Paragraaf 9.1 * Kenmerkende aspecten: Het voeren van twee

advertisement
Paragraaf 9.1
* Kenmerkende aspecten: Het voeren van twee wereldoorlogen, en: verwoestingen op niet eerder
vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij
oorlogvoering.
1914: spanningen in Europa leidden op
4 augustus 1914: begin eerste wereldoorlog
2 blokken:
- de centralen: - Duitsland
- Oostenrijk-Hongarije
- de geallieerden: - Rusland
- Frankrijk
- Engeland
Neutrale landen: - Nederland
- Spanje
- aantal kleinere landen
- troepen werden uit koloniën gehaald
- 2 eindeloze loopgravenstelsels door Frankrijk en Vlaanderen
West-Front: in Frankrijk en Vlaanderen
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije – Engeland, Frankrijk
Oost-Front: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije – Rusland, Servië
BalkanFront: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Turkije, Bulgarije – Rusland, Engeland, Frankrijk,
Roemenië, Servië, Griekenland, Montenegro
Italiaanse Front: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije- Italië, Engeland, Frankrijk
Technische vernieuwingen Duitsland:
Duikboten -> Amerika 1917
Gifgas -> gasmaskers
Tanks & gevechtsvliegtuigen -> onvoldoende ontwikkeld
1917: Revolutie in Rusland
- Communisten kwamen aan de macht
November 1918: Paniek in Duitsland
- Keizer vluchtte
- Socialisten riepen republiek uit
--> 11-11-1918 om 11:00 wapenstilstand
Paragraaf 9.2
*Kenmerkende aspect: de crisis van het wereldkapitalisme
1929: economische wereldcrisis
-> verarming, werkloosheid en wanhoop
1900-1914 + 1920: “roaring twenties”
- welvaart nam in de westerse wereld toe
1928: helft Amerikaanse gezinnen heeft auto
24 oktober 1929: zwarte donderdag
- paniek op de effectenbeurs in New York
- Fors gestegen aandelenkoersen daalden ineens pijlsnel tot in 1932
Motto Amerika: Live now, pay later
Door alle geldleningen gingen duizenden banken failliet
- landbouw en industrie verkocht niks meer
1932: ¼ beroepsbevolking werkloos
- geen sociale zekerheid
Beeld bij de crisis:
- overtollige voorraden
- gesloten fabrieken
- massale werkloosheid
- dalende koopkracht
1930: vrijhandel en staatsonthouding
1932: bijna stilstand wereldeconomie
1933: Roosevelt “New deal” ( dit programma kwam erop neer dat de overheid op grote schaal ingreep
in de economie)
- sociale uitkeringen
- miljoenen dollars in openbare werken
1938: nog maar 9 miljoen werklozen in VS
Dieptepunt NL: 1935/1936
20% bevolking zonder werk
Sovjet-Unie: enige land zonder drastische werkloosheid
Paragraaf 9.3
* Kenmerkende aspect: het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën: het communisme en
nationalisme
1917: ontstaan 3 totalitaire ideologieën
1. het communisme
2. het fascisme
3. het nationaalsocialisme
1. Communisme: radicale politieke stromingen die het bezit van de productiemiddelen wilt afschaffen
1917: in Rusland greep de marxist Lenin de macht
-> 1922: revolutie in Rusland
2. Fascisme: verzamelnaam voor extreem nationalistische ideologieën en stromingen die geweld
verheerlijken, antidemocratisch en anticommunistisch zijn en de nadruk leggen op krachtig
leiderschap
“zwarthemden”
1922: Mussolini (leider fascisme) werd door de koning benoemd tot regeringsleider
-> totalitaire dictatuur
3. Nationaalsocialisme “Nazisme”
- variant van het fascisme
- stelde de rassenleer voorop
Adolf Hitler leider Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij (NSDAP)
1923: pleegde mislukte staatsgreep
1933: Adolf werd regeringsleider
-> alleenheerschappij
Fascisme – staatsmacht
