POLITIEKE PARTICIPATIE VAN TURKSE EN MAROKKAANSE BELGEN IN ANTWERPEN EN BRUSSEL RESULTATEN VAN HET TIES – TWEEDE GENERATIE ONDERZOEK RAPPORT VOOR DE STAD ANTWERPEN Marc Swyngedouw - Fenella Fleichman - Karen Phalet - Gülseli Baysu Instituut voor Sociaal en Politiek Opinieonderzoek (ISPO) – K.U. Leuven Centrum voor Sociale en Culturele Psychologie (CSCP)– K.U. Leuven Dit project wordt ondersteund binnen het actieplan Wetenschapscommunicatie, een initiatief van de dienst Sociale Netwerken van de stad Antwerpen 1 Inhoud DEEL 1: POLITIEKE PARTICIPATIE 1. Interesse in nieuws 1.1. lokaal nieuw 1.2. Belgische politiek nieuws 1.3. Politiek nieuws uit Turkije en Marokko 2. Stemgedrag 2006 2.1. Gestemd in 2006? 2.2. Lijststem of voorkeurstem 2.3. Stem voor kandidaat van etnische afkomst 2.4. Stem voor vrouwelijke kandidaa 2.5. Stemgedrag bij gemeenteraadsverkiezingen 2006 3. Belangenbehartiging door etnische of ‘Belgische’ politici 3.1. Algemeen belang 3.2. Belangen etnische minderheden 4. Politieke kennis 5. Links – Rechts? 5.1. Algemeen links – rechts 5.2. Ethisch progressief – conservatief 5.2.1. Recht op abortus 5.2.2. Recht op euthanasie 5.2.3. Homoseksuelen recht op adoptie 6. Weinig of Geen vertrouwen in politieke en sociale instellingen 6.1. Vertrouwen in de politie? DEEL 2: GEPOLITISEERDE MOSLIMIDENTITEIT: STEUN VOOR DE POLITIEKE ISLAM EN POLITIEKE ACTIE EN DE ROL VAN RELIGIEUZE IDENTIFICATIE EN ERVAREN DISCRIMINATIE (Antwerpen, Brussel, Amsterdam, Rotterdam en Stockholm) 2 Inleiding In het zogenaamde TIES (The Integration of the European Second Generation) onderzoek werden in de stad Antwerpen en in het Brussels Hoofdstedelijk gewest een representatief staal van Turkse en Marokkaanse Belgen van de zogenaamde 2e generatie bevraagd over allerlei onderwerpen die te maken hadden met het participeren in de Belgische samenleving1. We beperkten ons hierbij tot jongeren tussen de 18 en de 35 jaar waarbij minimaal een van de ouders afkomstig was uit Turkije of Marokko. Waar mogelijk vergeleken we deze jongeren met een steekproef van zogenaamde autochtone Belgen van dezelfde leeftijdsgroep die woonachtig zijn in dezelfde wijken als de Turkse en Marokkaanse Belgen. In dit rapport bekijken we hun participatie aan het politiek leven in Antwerpen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De vergelijking met Belgen die in dezelfde wijken wonen heeft tot doel om overculturalisering tegen te gaan. Is iets typisch voor de Turkse of Marokkaanse Belgen van de 2e generatie of iets algemener dat voor alle jonge inwoners van die stadwijken geldt? In het laatste geval heeft het dan meer met woonomgeving en klassenafkomst te maken dan met etnisch culturele kenmerken. We vergelijken dus niet met alle autochtone Belgen van Antwerpen en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 18 tot 35 jaar, maar enkel met hen die ook in de wijken wonen waar de Turkse en Marokkaanse 2e generatie woonachtig is. We bekijken politieke participatie zeer ruim. We starten met de interesse in nieuws, lokaal en nationaal politiek nieuws en gaan ook na in welke mate Turkse en Marokkaanse Belgen gericht zijn op het politieke gebeuren van het land van herkomst van hun ouders. Vervolgens gaan we na hoe er gestemd werd bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. Heeft men gestemd; heeft men voor etnische kandidaten gestemd; komen vrouwen in aanmerking voor een voorkeurstem; en ten slotte, voor welke partijen heeft men gestemd? Wie kan de belangen effectief behartigen als het over het ‘algemeen belang’ en over de ‘belangen van de etnische minderheden’ gaat? ‘Allochtoon’ of ‘autochtoon’ Belgische politici of beiden even goed? Om efficiënt politici te belonen of af te straffen voor het gevoerde beleid is een minimum vereiste dat men weet welke politieke partijen de coalitie vormen. In welke mate kent men deze basis informatie? 1 Voor een uitgebreide beschrijving van de exacte steekproeftrekking en methodologie van het onderzoek, zie Vandezande e.a. Perceptie van ongelijkheid van kansen in de Turkse en Marokkaanse tweede generatie, ISPO: K.U.Leuven, 2010 http://soc.kuleuven.be/ispodownload 3 Zijn Antwerpse en Brusselse jongeren van autochtone, Turkse of Marokkaanse herkomst algemeen gesproken politiek links of rechts georiënteerd; en zijn zij ethisch progressief of conservatief? Tot slot van dit eerste deel gaan we na in hoeverre de Belgische politieke en sociale instellingen het vertrouwen genieten van verschillende groepen jongeren in beide steden; en in welke mate de 2e generatie jongeren de instellingen in het land van herkomst van hun ouders vertrouwen. In het tweede deel rapporteren we een studie over de verbanden tussen politiek en religie bij de 2e generatie jongeren van Turkse en Marokkaanse afkomst. We vergelijken daarbij Antwerpse jongeren met jongeren in Brussel, Rotterdam, Amsterdam en Stockholm. In welke mate moeten volgens hen religieuze opvattingen de politiek aansturen; en hoe houden deze opvattingen verband met hun moslimidentiteit en met ervaren discriminatie? 4 1. Interesse in Nieuws Een eerste element – en bijna een conditio sine qua non – om politiek te kunnen participeren is om op de hoogte te zijn van het lokale en het nationale politieke nieuws in België. Wie het nieuws niet volgt heeft meer moeilijkheden om zich een onderbouwde (politieke) mening te vormen en om te zien welke partij welke standpunten verdedigt. Indien gewenst kan deze informatie richting geven aan de politieke actie en het stemgedrag. Merk op dat vet gedrukte percentages enkel ter ondersteuning van de boodschap in de tekst bij de tabellen zijn bedoeld. 1.1 Volgen van lokaal nieuws Tabel 1: Volgen lokaal nieuws volgens geslacht, afkomst en stad % rijpercentages Het nieuws over [Antwerpse/ Brusselse] lokale politiek Geslacht Afkomst respondent Man Autochtonen Turkse afkomst Marokkaanse stad stad stad afkomst Vrouw Autochtonen Turkse afkomst Marokkaanse afkomst stad stad stad Nooit Antwerpen Frequent 3,1% 34,3% Brussel 14,8% 11,6% Totaal 8,5% 23,7% Antwerpen 1,1% 33,7% Brussel 17,1% 12,3% Totaal 7,7% 24,9% Antwerpen 2,2% 42,4% Brussel 13,8% 14,7% Totaal 7,3% 30,1% Antwerpen 2,6% 26,0% Brussel 14,7% 4,3% Totaal 8,1% 16,2% Antwerpen 6,1% 27,2% Brussel 11,0% 9,2% Totaal 8,0% 20,1% Antwerpen 3,2% 41,8% Brussel 18,1% 7,9% Totaal 9,7% 27,0% 5 Hoewel bijna iedereen wel eens het lokale nieuws volgt, doet slechts een minderheid van zowel allochtone als autochtone jongeren dat met enige regelmaat. Vrouwen volgen minder frequent het lokale politieke nieuws dan mannen, met uitzondering van de Marokkaanse vrouwen in Antwerpen. Daarenboven is er een duidelijk stadseffect: in Brussel is de interesse in het lokale nieuws opmerkelijk lager dan in Antwerpen. De verschillen tussen de etnischculturele groepen duiden op een opmerkelijk grotere interesse in het lokale nieuws bij de Marokkaanse Belgen in Antwerpen (42% volgt regelmatig het lokale nieuws). 