DNA - Kiwi Biologie

advertisement
Thema 4
Watson en Crick
 Hoe ziet DNA eruit?
 Dubbele helix
 Wat doet DNA?
 Coderen voor eigenschappen
 Eiwitten
 Waar zit DNA?
 Nucleus
 Wat doet een eiwit?
Feitjes
 Een DNA-streng is 22 tot 26 ångström breed. Eén nucleotide is
3,3 ångstrom lang (1 ångström is een tiende deel van een nanometer,
ofwel een tien miljardste deel van een meter). Een DNA-molecuul kan
toch relatief zeer grote afmetingen bereiken. Het langste menselijke
chromosoom is bijna 250 miljoen basenparen lang, resulterend in een
lengte van ruim 5 cm.
 Bouw van een eiwit
 Vorm en functie
 Primaire structuur
 Secundaire structuur
 Tertiaire structuur
 Quartaire structuur
 Aminozuren
 Bouwstoffen voor het lichaam
 Celonderdelen
 Signaalstoffen
 Belangrijk in celdeling
(vorming van de cel)
 Alfa-amylase
 Enzym
 Afbraak van
zetmeel
 In de mondholte
EIWIT DATABANK
 Van klein naar groot.
 Desoxyribonucleïnezuur
 Base paren




Fosfaatgroep
Desoxyribose
Stikstofbase
Een code
 De 4 baseparen:




Thymine
Adenine
Guanine
Cytosine
 Opbouw van eiwit:
 Code vanaf DNA
 Code maakt volgorde
aminozuren
 Ketting aminozuren
maakt basis eiwit.
 Fosfaatgroep
 Komt ook voor in ATP
 Desoxyribose
 Suiker
 Stikstofbase
 Verschil in structuur.
 Waterstofbruggen
 Niet covalente binding
 Enkel tussen waterstofatomen met
een ander atoom (Vaak F, O en N)
 Groei en vervanging
 Mitose is kerndeling geen celdeling!
 Dochtercellen en moedercel
 Plasmagroei
 Interfase
 G1 = Groei
 S = Replicatie DNA
 G2 = Groei
 Delingfase
 Verloop van mitose
Replicatie
Bioplek
 De DNA streng “scheurt” open.
 De nucleotide base vullen de gaten.
 Altijd volgens: A-T en C-G
 Zo ontstaan er 2 draden (DNA)
 Vast bij het midden (centromeer)
Mitose
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Interfase, DNA (chromosomen)
niet zichtbaar
Chromosomen zichtbaar door
spiralisatie.
Chromosomen nog vast bij
centromeer. Kernmembraan
gaat weg.
Trekdraden hechten zich aan de
chromatiden, beide polen van
de cel.
Chromatiden worden naar de
polen getrokken
Kernmembraan vorming
Despiralisatie van de
chromatiden
Insnoering / middelamel
 Geen meiose
 Natuurlijk
 Knollen
 Uitlopers
 Bladrand jongen
 Kunstmatig
 Stekken
 Enten
 Voortplanting zonder mitose heet kloneren. Het
individu heet dan een kloon
1.
2.
3.
4.
5.
6.
………………………………….
………………………………….
………………………………….
………………………………….
………………………………….
………………………………….






Weefsel wordt wegenomen
Voedingsbodem
Planthormonen
Differentiatie
Embryoïden
Jonge plantjes
 Voordelen





Exact genetisch materiaal
Ruimte
Grootschaligheid
Steriel gehouden
Genetische modificatie zijn vaak onvruchtbaar
Bioplek
 Geslachtelijke voortplanting
 Chromosomen liggen bij stap 3
in homologe paren!
 Chromatide niet uit elkaar
maar de paren!
 Bij stap 6 worden pas de
chromatide gescheiden
Meiose
 Poollichaampjes
 Oneerlijke cytokinase
(celdeling)
 Weinig voedingsstoffen
 Bevruchting mogelijk?
 Recombinatie
 Herschikking
 Diversiteit
 Natuurlijke selectie
 Maar ook…?
 Ongeslachtelijke wieren
 Zelfbevruchting
 Milieu -> geslachtelijke wieren
 Kruisbevruchting
 Waarom doen wieren dit?
 Bevruchting
 Stuifmeelkorrels
 Stuifmeelbuis
 Zaadbeginsel
 Meeldraden
 Helmknop
 Helmhok
 In de afbeelding is een deel van een nucleotideketen aangegeven.
Schrijf het deel op dat bij deze keten hoort voor een volledig
DNA-molecuul.
 Na kruising en verdeling ontstaat er een plantje met de gewenste
eigenschappen. Van dat plantje worden delen van het blad in de
grond gestoken en worden er nieuwe plantjes opgekweekt
Is er bij de kruising en verdeling sprake van recombinatie?
 Van de nieuwe plantjes die ontstaan uit het blad van de
moederplant wordt gezegd dat ze er allemaal hetzelfde uit zullen
zien. Is dat waarschijnlijk?
 Waar zit het grootste verschil tussen de mitose en de meiose als
we NIET kijken naar het eindresultaat?
grafiek van de oogst
van de aardappel
genaamd:
Eigenheimers.
 Deze aardappels zijn
klonen.
Procent van de hele oogst
 Hiernaast zie je een
Gewicht aardappels
 Verklaar de vorm van
de grafiek.
 Waar wordt RNA gemaakt
 Celkern
 Op basis van DNA
 Wat is het doel van RNA
 Stukje genetische code
uitdragen
 Waar wordt een eiwit
gemaakt
 Buiten de cel
 Met behulp van
Ribosomen
 Uracil ipv Adenine
 mRNA
 De streng vanaf de celkern
 m = Messenger
 Aminozuren
 Ketting
 Eiwitten (proteïne)
 Structuur
 Vorm en Functie
 Wat is een mutatie?
 Volgorde stikstofbase
 Code
 Hoe ontstaat een mutatie?
 Straling / toeval
 Beschadiging
 Gevolgen van een mutatie?
 Haarkleur in een levercel?
 Haarkleur in een geslachtscel?
 Kanker
 Cellen delen soms snel en soms langzaam
 Bijv. bij een verwonding
 Bijv. verschillende plekken (Beenmerg/huid)
 Goed regulatie is nodig
 Kanker
 Tumoren
 Kwaadaardig
 Hogere snelheid
 Verspreiding
 Schadelijk voor orgaan
 Goedaardig
 Lagere snelheid
 Na verwijdering geen nieuwe groei
 Meestal niet (erg) schadelijk
 Chemoterapie
 Cytostatica, remmer van celdeling
 Celdifferentiatie
 Profilatie van stamcellen
 Totipotent
 Pluripotent
 Multipotent
 Inductie
 Intercellulaire communicatie
 Apoptose
 Geprogrammeerde celdood
 Prenatale diagnostiek
 Echoscopie
 Hogefrequentietrillingen
 Open rug
 Vlokkentest
 Vlokken van de placenta
 Vruchtwaterpunctie
 Vruchtwater via buikwand
 Syndroom van Down
 Trisomie (21)
 Non-disjunctie
 Organisme worden gebruikt om
producten te maken voor de mens.
 Chymosine voor kaas
 Nu gemaakt in het lab
(mbv. Bacteriën)
 Grotere vruchten
 Forceren van polyploïde cellen
 Recombinante-DNA-techniek
 DNA van het ene organisme in een ander plaatsen
 Bijv. Vorst-vaste tomaten (resistentie)
Download