.500
4
Hoofdstuk 21
De voorraad
De technische voorraad
Neemt toe door ontvangst goederen.
Neemt af door afleveren goederen aan de klant.
De economische voorraad
Neemt toe door als je inkoopt (een inkoopcontract).
Neemt af door een verkoopt (verkoopcontract).
5
Opgave 1 + 2
Hoofdstuk 21
Voorraad 1.400 artikelen,
al 500 verkocht, 800 nog te ontvangen.
Hoe groot is de technische voorraad?
De magazijnvoorraad is 1.400 artikelen
Hoe groot is de economische voorraad?
1.400 – 500 + 800 = 1.700
Voorraad 6.000 kg, inkoopcontract 3.000 kg, verkoopcontract
waarvoor 5.000 kg nodig is.
Hoe groot is de technische voorraad?
De magazijnvoorraad is 6.000 kg
Hoe groot is de economische voorraad?
5.000 + 3.000 – 5.000 = 4.000 kg
6
Hoofdstuk 21
FIFO
First in first out
Wat er als het eerste ingaat, gaat er ook als eerste uit.
We waarderen de goederen bij verkoop dus tegen de prijs
van de goederen die het langst aanwezig zijn.
Voorbeeld 21.2
Inkoop 1 januari
800 à €4,60
14 januari
400 à €4,90
Verkoop op 28 januari
600 à €7
7
Hoofdstuk 21
FIFO
First in first out
Wat er als het eerste ingaat, gaat er ook als eerste uit.
We waarderen de goederen bij verkoop dus tegen de prijs van de
goederen die het langst aanwezig zijn.
Voorbeeld 21.3
Inkoop 4 februari
8 februari
15 februari
300 à €2,40
500 à €2,60
200 à €2,50
Verkoop 15 februari
500 à €4
Inkoopwaarde: 300 * €2,40 + 200 * €2,60 = €1.240
Brutowinst: €2.000 - €1.240 = €760
Balanswaarde: 300 * €2,60 + 200 * €2,50 = €1.280
8
Hoofdstuk 21
FIFO
Voorbeeld 21.4
1 november voorraad 8.000 kilo , €9,40
6 november gekocht 9.000 kilo , €9,60
18 november gekocht 20.000 kilo , €10,70
20 november geproduceerd 25.000 kilo,
27 november gekocht 10.000 kilo , €11
28 november geproduceerd 6.000 kilo
Bereken de waarde van de voorraad op 30 november.
6.000 kilo van €10,70 en 10.000 kilo van €11
Totaal: € 174.200
9
Hoofdstuk 21
FIFO
Bezwaren tegen de FIFO methode?
Geen actuele (werkelijke prijzen)
“Verkeerde” winstberekening.
“verkeerde” waardering op de balans.
10
Opgave 3
Hoofdstuk 21
Ingekocht:
300 kg à €7,30
200 kg à €7,50
500 kg à €7,60
300 kg à €7,64
Verkocht:
600 kg à €11
FIFO methode
Bereken de winst.
Omzet 600 * €11 = €6.600
Inkoopwaarde: 300*7,30+200*7,50+100*7,60 = €4.450
Winst: €2.150
Bereken de balanswaarde van de voorraad.
.Aanwezig: 400*7,60 + 300*7,64 = €5.332
11
Opgave 4
Hoofdstuk 21
FIFO methode
Bereken de winst van de verkoop op 10 mei.
Omzet 500 * €4,50 = €2.250
Inkoopwaarde: 400*3,00 + 100*3,20 = €1.520
Winst: €730
Bereken de winst van de verkoop op 28 mei.
Omzet 600 * €4,50 = €2.700
Inkoopwaarde: 200*3,20 + 400*3,30 = €1.960
Winst: €740
Geef commentaar op de uitkomst
De inkoopprijzen zijn gestegen de verkoopprijs is gelijk
Bereken de voorraadwaarde.
300 * 3,30 + 500 * 3,35 = €2.665
Dit zijn de historische prijzen, de werkelijke waarde is inmiddels
anders.
12
Opgave 5
Hoofdstuk 21
Bereken de voorraadwaarde.
De eindvoorraad is 1.600 + 900 – 600 – 1.100 + 2.000 – 1.300
= 1.500 kg
Dit is ingekocht op 24 februari à €14,80
De waarde is dus 1.500 * €14,80 = 22.200
13
Hoofdstuk 21
LIFO
Last in first out
Wat er als het laatste ingaat, gaat er ook als eerste uit.
We waarderen de goederen bij verkoop dus tegen de prijs
van de goederen die het kortst aanwezig zijn.
(het gaat om de waardering, niet of het fysiek ook zo is)
Voorbeeld 21.6
Inkoop 18 april
27 april
29 april
100 à €23,40
400 à €22,80 200 à €24,20
Verkoop 30 april: 450 artikelen voor €32
Inkoopwaarde: 200 * €24,20 + 250 * €22,80 = €10.540
Winst: 450 * €32 - €10.540 = €3.860
Balanswaarde: 150 * €22,80 + 100 * €23,40 = €5.760
14
Hoofdstuk 21
LIFO
Bezwaren tegen de LIFO en FIFO methode?
