Bevolking - Around The Globe

advertisement
Land
Het is moeilijk om iets te zeggen over India. Elke keer als ik in India ben, denk ik het land te
begrijpen. Denk ik door te hebben hoe het land in elkaar zit en hoe het werkt, maar elke keer
kom ik weer tot de ontdekking dat in een ander dorp, een ander gezin, een andere streek, India
weer een andere definitie krijgt. India is niet “dit” of “dat”. India moet je beleven.
Maar ondanks alle tegenstrijdig heden kan je wel zeggen dat India groot is. Heel groot.
Regelmatig liep ik te vloeken als ik weer eens naar mijn zusje in Rotterdam moet. Een uur in
de auto vond ik een drama, totdat ik in India was geweest. Daar is een uur rijden niks. Een
uurtje rijden? Dat is dichtbij!
India ligt in Zuid-Azië, op het Indische Subcontinent. In het noorden grenst India aan
Pakistan, Nepal, Tibet, Bhutan, Myanmar en Bangladesh. Voor het overige deel is India een
schiereiland, met in het zuidoosten Sri Lanka en in het zuidwesten de Malediven.
Het noorden van India is zeer bergachtig met een gedeelte van de Himalaya bergketen. In de
Himalaya ontspringen verschillende grote rivieren zoals de Ganges en de Brahmaputra die het
oostelijke deel zeer vruchtbaar maken. In het westen ligt de Thar woestijn. In het zuiden ligt
de Deccan Hoogvlakte, die het Indiase schiereiland vormt. Dit plateau ligt tussen de Golf van
Bengalen in het oosten en de Arabische Zee in het westen.
Met 1.147.995.898 (2008) inwoners (jeetje, ik weet niet eens hoe ik dit moet uitspreken), is
het na China het land met de meeste inwoners ter wereld. In India woont zelfs een vijfde deel
van de wereldbevolking. Persoonlijk zeggen al die nummertjes me niet zo veel, maar toen ik
hoorde dat India bijna net zo groot is als Europa, kreeg ik er pas een beeld bij. Sommige
zeggen ook wel: India is 80 x Nederland. Je kan dus met recht zeggen dat India GROOT is.
Mumbai (Bombay, Maharashtra) is de grootste stad van India. Een niet officiële schatting uit
2008 geeft aan dat er 13,7 miljoen inwoners in Mumbai (stad) wonen. 13,7 miljoen…… dat
komt toch aardig dicht in de buurt van het liedje ‘15 miljoen mensen’ van Fluistma en Van
Tijn (1996)……
Steden met meer dan 5 miljoen inwoners in India zijn:
- New Delhi (Delhi)
- Calcutta (Kolkata, West-Bengalen)
- Madras (Chennai, Tamil Nadu)
- Bangalore (Bengaluru, Karnataka)
- Haiderabad (Hyderabad, Andhra Pradesh)
De Ganges is een grote en heilige rivier die door India en Bangladesh stroomt. De rivier is
circa 2700 km. lang. Jaarlijks trekken miljoenen Hindoes naar steden naast de Ganges om hun
ziel te reinigen door zich te wassen in de rivier. Ook de as van de dode mensen die
gecremeerd zijn, wordt over de Ganges uitgestrooid.
Taal
Toen ik naar India ging, dacht ik genoeg te hebben aan een zakwoordenboekje Hindi. Hindi
wordt gezien als de primaire officiële taal, die ook door de federale overheid wordt gebruikt,
maar Hindi is niet de enige taal in India. Men zegt dat er wel honderden of zelfs duizenden
verschillende talen in India zijn. Wikipedia geeft aan dat er 21 officiële talen in India zijn,
maar de Indiërs zelf vertelden me dat dit er 26 moeten zijn. Het is dus niet helemaal duidelijk,
zoals er zoveel niet helemaal duidelijk is in India. Hoewel Hindi de primaire officiële taal is,
ligt het aan de streek welke taal ze spreken. Ik had niks aan mijn boekje “Hindi voor
beginners” toen ik als vrijwilliger op een school in het Zuiden van India ben gaan werken.
Met Engels kom je een heel eind. Engels is populair in het zakenleven, in regeringszaken en
in niet-Hindi sprekende staten, maar verwacht niet dat iedereen Engels spreekt. Zeker in de
kleinere plaatsen, komen ze niet verder dan “hello” en “how are you?”.
Om mijn volgende reis beter voorbereid te zijn, kocht ik een boekje “Tamil voor beginners”.
Ik zou als vrijwilliger gaan werken in Pondicherry, Tamil Nadu waar de officiële taal Tamil
is. Enthousiast ben ik tijdens de vlucht mijn eerste woordjes gaan leren. De standaard dingen
zoals gedag zeggen, me voorstellen en tellen. Eenmaal aangekomen, ben ik het meteen gaan
uitproberen, maar de mensen keken me alleen maar vragend aan. Ik bedacht me dat ik moe
was van de reis en dat het daarom niet goed overkwam, maar ook mijn volgende pogingen
mislukte. Eenmaal aan het werk kwam ik er achter dat mijn boekje uitging van de schrijftaal
en laat die toch weer heel anders zijn dan de gesproken taal!
Sanskriet is een officiële taal in India, maar deze wordt door vele als dode taal beschouwd. De
heilige teksten uit de Veda’s (de geschriften die de basis vormen voor de Indiase filosofie)
zijn geschreven in het Sanskriet net als vele liederen. Op dit moment wordt Sanskriet alleen
geleerd door Brahmanenfamilies en bepaalde Hindoeïstische “sekten”. Het is vergelijkbaar
met het Latijn bij ons in het Westen.
Religie
Net zoals India vele talen kent, kent India ook vele religies. Toch zou je kunnen zeggen dat
80% van de bevolking aanhanger van het Hindoeïsme is. Hindoeïsme is ongeveer 4000 jaar
geleden ontstaan. Hindoe kun je niet worden, je kan alleen als Hindoe geboren worden.
Naast het Hindoeïsme heeft ook de Islam een belangrijke invloed op de Indiase geschiedenis.
India hoort samen met Indonesië en Pakistan tot de top drie van landen met het grootste aantal
moslims.