1.2 Volgen van Belgisch nieuws Tabel 2: Frequentie volgen van Belgisch politiek nieuws volgens geslacht, afkomst en stad % rijpercentages Belgisch politiek nieuws volgen Geslacht Afkomst respondent Man Autochtonen Turkse afkomst Marokkaanse Stad Stad Stad afkomst Vrouw Autochtonen Turkse afkomst Marokkaanse afkomst Stad Stad Stad Nooit Geregeld Frequent Antwerpen 9,7% 29,3% 27,1% Brussel 6,3% 43,2% 19,2% Totaal 8,1% 35,8% 23,4% Antwerpen 15,2% 18,0% 18,5% Brussel 11,7% 28,2% 11,9% Totaal 13,7% 22,2% 15,8% 5,9% 25,8% 21,0% Brussel 14,9% 28,7% 15,0% Totaal 9,9% 27,1% 18,3% 16,2% 23,3% 16,5% Brussel 6,9% 43,2% 13,4% Totaal 12,0% 32,3% 15,1% Antwerpen 22,8% 21,1% 10,6% Brussel 15,4% 28,5% 5,7% Totaal 19,9% 24,0% 8,6% Antwerpen 14,4% 19,5% 24,1% Brussel 13,6% 23,9% 11,3% Totaal 14,1% 21,4% 18,5% Antwerpen Antwerpen 6 De interesse in het Belgische politieke nieuws is nog beperkter dan die in het lokale politieke nieuws – om en bij de 10% van alle groepen zegt nooit het Belgische nieuws te volgen. Vrouwen volgen door de band wat minder regelmatig het nationale politieke nieuws. De tendens is licht aanwezig dat in Brussel de interesse algemeen gesproken wat hoger is voor het Belgische politieke nieuws dan in Antwerpen. Er zijn geen veralgemeenbare verschillen in interesse tussen autochtone en allochtone kiezers. Autochtone mannen in Brussel vormen de meest geintereseerde groep;Turkse mannen in Antwerpen en Turkse vrouwen in Brussel vormen de minst geïnteresseerde groepen. Algemeen kunnen we stellend dat de interesse in lokaal en Belgische politiek nieuws relatief beperkt is. Autochtone Belgen woonachtig in dezelfde wijken als de etnische minderheden tonen ietsjes meer interesse, maar verschillen verschillen kunnen vermoedelijk in essentie niet van allochtonen. Kleine toegeschreven opleidingsniveau van autochtone buurtbewoners. 7 worden aan een ietwat hoger 1.3 Politiek nieuws uit Turkije en Marokko Tabel 3 Nieuws volgen over Marokkaanse politiek (enkel Marokkaanse 2e generatie) % rijpercentages Nieuws over Marokkaanse politiek Geslacht Afkomst respondent Man Marokkaanse Nooit Stad afkomst Vrouw Marokkaanse Stad afkomst Bijna nooit Soms Geregeld Frequent 40,7% 38,9% 16,7% 3,2% ,5% Brussel 40,8% 19,8% 25,0% 12,9% 1,5% Totaal 40,7% 30,4% 20,4% 7,5% 1,0% Antwerpen 58,5% 27,5% 9,5% 3,3% 1,1% Brussel 42,6% 31,3% 12,7% 9,7% 3,7% 51,6% 29,2% 10,9% 6,1% 2,2% Antwerpen Totaal De Marokkaanse tweede generatie is in meerderheid niet geïnteresseerd in de Marokkaanse politiek. Meer dan 70% volgt (bijna) nooit het Marokkaanse politieke nieuws, met uitzondering van de Marokkaans Brusselse mannen van wie zowat 40% zegt soms tot vaak het Marokkaanse nieuws te volgen. Het feit dat een belangrijke minderheid van de ouders van de 2e generatie Marokkaanse jongeren als politiek vluchteling of als student naar Brussel is gekomen zal hier vermoedelijk niet vreemd aan zijn. Vrouwen zijn quasi unaniem in het (bijna) nooit volgend van de Marokkaanse politiek. Tabel 4: Nieuws volgen over Turkse politiek (enkel Turkse 2e generatie) % rijpercentages Nieuws over Turkse politiek Geslacht Afkomst respondent Man Turkse afkomst Vrouw Turkse afkomst Stad Stad Nooit Bijna nooit Soms Geregeld Frequent 19,7% 20,8% 22,5% 21,3% 15,7% Brussel 9,0% 20,0% 29,6% 29,7% 11,7% Totaal 15,3% 20,5% 25,4% 24,8% 14,1% Antwerpen 27,2% 25,6% 22,2% 17,2% 7,8% Brussel 24,2% 23,2% 28,7% 15,2% 8,7% 26,0% 24,6% 24,8% 16,4% 8,1% Antwerpen Totaal 8 De Turkse tweede generatie is meer verdeeld dan de Marokkaanse tweede generatie, met meer interesse in de Turkse politiek bij Turkse mannen dan bij de vrouwen; 37% en 41% van de Turkse mannen volgen geregeld tot frequent het Turkse politieke nieuws in respectievelijk Antwerpen en Brussel. Tot 60 en 71% van hen volgt soms tot frequent het Turkse nieuws. Bij de Turkse vrouwen is dit toch nog om en bij de helft, al zijn Turkse vrouwen duidelijk minder geinteresseerd dan mannen. Er is weinig verschil tussen beide steden. De Turkse 2e generatie in beide steden is dus duidelijk politiek meer verbonden met het land van herkomst dan de Marokkaanse 2e generatie. Een deel van de verklaring is wellicht de betere kennis van de Turkse taal waardoor de 2de generatie meer dan de Marokkaanse 2de generatie de media kan volgen (satelliet TV, kranten, internet …). 2. Stemgedrag 2006 2.1. Gestemd in 2006? Tabel 5: Heeft u bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen in 2006 in België gestemd? Antwerpen Autochtonen Ja Nee, ik heb niet gestemd Totaal % (Aantal) Man 96.70 3.30 100 (152) Vrouw 97.20 2.80 100 (145) Van Turkse herkomst Man Vrouw 95.90 97.10 4.10 2.90 100 100 (172) (173) Van Marokkaanse herkomst Man Vrouw 94.50 96.60 5.50 3.40 100 100 (146) (148) Totaal % 96.5 3.5 100 (936) Onder hen die stemgerechtigd waren in 2006 (33 personen waren niet stemgerechtigd) Brussel Autochtonen Ja Nee, ik heb niet gestemd Totaal % (Aantal) Man 81.00 19.00 100 (121) Vrouw 86.40 13.60 100 (118) Van Turkse herkomst Man Vrouw 76.30 87.70 23.70 12.30 100 100 (118) (114) Van Marokkaanse herkomst Man Vrouw 87.00 90.40 13.00 9.60 100 100 (115) (104) Onder hen die stemgerechtigd waren in 2006 (51 personen waren niet stemgerechtigd) 9 Totaal % 84.6 15.4 100 (691) De participatie aan de lokale verkiezingen vertoont een beeld dat gelijkaardig is aan dat van de algemene bevolking. In Antwerpen gaat zowat iedereen stemmen, onafhankelijk van etnische herkomst. In Brussel is er een grotere groep die niet gaat stemmen; en dit is iets meer uitgesproken bij de mannen dan bij de vrouwen. Er zijn geen opmerkelijke verschillen vast te stellen naar etnische herkomst in het al dan niet participeren aan de lokale verkiezingen van 2006 in Antwerpen en Brussel. 10 2.2: Lijststem of voorkeurstem? Tabel 6: Lijststem volgens geslacht, afkomst en stad % in de stad van de respondent Stemtype Geslacht Afkomst respondent Man Autochtonen Turkse afkomst Marokkaanse Stad Stad Stad afkomst Vrouw Autochtonen Turkse afkomst Marokkaanse afkomst Stad Stad Stad Lijststem Antwerpen 55,3% Brussel 64,3% Totaal 58,6% Antwerpen 37,5% Brussel 41,4% Totaal 38,8% Antwerpen 44,0% Brussel 50,9% Totaal 46,8% Antwerpen 55,6% Brussel 48,1% Totaal 52,5% Antwerpen 33,3% Brussel 51,7% Totaal 40,2% Antwerpen 35,3% Brussel 48,9% Totaal 40,0% Zowel in Antwerpen als in Brussel geven kiezers van etnische afkomst minder lijststemmen dan autochtonen, met uitzondering van de Turkse vrouwelijke kiezers in Brussel Zoals reeds geweten was uit onderzoek in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Jacobs, D., Bousetta, H, e.a. (2006)) verkiezen de kiezers afkomstig uit de ethnisch-culturele minderheden meer een voorkeurstem uit te brengen dan de (eerder laaggeschoolde) autochtone Belgen. 11 2.3: Voorkeurstem voor een etnische kandidaat? Tabel 7: Voorkeurstem voor kandidaten van etnische afkomst % in de stad van de respondent Stem op kandidaat van [Turkse/Marokkaanse] Geslacht Man Turkse afkomst Marokkaanse Stad Stad afkomst Vrouw origine Afkomst respondent Turkse afkomst Marokkaanse afkomst Stad Stad Antwerpen 61,6% Brussel 62,8% Totaal 62,0% Antwerpen 35,0% Brussel 49,1% Totaal 40,4% Antwerpen 71,6% Brussel 64,9% Totaal 69,6% Antwerpen 31,8% Brussel 59,5% Totaal 40,0% Merk op: Van de autochtone respondenten woonachtig in dezelfde wijken als de etnische kiezers in Antwerpen en Brussel stelt geen enkele een voorkeurstem te hebben gegeven aan een Turkse of een Marokkaanse kandidaat! (niet opgenomen in tabel 7) De Turken geven duidelijk meer etnische voorkeurstemmen (ca. 62%) dan de Marokkanen (ca. 40%). De Marokkanen geven afgetekend meer etnische voorkeurstemmen in Brussel dan in Antwerpen. De verschillen tussen man en vrouw hangen samen met de stad: Turkse vrouwen in Antwerpen en Marokkaanse vrouwen in Brussel stemmen meer voor kandidaten van hun eigen etnische groep. De autochtone Belgen zijn diegenen die het meest langs de etnische lijn stemmen, gevolgd door de Turkse Belgen en dan door de Marokkaanse Belgen. 