Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Als

advertisement
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
lieve mensen,
Als Johannes vertelt over het laatste Pesachfeest van Jezus,
het laatste Avondmaal,
dan geeft hij een bijzondere invulling aan de betekenis van dit feest.
Het Pesachfeest is het feest van de bevrijding.
Het feest van de uittocht uit het diensthuis.
De uittocht uit Egypte,
dat is: het land van dood en slavernij.
Het land van werken tot je er bij neervalt.
Het land waar de angst en de dood regeert,
en waar met geweld een eind wordt gemaakt aan de dromen over een goede
toekomst.
De opdracht tot doden van alle pasgeboren jongetjes,
is daar een gruwelijk voorbeeld van.
Maar in die situatie van angst, dood en uitzichtloosheid,
ontstond een nieuwe toekomst:
Het staat zo beeldend in het boek Exodus:
God zag de ellende van het volk,
hoorde het gehuil en geweeklaag
en trok zich het lijden aan.
Mozes riep de bevrijding uit
en het volk kreeg de kans om weg te gaan.
Opstaan en weg trekken uit de slavernij,
door het water van de Rode Zee,
naar een nieuw leven.
1
Het is de geboorte van een volk,
de geboorte van een nieuwe tijd,
van een nieuwe manier van leven.
Niet meer slaafs en onderdanig,
maar vrij en verantwoordelijk,
mensen als verbondspartners van God.
Mensen op weg naar een toekomst van recht en vrede.
Het vieren van het Pesachfeest is een herinnering aan de uittocht,
het is het vieren van de bevrijding uit het diensthuis van Egypte,
het is het vieren van de vrijheid.
Als rechtgeaarde Jood vierde ook Jezus dit feest.
Johannes vertelt dat Jezus zijn laatste Pesachfeest vierde.
Direct hierna zal hij zelf door de zee van de dood gaan.
En hij zal er volledig in onder gaan,
om daarna als een nieuwe mens weer op te staan:
een nieuwe doortocht.
En bij dit laatste Pesachfeest roept hij zijn leerlingen op om dienstbaar te zijn.
Op het feest van de bevrijding en de vrijheid,
stelt Jezus juist de dienstbaarheid centraal.
Even lijkt het alsof Jezus de klok weer terugdraait:
ging het volk Israël van de slavernij naar de bevrijding,
nu gaat het van de vrijheid naar de dienstbaarheid.
‘gíj zijt verschuldigd
elkaar de voeten te wassen’
Elkaars voeten wassen, dat is slavenwerk.
Dat doe je niet voor je lol.
Is dat vrijheid?
2
Ik denk dat het niet toevallig is dat het verhaal van de voetwassing hier verteld wordt.
Juist door de verbinding met het Pesachfeest,
door de verbinding met het feest van de bevrijding uit de slavernij,
kan duidelijk worden dat de oproep om dienstbaar te zijn,
nooit mag leiden tot een nieuwe vorm van slavernij.
Met andere woorden:
de ene dienstbaarheid is de andere niet.
Het volk Israël was in Egypte geknecht,
gedwongen tot dienstbaarheid, tot slavernij.
En uit die slavernij werden ze bevrijd tot een nieuw leven.
Een verhaal dat model staat,
dat hoop biedt voor alle mensen en alle volken.
Er mag in Godsnaam een eind komen aan alle onderdrukking,
alle slavernij en alle onrecht.
In het groot: tussen continenten, landen, volken en bevolkingsgroepen,
maar ook kleiner:
hoop op een eind aan onrecht en verkeerd gebruik van macht.
In onze samenleving, op het werk, in verenigingen, kerken en gezinnen.
Tot op ons allerindividueelst niveau:
een eind aan alles wat ons onvrij maakt om de mens te zijn,
die we zo graag willen zijn.
Het verhaal van de uittocht is een teken van hoop voor alle mensen.
Hoop op de vrijheid die wacht.
Maar daar blijft het niet bij.
Het volk Israël trok de woestijn in
en kreeg daar de leefregels van God.
Regels om de vrijheid te bewaren en te bewaken.
3
Want de Eeuwige bevrijdt mensen niet tot vrijblijvendheid.
God geeft ons de vrijheid,
zodat wij tot onze bestemming kunnen komen.
Maar wat is die bestemming?
Ik las deze week de volgende zin van Edward Schillebeeckx:
‘God bestemt de mens tot een vrijwillig doen van het goede om het goede.’
Waar het om gaat is dat wij het goede doen,
niet omdat we worden gedwongen,
maar vanuit een eigen keuze voor het goede zelf.
Een keuze in vrijheid,
die we kunnen maken,
omdat we zelf bevrijd zijn.
Een keuze uit liefde,
die we kunnen maken,
omdat we zelf eerst geliefd zijn.
Dat is de weg van Jezus,
die ons wordt voorgehouden:
leven vanuit de bevrijdende liefde,
tot het einde,
tot het uiterste toe.
Dat is een weg van delen van wat je hebt,
van loslaten van wat altijd zo belangrijk was.
Niet omdat het moet,
maar omdat het kan.
Als je weet dat je zelf onvoorwaardelijk en oneindig wordt liefgehad,
dan leer je stukje bij beetje dat je niet meer hoeft te knokken voor erkenning en
waardering.
4
Dan leer je stukje bij beetje te leven in vrijheid,
onafhankelijk van wat anderen van je denken en verwachten.
Dit verhaal raakt de kern, de basis van ons kerk zijn,
ons gemeente zijn.
Van ons mens zijn.
Er moet zo veel en we zijn allemaal zo vreselijk druk.
Ook in de kerk.
En het is geweldig om te zien hoe mensen er in de kerk de schouders onder zetten,
om de boel te laten lopen zoals het loopt.
Ondanks de teruggang in leden en geld,
de teruggang in tijd en energie die mensen in de kerk kunnen stoppen.
Maar de basis van ons kerk zijn ligt niet in het moeten.
De basis ligt in het vieren.
Vieren van Gods liefde voor ons,
die voorafgaat aan alles wat wij doen en zijn.
Vieren van de vrijheid,
de ruimte die we in Godsnaam krijgen om te zijn wie we zijn.
Vieren van de gemeenschap,
omdat we, in al onze verschillen, door God even veel worden liefgehad.
Vieren van de verbondenheid,
omdat we geen lid zijn van een clubje,
maar allemaal op onze eigen manier,
zijn ingegaan op de stem van Gods liefde.
Omdat we allemaal,
ieder op onze eigen manier,
het lichaam,
de tastbare en zichtbare aanwezigheid van Christus in deze wereld vormen.
5
Als we met elkaar de Maaltijd van de Heer vieren,
komt dat allemaal samen:
-
het vieren van het Pesachfeest,
het feest van bevrijding uit de slavernij;
-
de gedachtenis aan het lijden, sterven en de opstanding van de Heer,
die vanuit liefde de weg van het loslaten is gegaan;
-
de eenheid van de gemeente,
want we delen van hetzelfde brood
en drinken uit dezelfde beker;
-
de dienst aan de wereld,
want er is altijd meer dan genoeg over.
Als wij delen,
delen we niet alleen met elkaar,
maar met iedereen die daar behoefte aan heeft.
Als wij dienstbaar zijn,
zijn we dat niet alleen aan elkaar,
maar aan iedereen die een helpende hand nodig heeft.
Wie het geheim van deze dienstbaarheid begrijpt
en dat in de praktijk brengt,
die raakt aan de zin van het leven.
Zalig,
gelukkig ben je
als je dat begrijpt en daarnaar handelt.
In de naam van de Vader,
de Zoon en de Heilige Geest
6
Download