Aantal aanhangers van religies volgens de laatste census van 2001[1
Religie
Aantal
%
Top 3 staten e.d. (%)
Hindoeïsme
827.578.868 80,5% Himachal Pradesh, Chhattisgarh, Orissa
Islam
138.188.240 13,4% Laccadiven, Jammu en Kasjmir, Assam
Christendom
24.080.016
2,3% Nagaland, Mizoram, Meghalaya
Sikhisme
19.215.730
1,9% Punjab, Chandigarh, Haryana
Boeddhisme
7.955.207
0,8% Sikkim, Arunachal Pradesh, Mizoram
Jaïnisme
4.225.053
0,4% Maharashtra, Delhi, Rajasthan
Overige religies
6.639.626
0,6% Arunachal Pradesh, Jharkhand, Meghalaya
Onder de overige religies valt o.a. het Jodendom. Er wordt geschat dat er nog ongeveer
vijfduizend joden in India wonen, de meeste in en rond Bombay. (Bron: Wikepedia)
Belangrijkste hindoeïstische termen
India staat bekend om het kastenstelsel. Het kastenstelsel kan je zien als een verdeling van de
maatschappij. Er zijn vier hoofdgroepen:




Brahmanen (priesters);
Kshitriya’s, (strijders);
Vaishya's, (handelaren en boeren);
Shudra's, (handwerklieden).
Onder de Shudra's staat de groep onaanraakbare, ook wel kasteloze of dalits genoemd. Zij
doen het vuile werk van de maatschappij, bijvoorbeeld slager, vuilnisman, maar ook
huurmoordenaars vallen hier onder. Volgens de hindoes zijn de dalits onrein. Tot welke
kasten je behoord wordt bepaald door iemands afkomst en karma.
Hindoes geloven dat men na de dood opnieuw geboren wordt (reïncarnatie). De ziel komt dan
in een andere gedaante (bijvoorbeeld mens of dier) weer terug op aarde. Door goed te leven
wordt de ziel in een hogere kasten wedergeboren. Tijdens het leven kun je nooit van kaste
veranderen. Hindoes geloven dat de kaste waarin iemand geboren wordt afhankelijk is van
zijn karma. Karma betekend ‘handeling’ of ‘actie’. Resultaat van daden die men nú doet, kan
in dít leven óf in een volgend leven terugkomen. Hindoes geloven dat wat ons overkomt in dit
leven het resultaat is van een actie die we in het huidige of een vorig leven uitgevoerd hebben.
Ze geloven ook dat we in staat zijn om nieuwe daden/acties te verrichten die het resultaat van
oude daden beïnvloedt. Dharma heeft betrekking op het juiste handelen, op de juiste tijd, op
de juiste manier en om de juiste redenen. Volgens de universele wetten van de menselijke
natuur zal dit leiden tot tevredenheid, geluk en voorspoed. Voor hindoes houdt dharma in dat
ze willen leven volgens de gedragsregels zoals die staan beschreven in de Vedas en de
Upanishads (heilige geschriften). Ze geloven dus dat ieder individu door zijn daden zelf
verantwoordelijk is voor zijn eigen leven, vreugde en verdriet. Slechte daden (slecht karma)
houden de cyclus van geboorte, ouderdom en dood in stand. Uiteindelijk hoopt elke hindoe op
de verlossing van de cirkel van leven en dood.
Persoonlijk vind ik het erg interessant en hoe meer ik me er in probeer te verdiepen hoe meer
vragen er in me op komen. Regelmatig probeer ik gesprekken aan te knopen met mijn Indiase
vrienden, maar regelmatig krijg ik het antwoord dat ik niet zoveel vragen moet stellen. “Wij
geloven dat gewoon” of “zo is het gewoon” is een veel gehoorde opmerking. Vragen die te
ingewikkeld voor ze zijn kunnen ze niks mee. Het is voor hun een manier van leven, maar dat
houdt niet in dat ze elk uur van de dag bezig zijn met hun karma, dharma en wedergeboorte in
hun volgend leven. Toch beginnen al mijn vragen langzaam zijn vruchten af te werpen. Zelf
vond ik karma altijd iets negatiefs en dat is ook vaak de reactie die ik terug krijg van mijn
westerse vrienden. Vele boeken en gesprekken verder, weet ik dat dit niet zo is. Bij elke actie
wordt de balans opgemaakt tussen positieve en negatieve handelingen. Men probeert zo goed
mogelijk te leven, maar ze worden niet meteen afgestraft op negatieve handelingen. Alles
heeft te maken met de intentie van de handeling en balans. Een negatieve handeling kan een
positieve intentie gehad hebben. Ik moet zeggen dat toen ik besefte dat karma niet alleen om
het afstraffen van negatieve handelingen gaat, ik steeds meer de mooie kanten van dit
bijzondere geloof kon gaan zien.
Voor Hindoes zijn koeien heilige dieren. Veel Hindoes zijn vegetariër en ze eten al helemaal
geen rundvlees, omdat koeien en stieren heilig zijn. Koeien staan symbool voor
vruchtbaarheid en goede voeding. De stier is in de heilige verhalen het vervoermiddel van de
god Shiva.
Kastendiscriminatie wordt internationaal erkend als vorm van rassendiscriminatie!
Officieel is het kastenstelsel in de jaren 50 afgeschaft, maar hier zijn verschillende ideeën en
meningen over. Er is een groot verschil tussen mensen die in de grote stad leven of mensen
van het platteland.
Ik kan me nog herinneren dat ik voor het eerst in het vliegtuig naar India zat. Ik kon me geluk
niet op toen bleek dat ik naast een jonge Indiër zat, die net zijn studie in Amerika had
afgerond. De hele rit hebben we zitten kletsen en ik heb al mijn vragen op hem af kunnen
vuren. Hij reageerde verbaasd op mijn vraag over het kastenstelsel. “Wist ik dan niet dat het
allang afgeschaft was?”. Ik voelde me een beetje dom, ik had wel gelezen dat het afgeschaft
was, maar tegelijkertijd had ik ook begrepen dat het nog steeds onderdeel van het dagelijkse
leven was. Niet dus, bleek tijdens mijn gesprek met deze jongenman. Nadat ik me een paar
dagen vermaakt had in New Delhi trok ik verder naar een kleine plaats iets zuidelijker. Hier
kreeg ik voor het eerst te maken met de tegenstrijdigheid van India. In dit plaatsje was het
kastenstelsel nog onderdeel van het leven. En hoe. De mensen die ik sprak o.a. over trouwen,
bleken toch echt niet te trouwen buiten hun eigen kasten! Hierna kwam ik nog vele malen in
aanraking met het kastenstelsel. Zelfs Indiërs die ik inmiddels als vrienden beschouw, zullen
niet gaan eten in een restaurant die onder hun “klasse” is. Niemand spreekt uit dat dit iets te
maken heeft met het kastenstelsel, maar het is duidelijk dat het nog diep geworteld in de
cultuur zit.