12 2.4: Voorkeurstem voor een vrouwelijk kandidaat? Tabel 8: Voorkeurstem voor vrouwelijke kandidaten volgens geslacht, afkomst en stad % rijpercentages Vrouwelijke kandidaten Geslacht Afkomst respondent Man Autochtonen Turkse afkomst Marokkaanse Stad Stad Stad afkomst Vrouw Autochtonen Stad Antwerpen 42,9% Brussel 37,1% Totaal 41,0% Antwerpen 41,0% Brussel 39,0% Totaal 40,4% 28,6% Antwerpen Brussel 41,8% Totaal 33,6% Antwerpen 53,3% 81,1% Brussel Turkse afkomst Marokkaanse afkomst Stad Stad Totaal 65,8% Antwerpen 52,9% Brussel 45,0% Totaal 50,6% Antwerpen 43,0% Brussel 67,5% Totaal 50,3% Vrouwen geven meer hun voorkeurstem aan vrouwelijke kandidaten, zowel in Antwerpen als in Brussel, maar de autochtone Brusselse vrouwen doen dit het meest (81%), gevolgd door de Marokkaanse Brusselse vrouwen (68%). Marokkaanse mannen in Antwerpen geven daarentegen de minste voorkeurstemmen aan vrouwelijke kandidaten (slechts 29%). Vrouwen stemmen vaker voor vrouwen. Vooral Marokkaanse mannen uit Antwerpen lijken vrouwelijke kandidaten systematisch te ontwijken. 13 2.5: Stemgedrag bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 Antwerpen 2006: SP.a en burgemeester Janssens halen tussen de 70 en de 80% van de stemmen bij de kiezers van etnische afkomst. Bij de autochtonen haalt hij bij de mannen het gemiddelde van de stemmen, maar bij de vrouwen is er een duidelijke oververtegenwoordiging. CD&V doet het bij de etnische kiezer systematisch beter dan Groen!. PVDA+ vormt absoluut geen concurrent bij de etnische kiezer voor de SP.a. De score van het Vlaams Belang bij de autochtone jonge kiezers woonachtig in dezelfde wijken als de etnische minderheden zeer laag (13 tot 18% t.o.v. 33% in de algemene bevolking). Brussel (BHG!) 2006: PS haalt beduidend hogere scores (rond de 55%) bij de etnische kiezer. MR blijft de grootste partij bij de autochtonen (woonachtig in dezelfde wijken als de allochtone kiezers). Ecolo is uitermate in trek bij de autochtone vrouwen (43%) en dit ten koste van de PS (slechts 8%). MR scoort relatief hoog bij de mannelijke kiezers van Turkse origine. cdH overtreft Ecolo in stemaandeel bij alle etnische kiezers. Merk op dat er een (zeer) beperkte groep kiezers van etnische origine zowel in Antwerpen als in Brussel voor Vlaams Belang zegt te kiezen. De grotere diversificatie van het stemgedrag in Brussel in vergelijking met Antwerpen reflecteert naar alle waarschijnlijkheid ook de grotere differentiatie in de sociaal – economische positie van de etnische minderheden in Brussel in vergelijking met Antwerpen. Zowel uit binnenlands als uit buitenlands onderzoek is geweten dat de stemmen van de etnische minderheden in de loop van de tijd meer differentiëren over de verschillende partijen, naar mate dat ze meer los komen van hun arbeidersklasse positie in de samenleving. In Brussel is zeker onder de minderheid van Turkse origine een belangrijke groep zelfstandigen, wat zich uit in een stem voor de MR. Een mogelijke verklaring voor de lage steun voor het Vlaams Belang bij de autochtone Antwerpenaren (18-35 jaar) woonachtig in dezelfde wijken als de etnische minderheden kan gezocht worden in de contacthypothese, die stelt dat negatieve gevoelens zullen afnemen naar mate men effectief contact heeft met minderheidsgroepen. Eveneens kan hier de gemiddeld hogere scholingsgraad van deze autochtone groep een verklaring bieden. 14 15 Stemgedrag gemeenteraadsverkiezingen 2006 volgens geslacht, afkomst en stad % in de stad van de respondent POLITIEKE PARTIJ andere Vlaams Geslacht Afkomst respondent Man Autochtonen Stad Antwerpen 14,1% Turkse Brussel 1,6% Totaal 9,6% Stad Antwerpen 9,6% SP.a VLD Belang Groen! PVDA+ cdH Ecolo PTB partij Totaal 8,5% 2,7% 2,2% 4,8% 4,0% 0,9% 1,3% 4,4% 23,8% 31,8% 19,2% 3,3% 100,0% 23,4% 13,4% 13,1% 5,8% 2,2% 1,5% 8,4% 11,3% 6,8% 1,2% 100,0% 5,1% 1,3% 79,0% 1,7% 2,7% 6,5% 54,0% 2,7% 2,2% Marokkaanse Stad Antwerpen 12,1% afkomst MR 18,1% 1,9% Brussel Totaal PS 35,0% 18,1% 3,2% afkomst Vrouw CD&V Franstalige 100,0% 100,0% 7,8% 3,5% 0,9% 2,5% 66,8% 10,4% 8,0% 2,7% 56,2% 20,2% 17,8% 6,4% 6,6% 3,3% ,6% 100,0% 2,1% 1,1% ,2% 100,0% 100,0% Brussel 0,8% 1,3% 0,8% 1,8% 15,7% 56,7% 11,8% 9,8% 1,2% 100,0% Totaal 7,6% 40,3% 6,5% 5,5% 1,6% 6,4% 23,0% 4,8% 4,0% 0,5% 100,0% Autochtonen Stad Antwerpen 6,1% 48,8% 13,7% 8,7% 4,3% Turkse afkomst Brussel 1,7% 1,3% 2,9% Totaal 4,5% 31,0% 9,6% Stad Antwerpen 7,8% Brussel 1,7% Totaal 5,6% Marokkaanse Stad Antwerpen 5,5% afkomst Brussel 2,4% Totaal 4,4% 78,4% 6,5% 13,2% 8,3% 5,4% 0,7% 5,9% 12,7% 7,6% 2,7% 4,8% 2,9% 77,6% 2,6% 0,4% 3,8% 1,0% 5,9% 4,3% 52,0% 1,7% 0,7% 3,9% Tabel 9 15 27,2% 42,6% 1,0% 10,2% 16,0% 0,4% 100,0% 100,0% 100,0% 1,2% 50,5% 4,2% 100,0% 14,5% 54,6% 10,2% 9,4% 6,9% 100,0% 5,2% 19,7% 3,7% 3,4% 2,5% 100,0% 5,4% 0,7% 100,0% 22,6% 54,1% 6,3% 9,3% 1,1% 100,0% 3,5% 7,9% 19,4% 2,2% 3,2% 0,4% 100,0% 16 3. Belangenbehartiging door politici van ‘etnische’ of ‘Belgische’ afkomst. 3.1 Wie best ter behartiging algemeen belang? Tabel 10: Politieke Belangenbehartiging door 'Belgische' of politici van 'etnische' afkomst: Algemeen belang % rijpercentages POLITITIEKE BELANGENBEHARTIGING: Algemeen belang Eerder bij politici Geslacht Afkomst respondent Man Autochtonen Turkse afkomst Marokkaanse Stad Stad Stad afkomst Vrouw Autochtonen Stad van Belgische Door beiden afkomst evenveel Antwerpen 36,2% 58,5% Brussel 34,5% 59,4% Totaal 35,4% 59,0% Antwerpen 16,9% 70,2% Brussel 9,8% 70,0% Totaal 14,0% 70,1% Antwerpen 20,4% 66,4% Brussel 22,0% 72,2% Totaal 21,1% 68,9% Antwerpen 39,0% 59,8% 17,1% 74,6% Totaal 29,0% 66,5% Antwerpen 13,7% 76,8% Brussel 8,3% 84,3% Totaal 11,7% 79,6% Antwerpen 16,0% 80,7% Brussel 11,0% 82,6% Totaal 13,9% 81,5% Brussel Turkse afkomst Marokkaanse afkomst Stad Stad 16 17 De opvattingen over wie best het ‘algemeen belang’ dient verschillen aanzienlijk van deze over de etnische belangenbehartiging (zie verder). In beide steden en over groepen heen is er steeds een duidelijke meerderheid die vindt dat de etnische afkomst van de politici er niet toe doet om het algemene belang te behartigen. De uitzondering vormen de autochtone vrouwen. Vooral de autochtone Brusselse vrouwen vinden vaker dan mannen dat afkomst er niet toe doet (75%) . Met uitzondering van de Brusselse vrouwen ten slotte vinden autochtonen vaker dan allochtonen dat Belgische politici beter het algemene belang zullen verdedigen. 17 18 3.2 Wie best ter behartiging etnisch belang? Tabel 11: Politieke belangenbehartiging etnische belangen door politici van Belgische of politici van etnische afkomst % rijpercentages POLITIEKE BELANGEN BEHARTIGING: Etnische belangen Eerder door politici Geslacht Afkomst respondent Man Autochtonen Turkse afkomst Marokkaanse Stad Stad Stad afkomst Vrouw Autochtonen Turkse afkomst Marokkaanse afkomst Stad Stad Stad Eerder door politici van van Belgische Turkse/Marokkaanse Evengoed door afkomst afkomst beide Antwerpen 53,2% 5,0% 41,8% Brussel 40,8% 9,5% 49,7% Totaal 47,4% 7,1% 45,5% Antwerpen 12,9% 34,3% 52,8% Brussel 3,1% 40,6% 56,3% Totaal 9,1% 36,8% 54,2% Antwerpen 14,8% 25,3% 59,9% Brussel 11,7% 23,6% 64,7% Totaal 13,4% 24,6% 62,0% 54,0% 1,2% 44,8% Brussel 28,7% 9,6% 61,7% Totaal 42,4% 5,1% 52,5% Antwerpen 6,5% 33,7% 59,8% Brussel 7,6% 17,9% 74,6% Totaal 6,9% 27,6% 65,5% 16,1% 17,4% 66,5% Brussel 7,0% 22,9% 70,1% Totaal 12,2% 19,8% 68,1% Antwerpen Antwerpen Wanneer het gaat over het groepsbelang vindt een aanzienlijk deel van alle groepen dat leden van de eigen herkomst beter geplaatst zijn om als belangenbehartiger op te treden. 18 19 Dit is echter minder het geval in Brussel dan in Antwerpen. Sekseverschillen variëren tussen groepen en steden, al hebben vrouwen door de bank een minder duidelijke voorkeur voor leden van de eigen etnische groep. En in beide steden dingen vooral Marokkaanse kiezers hierop af en vinden zij vaker dan autochtonen dat leden van beide groepen (etnische of Belgische origine) even goed zijn. Alleen autochtone Antwerpenaars hebben echter in meerderheid voorkeur voor politici van Belgische origine en vinden dus politici van andere origines minder goed. De autochtone kiezer blijft het meest bij politici van zijn eigen afkomst als het om zijn groepsbelangen gaat. In Brussel blijkt er toch wat meer openheid in de opvatting dat de etnische afkomst van politici in deze niet relevant is. Bij de etnische minderheden verkiezen de Turkse Belgen nog het meest om hun belangen te laten verdedigen door politici van Turkse afkomst. 