File - Proefwerkweek 3

advertisement
VRAGEN STENCIL BIJ VIDEO
- de Griekse beelden en beeldhouwwerken zijn zo verspreid over het middellands zeegebied
omdat de Grieken zich buiten het geboorteland vestigden en omdat de Romeinen deze kunst
verzamelden en namaakten.
- de Grieken vonden dat mensen gecreeërd waren naar het evenbeeld van goden.
- het eiland Delos was belangrijk in de Oudheid omdat het een goddelijk eiland was want
Apollo en Artemes waren daar geboren; omdat er goden werden vereerd; omdat de
Dellische Attische Zeebond daar zetel had.
- in Delphi zat het Orakel, daar werden de goden om advies gevraagd.
- het Parthenon bestaat uit: de geboorte van Athena uit het hoofd van Zeus; mytische
gevechten tussen mensen en centauren; een optocht ter ere van Athena met de meeste
Atheners op paarden.
- een tempel is het huis van een godheid, de kerk is een huis voor gelovigen.
- Perikles was een belangrijke staatsman die leiding gaf aan Athene, en hij gaf ruimte en
opdrachten aan kunstenaars en filosofen.
- binnen het Griekse toneel zag je nooit het gezicht van een acteur, er waren geen individuele
rollen, en geen actrices.
- de Grieken vervaardigden kunst voor een doel of functie. Ons west-europees denken over
bijvoorbeeld de staatsinrichting komt uit Griekenland, toneel en theater en bouwkunst
hebben wij ook van de Grieken.
Oudste Griekse beelden (600-500 v. Chr)
dof gezicht, grote ogen, frontale pose, simpele
inkepingen, symetrisch, glimlach
Klassieke beelden (5e eeuw v. Chr)
a-symetrische vormen, serieuze gezichtsuitdrukking, goeie anatomie (ideaal mensbeeld)
Hellenistische kunst
harmonie/plechtigheid/ingetogenheid ver-dwijnt,
grotere spierbundels, ouderdom, hartstocht,
opdringerig naakt
- de Myceense beschaving bestond van 1600 tot 1200 v. Chr. Volk in griekenland wat contact
had met Kreta. Ze waren krijgshaftig en rijk. Ze bouwden burchten en paleizen en
ontwikkelden schrift voor de administratie. De handel neemt toe en in 1500 v. Chr wordt
Knossos veroverd. In 1200 v. Chr gaat deze beschaving ten onder. De economie is zwak, er
is onderlinge rivaliteit tussen de vorsten, en er zijn vijandelijke invallen. De grieken
beschouwen deze beschaving als oorsprong van hun cultuur.
- het bestuur in de Myceense tijd was eerst in handen van een koning. In de donkere eeuwen
worden dat Poleis met een aristocratie (rijksten). Door kolonisatie gaat het goed met de
handel>door goede handel meer sociale verschillen>tirannen aan de macht. Na de tirannen
ging met terug naar aristocratie en democratie.
- Sparta had een uniek bestuur: democratie, aristocratie en monarchie in één. Zo kwamen alle
voordelen naar voren in het bestuur.
PALEIS OP DE DAM-OPDRACHTEN
- de vier gebieden van KCV zijn>
1. Verhalen uit de Grieks-Romeinse mythologie en geschiedenis
2. Griekse en Latijnse toneelstukken
3. Grieks-Romeinse beeldende kunst
4. Grieks-Romeinse bouwkunst.
Paleis op de dam gaat vooral over 3+4. De aspecten die een deel uitmaken van dit thema zijn:
*de manier van denken in de Oudheid over goden en de samenleving en de omgang daarin
*de manier waarop mensen in latere tijd met de klassieke culturele erfenis zijn omgegaan.
- de moeder van Perseus was Danaë
- Ovidius leefde in de tijd van Augustus > 53 vC - 17 nC
- Slang die in eigen staart bijt symboliseert eeuwigheid, slang met appel symboliseert zonval (hemel
en aarde), slang die zich opstelt is dat wijze mensen zich voorbereiden op wat komen gaat.
- Pygmalion was een beeldhouwer die een vrouw afbeelde. Hier werd hij verliefd op, hoewel dit een
onmogelijke liefde is. In de 20e eeuw maakte Frederick Loewe iets dergelijks na met de musical My
Fair Lady. Hierin ‘vormt’ een engelsman een meisje van de straat tot een dame en wordt verliefd op
haar. Ook dit is onmogelijke liefde.
- Marcus Curius heette Dentatus omdat hij met tanden werd geboren.
- 16e eeus>renaissance>wedergeboorte van de Oudheid. Kunst en cultuur uit de Oudheid wordt weer
populair. Oordeel van Paris is populair omdat men hierdoor naakte figuren kan schilderen. Het is een
verhaal uit de Oudheid, en dus populair in de renaissance.
- Architect van Paleis op de Dam was Jacob van Campen. Hij kreeg de opdracht omdat hij van
patriciërs kwam en uit zijn ontwerpen bleek de verdieping in de Grieks-Romeinse cultuur. De
meester-beeldhouwer was Artus Quellinus. Het PodD werd afgemaakt in oktober 1648. Redenen>
moest het oude te kleine stadhuis vervangen, Amsterdam was gegroeid dus had het een groter
stadhuis nodig, men verdiende veel geld in de handel (Gouden Eeuw), 80jarige oorlog was ten
einde. Het nieuwe stadhuis moest politieke, economische en culturele aspiraties van Amsterdam
uitstralen. Hiervoor gebruikte men de Grieks-Romeinse cultuur; om hetzelfde effect als Rome te
krijgen.
