politieke participatie van turkse en marokkaanse

advertisement
POLITIEKE PARTICIPATIE VAN TURKSE EN
MAROKKAANSE BELGEN IN ANTWERPEN EN BRUSSEL
RESULTATEN VAN HET TIES – TWEEDE GENERATIE ONDERZOEK
RAPPORT VOOR DE STAD ANTWERPEN
Marc Swyngedouw - Fenella Fleichman - Karen Phalet - Gülseli Baysu
Instituut voor Sociaal en Politiek Opinieonderzoek (ISPO) – K.U. Leuven
Centrum voor Sociale en Culturele Psychologie (CSCP)– K.U. Leuven
Dit project wordt ondersteund binnen het actieplan Wetenschapscommunicatie, een
initiatief van de dienst Sociale Netwerken van de stad Antwerpen
1
Inhoud
DEEL 1: POLITIEKE PARTICIPATIE
1. Interesse in nieuws
1.1. lokaal nieuw
1.2. Belgische politiek nieuws
1.3. Politiek nieuws uit Turkije en Marokko
2. Stemgedrag 2006
2.1. Gestemd in 2006?
2.2. Lijststem of voorkeurstem
2.3. Stem voor kandidaat van etnische afkomst
2.4. Stem voor vrouwelijke kandidaa
2.5. Stemgedrag bij gemeenteraadsverkiezingen 2006
3. Belangenbehartiging door etnische of ‘Belgische’ politici
3.1. Algemeen belang
3.2. Belangen etnische minderheden
4. Politieke kennis
5. Links – Rechts?
5.1. Algemeen links – rechts
5.2. Ethisch progressief – conservatief
5.2.1. Recht op abortus
5.2.2. Recht op euthanasie
5.2.3. Homoseksuelen recht op adoptie
6. Weinig of Geen vertrouwen in politieke en sociale instellingen
6.1. Vertrouwen in de politie?
DEEL 2: GEPOLITISEERDE
MOSLIMIDENTITEIT: STEUN VOOR DE POLITIEKE ISLAM EN
POLITIEKE ACTIE EN DE ROL VAN RELIGIEUZE IDENTIFICATIE EN ERVAREN
DISCRIMINATIE (Antwerpen, Brussel, Amsterdam, Rotterdam en Stockholm)
2
Inleiding
In het zogenaamde TIES (The Integration of the European Second Generation) onderzoek
werden in de stad Antwerpen en in het Brussels Hoofdstedelijk gewest een representatief staal
van Turkse en Marokkaanse Belgen van de zogenaamde 2e generatie bevraagd over allerlei
onderwerpen die te maken hadden met het participeren in de Belgische samenleving1. We
beperkten ons hierbij tot jongeren tussen de 18 en de 35 jaar waarbij minimaal een van de
ouders afkomstig was uit Turkije of Marokko. Waar mogelijk vergeleken we deze jongeren
met een steekproef van zogenaamde autochtone Belgen van dezelfde leeftijdsgroep die
woonachtig zijn in dezelfde wijken als de Turkse en Marokkaanse Belgen.
In dit rapport bekijken we hun participatie aan het politiek leven in Antwerpen en het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest. De vergelijking met Belgen die in dezelfde wijken wonen heeft tot
doel om overculturalisering tegen te gaan. Is iets typisch voor de Turkse of Marokkaanse
Belgen van de 2e generatie of iets algemener dat voor alle jonge inwoners van die stadwijken
geldt? In het laatste geval heeft het dan meer met woonomgeving en klassenafkomst te maken
dan met etnisch culturele kenmerken. We vergelijken dus niet met alle autochtone Belgen van
Antwerpen en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 18 tot 35 jaar, maar enkel met hen die
ook in de wijken wonen waar de Turkse en Marokkaanse 2e generatie woonachtig is.
We bekijken politieke participatie zeer ruim. We starten met de interesse in nieuws, lokaal en
nationaal politiek nieuws en gaan ook na in welke mate Turkse en Marokkaanse Belgen
gericht zijn op het politieke gebeuren van het land van herkomst van hun ouders.
Vervolgens gaan we na hoe er gestemd werd bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006.
Heeft men gestemd; heeft men voor etnische kandidaten gestemd; komen vrouwen in
aanmerking voor een voorkeurstem; en ten slotte, voor welke partijen heeft men gestemd?
Wie kan de belangen effectief behartigen als het over het ‘algemeen belang’ en over de
‘belangen van de etnische minderheden’ gaat? ‘Allochtoon’ of ‘autochtoon’ Belgische politici
of beiden even goed?
Om efficiënt politici te belonen of af te straffen voor het gevoerde beleid is een minimum
vereiste dat men weet welke politieke partijen de coalitie vormen. In welke mate kent men
deze basis informatie?
1
Voor een uitgebreide beschrijving van de exacte steekproeftrekking en methodologie van het onderzoek, zie
Vandezande e.a. Perceptie van ongelijkheid van kansen in de Turkse en Marokkaanse tweede generatie, ISPO:
K.U.Leuven, 2010 http://soc.kuleuven.be/ispodownload
3
Zijn Antwerpse en Brusselse jongeren van autochtone, Turkse of Marokkaanse herkomst
algemeen gesproken politiek links of rechts georiënteerd; en zijn zij ethisch progressief of
conservatief?
Tot slot van dit eerste deel gaan we na in hoeverre de Belgische politieke en sociale
instellingen het vertrouwen genieten van verschillende groepen jongeren in beide steden; en
in welke mate de 2e generatie jongeren de instellingen in het land van herkomst van hun
ouders vertrouwen.
In het tweede deel rapporteren we een studie over de verbanden tussen politiek en religie bij
de 2e generatie jongeren van Turkse en Marokkaanse afkomst. We vergelijken daarbij
Antwerpse jongeren met jongeren in Brussel, Rotterdam, Amsterdam en Stockholm. In welke
mate moeten volgens hen religieuze opvattingen de politiek aansturen; en hoe houden deze
opvattingen verband met hun moslimidentiteit en met ervaren discriminatie?
4
1. Interesse in Nieuws
Een eerste element – en bijna een conditio sine qua non – om politiek te kunnen participeren
is om op de hoogte te zijn van het lokale en het nationale politieke nieuws in België. Wie het
nieuws niet volgt heeft meer moeilijkheden om zich een onderbouwde (politieke) mening te
vormen en om te zien welke partij welke standpunten verdedigt. Indien gewenst kan deze
informatie richting geven aan de politieke actie en het stemgedrag. Merk op dat vet gedrukte
percentages enkel ter ondersteuning van de boodschap in de tekst bij de tabellen zijn bedoeld.
1.1 Volgen van lokaal nieuws
Tabel 1:
Volgen lokaal nieuws volgens geslacht, afkomst en stad
% rijpercentages
Het nieuws over [Antwerpse/
Brusselse] lokale politiek
Geslacht Afkomst respondent
Man
Autochtonen
Turkse afkomst
Marokkaanse
stad
stad
stad
afkomst
Vrouw
Autochtonen
Turkse afkomst
Marokkaanse
afkomst
stad
stad
stad
Nooit
Antwerpen
Frequent
3,1%
34,3%
Brussel
14,8%
11,6%
Totaal
8,5%
23,7%
Antwerpen
1,1%
33,7%
Brussel
17,1%
12,3%
Totaal
7,7%
24,9%
Antwerpen
2,2%
42,4%
Brussel
13,8%
14,7%
Totaal
7,3%
30,1%
Antwerpen
2,6%
26,0%
Brussel
14,7%
4,3%
Totaal
8,1%
16,2%
Antwerpen
6,1%
27,2%
Brussel
11,0%
9,2%
Totaal
8,0%
20,1%
Antwerpen
3,2%
41,8%
Brussel
18,1%
7,9%
Totaal
9,7%
27,0%
5
Hoewel bijna iedereen wel eens het lokale nieuws volgt, doet slechts een minderheid van
zowel allochtone als autochtone jongeren dat met enige regelmaat. Vrouwen volgen minder
frequent het lokale politieke nieuws dan mannen, met uitzondering van de Marokkaanse
vrouwen in Antwerpen. Daarenboven is er een duidelijk stadseffect: in Brussel is de interesse
in het lokale nieuws opmerkelijk lager dan in Antwerpen. De verschillen tussen de etnischculturele groepen duiden op een opmerkelijk grotere interesse in het lokale nieuws bij de
Marokkaanse Belgen in Antwerpen (42% volgt regelmatig het lokale nieuws).
1.2 Volgen van Belgisch nieuws
Tabel 2:
Frequentie volgen van Belgisch politiek nieuws volgens geslacht, afkomst en stad
% rijpercentages
Belgisch politiek nieuws volgen
Geslacht
Afkomst respondent
Man
Autochtonen
Turkse afkomst
Marokkaanse
Stad
Stad
Stad
afkomst
Vrouw
Autochtonen
Turkse afkomst
Marokkaanse
afkomst
Stad
Stad
Stad
Nooit
Geregeld
Frequent
Antwerpen
9,7%
29,3%
27,1%
Brussel
6,3%
43,2%
19,2%
Totaal
8,1%
35,8%
23,4%
Antwerpen
15,2%
18,0%
18,5%
Brussel
11,7%
28,2%
11,9%
Totaal
13,7%
22,2%
15,8%
5,9%
25,8%
21,0%
Brussel
14,9%
28,7%
15,0%
Totaal
9,9%
27,1%
18,3%
16,2%
23,3%
16,5%
Brussel
6,9%
43,2%
13,4%
Totaal
12,0%
32,3%
15,1%
Antwerpen
22,8%
21,1%
10,6%
Brussel
15,4%
28,5%
5,7%
Totaal
19,9%
24,0%
8,6%
Antwerpen
14,4%
19,5%
24,1%
Brussel
13,6%
23,9%
11,3%
Totaal
14,1%
21,4%
18,5%
Antwerpen
Antwerpen
6
De interesse in het Belgische politieke nieuws is nog beperkter dan die in het lokale politieke
nieuws – om en bij de 10% van alle groepen zegt nooit het Belgische nieuws te volgen.