Nationaalsocialisme – rassenleer
Communisme – arbeidersklasse
- communisme: de hamer en sikkel
- Nationaalsocialistisch: hakenkruis
Hitler -> führer
Stalin -> vozjd (baas) (opvolger Lenin)
• hun bevelen moesten blind worden
gehoorzaamd
“Befehl ist befehl”
- geen individuele vrijheid
Verschillen nazi-Duitsland en Sovjet-Unie
nazi-Duitsland:
- bedrijfsleven bleef bestaan
- iedereen moest meewerken aan de nazistaat
- leven niet slechter als voor 1933
- industriestaat
- duizenden tegenstanders van het regime vermoord
- tienduizenden verdwenen in kampen
Sovjet-Unie:
- afschaffing particulier eigendom
- nam tientallen miljoenen boeren hun land af
- Rusland veranderde van agrarisch naar industrie in recordtempo
- Miljoenen tegenstanders vermoord en naar werkkampen gestuurd
- Iedereen kon worden afgevoerd d.m.v. verdachtmakingen of werden door bijvoorbeeld familie,
vrienden of kennissen aangeven als “verraders”
Paragraaf 9.4
* Kenmerkende aspect: de rol van het moderne propaganda- en communicatiemiddelen en de vormen
van massaorganisatie
Propaganda: verspreidden van ideeën en daardoor beïnvloeden van meningen
Door middel van:
- vlaggen
- vaandels
- verspreidden posters
- verheerlijken van de eigen leiders
- schilderen hun eigen ideologieën zo positief mogelijk en die van de tegenstander zo negatief
mogelijk
- propagandafilms
- nieuwe communicatiemiddelen zoals radio en het bioscoopnieuws
• door de propaganda kon Hitler het volk makkelijk en snel beïnvloeden
Duitsland: Hitlerjugend: alle jongens van 14 t/m 18 jaar werden hier lid van en moesten hun tijd in
georganiseerd verband door brengen, daar kregen ze bruine hemden en een dolk met als opschrift
“bloed en eer” en leerden ze vechten en marcheren.
Sovjet-Unie: Komsol: de vrije tijd van de jongeren werd opgeëist doordat ze in “cultuurpaleizen”
konden dansen, film kijken en verder vermaakt werden. Hun vakanties brachten ze door in
vakantiekampen waarin ze ook weer politiek werden gemanipuleerd.
Paragraaf 9.5
* Kenmerkende aspect: Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
1919: India stond op het randje van een opstand
Leider: Mahatma Gandhi
- westers opgeleidde advocaat
- hij leefde als een hindoeïstische heilige
- diep spiritueel geloof in de hogere kracht van liefde en waarheid
- streefde naar vestiging nationale staat met gelijke rechten voor iedereen
- was tegen de industrialisatie “symbool oorzaak Britse overheersing.
Soorten verzet:
- aanmoediging gebruik traditionele spinnenwiel en weefgetouw
- geweldloos verzet -> negeren van Britse wetten en bevelen
Nederlands-Indië:
* Lenin had de koloniale volkoren opgeroepen zich te verzetten tegen de koloniale onderdrukking
1926: Indonesische communistische partij organiseerde stakingen en een complete opastand
Nederlanders -> paniek!! “Blanken worden afgeslacht”
-> - duizenden mensen werden opgepakt
- honderden werden zonder proces verbannen naar Nieuw-Guinea (concentratiekamp Boven-Digoel)
1927: Oprichting Partai Nasional Indonesia (PNI)
Partijleider: Soekarno
1929: Economische wereldcrisis had als gevolg dat in 1933 het marine personeel door
salarisvermindering massaal aan muiten sloeg
 - harde aanpak koloniale bestuur
- Soekarno en andere nationalistische leiders werden verbannen
- Strenge censuur
- Politie kreeg bevoegdheden om verdachte “elemenenten” te arresteren en vergadering uiteen te
jagen.
Paragraaf 9.6
* Kenmerkende aspecten: Het voeren van twee wereldoorlogen, en: verwoestingen op niet eerder
vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij
oorlogvoering.