Klimaat
Omdat India een groot land is zijn er verschillende klimaatzones. Zo is er een gematigd
klimaat in het noorden en spreekt men van een tropisch klimaat in het zuiden. Het grootste
gedeelte van India wordt gekenmerkt door een moessonklimaat en kent 3 seizoenen. Het
koele seizoen van oktober tot februari, het hete seizoen van maart tot juni en het regenseizoen
van midden juni tot september.
Belangrijk is om voor jezelf goed uit te zoeken wat voor een klimaat er heerst als je naar India
gaat. Zo kan het zijn dat het weer in het noorden totaal anders is als in het zuiden op dat
moment. De moesson wordt gekenmerkt door zware regenbuien. Regelmatig kwam het voor
dat ik op mijn brommertje reed en dat ik ineens geen hand meer voor ogen zag. Vaak hoor je
dat de moessonbuien kort en hevig zijn, maar een hevige bui van ruim een uur valt voor mij
niet onder de categorie kort.
Hier volgt een stuk uit een van mijn verhalen toen ik met twee vriendinnen een weekend in
Mahabalipuram was:
Toen we wakker werden zeek het van de regen. Ik was blij dat we de vorige dag de meeste
tempels hadden bezocht en ik kon er dan ook niet echt rouwig om zijn dat het er niet naar uit
zag dat het nog droog zou worden die dag. De dag bestond dan ook uit uitslapen, lekker eten
en shoppen. Gewapend met een poncho was het om 18.00 uur tijd om te vertrekken. De
straten stonden inmiddels blank en het zag er niet naar uit dat de regen minder zou worden. In
plaats van natte voeten stonden we nu tot ver boven onze enkels in het water. Daar moet je
niet te veel over nadenken want dan schieten de bacteriën je om de oren. Langs alle wegen
ligt rommel, daar plassen en poepen honden, koeien en mensen en alles drijft nu in een grote
regenplas door elkaar. Om niet al te nat te worden namen we een tuktuk. De chauffeur war
dronken, of gewoon gek, wat ons ritje nog interessanter maakte. Net buiten het dorpje waren
de plassen nog dieper dan boven onze enkels en we besefte ons ineens dat er duizenden
mensen jaarlijks sterven tijdens de moesson. We moesten denken aan al die mensen die niet
meer dan een hut hebben. Die niks droog houden en waarbij het water de hut instroomt. Niet
alleen de jaarlijkse overstromingen die het nieuws halen kosten vele duizenden mensen het
leven, maar daarnaast zijn er nog duizenden die sterven in een ander gebied, op een ander
moment, omdat er vele moessonseizoenen zijn. Echt lang er over nadenken wilden we niet en
die kans kregen we ook niet, want twee tellen later zette de riksja man ons er uit. We vroegen
hem nog vriendelijk of hij bleef wachten totdat onze bus er was maar daar had hij geen zin in.
Daar stonden we dan in de stromende regen. Ik was blij dat ik er niet alleen stond. Het was al
donker, het was koud en inmiddels was ik tot aan mijn onderbroek nat (lang leve de poncho).
Economie
Meer dan 300 miljoen Indiërs zijn straatarm. Ze moeten met minder dan een euro per dag
rondkomen. Voor deze mensen is er geen onderwijs, geen gezondheidszorg, geen huis, geen
werk. Ze sturen hun kinderen de straat op om te bedelen of kinderen moeten al jong werken.
Mensen met weinig of geen opleiding zijn vaak aangewezen werk te zoeken binnen de
informele sector (mensen beginnen voor zichzelf, ze werken bv als taxichauffeur of ze openen
een winkeltje op straat). Dit houdt in dat ze geen sociale voorzieningen hebben en buiten
bescherming van de wet vallen. Zij doen los werk, waarbij ze nooit zeker weten of ze de
volgende dag werk en dus geld hebben.
Meer dan 60% van de Indiase bevolking werkt in de agrarische sector. 40% hiervan heeft
geen eigen land. Voor veel landarbeiders is er niet meer dan 3 tot 6 maanden per jaar werk.
De rest van het jaar proberen ze te overleven met losse klussen.
Daarnaast zijn er miljoenen Indiërs die het goed hebben. Ze zijn opgeleid en hebben een
goede baan. 61% van de mensen ouder dan 15 jaar kan lezen en schrijven.
In 1947 werd India onafhankelijk van Engeland. De Indiërs wilde ook economisch afhankelijk
zijn, daarom gingen ze alle producten zelf maken. Het nadeel hiervan was dat er geen keus in
de producten was. Pas sinds 1991 mogen er spullen van buiten India worden ingevoerd.
Inmiddels breidt de industrie zich steeds meer uit. Tegenwoordig besteden veel westerse
bedrijven delen van hun werk uit aan India, zoals administratieve werkzaamheden,
programmeren en werk in callcenters. Daarnaast gaan steeds meer bedrijven in India
producten produceren omdat het goedkoper is en omdat de mensen langer werken voor
minder geld. De dienstensector is een sterke groeisector dankzij het hoge opleidingsniveau in
India. India is een van de belangrijkste software-exporteurs van de wereld. In 2006 is de
Indiase economie gegroeid met 9,2% en is het de tweede snelst groeiende economie na
China.
Kinderarbeid is in India bij de wet verboden, maar toch komt het nog vaak voor. Officieel
morgen kinderen onder de 14 jaar niet werken, maar het afschaffen van kinderarbeid is
moeilijk. Door de armoede moeten kinderen werken. Als de ouders de regels volgen dan is er
geen geld dus geen eten. Uit onderzoek blijkt dat kinderarbeid meer voorkomt bij meisjes dan
bij jongens, omdat de ouders de jongen liever naar school sturen dan het meisje.
Armoede
India wordt gerekend tot de ontwikkelingslanden met een laag gemiddeld inkomen. De
Indiase overheid zelf schatte dat over de jaren 2004 en 2005 gemiddeld 27,5% van de
bevolking onder de armoedegrens leefde, wat neer kwam op ruim driehonderd miljoen
mensen. Het verschil tussen de armoede in de landelijke gebieden (28,3%) en de armoede in
de stedelijke gebieden (25,7%) is relatief gezien niet zo groot, ook al is het absolute aantal
mensen dat in armoede leeft in de landelijke gebieden ruim tweeënhalve keer hoger. Ook is
het zo dat het leven in de stedelijke gebieden duurder is, waardoor de armoedegrens daar
anderhalf keer hoger is gelegd dan die in de landelijke gebieden.