Vrouwen volgen door de band wat minder regelmatig het nationale politieke nieuws. De
tendens is licht aanwezig dat in Brussel de interesse algemeen gesproken wat hoger is voor
het Belgische politieke nieuws dan in Antwerpen. Er zijn geen veralgemeenbare verschillen in
interesse tussen autochtone en allochtone kiezers. Autochtone mannen in Brussel vormen de
meest geintereseerde groep;Turkse mannen in Antwerpen en Turkse vrouwen in Brussel
vormen de minst geïnteresseerde groepen.
Algemeen kunnen we stellend dat de interesse in lokaal en Belgische politiek nieuws relatief
beperkt is. Autochtone Belgen woonachtig in dezelfde wijken als de etnische minderheden
tonen ietsjes meer interesse, maar verschillen
verschillen
kunnen
vermoedelijk
in essentie niet van allochtonen. Kleine
toegeschreven
opleidingsniveau van autochtone buurtbewoners.
7
worden
aan
een
ietwat
hoger
1.3 Politiek nieuws uit Turkije en Marokko
Tabel 3
Nieuws volgen over Marokkaanse politiek (enkel Marokkaanse 2e generatie)
% rijpercentages
Nieuws over Marokkaanse politiek
Geslacht
Afkomst respondent
Man
Marokkaanse
Nooit
Stad
afkomst
Vrouw
Marokkaanse
Stad
afkomst
Bijna nooit
Soms
Geregeld
Frequent
40,7%
38,9%
16,7%
3,2%
,5%
Brussel
40,8%
19,8%
25,0%
12,9%
1,5%
Totaal
40,7%
30,4%
20,4%
7,5%
1,0%
Antwerpen
58,5%
27,5%
9,5%
3,3%
1,1%
Brussel
42,6%
31,3%
12,7%
9,7%
3,7%
51,6%
29,2%
10,9%
6,1%
2,2%
Antwerpen
Totaal
De Marokkaanse tweede generatie is in meerderheid niet geïnteresseerd in de Marokkaanse
politiek. Meer dan 70% volgt (bijna) nooit het Marokkaanse politieke nieuws, met
uitzondering van de Marokkaans Brusselse mannen van wie zowat 40% zegt soms tot vaak
het Marokkaanse nieuws te volgen. Het feit dat een belangrijke minderheid van de ouders van
de 2e generatie Marokkaanse jongeren als politiek vluchteling of als student naar Brussel is
gekomen zal hier vermoedelijk niet vreemd aan zijn. Vrouwen zijn quasi unaniem in het
(bijna) nooit volgend van de Marokkaanse politiek.
Tabel 4:
Nieuws volgen over Turkse politiek (enkel Turkse 2e generatie)
% rijpercentages
Nieuws over Turkse politiek
Geslacht
Afkomst respondent
Man
Turkse afkomst
Vrouw
Turkse afkomst
Stad
Stad
Nooit
Bijna nooit
Soms
Geregeld
Frequent
19,7%
20,8%
22,5%
21,3%
15,7%
Brussel
9,0%
20,0%
29,6%
29,7%
11,7%
Totaal
15,3%
20,5%
25,4%
24,8%
14,1%
Antwerpen
27,2%
25,6%
22,2%
17,2%
7,8%
Brussel
24,2%
23,2%
28,7%
15,2%
8,7%
26,0%
24,6%
24,8%
16,4%
8,1%
Antwerpen
Totaal
8
De Turkse tweede generatie is meer verdeeld dan de Marokkaanse tweede generatie, met
meer interesse in de Turkse politiek bij Turkse mannen dan bij de vrouwen; 37% en 41% van
de Turkse mannen volgen geregeld tot frequent het Turkse politieke nieuws in respectievelijk
Antwerpen en Brussel. Tot 60 en 71% van hen volgt soms tot frequent het Turkse nieuws. Bij
de Turkse vrouwen is dit toch nog om en bij de helft, al zijn Turkse vrouwen duidelijk minder
geinteresseerd dan mannen. Er is weinig verschil tussen beide steden.
De Turkse 2e generatie in beide steden is dus duidelijk politiek meer verbonden met het land
van herkomst dan de Marokkaanse 2e generatie. Een deel van de verklaring is wellicht de
betere kennis van de Turkse taal waardoor de 2de generatie meer dan de Marokkaanse 2de
generatie de media kan volgen (satelliet TV, kranten, internet …).
2. Stemgedrag 2006
2.1. Gestemd in 2006?
Tabel 5: Heeft u bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen in 2006 in België gestemd?
Antwerpen
Autochtonen
Ja
Nee, ik heb niet gestemd
Totaal %
(Aantal)
Man
96.70
3.30
100
(152)
Vrouw
97.20
2.80
100
(145)
Van Turkse
herkomst
Man
Vrouw
95.90
97.10
4.10
2.90
100
100
(172)
(173)
Van Marokkaanse
herkomst
Man
Vrouw
94.50
96.60
5.50
3.40
100
100
(146)
(148)
Totaal
%
96.5
3.5
100
(936)
Onder hen die stemgerechtigd waren in 2006 (33 personen waren niet stemgerechtigd)
Brussel
Autochtonen
Ja
Nee, ik heb niet gestemd
Totaal %
(Aantal)
Man
81.00
19.00
100
(121)
Vrouw
86.40
13.60
100
(118)
Van Turkse
herkomst
Man
Vrouw
76.30
87.70
23.70
12.30
100
100
(118)
(114)
Van Marokkaanse
herkomst
Man
Vrouw
87.00
90.40
13.00
9.60
100
100
(115)
(104)
Onder hen die stemgerechtigd waren in 2006 (51 personen waren niet stemgerechtigd)
9
Totaal
%
84.6
15.4
100
(691)
De participatie aan de lokale verkiezingen vertoont een beeld dat gelijkaardig is aan dat van
de algemene bevolking. In Antwerpen gaat zowat iedereen stemmen, onafhankelijk van
etnische herkomst. In Brussel is er een grotere groep die niet gaat stemmen; en dit is iets meer
uitgesproken bij de mannen dan bij de vrouwen.
Er zijn geen opmerkelijke verschillen vast te stellen naar etnische herkomst in het al dan niet
participeren aan de lokale verkiezingen van 2006 in Antwerpen en Brussel.
10
2.2: Lijststem of voorkeurstem?
Tabel 6:
Lijststem volgens geslacht, afkomst en stad
% in de stad van de respondent
Stemtype
Geslacht Afkomst respondent
Man
Autochtonen
Turkse afkomst
Marokkaanse
Stad
Stad
Stad
afkomst
Vrouw
Autochtonen
Turkse afkomst
Marokkaanse
afkomst
Stad
Stad
Stad
Lijststem
Antwerpen
55,3%
Brussel
64,3%
Totaal
58,6%
Antwerpen
37,5%
Brussel
41,4%
Totaal
38,8%
Antwerpen
44,0%
Brussel
50,9%
Totaal
46,8%
Antwerpen
55,6%
Brussel
48,1%
Totaal
52,5%
Antwerpen
33,3%
Brussel
51,7%
Totaal
40,2%
Antwerpen
35,3%
Brussel
48,9%
Totaal
40,0%
Zowel in Antwerpen als in Brussel geven kiezers van etnische afkomst minder lijststemmen
dan autochtonen, met uitzondering van de Turkse vrouwelijke kiezers in Brussel
Zoals reeds geweten was uit onderzoek in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Jacobs, D.,
Bousetta, H, e.a. (2006)) verkiezen de kiezers afkomstig uit de ethnisch-culturele
minderheden meer een voorkeurstem uit te brengen dan de (eerder laaggeschoolde)
autochtone Belgen.
11
2.3: Voorkeurstem voor een etnische kandidaat?
Tabel 7:
Voorkeurstem voor kandidaten van etnische afkomst
% in de stad van de respondent
Stem op kandidaat van
[Turkse/Marokkaanse]
Geslacht
Man
Turkse afkomst
Marokkaanse
Stad
Stad
afkomst
Vrouw
origine
Afkomst respondent
Turkse afkomst
Marokkaanse
afkomst
Stad
Stad
Antwerpen
61,6%
Brussel
62,8%
Totaal
62,0%
Antwerpen
35,0%
Brussel
49,1%
Totaal
40,4%
Antwerpen
71,6%
Brussel
64,9%
Totaal
69,6%
Antwerpen
31,8%
Brussel
59,5%
Totaal
40,0%
Merk op: Van de autochtone respondenten woonachtig in dezelfde wijken als de etnische
kiezers in Antwerpen en Brussel stelt geen enkele een voorkeurstem te hebben gegeven aan
een Turkse of een Marokkaanse kandidaat! (niet opgenomen in tabel 7) De Turken geven
duidelijk meer etnische voorkeurstemmen (ca. 62%) dan de Marokkanen (ca. 40%). De
Marokkanen geven afgetekend meer etnische voorkeurstemmen in Brussel dan in Antwerpen.
De verschillen tussen man en vrouw hangen samen met de stad: Turkse vrouwen in
Antwerpen en Marokkaanse vrouwen in Brussel stemmen meer voor kandidaten van hun
eigen etnische groep.
De autochtone Belgen zijn diegenen die het meest langs de etnische lijn stemmen, gevolgd
door de Turkse Belgen en dan door de Marokkaanse Belgen.
12
2.4: Voorkeurstem voor een vrouwelijk kandidaat?