19 20 4. Politieke Kennis Een minimale kennis van de politiek is noodzakelijk om verantwoordelijkheden te kunnen duiden in de politiek. We vroegen welke partijen deel uit maakten van de nationale regering op het moment van de bevraging. Begin 2007 bestond de Belgische regering uit vier partijen: Vlaamse en Franstalige partijen samengenomen, kunt U deze vier partijen noemen? VLD (oude PVV – liberalen) SP.a-SPIRIT (oude SP, socialisten) MR (Mouvement Reformateur PRL – liberalen ) PS (Parti Socialiste – socialisten) Tabel 12 : Aantal partijen correct genoemd die lid zijn van de Belgische regering op moment van bevraging Antwerpen Autochtonen Geen correct antwoord Eén partij correct Twee partijen correct Drie partijen correct Vier partijen correct 2, 3 of 4 partijen correct Totaal % (Aantal) Man 16.30 7.20 19.00 28.80 28.80 77 100 (153) Vrouw 25.70 11.50 20.90 30.40 11.50 63 100 (148) Van Turkse herkomst Man Vrouw 37.10 49.40 15.70 16.10 22.50 21.70 15.70 11.10 9.00 1.70 48 35 100 100 (178) (180) Van Marokkaanse herkomst Man Vrouw 30.80 46.80 6.40 12.30 25.00 20.80 25.60 12.30 12.20 7.80 63 41 100 100 (156) (154) Totaal Van Turkse herkomst Man Vrouw 23.00 30.00 19.00 10.00 19.80 15.00 30.20 43.30 7.90 1.70 57 60 100 100 (126) (120) Van Marokkaanse herkomst Man Vrouw 17.50 30.30 8.70 8.20 29.40 25.40 34.90 31.10 9.50 4.90 74 61 100 100 (126) (122) Totaal % 34.9 11.7 21.5 20.3 11.5 54 100 (969) Brussel Autochtonen Geen correct antwoord Eén partij correct Twee partijen correct Drie partijen correct Vier partijen correct 2, 3 of 4 partijen correct Totaal % (Aantal) Man 17.80 14.80 21.50 17.80 28.10 67 100 (135) 20 Vrouw 18.40 4.80 21.60 32.00 23.20 77 100 (125) % 22.6 10.9 22.2 31.3 13 66 100 (754) 21 Het aantal mensen dat geen enkel partij kan noemen is hoger in Antwerpen dan in Brussel, met uitzondering van autochtone Antwerpse mannen (slechts 16%). Aan allochtone kant zijn de aantallen ook hoger dan onder autochtonen, met uitzondering van Marokkaanse Brusselse mannen (slechts 18%). Tussen 30 en 50% van de etnische minderheidsgroepen in Antwerpen, en tussen 18 en 30% in Brussel, kunnen geen enkele partij noemen die in de regering zit. Voor autochtonen in beide steden schommelt dit tussen 16 en de 26%. Vrouwen hebben in beide steden duidelijk minder politieke kennis dan mannen, met uitzondering van de autochtone vrouwen in Brussel. Het is niet zo dat de groep die volledig geïnformeerd is (dus de vier partijen kent) groter is in Brussel dan in Antwerpen. Bij de etnische minderheidsgroepen vormt deze groep tussen 2 en 12%, bij de autochtonen tussen 11 en de 29%. Weerom zijn de mannen beter geïnformeerd dan de vrouwen. Nemen we aan dat kiezers eigenlijk slechts de partijen moeten kennen waarvoor ze kunnen stemmen in hun taalgroep, dan verwachten we dat ze minimaal 2 partijen kunnen noemen (waarschijnlijk deze van hun eigen taalgroep). Als we dit als het minimum stellen (en meetellen wie meer partijen correct noemt), dan zien we dat in Brussel alle groepen voor meer dan 50% minimaal geïnformeerd zijn. In Antwerpen daarentegen zijn de Turkse Belgen (mannen en vrouwen) en de Marokkaanse vrouwen onder geïnformeerd. Slechts 35 tot 48% van hun kent minimaal 2 partijen. De politieke kennis is over het algemeen beperkt zodat grote aantallen in alle groepen in beide steden minder dan minimaal geïnformeerd zijn. Waar het kennis niveau van autochtone mannen relatief gelijklopend is tussen Brussel en Antwerpen, zijn autochtone vrouwen en de allochtone groepen in Antwerpen duidelijk slechter geïnformeerd dan hun respectievelijke Brusselse evenknieën. Bij de 2e generatie is er duidelijk een gebrek aan politieke kennis. 21 22 5. Links of Rechts? Uit onder andere de studie Minderheden in Brussel (Swyngedouw, Phalet, Deschouwer, 1999) bleek dat de Brusselse etnische minderheden sociaal-economisch links, maar ethisch conservatief waren. De 1e generatie was in dit onderzoek nog in de meerderheid en de vraag komt naar voor of dezelfde politieke of ideologische oriëntaties ook gelden voor de 2e generatie en in Antwerpen. 5.1. Algemene links – rechts schaal Waar zou u zichzelf plaatsen op een schaal van politiek links naar rechts? Tabel 13: Links – rechts zelfplaatsing Antwerpen Autochtonen 1 uiterst links 2 3 4 5 uiterst rechts Totaal % (Aantal) Man 8.60 25.20 43.70 19.20 3.30 100 (151) Vrouw 11.30 34.50 38.00 11.30 4.90 100 (142) Van Turkse herkomst Man Vrouw 16.60 16.90 29.70 29.20 38.90 44.80 10.90 7.10 4.00 1.90 100 100 (175) (154) Van Marokkaanse herkomst Man Vrouw 19.20 22.30 27.20 33.10 48.30 38.50 5.30 4.70 0.00 1.40 100 100 (151) (148) Totaal Van Turkse herkomst Man Vrouw 12.00 6.70 35.00 24.8 42.00 51.40 9.00 13.30 2.00 3.80 100 100 (100) (105) Van Marokkaanse herkomst Man Vrouw 11.20 19.10 33.70 38.20 41.80 38.20 11.20 2.70 2.00 1.80 100 100 (98) (110) Totaal % 15.9 29.7 42.1 9.7 2.6 100 (920) Ontbrekende cases 50 Brussel Autochtonen 1 uiterst links 2 3 4 5 uiterst rechts Totaal % (Aantal) Man 5.70 24.80 41.00 26.70 1.90 100 (105) Ontbrekende cases 122 22 Vrouw 5.30 34.50 38.10 20.40 1.80 100 (113) % 10 31.8 42.1 13.8 2.3 100 (631) 23 In beide steden zien we dat de etnische minderheidsgroepen zich gemiddeld meer dan de autochtone vergelijkingsgroepen aan de linkerzijde van het politieke spectrum situeren. Om en bij de 40 tot 45 % van de mannen van Turkse en Marokkaanse afkomst noemen zichzelf (uiterst) links in Antwerpen en in Brussel. De vrouwen van Marokkaanse afkomst zijn zowel in Antwerpen als in Brussel voor om en bij de 55% (uiterst) links; de vrouwen van Turkse afkomst zijn dan in zeker zin het minst progressief: in Antwerpen vorm de (uiterst) linkse groep onder hen 46% en in Brussel slechts 32%. De autochtone vrouwen sluiten nog min of meer aan bij de mannen van etnische afkomst (40 tot 45%) de autochtone mannen niet meer. Slechts 30 tot 33% van de autochtone Belgen woonachtig in dezelfde wijken als de etnische minderheden en tussen de 18 en 35 jaar bestempelt zichzelf als (uiterst) links. De 2e generatie kan dan ook duidelijk als links getypeerd worden in beide steden. Dit spoort met hun gemiddeld lagere sociaal-economische status. 23 24 5.2 Recht op abortus De volgende opvattingen zijn in België omstreden. Bent u voor of tegen deze opvattingen? Een zwangere vrouw die het kind niet wil krijgen, moet de mogelijkheid hebben om de zwangerschap te beëindigen. Tabel 14: Eens – oneens met recht op abortus Antwerpen Autochtonen Man Voor niet voor, niet tegen Tegen Totaal (Aantal) Vrouw 65.60 18.80 15.60 100 (154) 71.60 12.20 16.20 100 (148) Van Turkse herkomst Man Vrouw 31.30 21.00 47.70 100 (176) 27.90 16.80 55.30 100 (179) Van Marokkaanse herkomst Man Vrouw 22.60 17.40 60.00 100 (155) 34.80 13.50 51.60 100 (155) Totaal % 41.5 16.7 41.7 100 (967) Brussel Autochtonen Man Voor niet voor, niet tegen Tegen Totaal (Aantal) Vrouw 72.40 14.20 13.40 100 (134) 75.40 13.10 11.50 100 (122) Van Turkse herkomst Man Vrouw 30.10 26.00 43.90 100 (123) 50.00 12.50 37.50 100 (120) Van Marokkaanse herkomst Man Vrouw 29.50 15.60 54.90 100 (122) 26.80 33.00 40.20 100 (112) Opvallend is dat de autochtone groepen het in grote meerderheid eens zijn met het recht op abortus (65 tot 75% voor). Minderheidsgroepen zijn hierover meer verdeeld. In Antwerpen stemt een kwart tot een derde hiermee in, in Brussel een kwart tot de helft. In Brussel is de instemming gemiddeld groter dan in Antwerpen. De meest conservatieve groep zijn Marokkaanse mannen in Antwerpen (23% voor) en de meest progressieve allochtone groep Turkse vrouwen in Brussel (50% voor). 