Doordat er veel mensen van het platteland naar de stad trekken, neemt de bevolking in de
steden sterk toe. Dat brengt grote problemen met zich mee: drinkwaterleidingen en rioleringen
kunnen niet voor iedereen aangelegd worden. Het afval wordt niet opgehaald in de
krottenwijken en openbaar vervoer ontbreekt er meestal ook. De voorzieningen in de
gezondheidszorg en het onderwijs zijn ontoereikend. 75% van de krottenwijkbewoners leeft
onder de armoedegrens. Sommigen hebben een baantje als vuilraper of rijden een riksja, maar
de meeste hebben geen werk.
Er bestaan grote verschillen in welvaart per staat. De staten rond de Ganges en die ter zuiden
daarvan gelden als de armste gebieden van India. De vijf armste staten waren in 2004 en 2005
Orissa (46,4% onder de armoedegrens), Bihar (41,4%), Chhattisgarh (40,9%), Jharkhand
(40,3%) en Uttarakhand (39,6%). Het noordwesten, de noordoostelijke staten en het zuiden
kennen de minste armoede.
Tekst uit mijn reisverslag:
Regelmatig als ik niet kan slapen, zit ik op het “balkon” van het drie verdiepingen tellende
guesthouse. Al zittend bekijk ik het straatleven onder me. Ik kijk toe hoe de oude vrouw aan
de overkant van de straat elke avond opnieuw haar bedje opmaakt. Terwijl ik geniet van de
luxe wat een bed heet, een koude douche en zelfs een stinkende toilet waar mijn privé
kamertje in voorziet, maakt zij haar ”bedje” op......op straat. Twee dekens, 1 om op te liggen
en 1 om onder te liggen en een rij tassen (inclusief een handbezem!) geven ”haar” terrein aan.
Terwijl ze daar ”vredig” lijkt te ligt, maakt een rat ter grote van een kat gretig gebruik van
”haar” territorium als speelterrein. Terwijl de honden en een enkele koe gebruik maken van de
rust om de straat af te struinen naar lekkers, zie ik een strompelende oude man hetzelfde doen.
Ineens wordt mijn aandacht getrokken door het gejubel van een spelend kind. Het jongetje,
wat niet ouder dan 4 jaar is, loopt in zijn t-shirtje en in zijn blote billetjes, gierend van het
lachen op een paar gevonden slippers, die duidelijk vele maten te groot zijn. Dat het inmiddels
23.30 uur is en dit jongetje nog vrolijk over straat rent, lijkt niemand iets uit te maken. Ik weet
dat zijn moeder hun bedje al heeft opgemaakt, drie portieken naast mijn “luxe” guesthouse. Ik
voel dat mijn adem in mijn keel blijft hangen en besef me dat deze mensen alleen al blij zijn
met het feit, dat het niet koud is en dat het niet regent......
Al starend wordt mijn aandacht getrokken door een heldere ster. Even vraag ik me af of het
een vliegtuig is…..de ster fonkelt zo sterk dat ik het gevoel heb dat het niet echt kan zijn. Mijn
aandacht wordt, door de vreugde kreten van het jongetje, echter weer terug getrokken naar de
straat. Het harde, maar oh zo aanwezige leven.
Als ik later weer opkijk, valt mijn oog direct op de fonkelende ster. Dus toch geen vliegtuig.
Voor een moment ben ik bevangen door de helderheid ervan en een glimlach tovert zich om
mijn mond. Mijn ogen zoeken de hemel af en langzaam zie ik meer sterren die harder lijken te
fonkelen dan ooit tevoren. Wat een schoonheid...... Wat een verschil...
Mijn ogen glijden terug naar de straat. Het harde wezenlijke bestaan. Minuten lang gaan mijn
ogen op en neer van de straat naar de hemel, totdat ik me besef dat ik letterlijk en figuurlijk
tussen deze werelden in zit.
Vervoer
De trein is het meest gebruikte transportmiddel voor de lange afstand in India. Het
treinverkeer wordt door het hele land verzorgd door het overheidsbedrijf de Indian Railways.
Het spoorwegennet doorsnijdt het hele land en heeft een totale lengte van 63.140 km (2002).
Het is een van de grootste en drukste spoorwegennetten ter wereld met dagelijks zo'n veertien
miljoen passagiers en meer dan een miljoen ton vracht (2002). De spoorwegen vormen een
belangrijk onderdeel van de Indiase cultuur.
In verband met een groeiende middenklasse groeit het vliegverkeer in India. De vier grootste
luchtvaartmaatschappijen anno 2008 zijn Air India, Jet Airways, Kingfisher Airlines en Air
Deccan.
Daarnaast heeft India een netwerk van nationale snelwegen, die alle belangrijke steden en
staatshoofdsteden met elkaar verbindt. Verwacht echter niet dat de wegen overal goed zijn.
Vaak krijg je te maken met stoffige en vooral hobbelige zandweggetjes.
In India rijdt men links.
Tekst uit mijn reisverslag:
De treinreis was weer een ervaring op zich. Zoals altijd eigenlijk. Toen ik de coupe binnen
kwam, liep er een aantal Indiase vrouwen moeilijk te doen over de plek. Ze gebaarden naar
boven en ik had er geen probleem mee om mijn benedenbed te wisselen met een bovenbed. Ik
was hartstikke moe en dit gaf me in ieder geval de kans om wat te slapen. Terwijl ik het
bovenbed beklom, kibbelden de vrouwen nog vrolijk verder. Ook tegen mij, maar ik deed net
of ik niks hoorde en ben gaan slapen. In mijn slaap kreeg ik nog mee dat de vrouwen
flinke discussies hadden met mensen die daar wilden gaan zitten, maar ik heb me gewoon nog
een keer omgedraaid. Uren later, toen er iemand bij moest komen om een eind te maken aan
het gekibbel, bleek dat de vrouwen helemaal geen recht van spreken hadden. Ze hoorden daar
niet eens te zitten! Ik moest er wel om lachen. Ze reageerden of het hun coupe was, maar
ondertussen hadden ze niet eens een bed om op te slapen. Dat is India.