Tabel 8:
Voorkeurstem voor vrouwelijke kandidaten
volgens geslacht, afkomst en stad
% rijpercentages
Vrouwelijke
kandidaten
Geslacht Afkomst respondent
Man
Autochtonen
Turkse afkomst
Marokkaanse
Stad
Stad
Stad
afkomst
Vrouw
Autochtonen
Stad
Antwerpen
42,9%
Brussel
37,1%
Totaal
41,0%
Antwerpen
41,0%
Brussel
39,0%
Totaal
40,4%
28,6%
Antwerpen
Brussel
41,8%
Totaal
33,6%
Antwerpen
53,3%
81,1%
Brussel
Turkse afkomst
Marokkaanse
afkomst
Stad
Stad
Totaal
65,8%
Antwerpen
52,9%
Brussel
45,0%
Totaal
50,6%
Antwerpen
43,0%
Brussel
67,5%
Totaal
50,3%
Vrouwen geven meer hun voorkeurstem aan vrouwelijke kandidaten, zowel in Antwerpen als
in Brussel, maar de autochtone Brusselse vrouwen doen dit het meest (81%), gevolgd door de
Marokkaanse Brusselse vrouwen (68%). Marokkaanse mannen in Antwerpen geven
daarentegen de minste voorkeurstemmen aan vrouwelijke kandidaten (slechts 29%).
Vrouwen stemmen vaker voor vrouwen. Vooral Marokkaanse mannen uit Antwerpen lijken
vrouwelijke kandidaten systematisch te ontwijken.
13
2.5: Stemgedrag bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006
Antwerpen 2006: SP.a en burgemeester Janssens halen tussen de 70 en de 80% van de
stemmen bij de kiezers van etnische afkomst. Bij de autochtonen haalt hij bij de mannen het
gemiddelde
van
de
stemmen,
maar
bij
de
vrouwen
is
er
een
duidelijke
oververtegenwoordiging. CD&V doet het bij de etnische kiezer systematisch beter dan
Groen!. PVDA+ vormt absoluut geen concurrent bij de etnische kiezer voor de SP.a. De
score van het Vlaams Belang bij de autochtone jonge kiezers woonachtig in dezelfde wijken
als de etnische minderheden zeer laag (13 tot 18% t.o.v. 33% in de algemene bevolking).
Brussel (BHG!) 2006: PS haalt beduidend hogere scores (rond de 55%) bij de etnische
kiezer. MR blijft de grootste partij bij de autochtonen (woonachtig in dezelfde wijken als de
allochtone kiezers). Ecolo is uitermate in trek bij de autochtone vrouwen (43%) en dit ten
koste van de PS (slechts 8%). MR scoort relatief hoog bij de mannelijke kiezers van Turkse
origine. cdH overtreft Ecolo in stemaandeel bij alle etnische kiezers. Merk op dat er een (zeer)
beperkte groep kiezers van etnische origine zowel in Antwerpen als in Brussel voor Vlaams
Belang zegt te kiezen.
De grotere diversificatie van het stemgedrag in Brussel in vergelijking met Antwerpen
reflecteert naar alle waarschijnlijkheid ook de grotere differentiatie in de sociaal –
economische positie van de etnische minderheden in Brussel in vergelijking met Antwerpen.
Zowel uit binnenlands als uit buitenlands onderzoek is geweten dat de stemmen van de
etnische minderheden in de loop van de tijd meer differentiëren over de verschillende
partijen, naar mate dat ze meer los komen van hun arbeidersklasse positie in de samenleving.
In Brussel is zeker onder de minderheid van Turkse origine een belangrijke groep
zelfstandigen, wat zich uit in een stem voor de MR. Een mogelijke verklaring voor de lage
steun voor het Vlaams Belang bij de autochtone Antwerpenaren (18-35 jaar) woonachtig in
dezelfde wijken als de etnische minderheden kan gezocht worden in de contacthypothese, die
stelt dat negatieve gevoelens zullen afnemen naar mate men effectief contact heeft met
minderheidsgroepen. Eveneens kan hier de gemiddeld hogere scholingsgraad van deze
autochtone groep een verklaring bieden.
14
15
Stemgedrag gemeenteraadsverkiezingen 2006 volgens geslacht, afkomst en stad
% in de stad van de respondent
POLITIEKE PARTIJ
andere
Vlaams
Geslacht Afkomst respondent
Man
Autochtonen Stad Antwerpen 14,1%
Turkse
Brussel
1,6%
Totaal
9,6%
Stad Antwerpen 9,6%
SP.a
VLD Belang Groen! PVDA+ cdH
Ecolo
PTB
partij
Totaal
8,5%
2,7%
2,2% 4,8%
4,0%
0,9%
1,3% 4,4%
23,8%
31,8%
19,2%
3,3% 100,0%
23,4% 13,4% 13,1%
5,8%
2,2% 1,5%
8,4%
11,3%
6,8%
1,2% 100,0%
5,1%
1,3%
79,0%
1,7%
2,7%
6,5%
54,0% 2,7%
2,2%
Marokkaanse Stad Antwerpen 12,1%
afkomst
MR
18,1%
1,9%
Brussel
Totaal
PS
35,0% 18,1%
3,2%
afkomst
Vrouw
CD&V
Franstalige
100,0%
100,0%
7,8%
3,5%
0,9% 2,5%
66,8% 10,4%
8,0%
2,7%
56,2% 20,2%
17,8%
6,4%
6,6% 3,3% ,6%
100,0%
2,1% 1,1% ,2%
100,0%
100,0%
Brussel
0,8%
1,3% 0,8%
1,8%
15,7%
56,7%
11,8%
9,8%
1,2% 100,0%
Totaal
7,6%
40,3% 6,5%
5,5%
1,6% 6,4%
23,0%
4,8%
4,0%
0,5% 100,0%
Autochtonen Stad Antwerpen 6,1%
48,8% 13,7%
8,7%
4,3%
Turkse
afkomst
Brussel
1,7%
1,3% 2,9%
Totaal
4,5%
31,0% 9,6%
Stad Antwerpen 7,8%
Brussel
1,7%
Totaal
5,6%
Marokkaanse Stad Antwerpen 5,5%
afkomst
Brussel
2,4%
Totaal
4,4%
78,4%
6,5%
13,2%
8,3%
5,4%
0,7%
5,9%
12,7%
7,6%
2,7% 4,8%
2,9%
77,6%
2,6%
0,4%
3,8%
1,0%
5,9%
4,3%
52,0% 1,7%
0,7%
3,9%
Tabel 9
15
27,2% 42,6% 1,0%
10,2%
16,0% 0,4%
100,0%
100,0%
100,0%
1,2%
50,5% 4,2%
100,0%
14,5%
54,6%
10,2%
9,4%
6,9% 100,0%
5,2%
19,7%
3,7%
3,4%
2,5% 100,0%
5,4%
0,7%
100,0%
22,6%
54,1%
6,3%
9,3% 1,1%
100,0%
3,5% 7,9%
19,4%
2,2%
3,2% 0,4%
100,0%
16
3. Belangenbehartiging door politici van ‘etnische’ of ‘Belgische’ afkomst.
3.1 Wie best ter behartiging algemeen belang?
Tabel 10:
Politieke Belangenbehartiging door 'Belgische' of politici van 'etnische' afkomst:
Algemeen belang
% rijpercentages
POLITITIEKE
BELANGENBEHARTIGING:
Algemeen belang
Eerder bij politici
Geslacht
Afkomst respondent
Man
Autochtonen
Turkse afkomst
Marokkaanse
Stad
Stad
Stad
afkomst
Vrouw
Autochtonen
Stad
van Belgische
Door beiden
afkomst
evenveel
Antwerpen
36,2%
58,5%
Brussel
34,5%
59,4%
Totaal
35,4%
59,0%
Antwerpen
16,9%
70,2%
Brussel
9,8%
70,0%
Totaal
14,0%
70,1%
Antwerpen
20,4%
66,4%
Brussel
22,0%
72,2%
Totaal
21,1%
68,9%
Antwerpen
39,0%
59,8%
17,1%
74,6%
Totaal
29,0%
66,5%
Antwerpen
13,7%
76,8%
Brussel
8,3%
84,3%
Totaal
11,7%
79,6%
Antwerpen
16,0%
80,7%
Brussel
11,0%
82,6%
Totaal
13,9%
81,5%
Brussel
Turkse afkomst
Marokkaanse
afkomst
Stad
Stad
16
17
De opvattingen over wie best het ‘algemeen belang’ dient verschillen aanzienlijk van
deze over de etnische belangenbehartiging (zie verder). In beide steden en over groepen
heen is er steeds een duidelijke meerderheid die vindt dat de etnische afkomst van de
politici er niet toe doet om het algemene belang te behartigen. De uitzondering vormen de
autochtone vrouwen. Vooral de autochtone Brusselse vrouwen vinden vaker dan mannen
dat afkomst er niet toe doet (75%) . Met uitzondering van de Brusselse vrouwen ten slotte
vinden autochtonen vaker dan allochtonen dat Belgische politici beter het algemene
belang zullen verdedigen.