FIFO: voorraadwaardering geen actuele (werkelijke prijzen)
LIFO: de voorraad is voor een andere waarde gekocht
Daardoor:
“Verkeerde” winstberekening.
“verkeerde” waardering op de balans.
Zowel bij FIFO als bij LIFO is de voorraadwaardering onjuist,
Maar bij FIFO minder onjuist omdat de prijzen van een
recentere datum zijn.
15
Hoofdstuk 21
Voorbeeld 21.10
1 augustus 400 artikelen voorraad voor €8,45
2 augustus 200 artikelen ingekocht voor €8,70
5 augustus 250 artikelen verkocht voor €12
Brutowinst volgens FIFO:
Omzet: 250 * €12 = €3.000
Inkoop: 250 * €8,45 = €2.112,50
Winst: €887,50
Brutowinst volgens LIFO:
Omzet: 250 * €12 = €3.000
Inkoop: 200 * €8,70 + 50 * €8,45 = €2.162,50
Winst: €837,50
Verschil: €50 (200 * €0,25)
16
Opgave 6
Hoofdstuk 21
Voorraad 1 mei , 300 stuks voor €6,20
Inkoop 3 mei, 200 voor €6,40
9 mei verkoop, 350 voor €9,95
Bereken de brutowinst bij LIFO.
Omzet: 350 * 9,95 = €3.482,50
Inkoop: 200 * 6,40 + 150 * 6,20 = €2.210
Winst: €1.272,50
Bereken de waarde van de voorraad
Er zijn nog 150 producten over van €6,20, dus €930
17
Opgave 7
Hoofdstuk 21
Bereken de brutowinst bij LIFO.
Omzet: 200 * 35 + 600 * 35 + 400 * 35 = €42.000
Inkoop: 200 * 24,90 + 300 * 25,40 + 300 * 25,10 + 200 * 25,20
+ 200 * 25,40 (voorraad) = €30.250
Winst: €11.750
Bereken de waarde van de voorraad
Er zijn nog 300 producten over van 27 september van €24,90
en 300 producten van €25,80 (voorraad)
Totaal: €15.210
18
Opgave 8
Hoofdstuk 21
Bereken de waarde van de voorraad bij LIFO.
De afgifte op 5 november gebeurt uit de partij van 20 oktober en ook nog voor 3.000 kg uit de partij van 8
september. Van deze partij blijft dan nog 12.000 kg over. De afgifte van 12 november gaat geheel uit de partij van
7 november. De afgifte op 19 november gaat voor 5.000 kg uit de partij van 7 november, die daarmee is
verdwenen, en voor 5.000 kg uit de partij van 8 september, die daardoor afneemt tot 7.000 kg (zie 5 november).
De afgifte van 26 november gebeurt volledig uit de partij die op 22 november is ingekocht, zodat er van deze
partij nog 10.000 kg overblijft.
De waarde van de voorraad per 30 november wordt dan:
8 september: 7.000 kg à € 8 = € 56.000
22 november: 10.000 kg à € 8,10 = € 81.000
––––––––––
€ 137.000
Anders opgeschreven:
5/11 12.000kg - €8,00 Over
7.000 - €7,80 verbruikt
7/11 12.000 - €8,00 Over
15.000 - €7,70 Binnengekomen
12/11 12.000 - €8,00 Over
5.000 - €7,70 Over
19/11 7.000 - €8,00 Over
22/11 7.000 - €8,00 Over
20.000 - €8,10 Binnengekomen
26/11 7.000 - €8,00 Over
10.000 - €8,10 Over
De waarde van de voorraad
Over: 7.000 * €8,00 + 10.000 * €8,10 = €137.000
19
Opgave 9
Hoofdstuk 21
Bereken de brutowinst bij FIFO.
Omzet 500 * €6
Inkoop 250 * €4,40 + 250 * €4,20
Winst €850
Bereken de brutowinst bij LIFO.
Omzet 500 * €6
Inkoop 100 * €4,10 + 300 * €4,20 + 100 * €4,40
Winst €890
Bereken de waarde van de voorraad volgens FIFO
100 * €4,10 + 50 * €4,20 = €620
Bereken de waarde van de voorraad volgens LIFO
150 * €4,40 = €660
Waarom wijkt het af?
Dalende prijzen.
Kritiek
Veel administratie, is de winst “juist”, is de waarde “juist”
20
Hoofdstuk 21
Vaste verrekenprijs
Bezwaren tegen de LIFO en FIFO methode?
Erg veel administratiewerk
De vaste verrekenprijs is een schatting van de gemiddelde
inkoopprijs voor een periode.
De voorraad wordt dus gewaardeerd tegen de verrekenprijs.
Ook de winst wordt beïnvloed.
21
Hoofdstuk 21
De voorraad
100 drukken kost €7 per stuk
250 drukken kost €6 per stuk
500 drukken kost €5 per stuk
De voorraad aan het eind van het jaar is 150 stuks
Bovendien worden er van deze voorraad 50 weggegooid
omdat er een nieuwe editie gaat verschijnen.