Toen iedereen klaar was en langzaam de lampen uit begonnen te gaan, doken er ineens 2
mannen op. Ik bleek op een van hun bedden te liggen. Hij begon veel stampij te maken. Ik
vond het allemaal nogal kostelijk aangezien het ‘upper bed’ naast me nog vrij was, maar nee
meneer moest en zou zijn eigen bed hebben. Vol verbazing wilde ik net mijn spullen pakken
toen de manager van de ‘loopjongens’ zich er mee begon te bemoeien. Uiteindelijk nam de
man geïrriteerd plaats op het bed naast me. Geweldig. Ik heb nog nooit zoveel geïrriteerde
Indiërs bij elkaar gezien.
Eindelijk was het tijd om me te nestelen. Nestelen wil zeggen; het was tijd om me zoveel
mogelijk te omgeven door kledingstukken die van mezelf zijn. De trein is ranzig. Alle bedden
hebben een soort vetrandje in de hoeken van de bedden en het stinkt alsof het al maanden niet
is schoongemaakt. Terwijl je daar zit en om je heen zit te kijken, begint alles spontaan te
jeuken. Niet om het schoon te maken, want daar wil ik niet eens aan beginnen, maar je voelt
de luizen bijna op je over springen. Ik nestel me dan toch liever in mijn eigen vieze kleding.
Daarvan weet ik in ieder geval zeker dat het mijn eigen viezigheid is! Indiërs kunnen echt
smerig zijn. Ergens verbaast me dat. Ze geloven in reïncarnatie en in karma, maar ze denken
er niet over na dat alles wat ze vanuit de trein naar buiten gooien er over jaren nog ligt. Ze
maken de wereld er voor zich zelf niet echt schoner op, zou je zo denken, maar de Indiër is
daar helemaal niet mee bezig. Zij vinden het al heel wat dat de wegen schoon zijn. Dat het
naast de wegen een bende is zien ze niet. De wegen zijn immers schoon…..
Helaas lag ik in de buurt van de toiletten.….. Hoewel ik er niet direct naast lag, kan ik je
vertellen dat dit niks uitmaakt. De trein begon in Bangalore en tegen de tijd dat hij aankwam
in Hubli stonk het ontzettend. Dit houdt in dat er regelmatig een pislucht voorbij komt en hoe
langer de rit duurt hoe indringender de geur wordt. Maar je kan natuurlijk niet alles hebben.
Eigenlijk heb je niks te klagen als je met de trein gaat. Je hebt een eigen zitplek (……), je
hebt een bed om op te slapen, je kan zo vaak naar de toilet als dat je wilt en ze komen de hele
tijd langs om te vragen of je iets wilt. Vooral de “Chaaaaiiiii, chaaaaiiiii, chaaaaiiiii” is erg
populair.
Zodra de eerste mensen de trein uit moeten, dan kan je niks anders dan wakker worden. Ze
zorgen daar wel voor. Zachtjes doen omdat er nog mensen slapen kennen ze niet. Een
zaklamp gebruiken ze ook niet. Alle lampen gaan aan en er wordt door de hele trein
geschreeuwd naar familieleden om te kijken of ze echt wel alles hebben. Als ze zich een
kwartier lang echt heel druk gemaakt hebben en iedereen er om heen wakker is, dan
schuifelen ze naar de uitgang om daar tot de ontdekking te komen dat ze er nog lang niet uit
moeten. Er wordt weer wat heen en weer geroepen voordat ze eindelijk rustig gaan zitten. Dan
begin het zelfde ritueel met de volgende familie. Tja, wie ooit gezegd heeft dat reizen met de
trein saai is, die heeft dan nog nooit in een Indiase trein gezeten.
Voordat je dan de trein uit bent, moet je nog goed je best doen ook. Niemand zal de moeite
doen om je te helpen of je moet het geluk hebben dat er een andere reiziger bij je in de buurt
zit. Als je dan eindelijk bepakt en bezakt in de rij staat om uit te stappen, dan lukt het de
Indiërs nog om je aan de kant te duwen. Wachten is iets waar ze niet echt bekend mee zijn.
Je bent het station nog niet uit en de een na de nader komt vragen of je een taxi of riksja nodig
hebt. Ze zullen altijd zeggen dat de eerst volgende trein of bus pas over een paar uur gaat en
dat je beter met hun mee kunt gaan. Kennelijk zijn er nog steeds mensen die er in
trappen, want ze gebruiken het immers nog steeds. Nadat ik mijn treinkaartje had gekocht,
bleek dat mijn trein nog geen 10 minuten later vertrok.
Voor veel Indiërs is een auto te duur. Overal zie je dan ook Indiërs op veelte oude
brommertjes rondrijden, waarbij je je soms afvraagt hoe het mogelijk is dat ze nog rijden.
Stukje uit mijn reisverslag:
Achter op de scooter de stad in is een hele gewaarwording. Zo zijn er in het verkeer geen
regels. Nou ja, ze zijn er wel, maar ze werken niet. Degene met het meeste lef heeft voorrang.
Iedereen gaat kriskras door elkaar en toetert er op los. Ook voor het toeteren bestaan geen
regels. Je moet gewoon je emotie volgen, nou dat heb ik gemerkt, soms word je er bijna doof
van!
Na een aantal keer achter op gezeten te hebben begon het langzaam te wennen. Ik krijg meer
tijd om te genieten van het straatbeeld en ik moet zeggen dat een brommertje je een heel ander
beeld van India geeft. Het geeft je meer het gevoel om 'onderdeel van' te zijn. Een beetje
spannend is het echter nog wel, eerst maar goed oefenen voordat ik zelf op de brommer stap.
Vol zelfvertrouwen als nieuwe Indiër stapte ik een paar dagen later zelf op de brommer, maar
al snel merkte ik dat de ochtend spits toch wel iets anders is, dan een keertje oefenen om 4 uur
's middags.
Gelukkig had ik het al snel te pakken. Je moet alleen opletten wat er voor je gebeurt en rechts
van je. Voor de rest: nergens naar kijken en maar gaan. Opgelucht haalde ik adem toen ik
bijna bij school was. Nog 1 keer oversteken….. al bleek dat nog niet zo makkelijk te zijn.
Daar stond ik dan, midden op de weg, ik kon niet voor of achter uit. Aan alle kanten werd ik
voorbij gescheurd en nagekeken. Toen ik een gaatje zag om snel over te steken stond ik stil
voor de volgende blokkade……5 koeien die parmantig het straatje in liepen waar ik ook in
moest…..