17
18
3.2 Wie best ter behartiging etnisch belang?
Tabel 11:
Politieke belangenbehartiging etnische belangen door politici van Belgische of politici van etnische afkomst
% rijpercentages
POLITIEKE BELANGEN BEHARTIGING:
Etnische belangen
Eerder door politici
Geslacht Afkomst respondent
Man
Autochtonen
Turkse afkomst
Marokkaanse
Stad
Stad
Stad
afkomst
Vrouw
Autochtonen
Turkse afkomst
Marokkaanse
afkomst
Stad
Stad
Stad
Eerder door politici
van
van Belgische
Turkse/Marokkaanse
Evengoed door
afkomst
afkomst
beide
Antwerpen
53,2%
5,0%
41,8%
Brussel
40,8%
9,5%
49,7%
Totaal
47,4%
7,1%
45,5%
Antwerpen
12,9%
34,3%
52,8%
Brussel
3,1%
40,6%
56,3%
Totaal
9,1%
36,8%
54,2%
Antwerpen
14,8%
25,3%
59,9%
Brussel
11,7%
23,6%
64,7%
Totaal
13,4%
24,6%
62,0%
54,0%
1,2%
44,8%
Brussel
28,7%
9,6%
61,7%
Totaal
42,4%
5,1%
52,5%
Antwerpen
6,5%
33,7%
59,8%
Brussel
7,6%
17,9%
74,6%
Totaal
6,9%
27,6%
65,5%
16,1%
17,4%
66,5%
Brussel
7,0%
22,9%
70,1%
Totaal
12,2%
19,8%
68,1%
Antwerpen
Antwerpen
Wanneer het gaat over het groepsbelang vindt een aanzienlijk deel van alle groepen dat
leden van de eigen herkomst beter geplaatst zijn om als belangenbehartiger op te treden.
18
19
Dit is echter minder het geval in Brussel dan in Antwerpen. Sekseverschillen variëren
tussen groepen en steden, al hebben vrouwen door de bank een minder duidelijke
voorkeur voor leden van de eigen etnische groep. En in beide steden dingen vooral
Marokkaanse kiezers hierop af en vinden zij vaker dan autochtonen dat leden van beide
groepen (etnische of Belgische origine) even goed zijn. Alleen autochtone Antwerpenaars
hebben echter in meerderheid voorkeur voor politici van Belgische origine en vinden dus
politici van andere origines minder goed.
De autochtone kiezer blijft het meest bij politici van zijn eigen afkomst als het om zijn
groepsbelangen gaat. In Brussel blijkt er toch wat meer openheid in de opvatting dat de
etnische afkomst van politici in deze niet relevant is. Bij de etnische minderheden
verkiezen de Turkse Belgen nog het meest om hun belangen te laten verdedigen door
politici van Turkse afkomst.
19
20
4. Politieke Kennis
Een minimale kennis van de politiek is noodzakelijk om verantwoordelijkheden te
kunnen duiden in de politiek. We vroegen welke partijen deel uit maakten van de
nationale regering op het moment van de bevraging.
Begin 2007 bestond de Belgische regering uit vier partijen: Vlaamse en Franstalige
partijen samengenomen, kunt U deze vier partijen noemen?
VLD (oude PVV – liberalen)
SP.a-SPIRIT (oude SP, socialisten)
MR (Mouvement Reformateur PRL – liberalen )
PS (Parti Socialiste – socialisten)
Tabel 12 :
Aantal partijen correct genoemd die lid zijn van de Belgische regering op moment
van bevraging
Antwerpen
Autochtonen
Geen correct antwoord
Eén partij correct
Twee partijen correct
Drie partijen correct
Vier partijen correct
2, 3 of 4 partijen correct
Totaal %
(Aantal)
Man
16.30
7.20
19.00
28.80
28.80
77
100
(153)
Vrouw
25.70
11.50
20.90
30.40
11.50
63
100
(148)
Van Turkse
herkomst
Man
Vrouw
37.10
49.40
15.70
16.10
22.50
21.70
15.70
11.10
9.00
1.70
48
35
100
100
(178)
(180)
Van Marokkaanse
herkomst
Man
Vrouw
30.80
46.80
6.40
12.30
25.00
20.80
25.60
12.30
12.20
7.80
63
41
100
100
(156)
(154)
Totaal
Van Turkse
herkomst
Man
Vrouw
23.00
30.00
19.00
10.00
19.80
15.00
30.20
43.30
7.90
1.70
57
60
100
100
(126)
(120)
Van Marokkaanse
herkomst
Man
Vrouw
17.50
30.30
8.70
8.20
29.40
25.40
34.90
31.10
9.50
4.90
74
61
100
100
(126)
(122)
Totaal
%
34.9
11.7
21.5
20.3
11.5
54
100
(969)
Brussel
Autochtonen
Geen correct antwoord
Eén partij correct
Twee partijen correct
Drie partijen correct
Vier partijen correct
2, 3 of 4 partijen correct
Totaal %
(Aantal)
Man
17.80
14.80
21.50
17.80
28.10
67
100
(135)
20
Vrouw
18.40
4.80
21.60
32.00
23.20
77
100
(125)
%
22.6
10.9
22.2
31.3
13
66
100
(754)
21
Het aantal mensen dat geen enkel partij kan noemen is hoger in Antwerpen dan in
Brussel, met uitzondering van autochtone Antwerpse mannen (slechts 16%). Aan
allochtone kant zijn de aantallen ook hoger dan onder autochtonen, met uitzondering van
Marokkaanse Brusselse mannen (slechts 18%). Tussen 30 en 50% van de etnische
minderheidsgroepen in Antwerpen, en tussen 18 en 30% in Brussel, kunnen geen enkele
partij noemen die in de regering zit. Voor autochtonen in beide steden schommelt dit
tussen 16 en de 26%. Vrouwen hebben in beide steden duidelijk minder politieke kennis
dan mannen, met uitzondering van de autochtone vrouwen in Brussel.
Het is niet zo dat de groep die volledig geïnformeerd is (dus de vier partijen kent) groter
is in Brussel dan in Antwerpen. Bij de etnische minderheidsgroepen vormt deze groep
tussen 2 en 12%, bij de autochtonen tussen 11 en de 29%. Weerom zijn de mannen beter
geïnformeerd dan de vrouwen.
Nemen we aan dat kiezers eigenlijk slechts de partijen moeten kennen waarvoor ze
kunnen stemmen in hun taalgroep, dan verwachten we dat ze minimaal 2 partijen kunnen
noemen (waarschijnlijk deze van hun eigen taalgroep). Als we dit als het minimum
stellen (en meetellen wie meer partijen correct noemt), dan zien we dat in Brussel alle
groepen voor meer dan 50% minimaal geïnformeerd zijn. In Antwerpen daarentegen zijn
de Turkse Belgen (mannen en vrouwen) en de Marokkaanse vrouwen onder
geïnformeerd. Slechts 35 tot 48% van hun kent minimaal 2 partijen.
De politieke kennis is over het algemeen beperkt zodat grote aantallen in alle groepen in
beide steden minder dan minimaal geïnformeerd zijn. Waar het kennis niveau van
autochtone mannen relatief gelijklopend is tussen Brussel en Antwerpen, zijn autochtone
vrouwen en de allochtone groepen in Antwerpen duidelijk slechter geïnformeerd dan hun
respectievelijke Brusselse evenknieën. Bij de 2e generatie is er duidelijk een gebrek aan
politieke kennis.
21
22
5. Links of Rechts?
Uit onder andere de studie Minderheden in Brussel (Swyngedouw, Phalet, Deschouwer,
1999) bleek dat de Brusselse etnische minderheden sociaal-economisch links, maar
ethisch conservatief waren. De 1e generatie was in dit onderzoek nog in de meerderheid
en de vraag komt naar voor of dezelfde politieke of ideologische oriëntaties ook gelden
voor de 2e generatie en in Antwerpen.
5.1. Algemene links – rechts schaal
Waar zou u zichzelf plaatsen op een schaal van politiek links naar rechts?
Tabel 13: Links – rechts zelfplaatsing
Antwerpen
Autochtonen
1 uiterst links
2
3
4
5 uiterst rechts
Totaal %
(Aantal)
Man
8.60
25.20
43.70
19.20
3.30
100
(151)
Vrouw
11.30
34.50
38.00
11.30
4.90
100
(142)
Van Turkse
herkomst
Man
Vrouw
16.60
16.90
29.70
29.20
38.90
44.80
10.90
7.10
4.00
1.90
100
100
(175)
(154)
Van Marokkaanse
herkomst
Man
Vrouw
19.20
22.30
27.20
33.10
48.30
38.50
5.30
4.70
0.00
1.40
100
100
(151)
(148)
Totaal
Van Turkse
herkomst
Man
Vrouw
12.00
6.70
35.00
24.8
42.00
51.40
9.00
13.30
2.00
3.80
100
100
(100)
(105)
Van Marokkaanse
herkomst
Man
Vrouw
11.20
19.10
33.70
38.20
41.80
38.20
11.20
2.70
2.00
1.80
100
100
(98)
(110)
Totaal
%
15.9
29.7
42.1
9.7
2.6
100
(920)
Ontbrekende cases 50
Brussel
Autochtonen
1 uiterst links
2
3
4
5 uiterst rechts
Totaal %
(Aantal)
Man
5.70
24.80
41.00
26.70
1.90
100
(105)
Ontbrekende cases 122
22
Vrouw
5.30
34.50
38.10
20.40
1.80
100
(113)
%
10
31.8
42.1
13.8
2.3
100
(631)
23
In beide steden zien we dat de etnische minderheidsgroepen zich gemiddeld meer dan de
autochtone vergelijkingsgroepen aan de linkerzijde van het politieke spectrum situeren.
Om en bij de 40 tot 45 % van de mannen van Turkse en Marokkaanse afkomst noemen
zichzelf (uiterst) links in Antwerpen en in Brussel. De vrouwen van Marokkaanse
afkomst zijn zowel in Antwerpen als in Brussel voor om en bij de 55% (uiterst) links; de
vrouwen van Turkse afkomst zijn dan in zeker zin het minst progressief: in Antwerpen
vorm de (uiterst) linkse groep onder hen 46% en in Brussel slechts 32%.
De autochtone vrouwen sluiten nog min of meer aan bij de mannen van etnische afkomst
(40 tot 45%) de autochtone mannen niet meer. Slechts 30 tot 33% van de autochtone
Belgen woonachtig in dezelfde wijken als de etnische minderheden en tussen de 18 en 35
jaar bestempelt zichzelf als (uiterst) links.