24 Totaal % 48 18.8 33.2 100 (733) 25 5.3. Recht op euthanasie Een dokter mag iemand, op diens eigen verzoek, uit zijn lijden helpen door hem een spuitje te geven. Tabel 15: Voor of tegen recht op euthanasie. Antwerpen Autochtonen Man voor niet voor, niet tegen tegen Totaal (Aantal) Vrouw 78.90 9.90 11.20 100 (152) 84.50 7.40 8.10 100 (148) Van Turkse herkomst Man Vrouw 31.10 18.10 50.80 100 (177) 23.00 19.10 57.90 100 (178) Van Marokkaanse herkomst Man Vrouw 29.60 9.90 60.50 100 (152) 30.50 13.20 56.30 100 (151) Totaal % 45.1 13.3 41.6 100 (958) Brussel Autochtonen Man voor niet voor, niet tegen tegen Totaal (Aantal) Vrouw 78.20 12.80 9.00 100 (133) 77.40 14.50 8.10 100 (124) Van Turkse herkomst Man Vrouw 28.90 26.40 44.60 100 (121) 47.50 16.10 36.40 100 (118) Van Marokkaanse herkomst Man Vrouw 37.10 12.10 50.90 100 (116) 23.60 22.70 53.60 100 (110) Een soortgelijk beeld krijgen we in verband met het recht op euthanasie. Weerom haast algemene instemming bij de autochtone groepen in beide steden en grote verdeeldheid bij de allochtone groepen. In Antwerpen is een meerderheid van de etnische minderheden tegen euthanasie, evenals de Brusselse 2e generatie van Marokkaanse herkomst. Weerom zijn de Turkse vrouwen in Brussel het progressieve tegenbeeld van die van Antwerpen. 25 Totaal % 49.8 17.5 32.7 100 (722) 26 5.4 Homoseksuelen recht op adoptie Een man die een relatie heeft met een man, moet een kind kunnen adopteren. Tabel 16: Recht op adoptie door homoseksuele mannen Antwerpen Autochtonen Man Voor niet voor, niet tegen Tegen Totaal (Aantal) Vrouw 51.30 18.40 30.30 100 (152) 77.90 8.70 13.40 100 (149) Van Turkse herkomst Man Vrouw 14.60 12.90 72.50 100 (178) 25.10 11.70 63.10 100 (179) Van Marokkaanse herkomst Man Vrouw 9.10 9.70 81.20 100 (154) 36.20 17.80 46.10 100 (152) Totaal % 34.6 13.2 52.2 100 (964) Brussel Autochtonen Man Voor niet voor, niet tegen Tegen Totaal (Aantal) Vrouw 45.50 20.50 34.10 100 (132) 60.30 22.30 17.40 100 (121) Van Turkse herkomst Man Vrouw 8.00 14.40 77.60 100 (125) 22.20 26.50 51.30 100 (178) Van Marokkaanse herkomst Man Vrouw 13.60 9.60 76.80 100 (125) 9.60 13.20 77.20 100 (114) De instemming van de autochtone groep is hier minder uitgesproken dan met betrekking tot abortus en euthanasie: een meerderheid van autochtone vrouwen is voor maar autochtone mannen zijn meer verdeeld. Slechts een kleine minderheid binnen elk van de etnische minderheden geeft steun aan het recht van homoseksuele mannen om een kind te kunnen adopteren. De minst conservatieve groep onder de etnische minderheden vormen de Marokkaanse vrouwen in Antwerpen, gevolgd door de vrouwen van Turkse afkomst in Brussel. 26 Totaal % 26.9 17.7 55.4 100 (734) 27 Het globale beeld is er dus een van sociaal-economisch overwegend linkse etnische minderheidsgroepen, gekoppeld aan overwegend ethisch conservatisme. Tegelijk is er zeker op ethische issues grote interne diversiteit en verdeeldheid vooral in de allochtone groepen. We besluiten dat het ideologische profiel van de tweede generatie spoort met de bekende ‘arbeiderscultuur’ die sociaal en cultureel veeleer conservatief is in combinatie met sociaal-economisch progressieve standpunten (Swyngedouw en Phalet 1999) 27 28 6. Vertrouwen in politieke en sociale instellingen Tabel 17: Weinig of geen vertrouwen in … vakbond MAA MAB MTA MTB MMA MMB VAA VAB VTA VTB VMA VMB 29,66 45,25 24,43 30,72 26,25 21,39 26,36 33,36 11,49 13,16 13,32 21,15 politie Koning Gem admin 17,94 41,97 36,52 39,85 47,36 47,32 21,45 41,34 23,33 39,15 32,86 48,11 61,11 55,04 39,08 37,55 32,83 21,51 51,82 40,25 34,36 38,83 19,36 25,22 19,69 31,71 15,73 28,57 21,65 17,17 12,92 30,38 12,36 13,21 21,07 19,58 Regering Parlement T&M T&M T&M Premier Parlm Reg en Koning 44,09 39,12 61,95 44,27 35,03 38,07 31,76 30,77 34,52 44,18 39,42 33,93 35,07 39,38 41,83 29,64 47,36 57,67 66,10 44,68 31,69 42,75 51,69 52,55 31,33 34,67 33,97 53,19 29,82 35,54 31,71 31,29 31,65 38,81 22,28 47,81 48,12 45,75 39,39 32,90 43,16 63,85 61,80 42,41 29,79 43,19 69,87 58,74 M: man V: vrouw; A: autochtoon, T: Turkse afkomst, M: Marokkaanse afkomst; A: Antwerpen, B: Brussel VAKBOND: Het wantrouwen t.a.v. vakbonden is gemiddeld groter in Brussel dan in Antwerpen en groter bij mannen dan bij vrouwen. De meest wantrouwende groepen zijn de autochtonen en de Turkse mannen in Brussel. POLITIE: Het wantrouwen t.a.v. de politie is bij onze onderzoeksgroepen beduidend groter dan t.a.v. vakbonden. In Brussel zien we nog meer wantrouwen dan in Antwerpen. In beide steden is er het meeste wantrouwen bij Marokkaanse Belgen, meteen gevolgd door autochtone Belgen, en het minste wantrouwen bij Turkse Belgen. Mannen van Marokkaanse afkomst in Antwerpen en Brussel en vrouwen van Marokkaanse afkomst van Brussel zijn de meest wantrouwende groepen: Om en bij de 50% heeft weinig of geen vertrouwen in de politie. 28 29 KONING: In beide steden is er meer wantrouwen t.a.v. de koning aan autochtone (40 tot 60%) dan aan allochtone zijde; en er is minder wantrouwen bij de Marokkaanse dan bij de Turkse minderheidsgroepen. De koning wordt het meest gewantrouwd door autochtone mannen in Antwerpen en het meest vertrouwd door mannen van Marokkaanse afkomst in Brussel en vrouwen van Marokkaanse afkomst in beide steden GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIE: De gemeentelijke administratie vormt een van de meest vertrouwde instellingen. Merk op dat het hier in Brussel over de 19 gemeenten gaat. Het meeste wantrouwen gaat uit naar de Brusselse gemeentelijke administraties en is vooral te vinden bij autochtonen en bij Turkse mannen (alle drie ca. 30% weinig of geen vertrouwen). BELGISCHE REGERING: Er is gemiddeld meer wantrouwen t.a.v. de Belgische regering in Brussel dan in Antwerpen, en vooral onder de autochtone Brusselaars (53 en 62% weinig of geen vertrouwen). Er zijn geen duidelijke verschillen naar sekse of herkomst binnen de allochtone groepen in beide steden. BELGISCH PARLEMENT: Hier zijn geen duidelijke verschillen tussen steden. Opvallend is dat het meeste wantrouwen wordt gevonden voor de Marokkaanse Belgen, samen met de autochtone mannen in beide steden (43 tot 47% weinig of geen vertrouwen). De vrouwen van Turkse afkomst in Brussel vertrouwen dan weer het parlement het meest. INSTELLINGEN VAN DE LANDEN VAN HERKOMST: Op hun koning na wantrouwen de mannen en vrouwen van Marokkaanse afkomst zowel hun parlement als hun regering (voor om en bij de 60%). Vooral Turks-Belgische vrouwen in Brussel zijn kritisch t.a.v. de Turkse premier, de regering en het parlement (om en bij de 50%). Het vertrouwen in de regering en parlement van de landen van herkomst (Marokko en Turkije) is niet groter dan het vertrouwen dat de 2e generatie stelt in de soortgelijke Belgische instellingen. Vooral de 2e generatie van Marokkaanse herkomst wantrouwt de 29 30 Marokkaanse instellingen meer dan gelijkaardige Belgische instellingen. De 2e generatie van Turkse herkomst vertoont een gelijkaardig niveau van vertrouwen of wantrouwen t.a.v. de Turkse en de Belgische instellingen. Alleen de vrouwen van Turkse afkomst in Brussel wantrouwen duidelijk meer de Turkse premier, het parlement en de regering. Vermoedelijk heeft dit verschil tussen de 2e generatie van Turkse en Marokkaanse afkomst te maken met de (religieuze en politieke) rol van de Marokkaanse koning en met het wantrouwen van de