Kleding
Kleding in India is niet samen te vaten onder een enkele noemer. India is groot, heeft vele
inwoners en kent verschillende klimaatzones. Dit alles heeft erg veel invloed op de kleding
die de mensen dragen. Daarom dragen ze in het noorden meer wol en Kasjmir en in het
zuiden meer katoen, kunststof en zijde. Daarnaast is er ook het verschil tussen arm en rijk,
tussen ouderwets en modern en tussen culturen en religies wat een invloed heeft op de
kleding.
Een aantal authentieke kledingstukken zijn:
-
-
Sari: een lap stof van vijf tot zeven meter lang en één meter breed
Salwar kameez: een kledingstuk dat wordt gedragen door moslima's en sikh vrouwen
Kurta: een lang overhemd dat de mannen dragen
Dhoti: een witte lap stof die de mannen om hun taille knopen en die reikt tot aan hun
enkels. Soms wordt de stof door de benen omhoog getrokken en achter in de boord
gestopt
Longhi: Als de Dothi gekleurd is noem je het een Longhi
Door de rijkere Indiërs wordt ook veel moderne westerse kleding gedragen. Veel van die
kleding wordt in India zelf gemaakt. Sommige merkkleding in India is echt en wordt dan
verkocht in speciale zaken tegen hogere prijzen dan namaakkleding. De onechte kleding
wordt meestal op de markt verkocht.
De rijke Indiërs hebben een wasmachine, maar de meeste Indiërs doen het nog met de hand.
De was gebeurt bij een rivier, openbare kraan of bij een put, waar ze het water met de hand of
met een pomp uithalen. Op een betonnen plaat of vlakke steen slaan en boenen ze de was
schoon.
Waar ik voor mezelf altijd rekening mee probeer te houden is dat mijn broeken of rokken over
mijn knieën komen. Tevens draag ik shirtjes met mauwen en die niet te strak zitten. Verder
heb ik altijd een sjaal bij me om mijn borsten te bedekken. Uiteraard is het allemaal
afhankelijk van de plek waar je zit. In de grote steden zijn ze veel gewend, ook qua kleding,
maar in de kleinere plaatsen wordt het vaak al een ander verhaal. Broeken die ik wijd vindt
zitten, zitten in hun ogen nog strak, enkel omdat ze de vormen van je lichaam blijven zien. Ik
heb er wel eens een discussie over gehad met mijn Indiase vriend. Zelf verbaas ik me er over
dat ze een sari niet sexy vinden, terwijl je vaak hele stukken buik ziet en ook de rondingen
van de borsten naar voren komen. Toch zien zij dit helemaal niet zo. Een sari is voor hun
gewoon, inclusief de blote buik, maar toen ze een keer een streepje van mijn rug zagen toen ik
ging zitten, was er grote paniek om me heen en werd mijn shirt aan alle kanten naar beneden
getrokken. Vaak zullen ze zeggen dat het ze niks uitmaakt wat je draagt, maar ondertussen
heb ik geleerd dat er verschillende situaties zijn geweest waarbij mijn Indiase vrienden zich
enigszins schaamden voor mijn “te strakke” kleding. Persoonlijk ben ik van mening dat als je
in het land van een ander reist dat je respect moet hebben voor hun cultuur, dus ook in het
dragen van je kleding.
Je kan je kleding tijdens het reizen prima laten wassen bij je guesthouse of bij de kleine
zaakjes op de hoek van de straat voor niet al te veel geld. Verwacht alleen niet dat de vlekken
er altijd uitgaan of dat het heerlijk ruikt. Soms lijken er zelfs meer vlekken in te zitten, maar
voor het idee is het weer even schoon. Een andere keer ruikt het heerlijk maar hebben ze alles
bij elkaar gegooid waardoor alles wat licht was, een roze gloed heeft. Wees niet te kritisch en
neem vooral niet je beste kleding mee als je die goed wilt houden (of was het lekker zelf).
Tekst uit mijn reisverslag:
Twee collega’s waren al vanaf dag vier (nadat ik bij hun op school was komen werken) druk
aan het overleggen, wie wat zou meenemen voor de grote metamorfose. Vandaag was het dan
zo ver. Mar in sari. Zelf was ik nog een beetje moe toen ik op school aankwam, maar het
enthousiasme van beide dames sloeg al snel op me over. Eerst werd mijn haar uitgebreid
gekamd. Doe ik in Nederland zo mijn best om mijn haar niet te veel te laten pluizen, hier doen
ze er alles aan om de krullen er uit te kammen. Een ‘ragebol’ beschouwen ze hier juist als
mooi. Gelukkig voor mij dragen de vrouwen het nooit los, aangezien dat te warm is. Terwijl
de een druk bezig was met mijn haar, was de ander bezig met mijn sieraden. Nadat dit er
tiptop uitzag kwam de sari. Onder de sari dragen ze een topje. Ik vind het nogal een benauwd
iets, aangezien het super strak om je lichaam moet zitten. Persoonlijk zou ik kiezen voor wat
losser, maar dat hoort duidelijk niet. Nu snap ik waarom, ondanks mijn mooi voorgevormde
bh werden mijn borsten nog een 5 centimeter gelift. Waarschijnlijk is dit topje de voorloper
van de push-up bh. Tegenwoordig dragen veel vrouwen een bh, maar nog niet allemaal, en
vroeger was dit natuurlijk wel anders. Een beetje tegenstrijdig is het wel. Zowel bij de sari als
bij de churidar dragen de vrouwen een ‘sjaal’ over hun borsten, om te voorkomen dat ze de
mannen hiermee verleiden, maar ondertussen krijgen de borsten wel een ‘lift’. Geweldig al
die tegenstrijdigheden.
Nadat de foto’s gemaakt waren, bleek dat ze nog een sari mee hadden. Weer begon het hele
ritueel opnieuw. Mijn haar werd opnieuw gedaan, andere sieraden en elk stukje stof moest
weer perfect zitten. Ik vond het zelf allemaal erg lachwekkend, maar de vrouwen waar er zo
serieus mee bezig dat ik bijna niet durfde te lachen, omdat ik bang was dat ik de slappen lach
zou krijgen. Het is super lief van ze, dat ze dit allemaal voor me geregeld hebben en ik moet
zeggen dat ik het erg mooi vond staan. Vergeleken met een churidar is een sari een stuk
vrouwelijker, maar echt makkelijk zit het niet. Ik ben gewend om grote stappen te zetten,
maar met al dat stof was dat gewoon niet mogelijk. Ik zie mezelf hier nog niet in een sari
lopen, maar zeg nooit ‘nooit’ (later zou blijken dat ik nog regelmatig een sari heb moeten
dragen voor speciale gelegenheden).