De 2e generatie kan dan ook duidelijk als links getypeerd worden in beide steden. Dit
spoort met hun gemiddeld lagere sociaal-economische status.
23
24
5.2 Recht op abortus
De volgende opvattingen zijn in België omstreden. Bent u voor of tegen deze
opvattingen?
Een zwangere vrouw die het kind niet wil krijgen, moet de mogelijkheid hebben om de
zwangerschap te beëindigen.
Tabel 14:
Eens – oneens met recht op abortus
Antwerpen
Autochtonen
Man
Voor
niet voor, niet tegen
Tegen
Totaal
(Aantal)
Vrouw
65.60
18.80
15.60
100
(154)
71.60
12.20
16.20
100
(148)
Van Turkse
herkomst
Man
Vrouw
31.30
21.00
47.70
100
(176)
27.90
16.80
55.30
100
(179)
Van Marokkaanse
herkomst
Man
Vrouw
22.60
17.40
60.00
100
(155)
34.80
13.50
51.60
100
(155)
Totaal
%
41.5
16.7
41.7
100
(967)
Brussel
Autochtonen
Man
Voor
niet voor, niet tegen
Tegen
Totaal
(Aantal)
Vrouw
72.40
14.20
13.40
100
(134)
75.40
13.10
11.50
100
(122)
Van Turkse
herkomst
Man
Vrouw
30.10
26.00
43.90
100
(123)
50.00
12.50
37.50
100
(120)
Van Marokkaanse
herkomst
Man
Vrouw
29.50
15.60
54.90
100
(122)
26.80
33.00
40.20
100
(112)
Opvallend is dat de autochtone groepen het in grote meerderheid eens zijn met het recht
op abortus (65 tot 75% voor). Minderheidsgroepen zijn hierover meer verdeeld. In
Antwerpen stemt een kwart tot een derde hiermee in, in Brussel een kwart tot de helft. In
Brussel is de instemming gemiddeld groter dan in Antwerpen. De meest conservatieve
groep zijn Marokkaanse mannen in Antwerpen (23% voor) en de meest progressieve
allochtone groep Turkse vrouwen in Brussel (50% voor).
24
Totaal
%
48
18.8
33.2
100
(733)
25
5.3. Recht op euthanasie
Een dokter mag iemand, op diens eigen verzoek, uit zijn lijden helpen door hem een
spuitje te geven.
Tabel 15:
Voor of tegen recht op euthanasie.
Antwerpen
Autochtonen
Man
voor
niet voor, niet tegen
tegen
Totaal
(Aantal)
Vrouw
78.90
9.90
11.20
100
(152)
84.50
7.40
8.10
100
(148)
Van Turkse
herkomst
Man
Vrouw
31.10
18.10
50.80
100
(177)
23.00
19.10
57.90
100
(178)
Van Marokkaanse
herkomst
Man
Vrouw
29.60
9.90
60.50
100
(152)
30.50
13.20
56.30
100
(151)
Totaal
%
45.1
13.3
41.6
100
(958)
Brussel
Autochtonen
Man
voor
niet voor, niet tegen
tegen
Totaal
(Aantal)
Vrouw
78.20
12.80
9.00
100
(133)
77.40
14.50
8.10
100
(124)
Van Turkse
herkomst
Man
Vrouw
28.90
26.40
44.60
100
(121)
47.50
16.10
36.40
100
(118)
Van Marokkaanse
herkomst
Man
Vrouw
37.10
12.10
50.90
100
(116)
23.60
22.70
53.60
100
(110)
Een soortgelijk beeld krijgen we in verband met het recht op euthanasie. Weerom haast
algemene instemming bij de autochtone groepen in beide steden en grote verdeeldheid bij
de allochtone groepen. In Antwerpen is een meerderheid van de etnische minderheden
tegen euthanasie, evenals de Brusselse 2e generatie van Marokkaanse herkomst. Weerom
zijn de Turkse vrouwen in Brussel het progressieve tegenbeeld van die van Antwerpen.
25
Totaal
%
49.8
17.5
32.7
100
(722)
26
5.4 Homoseksuelen recht op adoptie
Een man die een relatie heeft met een man, moet een kind kunnen adopteren.
Tabel 16:
Recht op adoptie door homoseksuele mannen
Antwerpen
Autochtonen
Man
Voor
niet voor, niet tegen
Tegen
Totaal
(Aantal)
Vrouw
51.30
18.40
30.30
100
(152)
77.90
8.70
13.40
100
(149)
Van Turkse
herkomst
Man
Vrouw
14.60
12.90
72.50
100
(178)
25.10
11.70
63.10
100
(179)
Van Marokkaanse
herkomst
Man
Vrouw
9.10
9.70
81.20
100
(154)
36.20
17.80
46.10
100
(152)
Totaal
%
34.6
13.2
52.2
100
(964)
Brussel
Autochtonen
Man
Voor
niet voor, niet tegen
Tegen
Totaal
(Aantal)
Vrouw
45.50
20.50
34.10
100
(132)
60.30
22.30
17.40
100
(121)
Van Turkse
herkomst
Man
Vrouw
8.00
14.40
77.60
100
(125)
22.20
26.50
51.30
100
(178)
Van Marokkaanse
herkomst
Man
Vrouw
13.60
9.60
76.80
100
(125)
9.60
13.20
77.20
100
(114)
De instemming van de autochtone groep is hier minder uitgesproken dan met betrekking
tot abortus en euthanasie: een meerderheid van autochtone vrouwen is voor maar
autochtone mannen zijn meer verdeeld. Slechts een kleine minderheid binnen elk van de
etnische minderheden geeft steun aan het recht van homoseksuele mannen om een kind te
kunnen adopteren. De minst conservatieve groep onder de etnische minderheden vormen
de Marokkaanse vrouwen in Antwerpen, gevolgd door de vrouwen van Turkse afkomst in
Brussel.
26
Totaal
%
26.9
17.7
55.4
100
(734)
27
Het globale beeld is er dus een van sociaal-economisch overwegend linkse etnische
minderheidsgroepen, gekoppeld aan overwegend ethisch conservatisme. Tegelijk is er
zeker op ethische issues grote interne diversiteit en verdeeldheid vooral in de allochtone
groepen. We besluiten dat het ideologische profiel van de tweede generatie spoort met de
bekende ‘arbeiderscultuur’ die sociaal en cultureel veeleer conservatief is in combinatie
met sociaal-economisch progressieve standpunten (Swyngedouw en Phalet 1999)
27
28
6. Vertrouwen in politieke en sociale instellingen
Tabel 17:
Weinig of geen vertrouwen in …
vakbond
MAA
MAB
MTA
MTB
MMA
MMB
VAA
VAB
VTA
VTB
VMA
VMB
29,66
45,25
24,43
30,72
26,25
21,39
26,36
33,36
11,49
13,16
13,32
21,15
politie Koning Gem
admin
17,94
41,97
36,52
39,85
47,36
47,32
21,45
41,34
23,33
39,15
32,86
48,11
61,11
55,04
39,08
37,55
32,83
21,51
51,82
40,25
34,36
38,83
19,36
25,22
19,69
31,71
15,73
28,57
21,65
17,17
12,92
30,38
12,36
13,21
21,07
19,58
Regering Parlement T&M
T&M
T&M
Premier
Parlm
Reg
en Koning
44,09
39,12
61,95
44,27
35,03
38,07
31,76
30,77 34,52
44,18
39,42
33,93
35,07 39,38
41,83
29,64
47,36
57,67 66,10
44,68
31,69
42,75
51,69 52,55
31,33
34,67
33,97
53,19
29,82
35,54
31,71
31,29 31,65
38,81
22,28
47,81
48,12 45,75
39,39
32,90
43,16
63,85 61,80
42,41
29,79
43,19
69,87 58,74
M: man V: vrouw; A: autochtoon, T: Turkse afkomst, M: Marokkaanse afkomst; A:
Antwerpen, B: Brussel
VAKBOND: Het wantrouwen t.a.v. vakbonden is gemiddeld groter in Brussel dan in
Antwerpen en groter bij mannen dan bij vrouwen. De meest wantrouwende groepen zijn
de autochtonen en de Turkse mannen in Brussel.
POLITIE: Het wantrouwen t.a.v. de politie is bij onze onderzoeksgroepen beduidend
groter dan t.a.v. vakbonden. In Brussel zien we nog meer wantrouwen dan in Antwerpen.
In beide steden is er het meeste wantrouwen bij Marokkaanse Belgen, meteen gevolgd
door autochtone Belgen, en het minste wantrouwen bij Turkse Belgen. Mannen van
Marokkaanse afkomst in Antwerpen en Brussel en vrouwen van Marokkaanse afkomst
van Brussel zijn de meest wantrouwende groepen: Om en bij de 50% heeft weinig of
geen vertrouwen in de politie.
28
29
KONING: In beide steden is er meer wantrouwen t.a.v. de koning aan autochtone (40 tot
60%) dan aan allochtone zijde; en er is minder wantrouwen bij de Marokkaanse dan bij
de Turkse minderheidsgroepen. De koning wordt het meest gewantrouwd door
autochtone mannen in Antwerpen en het meest vertrouwd door mannen van Marokkaanse
afkomst in Brussel en vrouwen van Marokkaanse afkomst in beide steden
GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIE: De gemeentelijke administratie vormt een van
de meest vertrouwde instellingen. Merk op dat het hier in Brussel over de 19 gemeenten
gaat. Het meeste wantrouwen gaat uit naar de Brusselse gemeentelijke administraties en
is vooral te vinden bij autochtonen en bij Turkse mannen (alle drie ca. 30% weinig of
geen vertrouwen).