Wat is de voorraad waard?
22
Hoofdstuk 21
Vaste verrekenprijs
•
•
Inkoopwaarde van de goederen
Bijkomende inkoopkosten (bijvoorbeeld verzendkosten)
Voorcalculatie
Afzet * (verkoopprijs – verrekenprijs)
Nacalculatie
Resultaat op verkopen (verkoopresultaat)
Afzet * (werkelijke verkoopprijs – verrekenprijs)
Resultaat op inkopen:
• Resultaat op inkoopprijs
• Resultaat op inkoopkosten
Werkelijke inkoop * verrekenprijs – werkelijke inkoopwaarde – werkelijke
inkoopkosten
23
Opgave 10
Hoofdstuk 21
Bereken de gerealiseerde verkoopwinst
2.800 * (€11,50 - €7 ) = €12.600
Bereken het resultaat op de inkoopprijs
5.000 * (€6,25 - €5,90 ) = €1.750
Bereken het resultaat op de inkoopkosten
5.000 * €0,75 - €4.000 = - €250
Bereken het resultaat op de inkopen
€1.750 - €250 = €1.500
Bereken de brutowinst
€12.600 + €1.500 = €14.100
Bereken de waarde van de voorraad
(5.000 – 2.800) * €7 = €15.400
24
Opgave 11
Hoofdstuk 21
Bereken de gerealiseerde verkoopwinst
4.400 * (€4,30 - €3) + 11.400 * (€4,30 - €3) + 6.600 * (€4,40 - €3) =
€29.780
Bereken het resultaat op de inkoopprijs
10.000 * (€2,50 - €2,60 ) + 10.000 * (€2,50 - €2,68) = - €2.800
Bereken het resultaat op de inkoopkosten
20.000 * €0,50 - €6.780 - €3.740 = - €520
Bereken het resultaat op de inkopen
- €2.800 - €520 = - €3.320
Bereken de brutowinst
€29.780 - €3.320 = €26.460
Bereken de waarde van de voorraad
Voorraad: 6.600 +20.000 – 22.400 = 4.200
4.200 * €3 = €12.600
25
Hoofdstuk 21
Vervangingswaardemethode
De vervangingsprijs is de prijs op het moment waarop de
waarde van de voorraad wordt bepaald.
Bezwaren methode?
Erg veel administratiewerk als je het bij elke transactie gaat
berekenen.
Voordeel?
Een “zuivere” winst en actuele waarde van de voorraad.
26
Opgave 12
Hoofdstuk 21
Bereken de waarde van de voorraad
Begin voorraad 14.000
Inkoop
42.000
Verkoop
41.000
Eind voorraad 15.000
Waarde: 15.000 * €10,40 = €156.000
27
Opgave 13
Hoofdstuk 21
Bereken het gevolg voor het bedrijfsresultaat vanwege het verschil tussen
standaardkostprijs (€15) en de waardering volgens
1) LIFO
Volgens de lifo-methode komen de op 5 en 12 oktober voor de productie
afgegeven grondstoffen uit de voorraad. Dat is 14.000 kg.
De afgifte van de grondstoffen van 19 en 26 oktober komt voor 20.000
kg uit de inkoop van 15 oktober en voor 2.000 kg uit de voorraad.
Het nadelige verschil met de standaardkostprijs is:
16.000 × (€ 15,60 – € 15) = € 9.600
20.000 × (€ 15,80 – € 15) = € 16.000
–––––––––
€ 25.600
Alternatief:
verbruik: 14.000 en 2.000 voor €15,60 ; 20.000 voor €15,80
Het waarde verschil is dus 16.000 * €0,60 + 20.000 * €0,80 = - €25.600
28
Opgave 13
Hoofdstuk 21
Bereken het gevolg voor het bedrijfsresultaat vanwege het verschil tussen
standaardkostprijs (€15) en de waardering volgens
2) FIFO
In totaal is 36.000 kg afgegeven. Bij de fifo-methode is deze 36.000 kg
afkomstig uit de voorraad van 18.000 kg en voor 18.000 kg uit de inkoop
van 15 oktober. Het nadelige verschil met de standaardkostprijs
is:
18.000 × (€ 15,60 – € 15) = € 10.800
18.000 × (€ 15,80 – € 15) = € 14.400
–––––––––
€ 25.200
Verbruik:
18.000 voor €15,60
18.000 voor €15,80
Het waarde verschil is dus 18.000 * €0,60 + 18.000 * €0,80 =
- €25.200
29
Opgave 13
Hoofdstuk 21
Bereken het gevolg voor het bedrijfsresultaat vanwege het verschil
tussen standaardkostprijs (€15) en de waardering volgens
3) De vaste verrekenprijs
De verrekenprijs is €15
Er is geen verschil
4) vervangingswaarde
Verkocht
6.000 * €15,60
8.000 * €15,70
8.000 * €15,70
14.000 * €15,80
Totaal: €566.000
De inkoop is 36.000 * €15 = €540.000
Het resultaat is dus €566.000 - €540.000 = - €26.000
30
Download