Een ongebruikelijke lezing van de parabel van de barmhartige Samaritaan (Schema gebaseerd op Ed de la Torre, De problemen vande barmhartige Samaritaan, Kering, 13° jg., nr.10, dec 1988, blz. 21-22 Ed de la Torre is een Filippijns priester, die - omwille van zijn inzet voor gerechtigheid – lange tijd gevangen werd gezet.) Aanvankelijk, op het niveau van de individuele medemenselijkheid, is er geen probleem. Het slachtoffer ligt er en de barmhartige Samaritaan helpt hem, wat ook zijn motieven zijn. Hoe evolueert die individuele medemenselijkheid nu tot sociaal engagement? Wel, veronderstel – en hier start mijn ongebruikelijke interpretatie van de parabel – dat die barmhartige Samaritaan iedere week dezelfde weg neemt en dat er daar iedere week een slachtoffer ligt. Dat doet bij de Samaritaan een licht opgaan en hij denkt: ‘Oh, dit is hier blijkbaar geen individueel, maar een sociaal probleem. Hier is dus een sociale oplossing nodig. Ik ga bij mijn collega’s barmhartige Samaritanen geld inzamelen en dan bouwen we een goed ziekenhuis voor de slachtoffers’. Een institutioneel antwoord dus op een sociaal probleem. Het volgende verhaal is echter nog interessanter. Op een bepaalde keer komt de barmhartige Samaritaan een uur te vroeg voorbij. De rover is nog bezig! Het slachtoffer was nog niet echt beroofd en bood nog weerstand. Het hart van de barmhartige Samaritaan was nog steeds hetzelfde en bonsde: ‘Liefde, liefde, liefde’. Maar de barmhartige Samaritaan dacht: ‘Oh help, dat is hier ingewikkeld! Hoe moet ik helpen in een conflictsituatie?’ Je kan best begrijpen dat de eerste impuls van de barmhartige Samaritaan was: ‘In het vervolg kom ik opnieuw een uur later!’ Dus, zolang je onderdrukker en onderdrukte afzonderlijk hebt, is het niet zo moeilijk. Je verzorgt de onderdrukte en tegen de onderdrukker zeg je: ‘In het vervolg niet meer beroven, hé’. Elk afzonderlijk kan je ze beminnen . Wanneer ze samen zijn, wordt het ingewikkelder. Op dat moment moet je het probleem historisch en structureel analyseren. Historisch, omdat er die tijdsdimensie meespeelt. Het slachtoffer is er nog niet, maar het onderdrukkingsproces is aan de gang en je moet op zoek naar de wortels daarvan. En structureel wijst op het feit dat je ziet hoe het een met het ander verbonden is. Wanneer je de situatie zo analyseert, wordt ook duidelijk dat het voortbestaan van de situatie eigenlijk vereist dat een aantal slachtoffers de aanslag te boven komen. Anders kunnen de rovers niet blijven roven. En dan zie je dat een institutioneel antwoord het probleem niet wezenlijk oplost: in jouw ziekenhuis kunnen de slachtoffers herstellen, zodat ze straks verder beroofd en onderdrukt kunnen worden. Zo zijn er overal ter wereld heel wat sociale voorzieningen voor de armen die gefinancierd worden met de liefdadigheid van de rijken en zo het status quo laten voortbestaan. Net als de barmhartige Samaritaan zien wij zowel rovers als slachtoffers. Wij veroorzaken die strijd niet. Hij is er. En wij voelen de nood om ons daarin te engageren. En ons probleem daarbij is: hoe kunnen we liefhebben? En tegelijkertijd: kunnen we partij kiezen? Toen ik mijn werk begon, was ik een heel gewone priester. Ik zag dat de meeste mensen werkten voor de landeigenaars en door hen uitgebuit werden. En ik besloot voor de armen te kiezen. Maar enkele van mijn medepriesters en zelfs bisschoppen zegden me: ‘Ed, het is niet omdat de kerk in het verleden misbruikt is geworden door de machtigen, dat jij ze nu moet laten misbruiken door de onderdrukten. De kerk is de moeder van àllen, van grootgrondbezitters én armen. Zij mag geen partij kiezen’. Nu stond dat antwoord mij niet helemaal aan, maar ik kon er niet direct iets tegen inbrengen. Het leek te kloppen. Theologisch kon ik mijn voorkeuroptie voor de armen niet onderbouwen. Nu, het grappige is (en dat is later nog vaak gebeurd) dat de armen zelf mijn theologisch probleem oplosten. Toen ik hen het antwoord van de bisschoppen voorlegde, zegden ze: ‘Nou Ed, jij bent behoorlijk in de war. Je studeert te veel. Het is toch eenvoudig. De kerk is de moeder van allen en die moeder heeft twee zonen: de grote, sterke landeigenaar en de kleine, zwakke broer. Als de sterke begint te slaan op de kleine, wat zal de moeder dan doen? Nou, die zal de grote rond zijn oren meppen en partij kiezen voor de kleine. Later zal ze de grote misschien ook nog wel eens aanhalen en troosten, maar ze zal eerst de zijde van de zwakke kiezen. Daar heb je geen theologie voor nodig. Dat is gewoon een kwestie van gezond verstand’. versie Gebruikelijke versie visie Individuele medemenselijkheid houding Verzorgt de gewonde Herhaalde confrontatie Sociaal engagement: Institutionalisering van de hulp Initiatief tot bouwen van een ziekenhuis Confrontatie met de oorzaken Structurele hulp: Na historische en structurele analyse Partij kiezen = opkomen voor gerechtigheid