BELGISCHE REGERING: Er is gemiddeld meer wantrouwen t.a.v. de Belgische
regering in Brussel dan in Antwerpen, en vooral onder de autochtone Brusselaars (53 en
62% weinig of geen vertrouwen). Er zijn geen duidelijke verschillen naar sekse of
herkomst binnen de allochtone groepen in beide steden.
BELGISCH PARLEMENT: Hier zijn geen duidelijke verschillen tussen steden.
Opvallend is dat het meeste wantrouwen wordt gevonden voor de Marokkaanse Belgen,
samen met de autochtone mannen in beide steden (43 tot 47% weinig of geen
vertrouwen). De vrouwen van Turkse afkomst in Brussel vertrouwen dan weer het
parlement het meest.
INSTELLINGEN VAN DE LANDEN VAN HERKOMST: Op hun koning na
wantrouwen de mannen en vrouwen van Marokkaanse afkomst zowel hun parlement als
hun regering (voor om en bij de 60%). Vooral Turks-Belgische vrouwen in Brussel zijn
kritisch t.a.v. de Turkse premier, de regering en het parlement (om en bij de 50%).
Het vertrouwen in de regering en parlement van de landen van herkomst (Marokko en
Turkije) is niet groter dan het vertrouwen dat de 2e generatie stelt in de soortgelijke
Belgische instellingen. Vooral de 2e generatie van Marokkaanse herkomst wantrouwt de
29
30
Marokkaanse instellingen meer dan gelijkaardige Belgische instellingen. De 2e generatie
van Turkse herkomst vertoont een gelijkaardig niveau van vertrouwen of wantrouwen
t.a.v. de Turkse en de Belgische instellingen. Alleen de vrouwen van Turkse afkomst in
Brussel wantrouwen duidelijk meer de Turkse premier, het parlement en de regering.
Vermoedelijk heeft dit verschil tussen de 2e generatie van Turkse en Marokkaanse
afkomst te maken met de (religieuze en politieke) rol van de Marokkaanse koning en met
het wantrouwen van de seculiere Turken t.a.v. de huidige Turkse regering en premier.
Opvallend verder is dat, op het Marokkaanse wantrouwen ten aanzien van de politie na,
allochtone groepen niet meer, en vaak juist wat minder, wantrouwen koesteren ten
aanzien van de Belgische instellingen dan autochtone groepen. Daar waar steden van
elkaar verschillen, bijv. ten aanzien van de vakbond, de politie en de gemeente, vinden we
meestal wat meer wantrouwen in Brussel dan in Antwerpen. Algemeen gesproken kan het
vertrouwen relatief hoog genoemd worden of het wantrouwen relatief laag.
30
31
Weinig of geen vertrouwen in ...
VMB
VMA
VTB
VTA
T&M Reg
T&M Parlm
VAB
T&M Premier en Koning
Parlement
VAA
Regering
MMB
koning
vakbond
MMA
Gem admin
politie
MTB
MTA
MAB
MAA
0
10
20
30
40
50
60
70
percentage
Figuur 1: % weinig of geen vertrouwen in Belgische en buitenlandse instellingen
31
32
Literatuurlijst
Jacobs, D., Bousetta, H., Rea, A., Martiniello, M., Swyngedouw, M. (2006). Qui sont les
candidats aux élections bruxelloises? Le profil des candidats à l'élection au Parlement de
la Région de Bruxelles-Capitale du 13 juin 2004. Cahiers Migrations, 37. Bruxelles:
Academia-Bruylant.
Swyngedouw, M., Phalet, K., Deschouwer, K., Minderheden in Brussel, VUBpress, 1998
32
33
DEEL 2:
Gepolitiseerde moslimidentiteit: Steun voor de politieke islam en politieke actie en
de rol van religieuze identificatie en ervaren discriminatie
Fenella Fleischmann, Karen Phalet & Olivier Klein2
Samenvatting
Dit artikel onderzoekt processen van politisering en depolitisering van moslimidentiteit,
dwz. de vraag wanneer en waarom jonge moslims omwille van hun religieuze
groepslidmaatschap politiek actief worden. Specifiek onderzoeken wij steun voor een
sterke rol van de islam in de politiek en samenleving (kort aangeduid als ‘politieke
islam’) en de bereidheid om politieke actie te ondernemen om de belangen van moslims
te verdedigen. Als mogelijke verklaringen onderzoeken wij de invloed van de mate
waarin men zich identificeert met de moslimidentiteit en ervaringen van discriminatie.
Daarnaast houden wij ook rekening met de sociale positie van jonge moslims om te
toetsen
in
hoeverre
politisering
of
depolitisering
gekoppeld
is
aan
sociale
achterstandsposities. Het onderzoek omvat jonge moslims van Turkse en Marokkaanse
origine in Antwerpen, Brussel, Amsterdam, Rotterdam en Stockholm. De deelnemers aan
het onderzoek zijn geen migranten, maar behoren tot de tweede generatie, dwz. zij zijn
kinderen van migranten die geboren zijn in het land van het onderzoek (België,
Nederland of Zweden). De bevindingen tonen aan dat de twee onderzochte uitkomsten –
steun voor de ‘politieke islam’ en voor politieke actie – verschillende en niet sterk
samenhangende vormen van gepolitiseerde moslimidentiteit zijn, die bovendien
verschillend samenhangen met ervaren discriminatie. Jonge moslims die vaker ongelijke
behandeling of vijandigheid hebben ervaren zijn eerder bereid om politieke actie te
ondernemen, maar steunen de ‘politieke islam’ minder vaak.
Fenella Fleischmann is onderzoeker bij het Wissenschaftszentrum Berlin für Sozialforschung
(contact: [email protected]). Het onderzoek dat hier wordt beschreven was onderdeel van
haar doctoraat aan de KU Leuven en de Universiteit Utrecht, Karen Phalet is hoogleraar Sociale
en Culturele Psychologie aan de KU Leuven. Olivier Klein is hoogleraar Sociale Psychologie aan
de Université Libre de Bruxelles.
2
33
34
Inleiding
De sociale en politieke integratie van moslims staat in vele landen bovenaan de politieke
agenda. De terroristische aanslagen van 11 september 2001, de moord op Theo van Gogh
in Nederland en de affaire rond de Deense Mohammed karikaturen, maar ook de debatten
rond het verbod van hoofddoeken op openbare scholen en het referendum tegen de bouw
van minaretten in Zwitserland hebben geleid tot een zeer gepolariseerd politiek klimaat
wat de islam en moslims betreft. In deze studie richten wij ons op de vraag hoe de tweede
generatie van jonge moslims die geboren zijn in West-Europese landen zich opstelt in dit
politieke debat en onder welke omstandigheden hun religieuze identiteit verwordt tot
bron voor politiek handelen.
Als jonge moslims omwille van hun religieuze groepslidmaatschap en
betrokkenheid bij de moslimidentiteit politiek actief worden, spreken wij van
gepolitiseerde moslimidentiteit. In de sociaalpsychologische literatuur wordt de
politisering van collectieve identiteiten omschreven als het aangaan van een machtsstrijd
door leden van een groep die zich sterk bewust zijn van hun groepslidmaatschap en zich
inzetten voor de belangen van hun groep, maar tegelijk beseffen dat de strijd voor hun
belangen moet worden uitgedragen in een bredere sociale context (Simon &
Klandermans, 2001). Waar politieke actie zich alleen richt op de verhoudingen binnen de
eigen groep en zich niet richt op de bredere maatschappelijke context is er dus geen
sprake van gepolitiseerde groepsidentiteit. Wij analyseren in dit onderzoek twee vormen
van gepolitiseerde moslimidentiteit: (i) steun voor een grote rol van de islam in de
politiek en de samenleving, verkort aangeduid als ‘politieke islam’,3 en (ii) de bereidheid
om deel te nemen aan een demonstratie of protest en om geld te doneren om de waarden
of belangen van moslims te verdedigen, kort aangeduid als ‘politieke actie’. In beide
gevallen gaat het duidelijk om politiek handelen of het innemen van een politiek
standpunt waarin de moslimidentiteit centraal staat, maar tegelijk richten de handelingen
Wij spreken van ‘politieke islam’ in de samenhang van een grotere rol van de islam in de
politiek en de samenleving en gebruiken de term niet zoals deze soms wordt gebruikt in
samenhang met de politieke agenda van sommige islamitische politici die de islam als
regeringsvorm willen invoeren. Daarom gebruiken wij altijd aanhalingstekens als we spreken
van ‘politieke islam’, om aan te geven dat het om een specifieke vorm ervan gaat, terwijl ook
andere interpretaties van dit begrip mogelijk zijn.
3
34
35
en standpunten zich op de rol van moslims in de bredere maatschappelijke context van
Europese samenlevingen. Een belangrijk verschil tussen deze twee vormen van
politisering is echter dat alleen de laatste door de meerderheidsbevolking als legitiem
middel in het politieke proces wordt aanvaard.
Hoe kunnen we nou verklaren waarom de moslimidentiteit politiseert dan wel
depolitiseert? Als eerste speelt de mate van identificatie met de moslimidentiteit wellicht
een belangrijke rol. Onderzoek naar de redenen waarom mensen meedoen aan collectieve
actie om de positie van hun groep te bevorderen (zoals het tekenen van een petitie of het
deelnemen aan een demonstratie) laat zien dat identificatie met de groep de meest
belangrijke voorspeller is (Van Zomeren, Postmes & Spears, 2008). Mensen die meer
betrokken zijn bij hun groep zullen eerder collectieve actie ondernemen, en zij zullen de
achtergestelde positie van hun groep ook in grotere mate als onrechtvaardig ervaren en
vaker denken dat hun groep in staat is om haar positie te verbeteren, wat wederom de
motivatie versterkt om deel te nemen aan collectieve actie. Wij verwachten daarom dat
jonge moslims een sterker gepolitiseerde identiteit hebben naarmate zij zich sterker met
hun religieuze groep identificeren. Specifiek voorspellen wij dat een grotere mate van
identificatie met de moslimidentiteit samengaat (i) met meer steun voor de ‘politieke
islam’ (Hypothese 1a), en (ii) met een grotere bereidheid om deel te nemen aan politieke
actie (Hypothese 1b).