seculiere Turken t.a.v. de huidige Turkse regering en premier. Opvallend verder is dat, op het Marokkaanse wantrouwen ten aanzien van de politie na, allochtone groepen niet meer, en vaak juist wat minder, wantrouwen koesteren ten aanzien van de Belgische instellingen dan autochtone groepen. Daar waar steden van elkaar verschillen, bijv. ten aanzien van de vakbond, de politie en de gemeente, vinden we meestal wat meer wantrouwen in Brussel dan in Antwerpen. Algemeen gesproken kan het vertrouwen relatief hoog genoemd worden of het wantrouwen relatief laag. 30 31 Weinig of geen vertrouwen in ... VMB VMA VTB VTA T&M Reg T&M Parlm VAB T&M Premier en Koning Parlement VAA Regering MMB koning vakbond MMA Gem admin politie MTB MTA MAB MAA 0 10 20 30 40 50 60 70 percentage Figuur 1: % weinig of geen vertrouwen in Belgische en buitenlandse instellingen 31 32 Literatuurlijst Jacobs, D., Bousetta, H., Rea, A., Martiniello, M., Swyngedouw, M. (2006). Qui sont les candidats aux élections bruxelloises? Le profil des candidats à l'élection au Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale du 13 juin 2004. Cahiers Migrations, 37. Bruxelles: Academia-Bruylant. Swyngedouw, M., Phalet, K., Deschouwer, K., Minderheden in Brussel, VUBpress, 1998 32 33 DEEL 2: Gepolitiseerde moslimidentiteit: Steun voor de politieke islam en politieke actie en de rol van religieuze identificatie en ervaren discriminatie Fenella Fleischmann, Karen Phalet & Olivier Klein2 Samenvatting Dit artikel onderzoekt processen van politisering en depolitisering van moslimidentiteit, dwz. de vraag wanneer en waarom jonge moslims omwille van hun religieuze groepslidmaatschap politiek actief worden. Specifiek onderzoeken wij steun voor een sterke rol van de islam in de politiek en samenleving (kort aangeduid als ‘politieke islam’) en de bereidheid om politieke actie te ondernemen om de belangen van moslims te verdedigen. Als mogelijke verklaringen onderzoeken wij de invloed van de mate waarin men zich identificeert met de moslimidentiteit en ervaringen van discriminatie. Daarnaast houden wij ook rekening met de sociale positie van jonge moslims om te toetsen in hoeverre politisering of depolitisering gekoppeld is aan sociale achterstandsposities. Het onderzoek omvat jonge moslims van Turkse en Marokkaanse origine in Antwerpen, Brussel, Amsterdam, Rotterdam en Stockholm. De deelnemers aan het onderzoek zijn geen migranten, maar behoren tot de tweede generatie, dwz. zij zijn kinderen van migranten die geboren zijn in het land van het onderzoek (België, Nederland of Zweden). De bevindingen tonen aan dat de twee onderzochte uitkomsten – steun voor de ‘politieke islam’ en voor politieke actie – verschillende en niet sterk samenhangende vormen van gepolitiseerde moslimidentiteit zijn, die bovendien verschillend samenhangen met ervaren discriminatie. Jonge moslims die vaker ongelijke behandeling of vijandigheid hebben ervaren zijn eerder bereid om politieke actie te ondernemen, maar steunen de ‘politieke islam’ minder vaak. Fenella Fleischmann is onderzoeker bij het Wissenschaftszentrum Berlin für Sozialforschung (contact: [email protected]). Het onderzoek dat hier wordt beschreven was onderdeel van haar doctoraat aan de KU Leuven en de Universiteit Utrecht, Karen Phalet is hoogleraar Sociale en Culturele Psychologie aan de KU Leuven. Olivier Klein is hoogleraar Sociale Psychologie aan de Université Libre de Bruxelles. 2 33 34 Inleiding De sociale en politieke integratie van moslims staat in vele landen bovenaan de politieke agenda. De terroristische aanslagen van 11 september 2001, de moord op Theo van Gogh in Nederland en de affaire rond de Deense Mohammed karikaturen, maar ook de debatten rond het verbod van hoofddoeken op openbare scholen en het referendum tegen de bouw van minaretten in Zwitserland hebben geleid tot een zeer gepolariseerd politiek klimaat wat de islam en moslims betreft. In deze studie richten wij ons op de vraag hoe de tweede generatie van jonge moslims die geboren zijn in West-Europese landen zich opstelt in dit politieke debat en onder welke omstandigheden hun religieuze identiteit verwordt tot bron voor politiek handelen. Als jonge moslims omwille van hun religieuze groepslidmaatschap en betrokkenheid bij de moslimidentiteit politiek actief worden, spreken wij van gepolitiseerde moslimidentiteit. In de sociaalpsychologische literatuur wordt de politisering van collectieve identiteiten omschreven als het aangaan van een machtsstrijd door leden van een groep die zich sterk bewust zijn van hun groepslidmaatschap en zich inzetten voor de belangen van hun groep, maar tegelijk beseffen dat de strijd voor hun belangen moet worden uitgedragen in een bredere sociale context (Simon & Klandermans, 2001). Waar politieke actie zich alleen richt op de verhoudingen binnen de eigen groep en zich niet richt op de bredere maatschappelijke context is er dus geen sprake van gepolitiseerde groepsidentiteit. Wij analyseren in dit onderzoek twee vormen van gepolitiseerde moslimidentiteit: (i) steun voor een grote rol van de islam in de politiek en de samenleving, verkort aangeduid als ‘politieke islam’,3 en (ii) de bereidheid om deel te nemen aan een demonstratie of protest en om geld te doneren om de waarden of belangen van moslims te verdedigen, kort aangeduid als ‘politieke actie’. In beide gevallen gaat het duidelijk om politiek handelen of het innemen van een politiek standpunt waarin de moslimidentiteit centraal staat, maar tegelijk richten de handelingen Wij spreken van ‘politieke islam’ in de samenhang van een grotere rol van de islam in de politiek en de samenleving en gebruiken de term niet zoals deze soms wordt gebruikt in samenhang met de politieke agenda van sommige islamitische politici die de islam als regeringsvorm willen invoeren. Daarom gebruiken wij altijd aanhalingstekens als we spreken van ‘politieke islam’, om aan te geven dat het om een specifieke vorm ervan gaat, terwijl ook andere interpretaties van dit begrip mogelijk zijn. 3 34 35 en standpunten zich op de rol van moslims in de bredere maatschappelijke context van Europese samenlevingen. Een belangrijk verschil tussen deze twee vormen van politisering is echter dat alleen de laatste door de meerderheidsbevolking als legitiem middel in het politieke proces wordt aanvaard. Hoe kunnen we nou verklaren waarom de moslimidentiteit politiseert dan wel depolitiseert? Als eerste speelt de mate van identificatie met de moslimidentiteit wellicht een belangrijke rol. Onderzoek naar de redenen waarom mensen meedoen aan collectieve actie om de positie van hun groep te bevorderen (zoals het tekenen van een petitie of het deelnemen aan een demonstratie) laat zien dat identificatie met de groep de meest belangrijke voorspeller is (Van Zomeren, Postmes & Spears, 2008). Mensen die meer betrokken zijn bij hun groep zullen eerder collectieve actie ondernemen, en zij zullen de achtergestelde positie van hun groep ook in grotere mate als onrechtvaardig ervaren en vaker denken dat hun groep in staat is om haar positie te verbeteren, wat wederom de motivatie versterkt om deel te nemen aan collectieve actie. Wij verwachten daarom dat jonge moslims een sterker gepolitiseerde identiteit hebben naarmate zij zich sterker met hun religieuze groep identificeren. Specifiek voorspellen wij dat een grotere mate van identificatie met de moslimidentiteit samengaat (i) met meer steun voor de ‘politieke islam’ (Hypothese 1a), en (ii) met een grotere bereidheid om deel te nemen aan politieke actie (Hypothese 1b). Daarnaast verwachten wij dat ervaringen van ongelijke behandeling een invloed hebben op politisering, zowel