22-11-1939: Hitler heeft het plan Polen binnen te vallen
1-9-1939: Hitler valt Polen binnen
Voorjaar 1940: Duitsland valt Nederland, België en Frankrijk(5 weken) binnen
Battle of Britain: luchtoorlog tussen Duitsland en Engeland boven Zuid-Engeland
Augustus 1939: Duivelspact tussen Sovjet Unie en Duitsland
22 juni 1941: operatie Barbossa (Duitsland van Sovjet-Unie binnen)
23 juni 1941: Japan valt Pearl harbour aan
-> Duitsland verklaart VS de oorlog
31-januari 1943: Duitsland geeft zich over in Stalingrad (Rusland)
6 juni 1944: westelijke geallieerden landen op Normandië
30 april 1945: Hitler pleegt zelfmoord
2 mei 1945: Berlijn valt
9 mei 1945: overgave van Duitsland
Eerste wereldoorlog: 1914-1918: bijna alle slachtoffers zijn militairen
Tweede wereldoorlog: 1939-1945: helft was burger (6 x zo hoog dodenaantal)
Leningrad (st. Petersburg)
- beleg 900 dagen -> overlijden 1 miljoen inwoners
- 5,7 miljoen sovjet soldaten als krijgsgevangene -> 3.3 dood door honger
- Totaal 27 miljoen inwoners overlijden
Wraak:
- januari 1945 moordend en plunderend door Duitsland
- miljoen Duitse vrouwen werden verkracht
1942: Keulen wordt door de Britten verwoest door een bom
1943: Hamburg wordt door brandbommen verwoest -> 43000 doden
6-11-1945: Atoomboom van de VS op Hirosjima (Japan)
9-11-1945: Atoombom op Nagasaki
Paragraaf 9.7
* kenmerkende aspect: Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de
Jodenhaat.
1933: Joden mogen geen ambtenaar meer zijn
19335: seks tussen joden en Duitsers is wettelijk verboden
9 op 10 november 1938: de kristalnacht: in heel Duitsland worden synagoge en joodse winkels en
huizen geplunderd. Honderden joden werden vermoord.
De SS: anti-joods beleid die het “joden probleem” in het geheim en systematisch moesten oplossen
20-1-1942: In Berlijn aan de Wannsee
Eindoplossing: alle joden zouden naar het oosten (Polen) worden getransporteerd en daar worden
vernietigd d.m.v. blauw zuurgas Zyklon-b
Paragraaf 9.8
* kenmerkende aspect: De Duitse bezetting van Nederland
10 mei 1940: Duitsers vallen Nederland binnen.
- 5de dag capitulatie, Rotterdam werd gebombardeerd
-> regering inclusief Koningin Wilhelma vlucht naar Londen.
* Hoogste machthebber: de SS-er Seys Inquart
Zomer 1940: oprichting Nederlandse Unie
- 800.000 leden
- Nederland vernieuwen
1941: Verbod op Nederlandse Unie
-geen soldaten aan het oostfront
Waarom verzet:
- Joden werden weggevoerd
- 300.000 mensen weg uit de kuststrook-> verdedigingslinie
- half miljoen mannen als dwangarbeider naar Duitsland -> 350.000 duiken onder om dat te
voorkomen
- auto’s en fietsen werden in beslag genomen
- inleveren van radio’s
- tekort aan zeep, textiel en schoenen
- Duitsers gedroegen zich steeds barser
September 1944: geallieerden bevrijden het zuiden maar blijven steken bij de grote rivieren
Utrecht + Holland -> Hongerwinter 1944
-> duizenden overlijden aan kou en honger
- mensen bleven dagenlang in bed liggen
- stookten alles op: bomen, interieur, spoorbielzen
- geen verkeer, treinen
- overal puin, er werd geen vuilnis meer opgehaald
- geen school
Mei 1945: Bevrijding heel Nederland
- 250.000 miljoen doden
- ¼ huizen waren verwoest of beschadigd
- 60% van de rails was opgebroken, grote bruggen vernield en de grote havens waren vernield.
Download