Daarnaast verwachten wij dat ervaringen van ongelijke behandeling een invloed
hebben op politisering, zowel direct als ook indirect door het versterken van religieuze
identificatie. Onderzoek heeft aangetoond dat sociale afwijzing door leden van andere
groepen omwille van het eigen groepslidmaatschap leidt tot een versterkte identificatie
met de eigen, afgewezen groep (Branscombe, Schmitt & Harvey, 1999; Jetten,
Branscombe, Schmitt & Spears, 2001). Onze tweede hypothese is daarom dat ervaren
discriminatie de identificatie met de moslimidentiteit zal versterken (Hypothese 2).
Wat de samenhang tussen ervaren discriminatie en politisering aangaat, zijn er
twee redeneringen, die leiden tot twee tegenovergestelde verwachtingen. Als ervaren
discriminatie inderdaad samengaat met versterkte religieuze identificatie en als een sterke
mate van identificatie met de moslimidentiteit daadwerkelijk leidt tot sterkere
politisering, dan zouden meer ervaringen van discriminatie moeten samengaan met meer
35
36
politisering, via de weg van versterkte religieuze identificatie (Hypothese 3a). Aan de
andere kant kunnen ervaringen van discriminatie jonge moslims ook de indruk geven dat
de moslimidentiteit gestigmatiseerd is. Onder gestigmatiseerde groepen verstaan wij
groepen over wie anderen negatieve denkbeelden hebben en die door discriminatie
onevenredig veel negatieve sociale uitkomsten ervaren, zoals werkloosheid (cf. Crocker
& Major, 1989). Als door de ervaring van discriminatie de moslimidentiteit als
gestigmatiseerd wordt ervaren, dan zullen zij minder geneigd of zelfs ontmoedigd zijn om
politiek actief te worden op basis van deze groepsidentiteit. Kortom, op basis van het
argument van stigmatisering verwachten wij dat ervaren discriminatie samengaat met
minder politisering of zelfs depolitisering (Hypothese 3b).
Ten slotte verwachten wij dat het proces van politisering of depolitisering afhangt
van de specifieke vorm van politisering die wordt onderzocht. Het doneren van geld of
deelnemen aan een demonstratie of protestactie wordt in Europese contexten algemeen
beschouwd als een rechtmatige manier om politieke belangen te bevorderen. Het lobbyen
voor een sterke invloed van de islam op de politiek en de samenleving daarentegen wordt
door de meerderheidsbevolking in Europese landen met meer argwaan bekeken. Daarom
verwachten wij dat het proces van politisering van de moslimidentiteit wordt beïnvloed
door de specifieke vorm van politisering; concreet voorspellen wij dat jonge moslims die
meer discriminatie ervaren eerder geneigd zullen zijn om politieke actie te ondernemen
(Hypothese 3c), maar dat zij minder geneigd zullen zijn om de ‘politieke islam’ te
steunen (Hypothese 3b).
Databronnen en onderzoeksmethode
Om bovenstaande hypotheses te toetsen werd gebruik gemaakt van gegevens van het
TIES-onderzoek (‘The Integration of the European Second generation’). Dit is een
enquête onder 18-35jarige moslims van Turkse en Marokkaanse origine in Europese
steden, waarvan wij vijf meenemen in dit onderzoek: Antwerpen, Brussel, Amsterdam,
Rotterdam en Stockholm. Alle deelnemers aan het onderzoek zijn in België, Nederland of
Zweden geboren, maar minstens een van hun ouders is geboren in Turkije of Marokko.
Wij hebben twee studies uitgevoerd. In de eerste studie onderzochten wij steun
voor de ‘politieke islam’ onder de Turkse en Marokkaanse tweede generatie in alle vijf
36
37
steden. In de tweede studie onderzochten wij ook politieke actie en betrokken daarbij
alleen deelnemers in de twee Belgische steden, omdat in de andere steden geen vragen
werden gesteld over politieke actie. Steun voor de ‘politieke islam’ wordt gemeten door
middel van vier stellingen waarmee deelnemers het (helemaal) eens of oneens konden
zijn (zie Tabel 1). Verder werden deelnemers gevraagd of zij bereid zouden zijn om geld
te doneren of deel te nemen aan een protest of demonstratie om op te komen voor de
gemeenschappelijke belangen of waarden van moslims. De antwoorden op deze vragen
gebruiken wij als meting van politieke actie, of preciezer, politieke actiebereidheid.
Religieuze identificatie werd gemeten met vier stellingen zoals “Moslim zijn is een
belangrijk deel van mezelf”. Voor de meting van ervaren discriminatie gebruiken wij drie
vragen, bijvoorbeeld “Hoe vaak heeft u ongelijke behandeling of vijandigheid ervaren
vanwege uw achtergrond?”. Ten slotte houden wij ook rekening met andere kenmerken
van deelnemers, zoals hun geslacht, behaalde onderwijskwalificaties en de buurt waarin
zij wonen. In Tabel 1 ziet men de verdeling van de metingen over de groepen van
deelnemers in de verschillende steden in studie 1; Tabel 2 toont hetzelfde voor studie 2.
Uit de tabellen blijkt dat er onder de deelnemers weinig steun is voor de ‘politieke islam’
(een gemiddelde waarde van 3 of minder op de schaal van 1 tot 5 betekent dat de meeste
respondenten het oneens zijn met de stelling). De bereidheid om politieke actie te
ondernemen is daarentegen groter. Gemiddeld hebben deelnemers van Marokkaanse
herkomst een meer gepolitiseerde moslimidentiteit dan deelnemers van Turkse herkomst.
Alle deelnemers identificeren zich sterk met het moslim zijn.
Bevindingen
Studie 1
In studie 1 onderzochten wij de samenhang tussen religieuze identificatie, ervaren
discriminatie en steun voor de ‘politieke islam’, rekening houdend met geslacht,
onderwijs en buurt van de deelnemers aan het onderzoek. Wij voerden voor iedere groep
in iedere stad de analyse afzonderlijk uit, maar vonden geen verschillen tussen de steden.
Zoals verwacht gaat een sterke religieuze identificatie gepaard met meer steun voor de
‘politieke islam’. Ervaren discriminatie gaat samen met een versterkte religieuze
identificatie en versterkt daardoor indirect ook de steun voor de ‘politieke islam’. Echter
37
38
is de rechtstreekse invloed van discriminatie op steun voor de ‘politieke islam’ negatief,
dwz. meer ervaren discriminatie gaat samen met minder steun voor de ‘politieke islam’.
Studie 2
In studie 2 herhaalden wij de analyse met de deelnemers in de twee Belgische steden en
keken wij ook naar politieke actie. Politieke actie en steun voor de ‘politieke islam’
bleken positief samen te hangen (dwz. hoe meer men bereid is om politieke actie te
ondernemen, hoe meer men ook de ‘politieke islam’ steunt), maar de samenhang was
nogal zwak. Religieuze identificatie ging gepaard met een grotere bereidheid voor
politieke acties om de belangen van moslims te verdedigen. Ook meer ervaren
discriminatie ging samen met een grotere bereidheid tot politieke actie; dit in
tegenstelling tot de verminderde steun voor de ‘politieke islam’, zoals ook al gevonden in
studie 1.
De zwakke samenhang tussen politieke actie en ‘politieke islam’ betekent dat niet
alle jonge moslims beide vormen van politisering in dezelfde mate steunen. Wij hebben
daarom bekeken welke kenmerken de groepen van jonge moslims hebben die (i) zowel
politiek actief zijn als ook de ‘politieke islam’ steunen, laten we ze activistisch en
islamistisch noemen; (ii) bereid zijn tot politieke actie, maar geen aanhanger zijn van de
‘politieke islam’, de activistische groep; (iii) de ‘politieke islam’ steunen, maar niet
bereid zijn tot politieke actie, de islamistische groep; en ten slotte (iv) geen van de twee
vormen van politisering steunen, de gedepolitiseerde groep. De eerste groep identificeert
zich sterk met het moslim zijn en ervaart veel discriminatie; dit zijn vaker hoger
opgeleide jonge moslims die in achtergestelde buurten wonen. Dat laatste geldt ook voor
de tweede groep; in vergelijking met de eerste groep identificeren zij zich echter minder
met de moslimidentiteit. De derde groep wordt gekenmerkt door een relatief laag
opleidingsniveau en ervaart in verhouding minder discriminatie. Een mogelijke
verklaring voor de bevinding dat ervaren discriminatie vaker voorkomt onder hoger
opgeleide jonge moslims is dat hun onderwijskwalificaties op de arbeidsmarkt mogelijk
niet in dezelfde mate worden beloond als die van autochtone leeftijdsgenoten (cf.
Vandezande, Fleischmann, Baysu, Swyngedouw & Phalet, 2008).
38
39
Slotbeschouwing
Het onderzoek naar gepolitiseerde moslimidentiteit onder jonge moslims van Turkse en
Marokkaanse origine in vijf Europese steden heeft laten zien dat de mate van politisering
afhangt van religieuze identificatie en ervaren discriminatie. Daarnaast vonden wij dat
politieke actie en steun voor de ‘politieke islam’ twee verschillende vormen van
gepolitiseerde moslimidentiteit zijn die niet altijd samengaan. Met andere woorden,
politiek engagement van jonge moslims, ook al heeft het tot doel om gedeelde belangen
of waarden van moslims als minderheidsgroep te verdedigen, gaat niet altijd samen met
de steun voor een grotere rol van de islam in de politiek en de samenleving. En ook
andersom zijn degenen die de ideologie van de ‘politieke islam’ aanhangen niet altijd
politiek actief. De mate waarin jonge moslims zich ongelijk behandeld of vijandelijk
bejegend voelen was een belangrijke verklaring voor de bereidheid om in actie te komen,
maar werkte tegelijk depolitiserend, omdat het verbonden was met minder steun voor de
‘politieke islam’.