direct als ook indirect door het versterken van religieuze identificatie. Onderzoek heeft aangetoond dat sociale afwijzing door leden van andere groepen omwille van het eigen groepslidmaatschap leidt tot een versterkte identificatie met de eigen, afgewezen groep (Branscombe, Schmitt & Harvey, 1999; Jetten, Branscombe, Schmitt & Spears, 2001). Onze tweede hypothese is daarom dat ervaren discriminatie de identificatie met de moslimidentiteit zal versterken (Hypothese 2). Wat de samenhang tussen ervaren discriminatie en politisering aangaat, zijn er twee redeneringen, die leiden tot twee tegenovergestelde verwachtingen. Als ervaren discriminatie inderdaad samengaat met versterkte religieuze identificatie en als een sterke mate van identificatie met de moslimidentiteit daadwerkelijk leidt tot sterkere politisering, dan zouden meer ervaringen van discriminatie moeten samengaan met meer 35 36 politisering, via de weg van versterkte religieuze identificatie (Hypothese 3a). Aan de andere kant kunnen ervaringen van discriminatie jonge moslims ook de indruk geven dat de moslimidentiteit gestigmatiseerd is. Onder gestigmatiseerde groepen verstaan wij groepen over wie anderen negatieve denkbeelden hebben en die door discriminatie onevenredig veel negatieve sociale uitkomsten ervaren, zoals werkloosheid (cf. Crocker & Major, 1989). Als door de ervaring van discriminatie de moslimidentiteit als gestigmatiseerd wordt ervaren, dan zullen zij minder geneigd of zelfs ontmoedigd zijn om politiek actief te worden op basis van deze groepsidentiteit. Kortom, op basis van het argument van stigmatisering verwachten wij dat ervaren discriminatie samengaat met minder politisering of zelfs depolitisering (Hypothese 3b). Ten slotte verwachten wij dat het proces van politisering of depolitisering afhangt van de specifieke vorm van politisering die wordt onderzocht. Het doneren van geld of deelnemen aan een demonstratie of protestactie wordt in Europese contexten algemeen beschouwd als een rechtmatige manier om politieke belangen te bevorderen. Het lobbyen voor een sterke invloed van de islam op de politiek en de samenleving daarentegen wordt door de meerderheidsbevolking in Europese landen met meer argwaan bekeken. Daarom verwachten wij dat het proces van politisering van de moslimidentiteit wordt beïnvloed door de specifieke vorm van politisering; concreet voorspellen wij dat jonge moslims die meer discriminatie ervaren eerder geneigd zullen zijn om politieke actie te ondernemen (Hypothese 3c), maar dat zij minder geneigd zullen zijn om de ‘politieke islam’ te steunen (Hypothese 3b). Databronnen en onderzoeksmethode Om bovenstaande hypotheses te toetsen werd gebruik gemaakt van gegevens van het TIES-onderzoek (‘The Integration of the European Second generation’). Dit is een enquête onder 18-35jarige moslims van Turkse en Marokkaanse origine in Europese steden, waarvan wij vijf meenemen in dit onderzoek: Antwerpen, Brussel, Amsterdam, Rotterdam en Stockholm. Alle deelnemers aan het onderzoek zijn in België, Nederland of Zweden geboren, maar minstens een van hun ouders is geboren in Turkije of Marokko. Wij hebben twee studies uitgevoerd. In de eerste studie onderzochten wij steun voor de ‘politieke islam’ onder de Turkse en Marokkaanse tweede generatie in alle vijf 36 37 steden. In de tweede studie onderzochten wij ook politieke actie en betrokken daarbij alleen deelnemers in de twee Belgische steden, omdat in de andere steden geen vragen werden gesteld over politieke actie. Steun voor de ‘politieke islam’ wordt gemeten door middel van vier stellingen waarmee deelnemers het (helemaal) eens of oneens konden zijn (zie Tabel 1). Verder werden deelnemers gevraagd of zij bereid zouden zijn om geld te doneren of deel te nemen aan een protest of demonstratie om op te komen voor de gemeenschappelijke belangen of waarden van moslims. De antwoorden op deze vragen gebruiken wij als meting van politieke actie, of preciezer, politieke actiebereidheid. Religieuze identificatie werd gemeten met vier stellingen zoals “Moslim zijn is een belangrijk deel van mezelf”. Voor de meting van ervaren discriminatie gebruiken wij drie vragen, bijvoorbeeld “Hoe vaak heeft u ongelijke behandeling of vijandigheid ervaren vanwege uw achtergrond?”. Ten slotte houden wij ook rekening met andere kenmerken van deelnemers, zoals hun geslacht, behaalde onderwijskwalificaties en de buurt waarin zij wonen. In Tabel 1 ziet men de verdeling van de metingen over de groepen van deelnemers in de verschillende steden in studie 1; Tabel 2 toont hetzelfde voor studie 2. Uit de tabellen blijkt dat er onder de deelnemers weinig steun is voor de ‘politieke islam’ (een gemiddelde waarde van 3 of minder op de schaal van 1 tot 5 betekent dat de meeste respondenten het oneens zijn met de stelling). De bereidheid om politieke actie te ondernemen is daarentegen groter. Gemiddeld hebben deelnemers van Marokkaanse herkomst een meer gepolitiseerde moslimidentiteit dan deelnemers van Turkse herkomst. Alle deelnemers identificeren zich sterk met het moslim zijn. Bevindingen Studie 1 In studie 1 onderzochten wij de samenhang tussen religieuze identificatie, ervaren discriminatie en steun voor de ‘politieke islam’, rekening houdend met geslacht, onderwijs en buurt van de deelnemers aan het onderzoek. Wij voerden voor iedere groep in iedere stad de analyse afzonderlijk uit, maar vonden geen verschillen tussen de steden. Zoals verwacht gaat een sterke religieuze identificatie gepaard met meer steun voor de ‘politieke islam’. Ervaren discriminatie gaat samen met een versterkte religieuze identificatie en versterkt daardoor indirect ook de steun voor de ‘politieke islam’. Echter 37 38 is de rechtstreekse invloed van discriminatie op steun voor de ‘politieke islam’ negatief, dwz. meer ervaren discriminatie gaat samen met minder steun voor de ‘politieke islam’. Studie 2 In studie 2 herhaalden wij de analyse met de deelnemers in de twee Belgische steden en keken wij ook naar politieke actie. Politieke actie en steun voor de ‘politieke islam’ bleken positief samen te hangen (dwz. hoe meer men bereid is om politieke actie te ondernemen, hoe meer men ook de ‘politieke islam’ steunt), maar de samenhang was nogal zwak. Religieuze identificatie ging gepaard met een grotere bereidheid voor politieke acties om de belangen van moslims te verdedigen. Ook meer ervaren discriminatie ging samen met een grotere bereidheid tot politieke actie; dit in tegenstelling tot de verminderde steun voor de ‘politieke islam’, zoals ook al gevonden in studie 1. De zwakke samenhang tussen politieke actie en ‘politieke islam’ betekent dat niet alle jonge moslims beide vormen van politisering in dezelfde mate steunen. Wij hebben daarom bekeken welke kenmerken de groepen van jonge moslims hebben die (i) zowel politiek actief zijn als ook de ‘politieke islam’ steunen, laten we ze activistisch en islamistisch noemen; (ii) bereid zijn tot politieke actie, maar geen aanhanger zijn van de ‘politieke islam’, de activistische groep; (iii) de ‘politieke islam’ steunen, maar niet bereid zijn tot politieke actie, de islamistische groep; en ten slotte (iv) geen van de twee vormen van politisering steunen, de gedepolitiseerde groep. De eerste groep identificeert zich sterk met het moslim zijn en ervaart veel discriminatie; dit zijn vaker hoger opgeleide jonge moslims die in achtergestelde buurten wonen. Dat laatste geldt ook voor de tweede groep; in vergelijking met de eerste groep identificeren zij zich echter minder met de moslimidentiteit. De derde groep wordt gekenmerkt door een relatief laag opleidingsniveau en ervaart in verhouding minder discriminatie. Een mogelijke verklaring voor de bevinding dat ervaren discriminatie vaker voorkomt onder hoger opgeleide jonge moslims is dat hun onderwijskwalificaties op de arbeidsmarkt mogelijk niet in dezelfde mate worden beloond als die van autochtone leeftijdsgenoten (cf. Vandezande, Fleischmann, Baysu, Swyngedouw & Phalet, 2008). 