Indiase keuken
In de Indiase keuken wordt veel gebruikt gemaakt van verschillende soorten rijst, granen,
aardappelen, groenten, specerijen en verse kruiden die tot garam massala's (aromatische
mengsels) gemalen worden. De gerechten en de Garam Masala kan per streek verschillen.
Curry's, tandoori’s, tikka's en kofta's die met rijst, roti of met vers brood gegeten worden, zijn
bekende Indiase gerechten. Tevens maakt men veel gebruikt van peulvruchten en kaas
(paneer) en wordt er gebakken in ghee (geklaarde boter) en olie.
De verschillende godsdiensten in India hebben een grote invloed op de Indiase keuken. De
koe is volgens het hindoeïsme een heilig dier en daarom zullen hindoes geen rundvlees eten.
De moslims zullen daarentegen geen varkensvlees eten omdat zij een varken als onrein
beschouwen. Aangezien veel hindoes helemaal geen vlees eten zijn verreweg de meeste
Indiase gerechten vegetarisch. Traditioneel eet men in India met de rechterhand. De
linkerhand raakt het eten nooit aan en wordt als onrein beschouwd.
Tekst uit mijn reisverslag:
Op de dag van vertrek ben ik nog afscheid gaan nemen bij Abisha, mijn vriendin. Ik had al
aangegeven dat ik niet te lang zou blijven en dat ze vooral niet moeilijk moesten doen met het
eten….. In mijn haast had ik ’s morgens geen tijd gehad om te ontbijten en daar was ik nu wel
blij om. Zodra ik binnen kwam kreeg ik een bord ‘maggi’ in mijn handen gedrukt. Maggi is
het merk noodles wat ik bij haar regelmatig kreeg te eten. Uitje erbij, tomaatje, ei en masala
kruiden en je hebt een heerlijk (en niet te duur, want daar voel ik me te ongemakkelijk bij)
bordje avondeten. Avondeten….. Maggi is nou niet echt iets wat ik graag als ontbijt eet, maar
ik wist dat ik ze niet kon teleurstellen….. dapper begon ik aan mijn bord Maggi en ik moet
zeggen dat ik het zelfs nog lekker vond ook. Jammer alleen dat er daarna nog 2 dosa’s achter
aan kwamen. Hoewel ik dat toch best lekker vind is er wel duidelijk verschil tussen de gene
die ze gemaakt hebben en die van Abisha behoren niet tot de lekkerste….. Trots op mezelf dat
ik het uiteindelijk weg gekregen had, kon ik eindelijk opgelucht adem halen….. dacht ik.
Anderhalf uur later gaf, ik aan dat ik bijna weg moest. Meteen kwam het hele gezin in actie.
Ik moest nog even wachten, ze wilde graag nog een visje voor me maken. Mijn argument dat
ik nog vol zat van het ontbijt wat ik net op had, telde niet. Ze wilde dit nog voor me doen of ik
dit alsjeblieft wilde accepteren. Daar zat ik dan. Wachtend op mijn volgende bord eten terwijl
ik nog geen 2 uur daarvoor mijn veelte grote ontbijt naar binnen had gewerkt, maar het
kenmerkt ook de warmte van dit gezin (en veel andere gezinnen in India). Nog geen half uur
later stond er een heerlijke maaltijd voor me klaar bestaande uit rijst, vis, groenten en sambar
met mango. De rest van de dag heb ik niet meer hoeven eten.
Geld
De roepie is de munteenheid van India. Eén roepie is honderd paise.
De volgende munten worden gebruikt: 10, 25 en 50 paise en 1, 2 en 5 roepie. Het papiergeld
is beschikbaar in 1, 2, 5, 10, 20, 50, 100, 500 en 1000 roepie.
Tegenwoordig kan je op veel plekken pinnen, al kan je niet bij elke bank terecht met je pas.
Let hiervoor goed op het logo. Persoonlijk pin ik bijna alles. Houdt er echter rekening mee dat
dit in de kleinere plaatsen niet altijd mogelijk is, veel reizigers maken hierdoor gebruik van
een credit card, travellers cheques of dollars.
Check voor de actuele koers: http://coinmill.com/EUR_INR.html#INR=100
Tip
Voor restaurantjes, guesthouses, mooie plekjes of het reizen van A naar B, kan ik niet anders
zeggen dan: praat met andere reizigers! Al pratende hoor je de meest actuele dingen en
krijg je de beste tips. Uiteraard zullen restaurants of guesthouses die genoemd zijn in de
Lonely Planet er alles aan doen om hun goede naam te houden, maar dingen veranderen snel.
Houd er wel rekening mee dat er verschillende type reizigers zijn, wat voor de een perfect is
kan voor de ander en ware tegenvaller zijn, dus zorg dat je de (voor jou) juiste vragen stelt!
Als vrouw alleen
India is geweldig. Ik geniet er elke keer van, maar er zijn ook momenten die minder leuk zijn,
vooral als vrouw alleen.
Tekst uit mijn reisverslag:
Inmiddels ben ik afgekoeld. Lang leve Skype, zullen we maar zeggen, maar vanochtend vroeg
ik me af welke Indiër ik het eerst neer zou slaan!
Jeetje, wat was ik over de zeik zeg. Grenzen is iets waar de Indiërs moeite mee hebben. Of
liever, waar ze geen rekening mee houden. Al de hele week probeer ik me aan te passen in het
hotel waar ik nu zit. Ik zit in een net hotel, met aardige mensen, warm water (ik wist niet dat
dit zo goddelijk kon zijn!) en elke dag een schone badkamer. Prima zou je denken. De eerste
dagen vond ik het ook nog wel grappig, dat de mannen het maar wat interessant vonden dat er
een Westerse vrouw in hun hotel sliep. Regelmatig stonden ze voor mijn deur als ze wisten
dat ik er was: of ik nog koffie wilde? Zo nee, dan stonden ze later weer voor mijn deur om te
vragen of ik misschien iets te eten wilde. Als mijn reactie hier ook nee op was, dan kwamen
ze later vragen of ze water voor me moesten halen. Ik heb van alles gehoord...... en ook nog
op de meest rare tijdstippen! Ze hebben zelfs een keer voor mijn deur gestaan om 23.45 uur,
ik was toen net binnen en ik kon niet eens reageren zo verbaasd was ik dat ze überhaupt in
hun hoofd haalden om nog bij me aan te kloppen. Toen ik na een paar dagen een briefje vond
met de tekst: I love ouY (??????), moest ik zelfs nog een beetje lachen om de onnozelheid van
deze jonge jongen. Ook toen Deepak (een vriend) de kamer uit gezet werd, ben ik rustig
gebleven. Ik ben immers in een ander land, met andere waarden en normen, maar vanmorgen
gingen ze echt te ver!