39
40
Literatuurlijst
Branscombe, N. R., Schmitt, M. T., & Harvey, R. D. (1999). Perceiving pervasive
discrimination among African-Americans: implications for group identification
and well-being Journal of Personality and Social Psychology, 77(1), 135-149.
Crocker, J., & Major, B. (1989). Social stigma and self-esteem: the self-protective
properties of stigma. Psychological Review, 96(4), 608-630.
Jetten, J., Branscombe, N. R., Schmitt, M. T., & Spears, R. (2001). Rebels with a Cause.
Group Identification as a Response to Perceived Discrimination from the
Mainstream. Personality and Social Psychology Bulletin, 27(9), 1204-1213.
Simon, B., & Klandermans, B. (2001). Politicized collective identity: a social
psychological analysis. American Psychologist, 56(4), 319-331.
Van Zomeren, M., Postmes, T., & Spears, R. (2008). Toward an integrative social
identity model of collective action: a quantitative research synthesis of three
socio-psychological perspectives. Psychological Bulletin, 134(4), 504-535.
Vandezande, V., Fleischmann, F., Baysu, G., Swyngedouw, M., & Phalet, K. (2008). De
Turkse en Marokkaanse tweede generatie op de arbeidsmarkt in Antwerpen en
Brussel. Resultaten van het TIES-onderzoek. Leuven: CeSO/ISPO.
40
41
Tabel 1 Beschrijvende Statistieken van variabelen in studie 1 per groep en stad
Antwerpen
Turkse 2e
Marokkaanse
generatie
2e generatie
225
188
Brussel
Turkse 2e
Marokkaans
generatie
e 2e generatie
120
147
Amsterdam
Turkse 2e
Marokkaanse
generatie
2e generatie
166
172
Rotterdam
Turkse 2e
Marokkaanse
generatie
2e generatie
205
202
Stockholm
Turkse 2e
generatie
118
1/5
4.14 (1.00)
4.14 (1.07)
4.49 (0.76)
4.48 (0.76)
4.27 (0.80)
4.01 (0.98)
4.14 (0.92)
3.94 (1.17)
4.85 (0.61)
1/5
2.96 (1.14)
2.99 (1.09)
2.85 (1.18)
2.80 (1.21)
2.70 (1.09)
2.89 (1.10)
2.75 (1.08)
2.94 (1.14)
1.94 (1.31)
1/5
2.39 (1.09)
2.32 (1.09)
2.30 (1.01)
2.11 (1.03)
2.31 (1.05)
2.42 (1.08)
2.33 (1.00)
2.25 (1.05)
1.28 (0.79)
1/5
2.91 (1.27)
3.50 (1.21)
2.67 (1.25)
3.37 (1.26)
2.87 (1.20)
3.06 (1.19)
2.74 (1.23)
2.94 (1.25)
2.10 (1.27)
1/5
4.32 (0.89)
4.51 (0.69)
4.16 (0.98)
4.54 (0.73)
4.28 (0.88)
4.48 (0.75)
4.19 (0.96)
4.40 (0.77)
4.58 (0.74)
1/5
1/5
1/5
4.05 (1.09)
3.60 (1.16)
3.70 (1.25)
4.32 (0.90)
4.04 (1.030
3.82 (1.20)
4.07 (1.02)
3.89 (1.00)
3.98 (1.08)
4.33 (0.99)
4.06 (1.03)
4.16 (1.01)
3.62 (1.17)
3.77 (0.97)
3.80 (1.11)
3.98(1.18)
3.99 (0.89)
3.69 (1.16)
3.52 (1.21)
3.70 (0.98)
3.67 (1.17)
4.01 (1.00)
3.97 (0.95)
3.64 (1.15)
3.81 (1.46)
3.84 (1.23)
3.08 (1.58)
1/5
2.04 (1.05)
2.33 (1.11)
2.03 (1.03)
2.23 (1.05)
1.90 (1.05)
1.76 (1.02)
1.82 (1.06)
1.99 (1.05)
2.03 (1.13)
1/5
1.39 (0.92)
1.62 (1.06)
1.31 (0.71)
1.76 (1.14)
1.35 (0.80)
1.45 (0.93)
1.36 (0.88)
1.54 (0.95)
1.26 (0.67)
1/5
1.77 (0.90)
2.25 (1.03)
1.86 (0.92)
1.92 (1.02)
1.58 (1.03)
1.41 (0.89)
1.51 (0.93)
1.73 (0.95)
1.86 (0.94)
0/1
0/1
0/1
33.9%
44.3%
49.8%
22.0%
41.5%
59.6%
38.0%
37.6%
40.8%
20.3%
25.7%
51.0%
26.1%
37.4%
54.8%
25.3%
41.9%
52.3%
28.7%
52.8%
52.2%
24.0%
65.2%
51.0%
6.5%
19.7%
39.0%
Min/
Max
N
Steun voor de ‘politieke islam’
Religie zou een privézaak moeten zijn
tussen de gelovige en God a
De islam zou vertegenwoordigd moeten
worden in de politiek en de samenleving,
net zoals andere religies en overtuigingen
De islam zou de enige en ultieme autoriteit
moeten zijn in politieke kwesties
Islamitische vrouwen zouden buitenshuis
een hoofddoek moeten dragen
Religieuze identificatie
Moslim zijn is een belangrijk deel van
mezelf
Ik denk er vaak aan dat ik een moslim ben
Ik zie mezelf als een echte moslim
Als iemand iets slechts zegt over moslims,
voel ik me persoonlijk gekwetst
Ervaren discriminatie
Heeft u ooit ongelijke behandeling of
vijandelijkheid ervaren vanwege je
achtergrond?
Heeft u ooit ongelijke behandeling of
vijandelijkheid ervaren vanwege je religie?
Bent u ooit geconfronteerd met
beledigende taal wegens uw achtergrond?
Controle variabelen
Lager secundair onderwijs of minder
Arbeidersbuurt
Vrouw
a
Deze stelling is omgedraaid voor de meting van ‘politieke islam’, dwz. hogere waarden betekenen minder instemming.
41
42
Tabel 2 Beschrijvende Statistieken van variabelen in studie 2 per groep en stad
Min/
Max
N
Politieke actie
Zou u meelopen in een betoging of mars om de
islamitische waarden te verdedigen?
Zou u geld geven om de islamitische waarden te
verdedigen?
Steun voor de ‘politieke islam’
Religie zou een privézaak moeten zijn tussen de
gelovige en God a
De islam zou vertegenwoordigd moeten worden in
de politiek en de samenleving, net zoals andere
religies en overtuigingen
De islam zou de enige en ultieme autoriteit moeten
zijn in politieke kwesties
Islamitische vrouwen zouden buitenshuis een
hoofddoek moeten dragen
Religieuze identificatie
Moslim zijn is een belangrijk deel van mezelf
Ik denk er vaak aan dat ik een moslim ben
Ik zie mezelf als een echte moslim
Als iemand iets slechts zegt over moslims, voel ik me
persoonlijk gekwetst
Ervaren discriminatie
Heeft u ooit ongelijke behandeling of vijandelijkheid
ervaren vanwege je achtergrond?
Heeft u ooit ongelijke behandeling of vijandelijkheid
ervaren vanwege je religie?
Bent u ooit geconfronteerd met beledigende taal
wegens uw achtergrond?
Controle variabelen
Lager secundair onderwijs of minder
Arbeidersbuurt
Vrouw
Antwerpen
Turkse 2e
Marokkaanse
generatie
2e generatie
100
93
Brussel
Turkse 2e
Marokkaans
generatie
e 2e generatie
57
63
1/3
1.97 (0.76)
2.18 (0.75)
1.82 (0.77)
2.31 (0.77)
1/3
1.84 (0.76)
2.18 (0.69)
1.87 (0.74)
2.07 (0.76)
1/5
4.22 (1.00)
4.09 (1.10)
4.59 (0.73)
4.42 (0.97)
1/5
2.91 (1.15)
3.07 (1.22)
2.87 (1.30)
3.16 (1.31)
1/5
2.36 (1.16)
2.44 (1.11)
2.51 (1.10)
2.36 (1.27)
1/5
3.01 (1.25)
3.47 (1.29)
2.64 (1.10)
3.35 (1.21)
1/5
1/5
1/5
1/5
4.38 (0.71)
4.16 (0.93)
3.66 (1.17)
3.60 (1.30)
4.54 (0.68)
4.28 (1.01)
4.02 (0.97)
3.69 (1.20)
4.23 (0.80)
4.07 (1.02)
3.79 (1.00)
4.18 (0.97)
4.66 (0.65)
4.39 (0.94)
4.19 (0.94)
4.25 (1.10)
1/5
2.00 (1.01)
2.32 (1.16)
1.95 (0.88)
2.35 (1.27)
1/5
1.26 (0.79)
1.46 (0.98)
1.32 (0.76)
1.70 (1.26)
1/5
1.75 (0.91)
2.20 (1.09)
1.77 (0.74)
2.05 (1.00)
0/1
0/1
0/1
38.0%
37.0%
50.0%
15.1%
47.3%
67.7%
40.4%
35.1%
36.8%
23.4%
35.9%
50.0%
Deze stelling is omgedraaid voor de meting van ‘politieke islam’, dwz. hogere waarden
betekenen minder instemming.
a
42
Download