38 39 Slotbeschouwing Het onderzoek naar gepolitiseerde moslimidentiteit onder jonge moslims van Turkse en Marokkaanse origine in vijf Europese steden heeft laten zien dat de mate van politisering afhangt van religieuze identificatie en ervaren discriminatie. Daarnaast vonden wij dat politieke actie en steun voor de ‘politieke islam’ twee verschillende vormen van gepolitiseerde moslimidentiteit zijn die niet altijd samengaan. Met andere woorden, politiek engagement van jonge moslims, ook al heeft het tot doel om gedeelde belangen of waarden van moslims als minderheidsgroep te verdedigen, gaat niet altijd samen met de steun voor een grotere rol van de islam in de politiek en de samenleving. En ook andersom zijn degenen die de ideologie van de ‘politieke islam’ aanhangen niet altijd politiek actief. De mate waarin jonge moslims zich ongelijk behandeld of vijandelijk bejegend voelen was een belangrijke verklaring voor de bereidheid om in actie te komen, maar werkte tegelijk depolitiserend, omdat het verbonden was met minder steun voor de ‘politieke islam’. 39 40 Literatuurlijst Branscombe, N. R., Schmitt, M. T., & Harvey, R. D. (1999). Perceiving pervasive discrimination among African-Americans: implications for group identification and well-being Journal of Personality and Social Psychology, 77(1), 135-149. Crocker, J., & Major, B. (1989). Social stigma and self-esteem: the self-protective properties of stigma. Psychological Review, 96(4), 608-630. Jetten, J., Branscombe, N. R., Schmitt, M. T., & Spears, R. (2001). Rebels with a Cause. Group Identification as a Response to Perceived Discrimination from the Mainstream. Personality and Social Psychology Bulletin, 27(9), 1204-1213. Simon, B., & Klandermans, B. (2001). Politicized collective identity: a social psychological analysis. American Psychologist, 56(4), 319-331. Van Zomeren, M., Postmes, T., & Spears, R. (2008). Toward an integrative social identity model of collective action: a quantitative research synthesis of three socio-psychological perspectives. Psychological Bulletin, 134(4), 504-535. Vandezande, V., Fleischmann, F., Baysu, G., Swyngedouw, M., & Phalet, K. (2008). De Turkse en Marokkaanse tweede generatie op de arbeidsmarkt in Antwerpen en Brussel. Resultaten van het TIES-onderzoek. Leuven: CeSO/ISPO. 40 41 Tabel 1 Beschrijvende Statistieken van variabelen in studie 1 per groep en stad Antwerpen Turkse 2e Marokkaanse generatie 2e generatie 225 188 Brussel Turkse 2e Marokkaans generatie e 2e generatie 120 147 Amsterdam Turkse 2e Marokkaanse generatie 2e generatie 166 172 Rotterdam Turkse 2e Marokkaanse generatie 2e generatie 205 202 Stockholm Turkse 2e generatie 118 1/5 4.14 (1.00) 4.14 (1.07) 4.49 (0.76) 4.48 (0.76) 4.27 (0.80) 4.01 (0.98) 4.14 (0.92) 3.94 (1.17) 4.85 (0.61) 1/5 2.96 (1.14) 2.99 (1.09) 2.85 (1.18) 2.80 (1.21) 2.70 (1.09) 2.89 (1.10) 2.75 (1.08) 2.94 (1.14) 1.94 (1.31) 1/5 2.39 (1.09) 2.32 (1.09) 2.30 (1.01) 2.11 (1.03) 2.31 (1.05) 2.42 (1.08) 2.33 (1.00) 2.25 (1.05) 1.28 (0.79) 1/5 2.91 (1.27) 3.50 (1.21) 2.67 (1.25) 3.37 (1.26) 2.87 (1.20) 3.06 (1.19) 2.74 (1.23) 2.94 (1.25) 2.10 (1.27) 1/5 4.32 (0.89) 4.51 (0.69) 4.16 (0.98) 4.54 (0.73) 4.28 (0.88) 4.48 (0.75) 4.19 (0.96) 4.40 (0.77) 4.58 (0.74) 1/5 1/5 1/5 4.05 (1.09) 3.60 (1.16) 3.70 (1.25) 4.32 (0.90) 4.04 (1.030 3.82 (1.20) 4.07 (1.02) 3.89 (1.00) 3.98 (1.08) 4.33 (0.99) 4.06 (1.03) 4.16 (1.01) 3.62 (1.17) 3.77 (0.97) 3.80 (1.11) 3.98(1.18) 3.99 (0.89) 3.69 (1.16) 3.52 (1.21) 3.70 (0.98) 3.67 (1.17) 4.01 (1.00) 3.97 (0.95) 3.64 (1.15) 3.81 (1.46) 3.84 (1.23) 3.08 (1.58) 1/5 2.04 (1.05) 2.33 (1.11) 2.03 (1.03) 2.23 (1.05) 1.90 (1.05) 1.76 (1.02) 1.82 (1.06) 1.99 (1.05) 2.03 (1.13) 1/5 1.39 (0.92) 1.62 (1.06) 1.31 (0.71) 1.76 (1.14) 1.35 (0.80) 1.45 (0.93) 1.36 (0.88) 1.54 (0.95) 1.26 (0.67) 1/5 1.77 (0.90) 2.25 (1.03) 1.86 (0.92) 1.92 (1.02) 1.58 (1.03) 1.41 (0.89) 1.51 (0.93) 1.73 (0.95) 1.86 (0.94) 0/1 0/1 0/1 33.9% 44.3% 49.8% 22.0% 41.5% 59.6% 38.0% 37.6% 40.8% 20.3% 25.7% 51.0% 26.1% 37.4% 54.8% 25.3% 41.9% 52.3% 28.7% 52.8% 52.2% 24.0% 65.2% 51.0% 6.5% 19.7% 39.0% Min/ Max N Steun voor de ‘politieke islam’ Religie zou een privézaak moeten zijn tussen de gelovige en God a De islam zou vertegenwoordigd moeten worden in de politiek en de samenleving, net zoals andere religies en overtuigingen De islam zou de enige en ultieme autoriteit moeten zijn in politieke kwesties Islamitische vrouwen zouden buitenshuis een hoofddoek moeten dragen Religieuze identificatie Moslim zijn is een belangrijk deel van mezelf Ik denk er vaak aan dat ik een moslim ben Ik zie mezelf als een echte moslim Als iemand iets slechts zegt over moslims, voel ik me persoonlijk gekwetst Ervaren discriminatie Heeft u ooit ongelijke behandeling of vijandelijkheid ervaren vanwege je achtergrond? Heeft u ooit ongelijke behandeling of vijandelijkheid ervaren vanwege je religie? Bent u ooit geconfronteerd met beledigende taal wegens uw achtergrond? Controle variabelen Lager secundair onderwijs of minder Arbeidersbuurt Vrouw a Deze stelling is omgedraaid voor de meting van ‘politieke islam’, dwz. hogere waarden betekenen minder instemming. 41 42 Tabel 2 Beschrijvende Statistieken van variabelen in studie 2 per groep en stad Min/ Max N Politieke actie Zou u meelopen in een betoging of mars om de islamitische waarden te verdedigen? Zou u geld geven om de islamitische waarden te verdedigen? Steun voor de ‘politieke islam’ Religie zou een privézaak moeten zijn tussen de gelovige en God a De islam zou vertegenwoordigd moeten worden in de politiek en de samenleving, net zoals andere religies en overtuigingen De islam zou de enige en ultieme autoriteit moeten zijn in politieke kwesties Islamitische vrouwen zouden buitenshuis een hoofddoek moeten dragen Religieuze identificatie Moslim zijn is een belangrijk deel van mezelf Ik denk er vaak aan dat ik een moslim ben Ik zie mezelf als een echte moslim Als iemand iets slechts zegt over moslims, voel ik me persoonlijk gekwetst Ervaren discriminatie Heeft u ooit ongelijke behandeling of vijandelijkheid ervaren vanwege je achtergrond? Heeft u ooit ongelijke behandeling of vijandelijkheid ervaren vanwege je religie? Bent u ooit geconfronteerd met beledigende taal wegens uw achtergrond? Controle variabelen Lager secundair onderwijs of minder Arbeidersbuurt Vrouw Antwerpen Turkse 2e Marokkaanse generatie 2e generatie 100 93 Brussel Turkse 2e Marokkaans generatie e 2e generatie 57 63 1/3 1.97 (0.76) 2.18 (0.75) 1.82 (0.77) 2.31 (0.77) 1/3 1.84 (0.76) 2.18 (0.69) 1.87 (0.74) 2.07 (0.76) 1/5 4.22 (1.00) 4.09 (1.10) 4.59 (0.73) 4.42 (0.97) 1/5 2.91 (1.15) 3.07 (1.22) 2.87 (1.30) 3.16 (1.31) 1/5 2.36 (1.16) 2.44 (1.11) 2.51 (1.10) 2.36 (1.27) 1/5 3.01 (1.25) 3.47 (1.29) 2.64 (1.10) 3.35 (1.21) 1/5 1/5 1/5 1/5 4.38 (0.71) 4.16 (0.93) 3.66 (1.17) 3.60 (1.30) 4.54 (0.68) 4.28 (1.01) 4.02 (0.97) 3.69 (1.20) 4.23 (0.80) 4.07 (1.02) 3.79 (1.00) 4.18 (0.97) 4.66 (0.65) 4.39 (0.94) 4.19 (0.94) 4.25 (1.10) 1/5 2.00 (1.01) 2.32 (1.16) 1.95 (0.88) 2.35 (1.27) 1/5 1.26 (0.79) 1.46 (0.98) 1.32 (0.76) 1.70 (1.26) 1/5 1.75 (0.91) 2.20 (1.09) 1.77 (0.74) 2.05 (1.00) 0/1 0/1 0/1 38.0% 37.0% 50.0% 15.1% 47.3% 67.7% 40.4% 35.1% 36.8% 23.4% 35.9% 50.0% Deze stelling is omgedraaid voor de meting van ‘politieke islam’, dwz. hogere waarden betekenen minder instemming. a 42