- Niet iedereen was even blij met de bouw van het Paleis omdat de binnenstad plaats moest maken
voor zo’n groot gebouw. Ook werd het deels bekostigd door belastingen. Een argument voor was
juist dat het een investering in de stad was en dat het de groei en de handel zou bevorderen.
- Imitatio is het nadoen van klassieke meesters. Dit probeerde amsterdam door het
bestuur van Rome te kopieëren.
-Aemulatio is iets extras toevoegen aan klassieke
meesters.
1=
2=
3=
4=
5=
6=
Cella (ruimte voor godenbeelden in de tempel)
portaal (hoef je niet te kennen)
zuilengallerij/peristylium
architraaf
fries
tympanon
1=
2=
3=
4=
5=
6=
zuil
kapiteel
architraaf
fries
triglief
metoop
De verticale groeven in de zuilen heten Canneluren. Deze
moeten het idee geven dat zo’n zuil niet uit losse blokken
bestaat maar uit 1 geheel.
- In NL had men in 1650 een republiek met de rijksten en aanzienlijksten (oligarchie) aan de macht.
Amsterdam had toen 4 burgemeesters die ook werkzaam waren in handel en financiën. De stad was
een stadstaat> zelfstandig en hield zich niet aan het landelijk bestuur. Het bestuur van Nederland
lijkt op de gemengde constitutie van Cicero (=romeinse republiek) + oligarchie.
- Volgens Herodotus is het voordeel van democratie dat het volk dan ook wat te zeggen heeft, maar
van de andere kant mogen ook domme mensen stemmen. Als er een democratie zou zijn kun je
beter een paar van de besten naar voren brengen en die laten besturen (oligarchie) zodat het
bestuur ook geleidt wordt. Daaruit zal uiteindelijk weer iemand naar voren komen die de macht
grijpt (monarchie). Waarom zou je dan niet gewoon beginnen bij een monarchie?
ATHENE
SPARTA
Volksvergadering/Ekklesia (Phylen, loting
voor de raad van 500)
Raad van 500 (doet wetsvoorstellen aan
volksvergadering)
Dagelijks bestuur
2 Koningen (ook legeraanvoeders, weinig
macht)
5 Ephoren + Gerousia (raad van ouderen
>60)
Volksvergadering/Apella (advies aan de zelf
gekozen Ephoren)
-GRIEKEN:
Myceencse beschaving 1600-1200 v.C> goeie beschaving door contact met Kreta/bestuur door
krijgshaftig volk vanuit burchten/Doriërs vestigen zich in Griekenland.
Donkere eeuwen 1000-750 v.C> slechte cultuur/handel, weinig activiteit binnen kunst enz.
Archaische tijd 750-500 v.C> kunst-economie-cultuur bloeien/Poleis ontstaan/kolonisatie+
expansie/Griekse steden ontstaan aan westkust AGV kolonisatie en daar begint de filosofie ook.
Klassieke periode 500-323 v.C> hoogstaande cultuur/overwinning grieken op perzen in 490-479
v.C/Peloponnesische oorlogen tussen Sparta en Athene/ondergang vrije staten 440-438 v.C/ Sparta
verslagen in 371 v.C/Athene verslagen in 338 v.C door Phillippus van Macedonië.
Alexander de Grote 336-323 v.C> koning van Macedonië/rijk van Balkan tot Indus(india)
Hellenisme> rijk Alexander uiteen/Griekenland ingelijfd door Romeinen (146 v.C)
-ROMEINEN:
Koningstijd 753-509 v.C> Rome behoort tot Etruskisch machtsgebied/koningen
Republiek 500-27 v.C> aristocratie/oligarchie (later ook in de republiek vd 7nl)/senatoren willen
gloria et dignitas-eigen eer en roem- en veroveren stukken Italië/270v.C heel Italië onder bestuur
van Rome/264-146v.C Punische oorlogen tegen Carthago, Rome wint/44v.C moord op Caesar.
Keizertijd 27v-476 n.C> Augustus was de eerste keizer/383N.C Christendom wordt
staatsgodsdienst/ 400N.C Romeinse Rijk opgedeeld in Oost en West/476N.C laatste keizer afgezet
door Germaanse generaal.
-3 bestuursvormen> Monarchie - Aristocratie/Oligarchie - Keizerrijk/Monarchie
- Plato vindt dat mensen leven in een eigen wereld, hun eigen werkelijkheid. Volgens Plato is dat een
grot waarin ze gevangen zitten. Filosoferen zorgt voor de opgang van de geest naar de wereld van
het denken (de ideeënwereld. Alles wat wij op aarde zien zijn afspiegelingen uit de ideeënwereld)
- Sofisten waren rondtrekkende leraren die mensen leerden op overtuigende wijze te spreken. Dit was
in Athene ten tijde van de democratie nodig om mensen te kunnen overtuigen. Sofisten vinden dat
objectieve kennis niet mogelijk is. Want al onze kennis is een verzameling subjectieve voorstellingen
en meningen.
- Protagoras was een soort sofist. Hij zei ook dat objectieve kennis niet mogelijk is want de waarheid
is subjectief. Het gaat er niet om dat we de waarheid vinden, maar om anderen te overtuigen van
jouw waarheid.
- Socrates vond dat de waarheid wel objectief was en dat het de taak van de mens was dit te
achterhalen. Er zijn algemeen geldende definities voor wat bijvoorbeeld goed of slecht is. Socrates
voerde gesprekken met mensen om hen deze definities te laten vinden.
Download