Samenvatting geschiedenis les 3: het Christendom Je hebt mannelijke en vrouwelijke monniken. De vrouwelijke monniken noemen we nonnen. Monniken en nonnen leefden in hun eigen kloosters. De monniken verzorgden zieken, brouwden bier, bewerkten akkers rond het klooster en schreven onder meer boeken over. Dat ging allemaal met de hand. De eerste letters van een hoofdstuk maakten ze heel mooi. Dat waren op zich al kunstige schilderwerken. Omdat ze klein waren heten dergelijke versieringen miniaturen. Je moest voor het overschrijven van een boek veel geduld hebben. Vandaar de term monnikenwerk. Karel de Grote Karel de Grote leefde rond het jaar 800. Hij heerste over heel West-Europa. Hij reisde veel, zodat hij regelmatig kon overleggen met vrienden die land van hem te leen hadden gekregen. Een ander voordeel was, dat hij op die manier zijn hofhouding van eten kon blijven voorzien. Karel gaf land te leen, maar dat ging niet voor niets. De leenmannen moesten in tijden van oorlog soldaten leveren en zelf meevechten. Karel de Grote was zelf een christen. De paus had hem tot keizer gekroond. In die tijd lazen weinig mensen de bijbel, want die was in het Latijn, de taal van het Romeinse Rijk, geschreven. Bovendien waren er maar weinig bijbels, want ze werden nog met de hand overgeschreven.. In die tijd kon je bij de katholieke kerk een aflaat kopen, waarmee je verzekerd was van een plaatsje in de hemel na je dood. De mensen gingen anders denken Galilei, een Italiaanse geleerde, ontdekte, dat de aarde om de zon draaide. De kerk vond dat onzin, omdat in de bijbel staat, dat het precies andersom was. Galilei mocht zijn mening hierover niet meer verkondigen van de kerk. Maarten Luther en Johannes Calvijn waren tussen 1500 en 1600 de belangrijkste kerkhervormers. Calvijn, een Fransman, kreeg vooral aanhang in Nederland. Calvijn vond dat de mensen hard moesten werken en zuinig moesten leven. Als je het daardoor goed had, was dat een bewijs dat God met je was. Hij had ook niets met feestvieren en vrolijkheid. Luther en Calvijn protesteerden tegen de katholieke kerk, omdat de bisschoppen en priesters een veel te luxe leven leidden. Ze vonden het verkopen van aflaten verkeerd. Karel V was in die tijd de baas in Duitsland, Spanje en Nederland. Hij beschouwde Luther als een groot gevaar voor de eenheid van zijn rijk. Daarom vond hij het niet erg, dat protestanten tot de brandstapel veroordeeld werden. Zijn zoon Filips II was daar nog veel fanatieker in. Jaartallen Ca 800: de tijd van Karel de Grote. Ca 1450: Johannes Gutenberg vindt de boekdrukkunst uit. In Nederland dacht men lang dat Laurens Janszoon Coster de uitvinder was. 1492: Christoffel Columbus ontdekt Amerika. Ca 1500: Galileo Galilei ontdekte, dat de aarde rond de zon draait. 1517: Maarten Luther begint met zijn werk als kerkhervormer Ca 1530: Karel de Vijfde heerst over Duitsland, Oostenrijk, Italië, Spanje, Nederland en België. Ca 1570: Willem van Oranje leidt de opstand tegen Spanje.