Eigenlijk moest ik vanmorgen uitchecken, maar ik had op de een of andere manier niet
kunnen slapen. Ik besloot om mijn kamer bij te boeken voor de rest van de dag, ook al
betekende dit dat ik het hele bedrag moest betalen. Het leek me verstandig om een beetje bij
te slapen, anders zou ik brak aankomen in Hampi en daar schiet ik ook niks mee op. Daarbij
vertrekt mijn trein pas om 22.30 uur en ik denk dat ik me in de loop van de dag behoorlijk
gaar zou gaan voelen. Voor de mannen was het geen probleem. Ik vertelde dat ik niet
geslapen had en dat ik eerst ging bij slapen. Voor de zekerheid hing ik nog even het bordje
"Niet storen" buiten de deur en vol goede moed en met een uitgeput lichaam viel ik weer in
slaap. Om 9 uur werd er op de deur geklopt. Eerst dacht ik nog even dat ik het me verbeelde,
maar er was echt iemand. Ik besloot niet te reageren ze zouden het bordje snel genoeg zien.
Tot mijn opluchting werd er niet voor de 2e keer geklopt. Eindelijk, ze hebben door hoe het
werkt. Dacht ik, want nog geen 10 minuten later ging mijn telefoon. Ik besloot ook deze niet
op te nemen en uiteindelijk viel ik weer in slaap.
Om 11 uur werd er weer op mijn deur geklopt. Geïrriteerd werd ik wakker, maar ik was niet
van plan om open te doen. Op dat moment ging ook mijn telefoon. Ik nam op en gooide
meteen de hoorn er weer op! Zo dacht ik, dan snappen ze het wel. Maar nee, er werd weer op
mijn deur geklopt. 'Leave me alone" riep ik boos, toen ook weer de telefoon ging.
Gefrustreerd nam ik op en er kwam een heel verhaal over mijn 'fan' die kapot was. Ja, dat wist
ik zelf ook wel. Door de hitte had ik vannacht ook niet goed kunnen slapen, maar ik had er
vanmorgen expres geen melding van gemaakt om te voorkomen dat ze het NU wilde
maken....... De schoonmaak manager stond ook nog aan mijn deur te kloppen. De monteur
kwam maar een paar keer per week dus of ze er aub bij mochten. Ik gooide mijn deur open en
toen de manager mij een hand wilde geven draaide ik me boos weg. Ik liep de badkamer in en
heb mezelf daar opgesloten totdat ze weg waren. Ik liep te koken van woede! Hebben ze hier
dan helemaal geen respect voor privacy! De hele week probeer ik me aan te passen en maak
ik grapjes met ze, maar ze moeten me niet gaan behandelen of ik hun vriend ben. Ik ben
verdorie wel een klant! Eentje die moet betalen voor een extra dag en nacht maar die niet de
rust en de respect krijgt die ze zou moeten krijgen! Ik liep te koken en ik liep zowat tegen al
de 4 de muren van de badkamer op....... Ik probeerde me in te prenten dat ik rustig moest
blijven, maar mijn geduld was op. Ik was opgelucht dat ze weg waren, dacht ik, want meteen
stond de manager voor de deur om te vragen of ik koffie of chai wilde. Mijn "NO, PLEASE
GO!" was duidelijk. Terwijl hij zich nog bleef verontschuldigen had ik de deur al dicht
gegooid. Klaar was ik er mee. Snel hing ik het bordje "niet storen" weer op. Opgelucht haalde
ik adem. Nou ja klaar was ik er mee..... als je zag hoe opgefokt ik was dan zou je niet zeggen
dat ik er klaar mee was, maar ze waren weg.........eindelijk.
Tien minuten later werd er weer op de deur geklopt. Woest stormde ik op de deur af, rukte
hem open en ik zag de arme kamerjongen een stap naar achter zetten, "cleaning room,
madam" kwam er met een piep stemmetje uit. Ik zei niks, boos pakte ik het kaartje 'niet
storen' van de deurklink en hield deze voor zijn neus. Terwijl er een nog zachter "oke,
madam" uitkwam, hing ik de kaart weer terug en smeet de deur dicht. Woest was ik op de
manager, waar haalde hij het lef vandaan om deze arme jongen te sturen. Had hem
geïnformeerd over wat er was gebeurt, al ga ik er dan nog van uit dat er een miscommunicatie
was (lees: geen communicatie), maar eerlijk gezegd verdenk ik die vent er van dat hij zelf niet
durfde en daarom deze arme jongen stuurde.
Ik liep te koken en wilde niks liever dan mijn ouders bellen, maar ik vond dat ik mijn woede
zelf maar onder ogen moest komen. Ik moest gewoon even diep adem halen en dan zal de
woede vanzelf wel zakken…..Al na een paar minuten merkte ik dat dit niet ging werken.
Hoewel het hier 11.30 uur was en het dus nog heel vroeg was in NL, kreeg ik tot mijn
opluchting snel een sms terug van mama. Zonder te douchen, eten, make-up enz. snelde ik
naar het internetcafé om te kunnen Skypen. Uiteraard ging ik niet het hotel uit, voordat ik de
man aan de receptie duidelijk had gemaakt dat ik niet gediend was van deze manier van doen.
Hij probeerde zichzelf nog te verdedigen, maar hij had al snel door dat dit niet werkte. Als een
woeste donderwolk liep ik door de straten van Bangalore op weg naar het internetcafé. Tot
mijn opluchting merkte ik dat dit het gros van de Indiërs wel op afstand houdt. Vandaag niet
al te veel opmerkingen of aanrakingen (al heb je er altijd een aantal bij zitten), maar het
straalde dan ook wel van me af dat ik de eerste de beste die een verkeerd woord zou zeggen
een mep zou verkopen. Terwijl ik daar zo woest door de straten banjerde, moest ik ook wel
een beetje om mezelf lachen. Volgens mij moet het een heel grappig gezicht geweest zijn en
ik kon het dan niet laten om af en toe te glimlachen.
Download